Tarquinius Priscus, de Etruskische koning van Rome (616-579 v. Chr.)

tarquiniusDe eerste vier koningen van Rome waren afwisselend Romeins en Sabijns. Met de vijfde koning kwam hier verandering in: deze was immigrant en afkomstig van Etruskisch grondgebied. Zijn naam was Lucius Tarquinius Priscus of Tarquinius de Oudere.

voortekenVolgens de legendarische overlevering zou Tarquinius zelf niet geheel van Etruskisch bloed zijn geweest, maar was zijn vader een Griek genaamd Demaratos, geboren in Korinthe. Demaratos had zich gevestigd in de stad Tarquinii, de belangrijkste van de Dodekapolis, de Etruskische Twaalfstedenbond. Hier had Demaratos een Etruskische vrouw gekozen en een zoon gekregen. Als zoon van een immigrant had Tarquinius geen volledige mogelijkheid om zijn hogere ambities te ontplooien in Tarquinii, dus vertrok hij uiteindelijk naar Rome samen met zijn vrouw Tanaquil, die altijd steevast achter hem stond. Zo trokken zij naar Rome, wat in die tijd nog een aristocratie zou hebben gekend. Maar vlak voor het binnengaan van de stad gebeurde er iets vreemds. Een roofvogel dook plotseling omlaag en rukte Tarquinius’ hoed van zijn hoofd. Even vloog het dier met het hoofddeksel rond, maar tot ieders verbazing zette het de hoed vervolgens weer terug op het hoofd van de eigenaar. Tanaquil wist het meteen zeker: een voorteken! Haar man was voor grootse dingen voorbestemd!

Rome grensde in haar eerste eeuwen aan de Etruskische twaalfstedenbond. In de tijd van koning Tarquinius moet Rome onder Etruskische invloed zijn geweest.
Rome grensde in haar eerste eeuwen aan de Etruskische twaalfstedenbond. In de tijd van koning Tarquinius moet Rome onder Etruskische invloed zijn geweest.

Tarquinius deed zo hard zijn best als hij kon om een volwaardige Romein te worden en al zijn talenten te benutten. Allereerst nam hij een Romeinse naam aan: Lucius Tarquinius, waarbij de familienaam overduidelijk verwees naar zijn geboortestad. De uiterst Romeinse voornaam Lucius zou volgens Livius een verbastering zijn van Lucumo. Daar moet bij gezegd worden dat deze naam verdacht veel lijkt op lauchme, het Etruskische woord voor “koning”. Als dat zo is zou de naam van deze (andermaal legendarische) koning dus kunnen slaan op een koning uit Tarquinii, wat duidt op een Etruskische dominantie over Rome. Zover was het nog lang niet, maar door zijn vermogen zo nuttig mogelijk aan te wenden en ieder die hij kon van raad te voorzien, wist Tarquinius zichzelf erg populair te maken in de stad. Ook koning Ancus Marcius was erg onder de indruk van hem en benoemde hem uiteindelijk zelfs tot voogd van zijn kinderen. Tarquinius werd zodanig geliefd in Rome dat, toen de koning in 616 v. Chr. overleden was, Senaat en volksvergadering Tarquinius als de nieuwe koning verkozen, tot grote teleurstelling van de zonen van Ancus, die echter nog te jong waren voor het koningschap.

Tarquinius Priscus bouwde de Cloaca Maxima en het Circus Maximus.
Tarquinius Priscus bouwde de Cloaca Maxima en het Circus Maximus.

