De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 9: Langs het Kanaal van Corbulo

Reisgids CorbuloDe belangrijkste Romeinse routes in Nederland zijn behandeld en we zijn diverse interessante spots van het noorden afgegaan. Je kunt natuurlijk in 9 dagen onmogelijk alles behandelen. Maar één vrij belangrijke route is nog niet aan de beurt geweest. Dwars door het westen van Zuid-Holland liep in de Romeinse tijd het kanaal van Corbulo. Corbulo werd in 47 na Chr. gouverneur van Germania Inferior en ging hard aan de slag om de zoetwaterpiraterij, die na de dood van zijn voorganger flink was opgelaaid, te bestrijden. Hij liet de waterwegen uitkammen en trok naar het noorden. Een veroveringsoorlog beginnen mocht hij echter niet, waarna Corbulo zich meer toelegde op het verbeteren van de defensie van zijn grensprovincie. Het aanleggen van een kanaal tussen de Rijn en de Maasmonding speelde hier een grote rol in. De Romeinse schepen konden hierdoor gemakkelijker van de ene rivier naar de andere zonder die verraderlijke Noordzee op te hoeven. Het kanaal werd aangelegd door meerdere stroompjes met elkaar te verbinden. Het werd een erg belangrijke handelsroute in het gebied.

©audiovisueel centrum Vrije Universiteit Amsterdam; CC BY-SA 3.0
©audiovisueel centrum Vrije Universiteit Amsterdam; CC BY-SA 3.0

1. Castellum Helinium (Naaldwijk?)
Locatie: onzeker
Helinium was de Romeinse naam van de Maasmonding en wellicht ook de naam van het Romeinse fort bij het punt waar het kanaal erin uitmondde. De bodem in deze omgeving bestond grotendeels uit kleigrond en een beetje strandwal. Als er bij Helinium een castellum en een nederzetting lagen, was het dus vast ook een vlootbasis.


mijlpaal2. Mijlpaal van Monster of Naaldwijk

Al rond 1500 werd er in Zuid-Holland een Romeinse mijlpaal teruggevonden. Dat is zo lang geleden dat de vindplaats vergeten is. Niet alleen de exacte plek, maar ook de plaats zelf. Het kan Naaldwijk of Monster geweest zijn! De tekst erop maakt echter wel duidelijk uit welke tijd de mijlpaal komt, namelijk uit het jaar 162, toen Lucius Verus en Marcus Aurelius het Romeinse rijk samen regeerden.

©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY 3.0
©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY 3.0

3. Diploma van Poeldijk
Er zijn ook langs het Kanaal van Corbulo meerdere villa’s gebouwd, soms uit hout, soms uit steen, soms eerst uit hout om later alsnog versteend te worden. Op een terrein aan de N464 in Poeldijk vond men tufstenen resten en afbraakpuin. Maar dat was nog niets vergeleken met de bronzen diploma die er later gevonden werd. De diploma is een bewijs van eervol ontslag dat verleend werd aan ene Amandus, een Cananefaat die er jarenlange dienst bij de eerste ruiterafdeling der Norici op had zitten.

4. Inheems heiligdom Den Haag
Locatie: vermoedelijk op de Uithof, Den Haag
Helemaal in de zuidelijkste delen van Den Haag zijn sinds de jaren ’60 veel vondsten gedaan op het terrein van de Uithof. De meeste hiervan waren voorwerpen, zoals het handvat van een bronzen kan. In 1994 vond men echter sporen van een vierkant terrein waarvan elke hoek naar een windstreek wees. Het lijkt op een cultusplaats uit de IJzertijd die in de Romeinse tijd in gebruik bleef.

0405. Mijlpalen van Wateringse Veld
Locatie: Oosteinde, Den Haag
In 1997 werden bij de aanleg van de wijk Wateringse Veld vier mijlpalen en sporen van de Romeinse weg ontdekt, allen opgedragen aan de keizer van hun tijd. De oudste van de vier is uit 151, de tijd van keizer Antoninus Pius. De tekst is bijna helemaal bewaard en daarom het meest bruikbaar. De keizer staat erom bekend dat hij nieuwe wegen liet aanleggen wat de plaatsing van de paal verklaart. De tweede paal is van 212 of 213, de regering van Caracalla. Deze is veel moeilijker leesbaar. Toch is hij veel beter bewaard gebleven dan de derde paal uit 242-244, de tijd van Gordianus III. Er is zo weinig over van de paal dat er weinig van te leren viel. De vierde was dan weer erg goed bewaard en komt uit 250 na Chr. toen Trajanus Decius keizer was. Germania Inferior ging toen moeizame tijden door, maar blijkbaar werd de weg nog onderhouden.
Bezienswaardigheden: Replica’s van de vier mijlpalen op het Oosteinde

0456. Villa van Rijswijk-De Bult
Locatie: Cananefatenpad, Rijswijk
De benaming “De Bult” is ontstaan omdat men in de jaren ’60 een vreemd heuveltje in het polderlandschap ontdekte. Uitgebreid onderzoek leverde resultaat op. De eerste bouw op De Bult was een inheemse boerderij die gebouwd werd in 25 na Chr. van 9,5 bij 5 meter. Relatief snel werd dit gebouw vervangen door een iets bredere en vooral veel langere boerderij, zodat de oppervlakte van 44 naar 80 vierkante meter ging. Bouwfase 5 was een complete vernieuwing: de oude boerderij werd afgebroken en vervangen door een rechthoekige Gallo-Romeinse villaboerderij met stenen fundering. De rest was grotendeels van hout, behalve de siergevel in Romeinse stijl en een latere stenen aanbouw aan de andere kant. De omringende landerijen besloegen 13 ha! In de derde eeuw is de villa verlaten. Een replica is nu het Archeologiehuis Zuid-Holland, in Alphen a/d Rijn.
Bezienswaardigheden: markeringen van de verschillende bouwfases van De Bult aan het Cananefatenpad

©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY-SA 3.0
©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY-SA 3.0

7. Mijlpalen van Rijswijk
Ook in Rijswijk werden twee mijlpalen aan de weg langs het kanaal van Corbulo gevonden. De eerste werd ontdekt in 1963 en is op grond van het opschrift gedateerd op 250, de tijd dat Decius Trajanus voor korte tijd het Romeinse rijk regeerde. De tweede werd in 2005 gevonden. Alleen 70 cm van het bovenste gedeelte waren bewaard gebleven. De paal moet ergens tussen 211 en 217 geplaatst zijn en draagt de naam van de toenmalige keizer, die wij kennen als Caracalla.

