Keizers uit de barakken

Maximinus Thrax ("de Thraciër"), de eerste soldatenkeizer. Hij bezocht Rome nooit en was afkomstig uit een eenvoudige boerenfamilie.

Ze waren met velen en regeerden vrijwel allemaal maar kort. Hun labiele machtsbasis bracht telkens nieuwe usurpatoren en pretendenten op het toneel. Velen werden door hun eigen troepen tot keizer uitgeroepen, maar meerdere van hen werden ook weer door hun eigen troepen omgebracht. Anderen stierven in het harnas of vielen ten prooi aan een complot. Slechts een enkeling van hen stierf een natuurlijke dood maar vrijwel allemaal kwamen ze uit het leger. Midden 3e eeuw regeerden 50 jaar lang de Soldatenkeizers!

De Romeinse Cursus Honorum. Waar veel keizers van oorsprong deze carrière hadden gevolgd, verdween in de 3e eeuw het belang hiervan voor het keizerschap.

Het Romeinse rijk wordt vaak met militarisme geassocieerd, waarschijnlijk door het enorme Romeinse leger met zijn relatief moderne organisatie, die zeer indrukwekkend afstak tegenover minder georganiseerde krijgers. Toch viel de militarisering lange tijd wel mee. Tot het einde van de tweede eeuw werd de carrière met de toga als waardevoller gezien dan die van het harnas. Opklimmen als soldaat, dat was natuurlijk interessant, maar de kans dat je de ridderklasse haalde was al klein, laat staan de kans dat je hoger kwam. Hoewel meerdere ambten zoals prefect en procurator uit die klasse werden geworven, moest je voor echt hoge ambten van senatoriale rang zijn, wat je alleen kon bereiken als je van zeer gegoede huize kwam. Bovendien was Romeins burgerrecht hiervoor vereist. Wie de biografieën van de Adoptiefkeizers erop naslaat, zal al snel concluderen dat deze stuk voor stuk een vooral politieke loopbaan beoefenden. Trajanus had als legaat (een militaire rang die vaak uit de senatoriale stand kwam) misschien nog de meest militaire ervaring, al hadden de andere keizers hun sporen ook wel verdiend. Marcus Aurelius en Lucius Verus waren in feite nog het slechtst voorbereid op militaire zaken: als jongelingen hielden zij zich vooral bezig met hun intellectuele opleiding en politieke ambten.

caracalla
Keizers als Septimius Severus en Caracalla versterkten de militarisering van het Romeinse rijk. De gevolgen bleken rampzalig.

De eerste veranderingen moeten toen ongeveer in gang zijn gezet, al zouden de zichtbare effecten nog lang op zich laten wachten. Onder Marcus Aurelius wordt het rijk voor het eerst sinds tijden geplaagd door grootscheepse invallen, terwijl de Antonijnse Pest ernstig huisgehouden had. Juist deze epidemie had zowel leger als Senaat aardig uitgedund. Niet alleen bood dit veel mogelijkheden voor nieuwelingen om in de Senaat te komen, maar ook gaven de ernstige tekorten in het leger grote problemen. Er moest dus extra veel aandacht aan het leger besteed worden, terwijl opklimmen naar hogere stand eenvoudiger was geworden. De echte militarisering van het rijk lijkt te beginnen na de dood van Commodus, als meerdere militaire leiders strijden om de macht. Dit was ook gebeurd na de dood van Nero, in het Vierkeizerjaar, maar de zaken stonden er nu beduidend anders voor. De opstand tegen Nero was begonnen door Gaius Iulius Vindex, maar diens partij werd uiteindelijk geleid door Galba. Niet alleen omdat Vindex relatief vroeg in de opstand sneuvelde, maar ook omdat Vindex wist dat hijzelf nooit naar het keizerschap kon dingen. Vindex was weliswaar gouverneur van Gallia Lugdunensis en van senatoriale rang (hetgeen nodig was om een dergelijke grote provincie te leiden) maar van oorsprong was hij van Aquitanische komaf, wat maakte dat hij in de ogen van de Romeinse elite onacceptabel zou zijn geweest als keizer.

Soldaten uit de Crisis van de Derde Eeuw, herkenbaar aan hun ovalen schilden, langere zwaarden en meer dekkende Niederbieber-helmen.
Soldaten uit de Crisis van de Derde Eeuw, herkenbaar aan hun ovalen schilden, langere zwaarden en meer dekkende Niederbieber-helmen.