Tarquinius bleek een bekwaam vorst, die alles in het werk stelde om Rome zo goed mogelijk te besturen en tot een volwaardige stad te verheffen. Hij begon de bouw van de stadsmuur en de aanleg van de Cloaca Maxima: het riool van Rome. Voorheen stroomde het afvoerwater van de Romeinse huizen via natuurlijke stromen naar de rivier, maar dit was allerminst praktisch bij de aanleg van nieuwe wijken, wat wel bleek na een grote overstroming. Derhalve werden stukken moeras drooggelegd door het water via de Cloaca Maxima af te voeren. Omdat het vooral voor drainage diende, was het in eerste instantie een open riool. Dit zou later veranderen vanwege de drukte rondom een ander project van Tarquinius: Circus Maximus. Dit enorme hippodroom (stadion voor paardenrennen) werd aangelegd op de plek waar volgens de legende de Sabijnse maagdenroof had plaatsgevonden, in de vallei tussen de Palatijn en de Aventijn. (Het latere paleis van de Romeinse keizers zou vanaf de Palatijn grenzen aan het circus.) Wel was het circus op dit moment nog een eenvoudige renbaan: tribunes en stallen zouden pas in de tijd van de republiek gebouwd worden.

Mogelijk zag de tempel op het Capitool er zo uit.
Mogelijk zag de tempel op het Capitool er zo uit.

Tot slot was Tarquinius verantwoordelijk voor de bouw van de tempel voor Jupiter Optimus Maximus, op het Capitool. Dit was voor Tarquinius een erg persoonlijk project waarmee hij iets heel bijzonders wilde nalaten. Er werd een Etruskische kunstenaar genaamd Vulca, die meerdere beeltenissen Jupiter voor de tempel verzorgde, waaronder het grote beeld in de cella, de heilige ruimte met het beeld. De bouw van de tempel zou echter pas na de dood van Tarquinius voltooid worden. Ook verhoogde Tarquinius het aantal senatoren door 100 nieuwe leden toe te laten, waaronder de familie der Octavii, de voorouders van keizer Augustus.

Etruskische helm in het British Museum. De Etruskische cultuur heeft een sterke invloed op het vroege Rome gehad.
Etruskische helm in het British Museum. De Etruskische cultuur heeft een sterke invloed op het vroege Rome gehad.

Minder vreedzame kanten aan Tarquinius’ regering waren er ook. Zijn eerste oorlog was tegen de Latijnen, waarbij hij de stad Apiolae plunderde in 588 v. Chr. Vervolgens kreeg hij het aan de stok met een Sabijnse aanval, gesteund door troepen van vijf Etruskische steden, wat de reden voor Tarquinius’ verdubbeling van de cavalerie was. Er werd zelfs gevochten tot in de straten van Rome, maar de Romeinen wisten de invallers te verslaan. Uiteindelijk won Tarquinius de strijd en wist bij de onderhandelingen de stad Collatia te bemachtigen, waar hij zijn neefje Arruns Tarquinius Egerius het bevel over gaf. Op 13 september 585 v. Chr. vierde Tarquinius Priscus zijn triomf in Rome. Hierna werden nog meerdere Latijnse steden aan het Romeinse grondgebied toegevoegd. De vijf Etruskische steden van de Sabijnse oorlog verklaarden echter de oorlog toen vrijlating van de krijgsgevangenen uitbleef, waarna ze al snel hulp kregen van nog de andere Etruskische steden. Ook zij werden na enkele moeizame veldslagen verslagen.

Koning Tarquinius de Oudere vraagt advies aan Attus Navius de augur. De wetsteen lijkt hier vervangen door een stenen zuil.
Koning Tarquinius de Oudere vraagt advies aan Attus Navius de augur. De wetsteen lijkt hier vervangen door een stenen zuil.

Hoewel de bouw van de tempel een godsdienstige zaak was en Tarquinius als een rechtvaardig vorst te boek staat, kwam hij wel degelijk een paar maal in botsing met de Romeinse geestelijkheid. Het meest beroemde voorval was met de augur Attus Navius, die na Etruskisch onderricht alle andere zieners van zijn tijd zou hebben overtroffen. Toen Tarquinius voorstelde de cavalerie te verdubbelen, waarbij de drie nieuwe eenheden naar hemzelf en zijn twee beste vrienden genoemd zouden worden, uitte Navius hier kritiek op. Koning Romulus had de indeling van de cavalerie bepaald aan de hand van gunstige vogelschouw door de augures. Volgens Navius kon dit dus alleen worden gewijzigd na een nieuwe vogelschouw die de gunst van de goden bekrachtigde. Koning Tarquinius vroeg hierop aan Navius of het mogelijk was dat hetgeen wat hij nu, op dit moment, in zijn gedachten had, kon worden verwezenlijkt. Navius deed een vogelschouw en leidde af dat de goden zeiden dat dit kon. Tarquinius verklaarde dat hetgeen in zijn gedachten het splijten van een wetsteen met een scheermes was. Toen men dit uitprobeerde bleek dit inderdaad te lukken. Om dit wonder te gedenken liet Tarquinius een standbeeld voor Navius oprichten op de trappen van het Senaatsgebouw. Scheermes en wetsteen werden als relieken begraven en het aanzien van de augures was voorgoed bevestigd.