©Carole Raddato; CC BY-SA 3.0
©Carole Raddato; CC BY-SA 3.0

8. Forum Hadriani (Voorburg)
Locatie: Park Arentsburgh, Voorburg
Alternatieve namen: Municipium Aelium Cananefatum (officiële naam midden 2e eeuw-3e eeuw)
Wanneer de hoofdstad van de Cananefaten precies is ontstaan is niet bekend. Een Romeins bestuurscentrum voor hun leefgebied moet er al vroeg geweest zijn, maar de stad zelf was er misschien pas na de Bataafse opstand. Hoe de stad toen heette is niet bekend. De naam Forum Hadriani betekent “markt van Hadrianus”, wat heeft geleid tot de conclusie dat Hadrianus de stad bij zijn bezoek aan Germania Inferior in 121 marktrechten gaf, al is de kans groot dat de stad dat recht allang had. Het was in de 2e eeuw wel vaker gebruikelijk dat steden zich met de naam van een keizer gingen tooien. De gevonden mijlpalen langs het Kanaal van Corbulo vermelden de letters MAC, wat waarschijnlijk de latere officiële naam van de stad is, waarbij de naam weer verwijst naar Aelius Hadrianus. De stad was met pakweg 1000 inwoners vrij klein, maar naar plaatselijke maatstaven was het een grote stad, compleet met een haven, badhuis en allerlei ambachtslieden. De Crisis van de Derde Eeuw deed de handelsstad uiteindelijk de das om. Rond 275 werd Romeins Voorburg verlaten en verviel. De weg raakte overwoekerd en het in onbruik geraakte kanaal verzandde.
Bezienswaardigheden: Informatieborden in Park Arentsburgh, standbeeld Corbulo aan de Koningin Julianalaan

0629. Kanaal van Corbulo in Leidschendam
Locatie: o.a. Romeinsepad en Pliniushof, Leidschendam
Ook in Leidschendam zijn meerdere waarnemingen van het Kanaal van Corbulo gedaan. Hier lag de zandgrond van een strandwal in het westen en meer vochtige veengrond in het oosten. Nieuwbouw in de omgeving toont vaak vanzelf weer nieuwe vondsten aan.
Bezienswaardigheden: gereconstrueerd kanaal met brug op Romeinsepad; schepen met Corbulo, Romeinen en inheemsen op Watermolensingel.

Leiden Matilo 410. Castellum Matilo
Locatie: Besjeslaan, Leiden
Tenslotte bereikte het Kanaal van Corbulo de Rijn bij castellum Matilo, in het oosten van Leiden. Hier moet in de Romeinse tijd een flinke vicus naast verrezen zijn. In Archeologisch Park Matilo vind je niet alleen informatie over het fort en de omwonenden, maar ook over het kanaal van Corbulo, compleet met een boot en stijgers erbij.
Bezienswaardigheden: Archeologisch Park Matilo

056A. Museum Swaensteyn
Locatie: Herenstraat 101, Voorburg
Museum Swaensteyn is het kunst- en cultuurmuseum van gemeente Leidschendam-Voorburg. Daar vlakbij, aan de Vliet, zijn veel Romeinse vondsten gedaan, mede omdat de Vliet bijna parallel loopt met het tracé van het Kanaal van Corbulo. In de permanente tentoonstelling worden vondsten van Forum Hadriani en omgeving gepresenteerd.
Speciaal in de Romeinenweek: Speurtocht “terug naar de Romeinen” (28-29 april en 2-6 mei, 13:00-17:00); Romeinenworkshop (29 april, 14:00-15:30)

De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 8: de Romeinse kust

Er zijn meerdere vondsten die erop wijzen dat de Nederlandse westkust – althans het deel ten zuiden van de Rijnmonding – ook een keten van Romeinse castella kende. Vermoedelijk is de eerste aanzet hiervoor al genomen door keizer Hadrianus, die rond 121 de Germaanse grens inspecteerde. Waarschijnlijk zijn een hoop van de kustforten erbij gebouwd of verder versterkt aan het eind van de tweede eeuw, na een grootscheepse aanval van Chaukische plunderaars rond 170.

Zuid-Holland

Reisgids kust ZHIn Zuid-Holland liep waarschijnlijk een Romeinse weg die vanaf Praetorium Agrippinae parallel met de kustlijn liep. Er zijn twee forten aan deze route ontdekt, maar gezien de ruimte ertussen lagen er mogelijk nog twee forten aan deze weg. Dat is alsnog opvallend ver van de daadwerkelijke kust af, wat het vermoeden oproept dat er dichter aan de kust een tweede rij van nog een paar forten lag, misschien met wat wachttorens ertussen.

Katwijk Calla1. Castellum Lugdunum (Katwijk) en Praetorium Agrippinae (Valkenburg)
Locatie: respectievelijk de Uitwateringssluis in Katwijk en het Castellumplein in Valkenburg
Praetorium Agrippinae werd, zoals meer Zuid-Hollandse Rijnforten rond het jaar 40 gebouwd. Lugdunum is vermoedelijk een stuk later pas uit de grond gestampt, ergens begin 2e eeuw. Waarom de Romeinen de Rijnmond niet prompt veilig stelden is niet zeker. Misschien werd het fort bij Valkenburg voldoende geacht.

2. Vicus Kleine Pan
Locatie: De Kleine Pan
In 1903 werd bij de aanleg van een waterleiding door de Haagse Duinen een nederzetting ontdekt met resten van zowel Romeins als inheems aardewerk, waaronder terra sigillata. Daarnaast waren er fibula’s, dakpannen, munten, kralen en benen voorwerpjes. Waarschijnlijk was het een burgerlijke nederzetting van niet al te geringe status.

0233. Castellum Scheveningseweg
Locatie: onzeker
Het castellum aan de Scheveningseweg in Den Haag was er vrijwel zeker, maar de locatie ervan is nog niet achterhaald. Aan de Scheveningseweg zijn in elk geval veel vondsten gedaan die op militaire aanwezigheid duiden. Misschien stond er tussen dit fort en Praetorium Agrippinae nog een fort, maar daar is niets van teruggevonden.

20160410_1157214. Fort Ockenburgh
Locatie: Vakantiepark Kijkduinen
Fort Ockenburgh is een kustfort waar veel meer bekend over is. Het was een vrij klein fortje, dat eigenlijk vooral bestond uit een groot gebouw in u-vorm met een omheining en gracht eromheen. De ruimte was in theorie groot genoeg voor 37 soldaten, maar aangezien een deel ervan nodig was voor de paarden zal het mini-fort precies één turma (16 ruiters) hebben bevat. Net als Scheveningseweg moet mini-fort Ockenburgh al in de 3e eeuw verlaten zijn.

©audiovisueel centrum Vrije Universiteit Amsterdam; CC BY-SA 3.0
©audiovisueel centrum Vrije Universiteit Amsterdam; CC BY-SA 3.0

5. Castellum Helinium (Naaldwijk?)
Locatie: onzeker
De weg vanuit Praetorium Agrippinae zal ten zuidwesten van Fort Ockenburgh bij het Helinium, de Maasmonding, zijn gekomen. Als er een parallelle weg dichter langs de kust liep, eindigde die waarschijnlijk met een fort in de buurt van Hoek van Holland. Een weg tussen dit speculatieve fort en castellum Helinium, de vermoedde vlootbasis bij Naaldwijk, zou nog een derde fort aan het zuideinde van de weg uit Praetorium Agrippinae kunnen hebben gekend, al kan hier ook een toren gestaan hebben.