Zo was de mentaliteit van het jaar 69. Nu verplaatsen we ons naar 193, het jaar waarin Septimius Severus de macht greep. Severus was evengoed als Vindex een Romeins staatsburger, gouverneur en senator, maar zoals Vindex eigenlijk een Aquitaniër was geweest, stroomde bij Severus van vaderskant Punisch bloed door de aderen. Dat laatste weerhield hem er echter niet van om door de Senaat als keizer erkend te worden. Wellicht betekent dit eerder dat de scheidslijn tussen “echte” Romeinen en de geromaniseerde bovenlaag uit de provinciën vervaagd was, maar van de andere kant duidt dat wel op de groeiende carrièremogelijkheden. In tegenstelling tot Vespasianus, de winnaar van het Vierkeizerjaar, richtte Severus zich niet op een civiel bestuur maar op zoveel mogelijk militaire zaken. Niet alleen omdat hij eerst zijn mededingers verslaan moest, maar ook omdat hij nu eenmaal een sterke band met het leger had. Dit blijkt ook uit zijn verhoging van de soldij en zijn boodschap aan zijn zoons om vooral voor het leger te zorgen. Caracalla hield zich op zijn beurt ook vooral met militarisme bezig en lijkt meer als een ruwe soldaat dan als een wijze filosoof te zijn afgebeeld. Bovendien verschafte Caracalla iedere vrije man in het rijk burgerrecht, wat veel meer mannen kans bood om van gewone soldaat steeds hogerop te komen. Na de moord op Caracalla werd de troon voor het eerst opgeëist door een officier die niet eens senator was! En hoewel de verontwaardiging van de Senaat groot was, ging men toch schoorvoetend akkoord. Maar Macrinus bleek een zwak civiel bestuurder, waarop de Severen met behulp van het leger opnieuw aan de macht kwamen. Na het fiasco van Elagabalus kwam Severus Alexander op de troon. Hoewel zijn civiele bestuur uitstekend was, bleek hij een matig opperbevelhebber, wat hem juist de das om deed. Juist het feit dat hij afstand hield van het front en oorlog trachtte te vermijden zette kwaad bloed bij zijn soldaten, wat resulteerde in zijn dood.

Strijd met de Goten.
Strijd met de Goten. Deze bedreigden in de 3e eeuw voortdurend de Balkan. In ons land rukten de Franken op.

Het moge dus duidelijk zijn dat een sterke band met het leger tegen 235 een vereiste was als een keizer wilde overleven. Populariteit bij de soldaten was de enige manier om muiterij of opstand te voorkomen. Verder was een militaire carrière nu ineens veel interessanter dan een politieke, daar je met de steun van een paar legioenen veel machtiger kon zijn dan met een of andere administratieve benoeming. Een groot verschil met Vespasianus en Septimius Severus was dan ook dat veel van de soldatenkeizers van zeer bescheiden komaf waren. Vespasianus en Severus waren weliswaar niet in buitengewoon vermogende kringen geboren, maar wel in ridderlijke families, waarbij zij zelf middels een politieke loopbaan waren opgeklommen naar hogere rang. Menig soldatenkeizer was in veel lagere status geboren, maar had in het leger promotie gemaakt, net zolang tot hij bevelhebber van een legioen of provincie geworden was.

Maximinus Thrax ("de Thraciër"), de eerste soldatenkeizer. Hij bezocht Rome nooit en was afkomstig uit een eenvoudige boerenfamilie.
Maximinus Thrax (“de Thraciër”), de eerste soldatenkeizer. Hij bezocht Rome nooit en was afkomstig uit een eenvoudige boerenfamilie.

De eerste Soldatenkeizer, Maximinus Thrax, is daar een goed voorbeeld van. Zoals zijn bijnaam aangeeft was hij Thraciër van geboorte, afkomstig uit een familie van veehouders, geboren rond het jaar 173. Als jongeman ging hij waarschijnlijk bij de hulptroepen, maar door het Edict van Caracalla kon hij uiteindelijk terecht in de legioenen. Pas in de tijd van Severus Alexander was hij op een echt hoge positie gekomen, als hoofd van het nieuwe Legio IV Italica. Toen het leger zich tegen Alexander keerde schaarden Legio IV en Legio XXII zich achter Maximinus, waarna de Praetorianen hem ook tot keizer uitriepen. En hoewel de Senaat dit eigenlijk niet zag zitten, gezien zijn lagere status en in hun ogen barbaarse komaf, moesten zijn uiteindelijk wel akkoord gaan. Maximinus bleek een vrij meedogenloos en wantrouwig heerser die zijn afkeer van de Romeinse adel niet onder stoelen of banken stak. Meerdere senatoren en aanhangers van Alexander begonnen dan ook tegen hem samen te zweren, maar tevergeefs. In 238 begonnen er echter al tegenkeizers op te staan. Niet zonder reden, want Maximinus besteedde meer aandacht aan het leger dan goed was voor de overige inwoners van het rijk. Hij wist de Alemannen, Sarmaten en Daciërs met succes te bevechten, wat zijn populariteit bij het leger goed deed, maar om de soldaten pas echt voor zich te winnen bood hij hen dubbele soldij. De enige manier om dat te bekostigen was door hogere belastingen, hetgeen zware protesten tot gevolg had.

Antoninianus (zilveren munt ter waarde van 2 denariën) van keizer Gordianus III. Hij draagt geen lauwerkrans maar de in de 3e eeuw ook populaire zonnekroon.
Antoninianus (zilveren munt ter waarde van 2 denariën) van keizer Gordianus III. Hij draagt geen lauwerkrans maar de in de 3e eeuw ook populaire zonnekroon.