©J. Lendering; CC BY-SA 3.0
©J. Lendering; CC BY-SA 3.0

6. Castellum Oostvoorne of Zeeburg
Locatie: onzeker
Ten zuiden van het Helinium lag vermoedelijk een fort ter hoogte van Oostvoorne. Het bestaan van dit fort is nog altijd niet definitief aangetoond, maar gezien de vermoedelijke breedte van de Maasmonding is het wel logisch dat er een fort aan de zuidkant van dit water stond. Waarschijnlijk was het van steen en bleven de ruïnes lange tijd overeind, alvorens door de zee weggespoeld te worden. De Zeeburg werd in 1752 waargenomen bij extreem laag water.

7. Havenplaats Goedereede-Oude Oostdijk en castellum “Oude Wereld”
Locatie: onzeker
Vermoedelijk stroomde er nog geen Haringvliet ten noorden van Goeree-Overflakkee in de Romeinse tijd. Het bevatte gegarandeerd een nederzetting en waarschijnlijk ook een haven, maar misschien ook een kustfort. Resten van een fort zijn er in 1618 waargenomen en werden “Oude Wereld” genoemd. Dat de resten zo lang bewaard bleven betekent waarschijnlijk dat dit fort nog een stenen bouwfase kende.

Zeeland

Reisgids kust ZeelandRomeins Zeeland bevatte een aanmerkelijk ander landschap dan tegenwoordig. Het was nog niet zozeer een archipel: Zeeland was in feite meer land dan zee. Wel bevatte de rivierendelta van de Schelde veel veengrond. Toen die grond uitgeput raakte trad er verzakking op, wat ernstige problemen gaf toen de zeespiegel in de derde eeuw steeg. Zeeland behoorde voor het grootste deel niet tot Germania Inferior: de Schelde was waarschijnlijk de grens tussen eerstgenoemde provincie en Gallia Belgica, waar Germania Inferior aanvankelijk een grensdistrict van was. Als bewoners worden de Marsaci of Marezaten vaak genoemd. Het zou echter ook kunnen dat de Frisiavonen er woonden of de Menapiërs. De Frisiavonen werden waarschijnlijk onder Germanen gerekend en zouden dan dus boven de Schelde gewoond hebben. De andere stammen waren volgens de Romeinen eerder Kelten of Belgen.

Te Colijnsplaat is een tempel nagebouwd, zoals die van Nehalennia eruit gezien kan hebben.
Te Colijnsplaat is een tempel nagebouwd, zoals die van Nehalennia eruit gezien kan hebben.

1. Ganuenta (Colijnsplaat)
Locatie: Oosterschelde, ten zuiden van zandbank de Vuilbaard
Het eerste vermoeden van een tempel voor de inheemse godin Nehalennia ontstond toen vissers in de Oosterschelde votiefstenen in hun net ontdekten. De tempel ligt waarschijnlijk op 25 meter diepte. De nederzetting Ganuenta zou 125 meter ten oosten ervan kunnen liggen. Over de stad is weinig bekend, maar er lag vast en zeker een haven bij. Volgens sommigen was Ganuenta misschien een door de Romeinen ingericht bestuurscentrum voor een civitas (stam-gemeenschap) zoals Nijmegen dat voor de Bataven was. Dat is echter niet bewezen.
Bezienswaardigheden: Reconstructie Nehallenia-tempel aan de Visserijweg

2. Castellum de Roompot
Locatie: onzeker, vermoedelijk bij Kamperland
Romeinse dakpannen die gevonden werden in vakantiepark De Roompot, in Kamperland, doen vermoeden dat hier ook een kustfort stond. Het ligt op ongeveer 10 kilometer afstand van Colijnsplaat en kan gediend hebben om te voorkomen dat plunderaars de rivier op konden varen om de stad aan te vallen. Waarschijnlijk kreeg ook dit fort een stenen bouwfase in de vierde eeuw.

nehalennia3. Tempel van Domburg
Locatie: vermoedelijk in zee
In 1647 werden 25 votiefstenen voor Nehalennia na een storm op het strand van Domburg gevonden. Dat zijn opvallend veel votiefstenen om verdwaald te zijn van de tempel van Ganuenta, wat doet vermoeden dat er nog een heiligdom was, dat echter in zee verdwenen is. De meeste votiefstenen gingen in 1848 echter verloren toen de kerk waarin ze waren opgeslagen in vlammen op ging. Slechts drie stenen overleefden de brand. Van de rest zijn tekeningen bewaard.
Bezienswaardigheden: beeld van Nehalennia op bankje aan de Badstraat

4. Kalkbranderijen Koudekerke en Oost-Souberg
Zowel in Koudekerke als Oost-Souberg stonden schelpkalkbranderijen. Uit de aan de kust gevonden schelpen werd op deze manier kalk gewonnen. Andere belangrijke industrie aan de Romeins-Zeeuwse kust was zoutwinning, door zeewater te verdampen in een turfbranderij.

aardenburg rodanum5. Castellum Rodanum (Aardenburg)
Locatie: Burchtstraat, Aardenburg
Zeeuws-Vlaanderen was in de Romeinse tijd waarschijnlijk Menapische grond. Het castellum van Aardenburg werd hier in de tweede helft van de 2e eeuw gebouwd. Het lag aan een rivier die de Rudanna genoemd werd en dankt daar waarschijnlijk de naam Rodanum aan. Het kende waarschijnlijk geen houten bouwfase maar kreeg meteen stenen muren. Nog veel ongewoner is de aanwezigheid van een tempeltje in het fort. Het is mogelijk dat er in de derde eeuw wat minder soldaten en dus meer burgers in het fort zaten, omdat castellum Oudenburg niet zo ver weg lag. Eind derde eeuw werd Rodanum verlaten zoals de meeste forten in ons land. De muren werden verwoest om te voorkomen dat vijanden het fort konden gebruiken.
Bezienswaardigheden: Fundering toren zichtbaar aan de Burchtstraat; Archeologisch Museum Aardenburg; fundering tempel in de tuin van het museum

zeeuwsA. Zeeuws Museum
Locatie: Abdij, Middelburg
Het Zeeuws Museum in Middelburg biedt uitgebreide aandacht aan allerlei zaken die op Zeeland slaan, inclusief de Romeinse geschiedenis. Daarbij horen vondsten uit Colijnsplaat en elders.
Speciaal in de Romeinenweek: Tentoonstelling “Romeinse kust” (elke dag behalve maandag, 11:00-17:00); Romeinse buideltjes maken (28-29 april, 1-4 mei en 6 mei, 13:30-16:00); familierondleiding Romeinse schatten (28-29 april, 1-4 mei en 6 mei, 13:30-14:30)

De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 7: het land van de Frisii

De bekendste stam uit het noorden van Nederland zijn de Frisii of Friezen, de bewoners van Friesland, Groningen en Noord-Holland. We moeten niet te haastig zijn om ze op één hoop te gooien met de moderne Friezen: het is totaal niet bekend wat voor taal de Frisii spraken, dus ook niet of het een voorloper van Westerlauwers Fries was. Nieuwe bewoners in de Laat-Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen kregen de naam Friezen op hun beurt opgespeld omdat het gebied waarin zij woonden bekend stond als Frisia, waar het moderne Friesland, West-Friesland in de kop van Noord-Holland en Oost-Friesland in Duitsland hun naam aan danken. De Frisii werden door de Romeinen opgedeeld in de Frisii Minores of “mindere Friezen” en Frisii maiores of “meerdere Friezen”. Welke van de twee groepen welke was is niet helemaal duidelijk. De Frisii werden onderworpen door Drusus in 12 v. Chr., maar kwamen in 28 na Chr. in opstand. Ongeveer 20 jaar later werden ze opnieuw onderworpen door gouverneur Corbulo, die echter onmiddellijk opdracht kreeg om zijn troepen terug te trekken. Over het algemeen bleven de Frisii als bondgenoten en dus vazallen fungeren. Een enkele keer waren er echter ook botsingen.

Friesland, Groningen en Oost-Friesland

Reisgids Friesland GroningenFriesland is opvallend rijk aan inheemse en Romeinse vondsten. Dat betekent niet alleen dat de streek redelijk bewoond was, maar ook dat er veel handelscontacten met de Romeinen waren, zelfs toen die hun ambities om het noorden te veroveren hadden gestaakt. Het landschap van de gebieden ten zuiden van de Waddenzee wordt sterk gekenmerkt door een grote hoeveelheid terpen, aangelegd voor boerderijen en soms zelfs complete dorpen, om er zeker van te zijn dat deze niet weggespoeld werden bij hoogwater. Veel van deze terpen werden in de 3e eeuw verlaten vanwege een stijgende zeespiegel en andere ecologische problemen.

chauci1. Oost-Friesland
In Oost-Friesland, wat nu in Duitsland ligt, woonden de oosterburen van de Frisii: de Chauken en de Amspivariërs, die ook op terpen leefden. In 58 na Chr. werden de Ampsivariërs door de Chauken verjaagd van de Eemsmonding en dienden zich aan om het door de Chamaven verlaten land bij de Rijn in te nemen. Hetzelfde jaar probeerde ook een groep Friezen zich daar te vestigen. Beide groepen keken lelijk op hun neus. De Chauken hadden zich ondertussen naar het westen verplaatst en mogelijk ook een aardige aanwezigheid in Groningen. Enkele keren voeren er Chauken naar de Rijndelta om hier de kust en rivieren te plunderen, soms in gezelschap van wat Friezen. Dit was in 47 na Chr. aanleiding voor gouverneur Corbulo om het land der Friezen te bezetten en bijna een oorlog met de Chauken te beginnen, tot keizer Claudius dit verbood. Daarna waren de meeste plundertochten niet meer dan incidentjes, tot een hele grote rond 170, die de Romeinen prompt de verdediging van de westkust deed opschroeven. Uiteindelijk gingen de Chauken op in de Saksen.
In het Duitse Bentumersiel wordt een Romeins castellum vermoed. Van 12 v. Chr. tot 16 na Chr. voerden de Romeinen immers uitgebreide operaties tussen de Rijn en de Elbe met het doel hier een provincie in te richten. Volgens sommigen zou dit castellum Flevum kunnen zijn, dat in 28 na Chr. door de opstandige Friezen zou zijn belegerd. Gezien de positie aan de Eemsmonding is dat niet onmogelijk.

Storm2. Waddenzee
Tijdens de expedities van Drusus, Tiberius en Germanicus werd de Waddenzee meerdere malen gebruikt om langs de noordkust naar de Eems of zelfs de Elbe te varen. Zo eenvoudig was dat niet, want het verschil tussen hoog en laag water was erg groot en de zandbanken maakten de zee flink verraderlijk, zodat de Romeinen zich gedwongen zagen om platbodems te bouwen. Stormen op de terugweg in het najaar konden goed gevaarlijk zijn. Er was dan ook soms hulp van de Friezen nodig om veilig terug te kunnen keren. Meerdere keren leden Romeinse soldaten er schipbreuk, zodat de overlevenden vast kwamen te zitten op waddeneilandjes.

3. Nederzetting Ezinge
Locatie: Ezinger terp
De Ezinger terp werd waarschijnlijk al bewoond in 600 v. Chr. en bleef dat tot ver in de middeleeuwen onafgebroken. Behalve boeren woonden er blijkbaar ook handwerkers in het dorp. Romeinse handelswaar kwam er in de 2e en/of 3e eeuw ook terecht, wat blijkt uit 137 scherven van terra sigillata en een bronzen Jupiterbeeldje. Er is ook Laat-Romeins aardewerk gevonden.
Bezienswaardigheden: Museum Wierdenland (Van Swinderenweg 10, Ezinge)
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinenmarkt in Museum Wierdenland (29 april, 11:00-17:00)

Terp4. Nederzetting Holwerd
Locatie: Terp van Holwerd
Of Holwerd gedurende de Romeinse tijd bewoond werd is niet helemaal zeker, maar de terp bestond sowieso al voor die tijd. Er is een munt gevonden van rond het begin van onze jaartelling en een stuk terra sigillata uit de 2e eeuw. Er is ook een solidus gevonden uit de zesde eeuw, uit de regeringstijd van de Oost-Romeinse keizer Justinus.

5. Nederzetting Vaardeburen
Locatie: Terp Vaardeburen
De terp van Vaardeburen is opgeworpen in de IJzertijd. Een zeer interessante Romeinse vondst was een Mercuriusbeeldje van ongeveer 11 cm hoog. Een half verbrand skelet uit de 3e eeuw was waarschijnlijk een rommelig gecremeerde persoon die na afloop blijkbaar niet begraven werd. Naast het lijk lag een half verbrande schaal van terra sigillata, met het opschrift dat de schaal gemaakt was door Boudilus. Misschien was het een grafgift die mee gecremeerd werd.

6. Nederzetting Hallum
Locatie: Terp van Hallum
Op de terp van Hallum zijn drie beeldjes gevonden. Twee ervan stellen Romeinse goden voor. Een vrouwelijke buste van 15,5 cm hoog stelt waarschijnlijk Ceres voor. Het tweede beeldje is van de halfgod Hercules. Het derde beeldje stelde een bokje voor. Daarnaast vond men een zilveren denarius uit de tijd van Tiberius, een lederen schoen van een soldaat en een ivoren handgreep van een Romeins zwaard. In de 3e eeuw moet er een aanlegplaats voor boten geweest zijn bij het dorp, dat in de 4e eeuw verlaten werd.

©Fries Museum; CC BY-SA 3.0
©Fries Museum; CC BY-SA 3.0

7. Hludana-steen
De votiefsteen voor de godin Hludana werd in 1888 ontdekt in Beetgum. Volgens het opschrift is de steen aan haar opgedragen door “de pachters van de visserij, toen Quintus Valerius Secundus hoofdpachter was”. De steen stamt uit het begin van de jaartelling, toen de Romeinse controle over het noorden nog vrij sterk was. Nog vier stenen voor Hludana zijn gevonden bij Kalkar, Xanten, Bonn en in de Holdeurn bij Nijmegen.