In Africa brak er opstand uit en riepen de rijke landeigenaren de bejaarde gouverneur uit tot keizer Gordianus I. De Senaat verklaarde Maximinus vervallen van de troon en riep hem uit tot staatsvijand, ondertussen Gordianus I als keizer erkennend, samen met zijn zoon Gordianus II. Maximinus wist de Gordianen echter te verslaan. Gordianus II sneuvelde en zijn vader pleegde zelfmoord. De senatoren waren nu uiteraard aan Maximinus’ genade overgeleverd en zaten met de handen in het haar. Twee van hen, Pupienus en Balbinus, werden tot keizer uitgeroepen, tot woede van het volk dat geen trek had in twee patricische senatoren op de troon. Een andere groep eiste dat Gordianus III, de kleinzoon van de eerste Gordianus, op de troon kwam, en grote rellen waren het gevolg. Maximinus trok weer naar Rome, maar verspilde een hoop tijd aan de belegering van Aquileia. Daar kwamen de soldaten van Legio II Parthica in opstand en vermoordden hem samen met zijn zoon en ministers. Pupienus en Balbinus, die Gordianus III vakkundig tot onderkeizer hadden benoemd, konden nu in alle rust regeren… dacht je. Pupienus en Balbinus bleken totaal niet door één deur te kunnen en beide keizers waren als de dood om door de ander vermoord te worden. Hun felle ruzies leidden uiteindelijk tot sterke onvrede van de Praetorianen, die op 29 juli tijdens de zoveelste ruzie binnenstormden en hun keizers doodstaken. Zo werd 238 een Zeskeizerjaar! De 13-jarige Gordianus III was nu de onbetwiste keizer. Hij hield het langer vol, maar niet langer dan zes jaar.

De Crisis van de Derde Eeuw op zijn hoogtepunt in 271. Maar al lang daarvoor was de chaos in volle gang.
De Crisis van de Derde Eeuw op zijn hoogtepunt in 271. Maar al lang daarvoor was de chaos in volle gang.

Een crisisjaar als dit was er al eerder geweest. Het Vierkeizerjaar van 69 en het Vijfkeizerjaar van 193 waren uiteindelijk voorbijgegaan waarna de orde hersteld was. Maar ditmaal lag de zaak blijkbaar anders. Misschien omdat deze burgeroorlog chaotischer was dan de vorige? In elk geval was er ditmaal een hoger aantal pretendenten, terwijl de aanspraken op de troon niet altijd gewaardeerd werden door andere legioenen. Dat de burgeroorlogen regelmatig opnieuw aanwakkerden was wellicht een stimulans voor buitenlandse vijanden om de aanvallen op te voeren. Op eenzelfde manier brak in 69 de Bataafse Opstand uit, ook in een gebied waar een deel van de troepen was weggetrokken op last van hun bevelhebber die een greep naar de macht deed. Op die wijze werden er nu ook regelmatig troepen van de grenzen ingezet om onderling te vechten, zodat de grens open lag voor vijanden zoals de Germanen en de Sassanidische Perzen onder Shapur I. Daar komt nog bij dat de legioenen tegenwoordig niet erg loyaal meer waren aan hun keizer, zeker niet als deze als bevelhebber van een ander legioen de macht gegrepen had. Als het ene legioen zijn bevelhebber naar voren kon schuiven, waarom het andere dan niet? Af en toe gebeurde het zelfs dat een door zijn troepen uitgeroepen keizer weer door diezelfde troepen vermoord werd, vaak uit onvrede over diens prestaties. Het gevolg was een decennia durende chaos, de Crisis van de Derde Eeuw!

Philippus I Arabs. Onder hem vierde Rome haar duizendjarig bestaan, maar verder was het allerminst feest.
Philippus I Arabs. Onder hem vierde Rome haar duizendjarig bestaan, maar verder was het allerminst feest.