©J. Lendering; CC BY-SA 3.0
©J. Lendering; CC BY-SA 3.0

8. Terpdorpen van Wijnaldum
Locatie: Voorrijpterp (nederzetting 1)
Wijnaldum kent zes terpen en zes nederzettingen. De Voorrijpterp was vanaf de IJzertijd tot in de Vroege Middeleeuwen voortdurend bewoond. Voor die tijd moet Wijnaldum een vlaknederzetting (dus zonder terp) geweest zijn. Er werden in de Romeinse tijd ook dijkjes aangelegd door her en der plaggen te storten. In die tijd werd het dorp een centrum van de metaalbewerking in de omgeving. De in de omgeving gevonden munten werden hiervoor als grondstof gebruikt, maar waarschijnlijk ook als betaalmiddel en als gewichtsmaten. In de 3e eeuw begon men weg te trekken, tot het dorp rond 300 verlaten was. Meer dan een eeuw later begon Wijnaldum weer bewoond te worden. Veel Romeinse goederen bleven in gebruik en gingen dus waarschijnlijk pas in de Vroege Middeleeuwen “de grond in”.

9. Nederzetting Hitzum.
Locatie: terp van Hitzum
Gebouwen uit de Romeinse tijd zijn in Hitzum niet ontdekt, maar wel meerdere voorwerpen die bewoning suggereren. In 1880 ontdekte men er een maskerachtig beeldje uit de 2e of 3e eeuw, waarschijnlijk voor Bacchus. Ook werd er op de terp een solidus van Theodosius II (408-450) ontdekt.

tolsum10. Tabula van Tolsum
De tabula van Tolsum werd in 1914 ontdekt en bevat een akte. Aanvankelijk dacht men dat het om de verkoop van een koe ging, maar in 2009 werd de vertaling opnieuw onder de loep genomen. De tekst bevat een schuldbekentenis van een onbekend persoon aan een slaaf genaamd Carus. Uit de tekst valt af te leiden dat dit in 29 na Chr. gebeurd moet zijn, relatief kort na de opstand der Friezen, wat impliceert dat de handel gewoon doorging.

©Fries Museum; Collectie het Koninklijk Fries Genootschap; CC BY-SA 4.0
©Fries Museum; Collectie het Koninklijk Fries Genootschap; CC BY-SA 4.0

11. Nederzetting Kimswerd
Locatie: terp van Kimswerd
Vondsten op de terp van Kimswerd doen vermoeden dat hij rond het begin van onze jaartelling pas voor het eerst bewoond werd, aanzienlijk later dan de meeste terpen in Westergo. Een schaal uit de 2e eeuw bevatte de naam Domitianus, maar verwijst waarschijnlijk naar de maker of eigenaar van de schaal in plaats van naar de gelijknamige keizer. Een beeldje van Mercurius stamt uit de 2e of 3e eeuw.

²Fries Museum; Collectie het Koninklijk Fries Genootschap; CC BY-SA 4.0
©Fries Museum; Collectie het Koninklijk Fries Genootschap; CC BY-SA 4.0

12. Nederzetting Pingjum
Locatie: Terp van Pingjum
Zoals bij meer Friese terpen is het niet bewezen dat die van Pingjum voortdurend bewoond werd, maar we vermoeden dat er in de Romeinse tijd al een dorp was. Een Mercuriusbeeldje uit de 2e of 3e eeuw laat dit zien. In de 3e eeuw verlieten de mensen de terp, maar vanaf de 5e eeuw werd de nederzetting weer bewoond.

²Fries Museum; Collectie het Koninklijk Fries Genootschap; CC BY-SA 4.0
©Fries Museum; Collectie het Koninklijk Fries Genootschap; CC BY-SA 4.0

13. Nederzetting van Sotterum
Locatie: Terp van Sotterum
De terp van Sotterum werd rond 200 v. Chr. opgeworpen en bevatte een dorp in de Romeinse tijd. Een indrukwekkende vondst is een bronzen paardenbeeldje uit de 2e of 3e eeuw. Daarnaast zijn er uit de Romeinse tijd ook aardewerk, munten, spelden en zelfs waterputten en erfafscheidingen ontdekt.

A. Fries Museum
Locatie: Wilhelminaplein 92, Leeuwarden
Het Fries Museum bevat een hoop archeologische vondsten uit Friesland. Hiertoe behoren ook godenbeeldjes en andere vondsten uit de bovengenoemde terpdorpen. En natuurlijk de schrijfplank van Tolsum!

Noord-Holland en Zuid-Holland achter de Rijn

Reisgids Noord-HollandHolland werd boven de Rijn waarschijnlijk ook door Friezen bewoond, maar het landschap moet hier aanzienlijk anders zijn geweest. In plaats van de stevige duinen die hier tegenwoordig liggen, lag er een zogeheten strandwal, op de plaats waar nu nog steeds de zandgrond van het westen ligt. De strandwal bestaat nog, maar was in de Romeinse tijd wat hoger, terwijl de zeespiegel wat lager was. Ten oosten daarvan was het landschap veenachtig, vol stroompjes en moerassen. Toch viel ook hier wel degelijk te wonen.

©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY-SA 4.0
©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY-SA 4.0

1. Helm van Texel
Op het strand van Texel werd in 1949 een Romeinse helm ontdekt uit de eerste helft van de 1e eeuw: de helm vertoont weinig reliëf en heeft een korte nekklep en een knop bovenop. Wangkleppen en voorhoofdsbeugel ontbreken. De inscriptie op de helm is onduidelijk, maar staat misschien voor een zesriemer genaamd Hirundo.

sommel2. Graf op de Sommeltjesberg
Op de Sommeltjesberg werd al in 1777 een graf vol Romeinse voorwerpen ontdekt: onder andere een paardentuig, een ketel, twee lepels om wijn mee te filteren. Op de ketel stond het woord of de naam MATVTIO. Eén van de lepels bevatte het opschrift ADRAXIVS F. Waar de voorwerpen na meer dan twee eeuwen gebleven zijn is helaas onbekend.

Woud van Baduhenna3. Woud van Baduhenna (?)
De exacte locatie van het Woud van Baduhenna is tot op de dag van vandaag een raadsel, vooral omdat het nog altijd niet honderd procent zeker is waar castellum Flevum lag. De omgeving van Heiloo is geopperd, maar verre van bewezen. Bekend is dat de opstand van de Friezen in 28 na Chr. leidde tot een slag in dit woud, dat vermoedelijk genoemd is naar een inheemse godin. De Romeinen waren in wouden vrijwel altijd in het nadeel omdat zij hier ruimte misten voor hun formaties en aanvallers niet konden achtervolgen zonder het risico te lopen te verdwalen of in een hinderlaag gelokt te worden. Tot overmaat van ramp was het woud blijkbaar erg moerassig. Bevelhebber Lucius Apronius moest ter plekke nieuwe wegen en moerasbruggen laten aanleggen om het woud door te komen. Doordat hij zijn hulptroepen in groepen opdeelde raakten deze één voor één in de knoei. 900 soldaten sneuvelden in de slag. 400 man zouden zich verschanst hebben in de villa van een zekere Cruptorix, waar zij uiteindelijk elkaar doodden uit angst voor verraad.