Gordianus III, die gezien zijn jonge leeftijd in feite onder controle van de aristocratie stond, kampte al in 240 met een tegenkeizer, niet veel later gevolgd door een Perzische inval in Mesopotamië. Gordianus overleefde die oorlog niet, al is het de vraag hoe hij aan zijn einde kwam. Mogelijk viel hij ten prooi aan zijn ontevreden leger, maar de Perzen beweerden dat de jonge keizer in de strijd sneuvelde. Een andere mogelijkheid is dat hij vermoord werd door de prefect van de Praetorianen, Philippus Arabs, “de Arabier”, die onmiddellijk de troon in bezit nam. Philippus was zo wijs de slecht verlopende oorlog te beëindigen, zodat hij bovendien naar Rome kon om een goede relatie met de Senaat te bewerkstelligen. Die opzet slaagde en Philippus hield zich nadien bezig met de verdediging van de Donaugrens, evenals met het organiseren van spelen voor het duizendjarig bestaan van Rome in 248. De grensverdediging trachtte hij echter voor elkaar te krijgen door de Germanen af te kopen, wat opnieuw belastingverhoging inhield. En dat is kenmerkend voor nog een ander ernstig probleem tijdens de Crisis van de Derde Eeuw: de instortende Romeinse economie. De devaluatie van de denarius was zo groot geweest dat het zilvergehalte van de munt tijdens de Crisis onder de tien procent zakte! Dit werd telkens gedaan om het produceren van de munt goedkoper te maken, maar vanzelfsprekend verminderde dat de waarde van de munt zodra de kooplui het trucje door hadden. Bijgevolg was een militaire carrière minder aantrekkelijk en moest die aantrekkelijker worden gemaakt door de soldij te verhogen, wat alleen kon door verhoogde belasting of… devaluatie. Gedurende de Crisis van de Derde Eeuw steeg de graanprijs tot het honderdvoudige. Oude munten werden omgesmolten of opzij gezet, terwijl het gebruik van de nieuwere, bijna waardeloze munten zo onaantrekkelijk was, dat men zich weer op ruilhandel ging richten. De geldeconomie stortte eenvoudigweg in! Tot overmaat van ramp daalde de gemiddelde jaartemperatuur rond die tijd een paar graden, wat de oogstopbrengsten deed dalen, zodat de prijzen nog meer stegen.

Keizer Trajanus Decius trachtte terug te grijpen op oude idealen en de orde met harde hand te herstellen.
Keizer Trajanus Decius trachtte terug te grijpen op oude idealen en de orde met harde hand te herstellen. Hij kreeg echter niet de kans zijn werk te voltooien.

Ook Philippus Arabs hield het niet lang vol. Kort na het millenniumfeest braken er opstanden en nieuwe invallen uit. Binnen 1 jaar kreeg Philippus het met wel 3 tegenkeizers aan de stok. De keizer overwoog zelfs af te treden, maar de Senaat weigerde dit te aanvaarden. Philippus was erg onder de indruk en stuurde de senator en stadsprefect Decius, één van zijn sterkste verdedigers, naar de Balkan om de opstand aldaar neer te slaan. Die opzet slaagde, maar de legioenen bleven ontevreden en riepen in 249 Decius ineens tot keizer uit. Decius had de zaak best uit willen praten, maar Philippus trok met de Praetorianen en een paar legioenen tegen hem op, ondanks dat Decius over tweemaal zoveel legioenen beschikte. Bij Verona kwam het tot een veldslag, waar Philippus omkwam. Nu Decius alle macht had noemde hij zich Trajanus Decius, als eerbetoon aan de vroegere Adoptiefkeizer. Hij besloot zich sterker op de eenheid van het rijk te richten, wat hij onder meer uitte door onvoorwaardelijke loyaliteit van het volk te eisen en als eerste keizer de christenen systematisch te vervolgen. Maar de vijandige invallen deden hem al snel de das om. In juni 251 sneuvelde Decius tegen de Goten. Zijn zoon Herennius Etruscus, die hetzelfde jaar zijn medekeizer was geworden, kwam ook om, waarmee zij de eerste keizers waren die sneuvelden tegen een buitenlands leger. Herennius’ broer Hostilianus werd in Rome tot keizer benoemd, maar had nauwelijks gezag buiten de stad, om kort daarna te sterven aan de Pest van Cyprianus (waarschijnlijk de pokken). Dat Hostilianus’ natuurlijke dood zo uitzonderlijk is voor een soldatenkeizer, bewijst wel hoe labiel deze periode was. De soldaten op de Balkan zagen in elk geval meer in hun bevelhebber Trebonianus Gallus, die overigens een goede verhouding met Decius had gehad. Gallus erkende Hostilianus overigens wel. Waarschijnlijk trachtte hij op deze manier een nieuwe burgeroorlog te voorkomen, zonder zijn eigen leven in gevaar te brengen met een weigering.

8 denariën van 157 v. Chr. t/m 236 na Chr. De laatste is van Maximinus Thrax. Het zilvergehalte van de munt was tegen die tijd drastisch gedaald en zou nog verder dalen.
8 denariën van 157 v. Chr. t/m 236 na Chr. De laatste is van Maximinus Thrax. Het zilvergehalte van de munt was tegen die tijd drastisch gedaald en zou nog verder dalen.

Helaas bleek Gallus meer timide dan tactvol. Niet alleen sloot hij vrede met de Goten door ze hun buit te laten houden en een jaarlijkse afkoopsom te beloven, maar ook wist hij niets te beginnen tegen de Perzen die grote gebieden in het Midden-Oosten innamen. Aemilius Aemilianus, die Gallus als gouverneur van Moesia Superior verving, weigerde de schatting aan de Goten te betalen en leverde op eigen houtje slag tegen ze. Prompt riepen Aemilianus’ troepen hem tot keizer uit en marcheerden naar Rome in 253. Gallus en zijn zoon Volusianus trachtten een leger in elkaar te flansen, maar het moreel was zo laag dat deze soldaten aan het muiten sloegen en Gallus en Volusianus vermoordden. De Senaat erkende Aemilianus, die zichzelf neerzette als de ideale man om de orde te herstellen. Hij had immers de Goten verslagen op een zeer onverwacht moment. Maar Valerianus, de gouverneur van Noricum en Raetia (de Alpenlanden) dacht hier anders over en marcheerde op zijn beurt naar Rome, onder het mom dat Gallus hem ter versterking had geroepen en hij zijn keizer kwam wreken. De troepen van Aemilianus verloren het moreel en beseften niet te kunnen winnen van de legers van Valerianus. Prompt doodden zij de keizer waar zij eens zo dol op waren geweest. En aangezien Valerianus afkomstig was uit de senatoriale stand, had de Senaat weinig moeite om hem te erkennen.

Keizer Valerianus geeft zich over aan koning Shapur van Perzië, op het reliëf van Naqsh-e Rostam.
Keizer Valerianus geeft zich over aan koning Shapur van Perzië, op het reliëf van Naqsh-e Rostam.

Hoewel Valerianus de langst regerende keizer sinds Severus Alexander was, was het rijk in zijn tijd allerminst stabiel. Het was in feite chaotischer dan ooit. Het westen van het rijk stond bloot aan bijna onstuitbare Germaanse invallen, terwijl de Perzen in het oosten al tot Antiochië waren doorgedrongen en de Goten nog steeds een ernstige bedreiging vormden voor de Balkan en Klein-Azië. Ook ons land werd sinds 240 bedreigd door een Germaanse coalitie die bekendstaat als de Franken. Valerianus trachtte orde in deze chaos te scheppen door de macht te delen met zijn zoon Gallienus, die zich op het westen zou concentreren terwijl Valerianus de Perzen zou beoorlogen. Dat leek een redelijk succes. Antiochië en Syrië werden heroverd, zodat Valerianus zich in de tweede helft van 257 vanuit Keulen kon richten op de Frankische dreiging. Toen de Goten in 258 echter de noordkust van Klein-Azië plunderden keerde hij terug naar het oosten. In Edessa raakte hij het jaar daarop echter in de knoei. Er brak een epidemie uit onder de soldaten en de stad werd belegerd.

De vernedering van keizer Valerianus door de Perzische koning Shapur, door Hans Holbein de Jongere (ca. 1521)
De vernedering van keizer Valerianus door de Perzische koning Shapur, door Hans Holbein de Jongere (ca. 1521)

Na een beslissende nederlaag vroeg hij in 260 om een onderhandeling met koning Shapur. Deze lapte de onschendbaarheid van de keizer als onderhandelaar echter aan zijn laars en nam hem gevangen. Dit was zonder twijfel de grootste vernedering die het Romeinse rijk tot dan toe tegen een buitenlandse vijand geleden had. Dat het moreel van de soldaten en het gezag van Gallienus hier ernstig onder leed, blijkt wel uit het feit dat in de jaren hierna er weer meerdere tegenkeizers opstonden en er zelfs afscheidingen van het rijk plaatsvonden! Valerianus bracht de rest van zijn leven in gevangenschap door. Het is niet ondenkbaar dat hij mild werd behandeld, zoals gebruikelijk was met gevangen vorsten, maar volgens de schrijver Lactantius werd Valerianus gruwelijk vernederd, waarbij Shapur hem gebruikte als opstapje. Ergens tussen 260 en 264 moet de keizer zijn gestorven. Volgens het ene verhaal werd hij levend gevild. Volgens een ander verhaal bood hij Shapur een groot losgeld voor zijn vrijlating, waarop Shapur hem dwong om gesmolten goud te drinken, waarna hij alsnog gevild en opgezet zou zijn, om als versiering voor de tempel te dienen. Bij deze gruwelijke verhalen moet gezegd worden dat veel Romeinse schrijvers graag negatief spraken over de Perzen, waarbij Lactantius zowel Valerianus als de Perzen verachtte vanwege hun christenvervolgingen. In elk geval was de vernedering compleet en braken er overal tal van opstanden en invallen uit. Er zou zelfs een Gallisch rijk opkomen. Het was nog maar de vraag of het Romeinse rijk dit zou overleven…

Severus Alexander: einde van de orde?

alexanderElagabalus kwam na een korte regering aan zijn einde. Met de toegenomen militarisering lijken de keizerlijke regering tegelijkertijd veel labieler geworden. Toch zou de chaos pas echt goed losbreken na een laatste opleving van de orde. Severus Alexander regeerde toch nog 13 jaar. Maar als men bedenkt hoe jong hij was, was dat niet bijster lang.