4. Heiligdom Uitgeest-Dorregeest
Over het mogelijke heiligdom bij Uitgeest is weinig zeker. Er is veel aardewerk gevonden, net als een dakpan en wat botten. Of dat daadwerkelijk duidt op een Romeins of inheems heiligdom is nog maar de vraag.

©Open Data Provinciaal Depot voor Archeologie Noord-Holland; CC BY-SA 4.0
©Open Data Provinciaal Depot voor Archeologie Noord-Holland; CC BY-SA 4.0

5. Victoria van Heemstee
Het bij Heemstee gevonden Victoriabeeldje kan ergens tussen 70 en 270 na Chr. gemaakt zijn. Het was van brons en diende mogelijk als bouwoffer.

6. Tempel van Beverwijk-Broekpolder
Beverwijk bevatte mogelijk een inheems Fries heiligdom. Het lag relatief dicht bij Velsen en de tempel van Velserbroek. Als inheems heiligdom was het misschien eerder een open cultusplaats dan een gebouw.

©Graham Sumner
©Graham Sumner

7. Castellum Velsen
Locatie: A9, Velsen-Zuid, bij het IJ (Velsen 1); HVC aan de Amsterdamseweg (Velsen 2)
Het castellum bij Velsen wordt tegenwoordig vaak geassocieerd met Flevum, het fort dat in 28 na Chr. door de opstandige Friezen aangevallen werd. Gezien de ligging bij het Flevomeer is dat niet onmogelijk, zeker omdat er sporen van een aanval gevonden zijn. Er werden maar liefst 520 slingerkogels in het fort gevonden, waarvan een groot deel niet in keurige amandelvorm, maar in de vorm van vingerkootjes, wat impliceert dat de kogels op raakten en er razendsnel nieuwe werden gemaakt door de soldaten met hun vingers gaten in het zand te laten drukken en daar lood in te gieten. Toen het beleg was opgebroken werd het fort kort daarna alsnog verlaten. Om het onbruikbaar te maken werden de waterputten vergiftigd door er lijken van soldaten en paarden in te gooien. Velsen 1 was waarschijnlijk al tussen 14 en 16 na Chr. gebouwd, maar werd na de evacuatie opnieuw in gebruik genomen rond 35 na Chr. Een jaar of 5 later werd Velsen 2 gebouwd, een tweede kamp iets stroomafwaarts. Waarschijnlijk had de nieuwe aanwezigheid te maken met Caligula’s plannen om de Rijngrens te versterken en zo de invasie van Brittannia te vergemakkelijken. Al een decennium later was het met Velsen gedaan: de oever slibde dicht zodat het fort weinig nut meer had en keizer Claudius wilde geen permanente bezetting ten noorden van de Rijn meer.

©Huis van Hilde; CC BY-SA
©Huis van Hilde; CC BY-SA

8. Tempel Velserbroek
De omgeving van Velsen bevatte meerdere inheemse nederzettingen. Bij Velserbroek bevond zich echter een daadwerkelijk heiligdom dat misschien door zowel de Friezen als de Romeinen gebruikt werd.

9. Castellum Lugdunum (Katwijk)
Locatie: Uitwateringssluis, Katwijk
Uiteindelijk komen we weer aan de Rijngrens. Nou ja… Van Katwijk tot Koudekerk zijn veel nederzettingen ten noorden van de Rijn gevonden, die ook sporen bevatten van Romeins aardewerk, vaak geïmporteerd. Dit is opvallend omdat het in strijd lijkt met de ontruiming van de noordoever die in de Achterhoek plaatsvond. Misschien lag het eraan dat hier een grotere hoeveelheid soldaten woonde, maar van de andere kant zat er in 58 na Chr. nog geen legioen in Nijmegen.

016A. Huis van Hilde
Locatie: Westerplein 6, Castricum
Het Huis van Hilde bevat een collectie archeologische vondsten uit heel Noord-Holland, van de prehistorie tot de moderne geschiedenis. Ook de Romeinen en Friezen ontbreken hier niet bij. De vaste tentoonstelling bevat niet alleen vondsten maar ook gereconstrueerde personen, waaronder een Friese krijger en Romeinse legionair.
Speciaal in de Romeinenweek: Ontdek Romeins Noord-Holland (weekenden 11:00-17:00; 30 april 10:00-17:00; overige dagen 09:00-17:00); Romeins koken (13:00-16:00)

allard piersonB. Allard Pierson Museum
Locatie: Oude Turfmarkt 127, Amsterdam
Het Allard Pierson Museum is het archeologisch museum van de Universiteit van Amsterdam. Het is begonnen als studiecollectie (wat het in principe nog steeds is) maar is sinds de jaren ’70 ook steeds meer een publieksfunctie gaan bekleden. Behalve schitterende Romeinse stukken bevat het museum ook stukken van de Etrusken, Grieken en vele andere oude culturen. De gipsenzolder bevat meer dan 300 gipsen kopieën van Griekse en Romeinse beelden.
Speciaal in de Romeinenweek: Ontdek de val van het Romeinse rijk (6 mei, 13:00-16:00)

De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 6: het land achter de Rijn

Het is een misvatting dat de Romeinen nooit ten noorden van de Rijn zijn geweest. Wel is de bezetting door Romeinse troepen hier veel korter geweest, zodat er uiteindelijk ook geen daadwerkelijke provincie is ingericht. Het noorden van Nederland bleef echter deel van de Romeinse periferie. Met de meeste stammen die in het gebied woonden werden bondgenootschappen gesloten, wat in de Romeinse tijd eigenlijk neerkwam op een soort vazalstatus: de volkeren in kwestie bestuurden zichzelf maar waren schatplichtig en leverden soms ook wat hulptroepen. Plaatsen met een naam en Romeinse gebouwen zijn hier zeldzaam, dus de reisgids zal zich hier meer richten op naamloze inheemse nederzettingen en interessante archeologische vondsten.