Een buste van een piepjonge Severus Alexander (Louvre)
Een buste van een piepjonge Severus Alexander (Louvre)

De regering van Elagabalus had veel korter geduurd. In minder dan vier jaar was het bizarre en labiele gedrag van de keizer steeds onhoudbaarder geworden, waarop grootmoeder Julia Maesa alvast probeerde om een geschikte kandidaat te vinden voor vervanging. Haar andere kleinzoon leek een geschikte kandidaat. Hij was op 1 oktober 208 geboren in Arca Caesarea, in Syrië, en heette voluit Marcus Julius Gessius Bassianus Alexianus. Over zijn vader is weinig bekend. Julia Maesa volgde in feite de lijn van haar zus Julia Domna (de moeder van keizer Caracalla) door als een soort spindoctor op te treden en veel invloed op de keizer uit te oefenen. Elagabalus benoemde op grootmoeders aandringen zijn neef tot opvolger, maar kon de groeiende populariteit van Alexander niet erg waarderen. Hij poogde Alexander te marginaliseren en begon een gerucht te verspreiden dat Alexander dodelijk ziek was. Het resultaat loog er niet om: de Praetoriaanse Garde ontstak in woede en eiste dat Elagabalus en Alexander in het kamp zouden verschijnen. Toen dat gebeurde betuigde de Garde openlijk haar voorkeur voor Alexander, terwijl Elagabalus en zijn moeder gruwelijk aan hun einde kwamen.

Julia Avita Mamaea, de moeder van Severus Alexander en het brein achter de troon. Bij de Severische dynastie speelden de dames een actieve rol.
Julia Avita Mamaea, de moeder van Severus Alexander en het brein achter de troon. Bij de Severische dynastie speelden de dames een actieve rol.

Zo werd Severus Alexander keizer op 13-jarige leeftijd. Eerst stond hij nog onder sterke invloed van zijn grootmoeder Julia Maesa. Het is niet bekend wanneer zij precies overleed, maar vermoedelijk ergens rond 226. Daarna viel hij onder het politieke voogdijschap van zijn moeder, Julia Avita Mamaea. De regentessen waren zo wijs alle controversiële besluiten van Elagabalus terug te draaien. 16 senatoren werden aangesteld als adviseurs voor Julia Mamaea en bekwame juristen werden aangesteld om het rechtsbestuur te overzien. Enkele belangrijke adviseurs in die tijd waren de historicus Cassius Dio en de jurist Ulpianus, die werd aangesteld als prefect van de Praetorianen. Ook werd er een stadsraad van 14 man opgericht om de stadsprefect van Rome te assisteren. Dit alles om de efficiëntie van het bestuur te verbeteren en de leefomstandigheden van het volk te verbeteren. Moraal stond ook hoog op de agenda, waarbij de uitzonderlijke luxe van het hof flink werd verminderd. Wel moest Alexander op zijn beurt de denarius devalueren, maar in 229 revalueerde hij het zilvergehalte weer naar 45%. Het bestuur van Alexander en zijn moeder in de vredestijd bleek stabiel en welvarend. Op religieus terrein was hij opvallend liberaal. Hij stond toe dat er een synagoge werd gebouwd in Rome en schonk de synagoge zelfs een Torahrol, de Severische Codex. Volgens de Historia Augusta had hij zelfs een tempel voor Jezus willen laten bouwen, maar hielpen de Romeinse priesters hem van dit idee af.

Beeltenis van Sallustia Orbiana, Alexanders beroemdste vrouw.
Beeltenis van Sallustia Orbiana, Alexanders beroemdste vrouw.

Dat wil niet zeggen dat Severus Alexander in sterk contrast staat met zijn Severische voorgangers, die vaak toch extra aandacht aan het leger besteed hadden. Alexander gaf zijn soldaten het recht om ieder die zij wilden tot hun erfgenaam te benoemen, terwijl de mogelijkheden voor burgers veel beperkter waren. Verder kregen de soldaten het recht om bij testament hun slaven vrij te maken en werd het bezit van soldaten die op veldtocht gingen in bescherming genomen. Wat een soldaat tijdens zijn militaire dienst in bezit kreeg kon voortaan niet door anderen worden opgeëist. Wel werden een aantal van de nogal buitensporige privileges die Elagabalus aan de Praetoriaanse Garde had toegewezen beknot. Dat maakte Ulpianus, die verantwoordelijk was voor deze maatregelen, niet populair bij de Garde, waardoor zijn veiligheid ernstig in gevaar kwam. Tijdens een opstootje tussen de Praetorianen en het volk werd Ulpianus dan ook vermoord, vermoedelijk in het jaar 223. De Garde was nog steeds nauwelijks onder controle te houden en allesbehalve loyaal.

Ardashir I ontvangt de koninklijke ring van Ahura Mazda, de god van het Zoroastrisme. De ondergang van de Parthen creëerde een nieuwe aartsvijand in het Midden-Oosten.
Ardashir I ontvangt de koninklijke ring van Ahura Mazda, de god van het Zoroastrisme. De ondergang van de Parthen creëerde een nieuwe aartsvijand in het Midden-Oosten.

Het relatief vreedzame bewind kon helaas niet eeuwig standhouden. In het oosten dreigde een nieuw gevaar. De Parthen waren hier door de veldtochten van Septimius Severus en Caracalla zo goed als uitgeschakeld, en waren uiteindelijk overweldigd door één van hun eigen vazallen, Ardashir I, de koning van Persis, die in 224 in opstand was gekomen tegen Arthabanus IV. Veel vorsten sloten zich uit onvrede over de toestand van Parthië bij hem aan en uiteindelijk versloeg Ardashir de Parthen en noemde zich sjahansjah (koning der koningen) van Perzië. Hiermee was het rijk van de Sassanidische Perzen geboren en Rome had er op slag een grote vijand bij die Mesopotamië als onderdeel van zijn rijk beschouwde en het terugeiste. In 229 viel Ardashir met zijn zoon Shapur I het gebied binnen en drong zelfs door tot in Syrië! Severus Alexander trachtte in eerste instantie om de kwestie diplomatiek op te lossen, maar dit bleek niet haalbaar, zodat er een tegenaanval nodig werd geacht. Met een aanval op zowel Armenië als Khuzestan werd getracht de aandacht af te leiden van wat er tussenin lag: de hoofdstad Ctesiphon. Hoewel de twee afleidingsmanoeuvres voorspoedig verliepen, werd de aanval op Ctesiphon gestuit door de Saravan, de zware Perzische cavalerie. De nederlaag tegen de Saravan moet ernstige problemen hebben gegeven en door de opdeling van het leger was het onmogelijk om versterking te sturen, zodat Alexander zich gedeeltelijk terug moest trekken. Althans, volgens Herodianus. Alexander zelf hield een overwinningstoespraak tegenover de Senaat, al was dat misschien eerder om geen modderfiguur te slaan. De Perzen werden voorlopig in elk geval gestuit. Wel bleek de discipline in het Romeinse leger niet bepaald optimaal, mede door de slecht verlopende oorlog. In 232 brak er muiterij uit in het Syrische legioen, dat zijn bevelhebber Taurinus uitriep tot keizer. De rebellie werd echter de kop in gedrukt en Taurinus verdronk in de Euphraat, mogelijk als zelfmoord. 

Kerkvader Origenes, die tijdelijk leermeester van Alexander was. Onder Maximinus Thrax zouden de christenvervolgingen hervat worden.
Kerkvader Origenes, die tijdelijk leermeester van Alexander was. Onder Maximinus Thrax zouden de christenvervolgingen hervat worden.

In 233 hield Alexander dan ook een glorierijke triomftocht in Rome, ondanks dat zijn oorlog met de Perzen maar een matig succes was geweest. Daarna keerde hij terug naar Antiochie, waar hij in de oorlog zijn hoofdkwartier had opgezet. De verhouding met Julia Mamaea was ondertussen wat complexer geworden. Alexander was in 225 getrouwd met Barbia Orbiana, wier vader hij een grote vertrouwenspositie had gegeven. Hoewel Mamaea zelf het brein achter het huwelijk was, zag ze zich nu in haar machtspositie bedreigd en gedroeg ze zich hatelijk jegens Orbiana. In 227 kreeg ze voor elkaar dat Orbiana’s vader ter dood werd gebracht en dat Alexander van Orbiana scheidde, waarna ze naar Afrika werd verbannen. Mamaea, die de titel van consors imperii had en in die hoedanigheid haar zoon op veldtocht vergezelde, wilde nu eenmaal niet aan macht inboeten. Nu, zes jaar later, nam Julia Mamaea echter een wonderlijke zet. Ze liet Alexander vergezellen door Origenes, een belangrijke kerkvader. Origenes’ vader was omgekomen tijdens de christenvervolgingen onder Septimius Severus en Origenes zelf leidde een reizend leven van ascetisme. Mamaea wenste nu dat Origenes zich bij haar en haar zoon voegde om de christelijke leer met hen te bediscussiëren, wat in de 3e eeuw een opvallend billijke houding jegens het christendom impliceert.

Denarius van Severus Alexander. Na zijn dood werd de munt onmiddellijk weer gedevalueerd en werden veel economische maatregelen teruggedraaid.
Denarius van Severus Alexander. Na zijn dood werd de munt onmiddellijk weer gedevalueerd en werden veel economische maatregelen teruggedraaid.