Ten zuiden van het Flevomeer (Flevoland, het Gooi en Gelderland)

Reisgids Flevo zuidBij aanvang van de Romeinse tijd lag er ter hoogte van het IJsselmeer, een meer dat de Romeinen het Flevomeer noemden. Wie er direct ten zuiden van het meer woonden is onduidelijk. In het oosten is er wat meer duidelijkheid. De Achterhoek werd vermoedelijk bewoond door de Chamaven. De Romeinen lieten de stam, zelfs toen ze besloten het gebied achter de Rijn niet te besturen, duidelijk merken wie de baas was. De Chamaven moesten veel grond bij de Rijn prijsgeven zodat hier graanvelden voor het Romeinse leger konden worden aangelegd. De Saliërs zouden hun buren op de Veluwe kunnen zijn geweest, al is dat niet helemaal zeker. In de 3e en 4e eeuw worden zowel de Chamaven als Saliërs omschreven als stammen van de Franken: nadat de Salische Franken op de Betuwe waren toegelaten, waren zij op eigen houtje doorgegaan naar Toxandrië (Noord-Brabant) en namen de Chamaven snel de Betuwe in.

meer1. Flevomeer
Locatie: IJsselmeer
Het Flevomeer was, net als het IJsselmeer nu, het grootste meer van Romeins Nederland.Verwar dit niet met de latere Zuiderzee, want het Flevomeer was veel kleiner en grensde ook in het noorden waarschijnlijk aan land of in elk geval aan kwelders. Vermoedelijk liet veldheer Drusus bij het begin van zijn veldtochten één of meer kanalen graven om vanuit de Rijn het Flevomeer en de Waddenzee te bereiken, maar waar deze Drususgracht lag is tot op heden onbekend. Wellicht waren de Vecht en de IJssel nuttige natuurlijke waterwegen om het meer te bereiken, al sloot de IJssel toen waarschijnlijk nog niet aan op de Rijn. Via het Flevomeer bereikte Drusus niet alleen de Waddenzee, maar ook het land van de Frisii. Dat Drusus voor deze route koos, is te wijten aan het feit dat de Romeinen de Noordzee onbetrouwbaar vonden vanwege het sterke verschil tussen eb en vloed en de stormen die er soms op uitbraken. Vele eeuwen later werd de provincie Flevoland naar het Flevomeer genoemd, al is de positie ervan waarschijnlijk wat zuidelijker.
Speciaal in de Romeinenweek: “Expositie Oostvaardersplassen” in Natuurbelevingscentrum de Oostvaarders (28 april-6 mei, 11:00-15:00)

kotterbos_vici_org2. Wachtpost Kotterbos
Locatie: Kotterbos bij Lelystad
De vondst van een wachtpost of wachttoren in het Kotterbos in Flevoland, bewijst dat hier in de Romeinse tijd land lag, waarschijnlijk een moerasbos. Koolstofdatering toont aan dat de houtresten er rond 69 na Chr. stonden, het jaar waarin de Opstand der Bataven uitbrak. De stammen waren 7 meter lang. Ook dook er een basaltsteen op, die ten zuiden van Bonn gewonnen moet zijn. Dit soort stenen zijn in Romeinse platbodems als ballast gebruikt, wat op scheepvaart duidt. Vanuit de wachtpost moet Fectio via de Vecht en Rijn in een dag tijd te bereiken geweest zijn. Of de post werkelijk Romeins was of juist werd aangelegd door de rebellen is niet zeker.

gooi3. Dagmarskampen Westerheide
Locatie: Westerheide bij Hilversum en Laren
Op het Actueel Hoogtebestand van Nederland nam men twee opvallende ruitvormen waar op de Westerheide. Het is mogelijk dat hier dagmarskampen werden aangelegd door Romeinse troepen die ten noorden van de Rijn opereerden. De reden voor zo’n tocht kan verschillend zijn geweest: een veldtocht, een strafexpeditie of een oefening. Veldtochten ten noorden van de Rijn met als doel daadwerkelijke oorlog en verovering werden vanaf het midden van de 1e eeuw niet meer ondernomen; strafexpedities en oefeningen vonden nog veel langer plaats.

Soldaat2_marskamp4. Dagmarskamp Ermelosche Heide
Locatie: Ten hoogte van de Flevoweg (N203) op de Ermelosche Heide
Het dagmarskamp van Ermelo is een zeldzaamheid: het is het enige met zekerheid aangetoonde Romeinse marskamp in Nederland. Niet zo vreemd, want gewoonlijk werden de kampen zorgvuldig afgebroken, zodat er amper een spoor achterbleef en eventuele vijanden het terrein niet in gebruik zouden nemen. Zelfs de greppels werden dan dus dichtgegooid. Waarom dat laatste op de Ermelosche Heide niet gebeurd is blijft een raadsel. Het geeft in elk geval een interessante kijk op hoe dit soort kampen eruit zagen. Het kamp moet rond het jaar 170 aangelegd zijn en was groot genoeg voor een heel legioen. Dat de wallen niet in een keurige rechte lijn lopen maar licht kronkelen toont aan dat er een hoop verschillende ploegen tegelijk aan de greppel en omwalling werkten, zodat het kamp in een paar uur kon worden opgezet. As van broodovens doet vermoeden dat het legioen drie dagen gebleven is, wat opvallend lang is. Waarom dat gebeurde is ook niet duidelijk. Misschien was er sprake van een strafexpeditie tegen de Chamaven of Saliërs.
Bezienswaardigheden: zichtbare contouren kamp; stenen Romein bij ingang kamp; informatiezuil
Speciaal in de Romeinenweek: Romeins Marskampwandelroute (28 en 30 april, 1-5 mei); Op reis met de Romeinen + VR Experience (28 april, 11:00-14:00); Romeinse bierveldtocht BurgBieren (3 mei 10:30-17:00)

venusheerde5. Venus van Heerde
Een bewijs dat ook Romeinse godsdienst zijn weg naar het noorden kon vinden is bijvoorbeeld de Venus van Heerde: een bronzen beeldje dat ergens tussen 10 en 130 na Chr. gemaakt werd. Het brons is om een kleien kern heen gegoten, met zilver op de ogen en het diadeem van de godin. Dat Romeinse godenbeeldjes hun weg naar het noorden vonden is niet zo vreemd als het lijkt. Ten eerste was een dergelijk beeldje waarschijnlijk kostbaar, zodat kooplui er veel aan konden verdienen. Ten tweede waren de goden van verschillende polytheïstische godsdiensten gemakkelijk te versmelten, zodat Romeinse en inheemse godsdienst gemakkelijk samen konden gaan.