Erg veel tijd om zich aan dit onderricht te wijten kregen Alexander en zijn moeder niet. In 234 staken Germaanse en Sarmatische stammen, met name de federatie van de Alemannen, de Rijn en Donau over, in een dusdanige hoeveelheid dat er zelfs in Rome paniek uitbrak. Het leger reageerde hier slecht op, de moeizame Perzische oorlog indachtig. Alexander en Mamaea reisden af naar Mogontiacum (Mainz), de hoofdstad van Germania Superior, waar Alexander van plan was de strijd te leiden, ondanks zijn geringe ervaring. Er werd een grote hoeveelheid schepen gebouwd om zoveel mogelijk soldaten over te zetten. Blijkbaar meende de jonge keizer dat het vertoon van zijn grote leger genoeg zou zijn om de vijand af te schrikken. Maar het moreel van de troepen was laag en Alexanders pogingen om een hogere discipline af te dwingen droeg hier niet echt aan bij. In plaats van te vechten trachtte hij daarom om de Germanen voorlopig af te kopen. Dat zette nog meer kwaad bloed bij de soldaten, die dit als een zeer oneerbare oplossing zagen. Het was bovendien onacceptabel dat er naar de soldaten toe weinig vrijgevigheid werd betoond, terwijl de Germanen ondertussen werden afgekocht. Dat Alexander onder sterke invloed van zijn moeder stond, deed zijn naam bij de soldaten ook geen goed. Als vrouw had Mamaea geen gezag over het leger en werd Alexander als een zwakkeling gezien.

Maximinus Thrax ("de Thraciër"), de eerste soldatenkeizer. Hij bezocht Rome nooit en was puur door zijn militaire loopbaan en onvrede van de soldaten aan de macht gekomen.
Maximinus Thrax (“de Thraciër”), de eerste soldatenkeizer. Hij bezocht Rome nooit en was puur door zijn militaire loopbaan en onvrede van de soldaten aan de macht gekomen. Zijn populisme zette wellicht de moord op Severus Alexander in gang.

Het resultaat was dat de aandacht van de soldaten, met name die van de rekruten uit Pannonia, uit ging naar een andere commandant, ene Gaius Iulius Verus Maximinus, een Thraciër van geboorte. Toen deze een dubbele soldij, amnestie en een hoog donativum (militaire bonus bij aantreden van een keizer) beloofde, was het hek van de dam. Het was een kwestie van tijd voor Alexander zijn aanhang kwijt was. Ergens in maart 235 gebruikte Alexander zijn middagmaal in zijn tent, terwijl hij in gesprek was met meerdere opstandige soldaten. Ondanks zijn veel stabielere regering werd Severus Alexander door zijn leger vergeleken met Elagabalus. Toen een Germaanse bediende de tent betrad bleek deze het eerste schaap over de dam: de soldaten trokken hun wapens en vielen aan. Alexanders lijfwacht trachtte de aanvallers te stuiten, maar de strijd was onmogelijk te winnen. Toen de muiters doordrongen bij de 26-jarige keizer troffen zij deze aan terwijl hij zich vastklampte aan zijn moeder. Severus Alexander ging ten onder zoals zijn voorganger: samen met zijn moeder gedood door zijn eigen troepen. Het was het begin van een lange periode van chaos. De nieuwe uitgeroepen keizer, Maximinus de Thraciër, kwam uit een familie van veehoeders. Het was puur zijn militaire carrière die hem naar de top had gebracht, zonder een senatoriale loopbaan, een teken van de toegenomen militarisering. De moord op Alexander zette bovendien een toon die nog meer bijdroeg aan dit proces: de keizer werd geacht militaire competentie te hebben en deel te nemen aan de strijd, want het advies van Alexanders moeder om weg te blijven van het front had averechts gewerkt. Het resultaat was een periode van vijftig jaar oorlog en burgeroorlog. De keizers zouden maar kort regeren, omdat hun actieve deelname aan de strijd hun levens ernstig in gevaar bracht. Bovendien was het veel gemakkelijker om pretendent te worden, daar zowel een etnisch Romeinse achtergrond als een senatoriale status geen vereisten meer waren voor het keizerschap. Elke burger die militair was opgeklommen kon nu naar het keizerschap dingen. De Crisis van de Derde Eeuw was begonnen.

Elagabalus, een keizerlijk buitenbeentje

elagabalusTen slotte was ook de Severische dynastie eindig. De stabiele regering die Septimius Severus had gecreëerd, had geen stabiele dynastie opgeleverd. Caracalla was een labiele keizer gebleken en had maar kort geregeerd. Hij werd opgevolgd door Macrinus, die geen lid van het Severische huis was. Maar diens keizerschap was maar een kort leven beschoren, waarna de Severen opnieuw aan de macht wisten te komen, zij het op een allerminst stabiele manier. Keizer Elagabalus ging niet best de geschiedenis in. Verder lezen Elagabalus, een keizerlijk buitenbeentje

Caracalla, “zorg voor het leger en bekommer je niet om de rest”

caracallaSeptimius Severus was één van de weinige keizers die door zijn zoons werd opgevolgd. Op zijn sterfbed zou hij zijn zoons hebben aangeraden om vooral het leger goed te verzorgen en niet naar alle anderen om te kijken. En om eendrachtig te zijn. Dat laatste advies zou niet lang ter harte genomen worden, het eerste des te meer. Zoon Lucius staat zelfs bekend onder een bijnaam die naar een militair kledingstuk verwijst: Caracalla.

Verder lezen Caracalla, “zorg voor het leger en bekommer je niet om de rest”