6. Schat van Diepenveen
In Diepenveen werd in 1993 een schat van wel 106 Romeinse munten ontdekt. Later kwamen er nog meer munten naar boven tot het aantal op 370 zat, van koperstukjes tot in de Romeinse tijd al zeer kostbare zilveren denarii. Het zou kunnen dat de munten verloren zijn op een veldtocht ergens voor het jaar 49.

pakhuisA. Museum het Pakhuis Ermelo
Locatie: Molenaarsplein 24, Ermelo
Museum het Pakhuis in Ermelo bevat ook Romeinse stukken, wat natuurlijk logisch is omdat het dagmarskamp op de Ermelosche Heide ligt, ongeveer 4,5 kilometer verderop. In de tentoonstelling “Oog in Oog met de Romeinen” kun je in de Romeinse voetsporen treden, variërend van militaire bepakking tot Romeinse lichaamsverzorging.
Speciaal in de Romeinenweek: Oog in Oog met de Romeinen (28 april t/m 5 mei, 10:30-16:30)

soldatenB. Erve Eme (Zutphen)
Locatie: De Kaardebol, Harenbergweg 1 in Zutphen
De Erve Eme, op het terrein van de Kaardebol, is een klein openluchtmuseum dat een Frankisch erf toont. In principe richt het zich op de Vroege Middeleeuwen, maar aangezien deze begin met het einde van de Romeinse tijd is er sprake van overlapping. De Franken waren een inheemse groep Germanen met hun eigen gewoontes en godsdienst, die in de Vroege Middeleeuwen geleidelijk overging in het christendom (met enige druk van bovenaf). Het erf toont ambachten en diverse workshops en evenementen, waarbij de Late Romeinen niet ontbreken aangezien de scheidingslijn tussen Romeinen en Franken op den duur vrij dun was geworden.
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinen in Zutphen?!? (29 april, 11:00-17:00)

Ten oosten van het Flevomeer (Overijssel, Drenthe en Groningen)

Reisgids Flevo oostMeer naar het noordoosten van Nederland was de Romeinse politieke invloed veel beperkter, al kwamen er veel goederen die kant op via handel. Wie er woonden is soms maar de vraag. Saliërs zouden het westen van Overijssel nog bewoond kunnen hebben. Twente wordt veel geassocieerd met de Tubanten, al hadden die wellicht ook gebied in het zuiden van Drenthe en ten oosten van Twente in Duitsland. Misschien dat de Chamaven het zuiden van Twente bewoonden. Waar het gebied van de Frisii of Friezen precies begon is niet helemaal duidelijk: misschien al in Drenthe. Rondom de Eemsmonding woonden de Ampsivariërs, die hier later werden verjaagd door de Chauken, die misschien wel tot in Groningen doordrongen. De migratie van de Ampsivariërs is tekenend voor een woelige periode in het jaar 58, toen diverse groepen stonden te popelen om het door de Chamaven verlaten land bij de Rijn in te nemen. Niet alleen de Tubantse buren, maar ook de gevluchte Ampsivariërs en een groep Friezen die het Flevomeer hadden overgestoken dienden zich aan. Allen werden gelast te vertrekken. In het geval van de Friezen, die zelfs een paar leiders naar Rome stuurden om hun zaak te bepleiten, moest zelfs geweld worden gebruikt.

1. Schat van Steenwijk-Onna
De schat van Steenwijk werd in 1884 ontdekt op de Steenakkers bij Onna. Hij bevatte maar liefst 237 zilverstukken! De vondst in 1985 van een denarius nog van voor de tijd van keizer Augustus, wordt hier vaak aan gekoppeld. De 237 munten zijn namelijk al net zo oud: de oudste is gedateerd op 145 v. Chr., terwijl de jongste uit de tijd van Tiberius komen. Waarschijnlijk is veldheer Germanicus in 15 na Chr. met zijn leger langs getrokken op weg naar het land van de Frisii. Steenwijk vormde namelijk een zeldzame begaanbare route naar het noorden.

schat anloo2. Muntschatten van Drenthe (Anloo, Balloo en Barger-Compascuum)
Drenthe is meerdere muntschatten rijk, vaak van aanzienlijke omvang. In 1952 vond men bij Barger-Compascuum een schat van 312 zilverlingen, samen met resten van een beurs en gordel. De schat was keurig onder een graspol verstopt in het veenmoeras. Wellicht was de eigenaar in paniek en probeerde zijn schat om één of andere reden te verbergen, zonder hem later nog op te kunnen halen. Een moeras als verstopplaats klinkt gewiekst, maar kan natuurlijk ook gevaarlijk zijn. De muntschat van Balloo werd al in 1839 ontdekt in het Andersche Diep. Veel van de zilveren munten zijn verloren gegaan toen ze aan lokale zilversmeden werden verkocht. De overgebleven 25% ligt in het Drents Archief. Balloo was een belangrijke plaats in de Romeinse tijd: in de Balloër Kuil werden in de steentijd al vergaderingen gehouden en in de Romeinse tijd liep hier nog steeds een route. Bij Anloo werden in 2008 en 2009 155 zilverstukken ontdekt uit de periode 69-222 na Chr., lang nadat de Romeinse veldtochten in het noorden geëindigd waren. De munten lagen in twee crematiegraven als grafgiften.

beile3. Schat van Beilen
De goudschat van Beilen bevat net als de schatten van Anloo, Balloo en Barger-Compascuum een aantal munten: 22 gouden solidi. De schat bevat echter ook nog vijf halsringen en een armband. Het is de rijkste Romeinse schatvondst van heel Drenthe. Waarschijnlijk zijn de sieraden gemaakt door solidi om te smelten, wat blijkt uit verdikkingen op de plekken waar Romeinse munten gewoonlijk versierd zijn. Alle munten zijn van voor het jaar 400, maar waarschijnlijk rond die tijd begraven, misschien als grafgift. Het zou om een rijk persoon of zelfs hoofdman van de nederzetting van Wijster kunnen gaan.

wijster4. Nederzetting van Wijster
Locatie: Beilerweg bij Wijster
Wijster bevatte in de Laat-Romeinse tijd waarschijnlijk een van de belangrijkste nederzettingen van Zuidwest-Drenthe. Al in 200 v. Chr. werd de plaats bewoond door ongeveer 150 mensen, maar tijdens de Romeinse tijd groeide het aantal boerderijen uit tot 15 à 20 en later zelfs misschien tot 25! Er woonden 500 mensen in het dorp, wat in die tijd opvallend groot is. Behalve een woon- en stalgedeelte in de centrale boerderij, stonden er spiekers, schuren en hutkommen omheen. Eén boerderij had een opvallend grote ingang, alsof hier de rijkste familie woonde. Ten westen lag het grafveld, waar een graf vol giften gevonden is. Waarschijnlijk is hier een dorpsbewoner die als officier in het Romeinse leger had gediend begraven rond het jaar 400. De schat van Beilen zou een offer uit het dorp geweest kunnen zijn. In die tijd liep het dorp op zijn einde: begin 5e eeuw werd het verlaten.
Bezienswaardigheden: Kunstwerk op de Beilerweg

5. Nederzetting van Groningen
Locatie: Lutkenieuwsestraat
Op de plek van de stad Groningen woonden al minstens in de Romeinse tijd mensen, misschien wel langer. Gevonden terra sigillata, Romeins aardewerk, stamt uit de 1e of 2e eeuw. Het kwam uit Gallië. In de Laat-Romeinse tijd moet er een fikse boerderij gestaan hebben, als is de exacte vorm ervan onbekend.

266px-Drents_MuseumA. Drents Museum
Locatie: Brink 1, Assen
Het Drents Museum bevat ook vondsten uit de Romeinse tijd, zoals de diverse muntschatten die sinds de 19e eeuw in Drenthe zijn gevonden. Maar ook zijn er diverse veenmummies tentoongesteld, die een beeld geven van de inheemse bevolking.
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse schatten in het Drents Museum (dagelijks m.u.v. maandag, 11:00-17:00)