De fasces, die in Rome gedragen werd door de lictoren, werd volgens de overlevering door Tarquinius Priscus ingevoerd.
De fasces, die in Rome gedragen werd door de lictoren, werd volgens de overlevering door Tarquinius Priscus ingevoerd.

Tarquinius Priscus doorbrak de gewoonte waarin de keuze van de troonopvolger volledig aan Senaat en volk werden overgelaten. Hij wees zijn adoptiefzoon Servius Tullius aan als zijn opvolger, waarmee hij zowel zijn eigen zoons als de zoons van Ancus Marcius passeerde. Verder introduceerde hij tijdens zijn koningschap Etruskische gebruiken en regalia, zoals de scepter, purperen mantel en curulische zetel. Ook introduceerde hij Etruskische zaken in het bestuur: de fasces (bundel roeden met een bijl) van de lictoren en de toga praetexta (toga met purperen zoom) en ring van de senatoren. In het leger introduceerde Tarquinius de paludamentum (siermantel van opperofficieren), de phalera (schotelvormige onderscheiding) en de tuba (langwerpige bazuin). Uiteindelijk brak Tarquinius’ keuze voor opvolging hem zuur op: de zonen van Ancus Marcius ensceneerden een rel waarbij de koning dodelijk getroffen werd op het hoofd. Zijn vrouw Tanaquil doorzag het plan van de zoons echter en verklaarde valselijk dat Tarquinius alleen gewond was, zodat zij in de verwarring Servius Tullius als regent aan kon stellen. Servius Tullius zou het werk van Tarquinius voortzetten, maar de vijandige sfeer waarin hij op de troon was gekomen zou zijn einde uiteindelijk nog veel tragischer maken…

Koning Ancus Marcius (642-617 v. Chr.)

Ancus MarciusDe legendarische koningstijd van Rome… Na de plotselinge dood van Tullus Hostilius moest er een nieuwe koning gezocht worden. Uiteindelijk viel de keuze op ene Ancus Marcius. Hostilius was akelig aan zijn einde gekomen na het verwaarlozen van de religieuze ceremonieën, waarop Ancus deze onmiddellijk liet nazoeken en kopiëren uit de werken van koning Numa Pompilius. Zo konden de teksten die de ceremonieën voorschreven aan het volk worden getoond en zou alles volgens de regels worden uitgevoerd.

Italische stammen en volkeren rondom Rome. Direct ten zuiden van de stad wonen de Latijnen.
Italische stammen en volkeren rondom Rome. Direct ten zuiden van de stad wonen de Latijnen.

Ancus’ vader was de schoonzoon en persoonlijke vriend geweest van Numa Pompilius. Volgens de historicus Festus wees de naam Ancus op een kromme arm. Maar ondanks deze lichte beperking bleek Ancus een vaardige koning die in elk geval veel voorzichtiger was dan Hostilius. Wel kwam Ancus ook vrij snel in een oorlog terecht. Een groep Latijnen vestigde zich zonder Romeinse toestemming op de Aventijn, volgens Livius omdat zij verwachtten dat hij net zo vroom en vreedzaam zou zijn als zijn grootvader Numa. De Latijnen zouden volgens Livius dus de oorlog begonnen zijn. Toen een Romeins gezantschap genoegdoening eiste werd hier minachtend op gereageerd.

Priesters, te herkennen aan zaken zoals de puntige hoofdbedekking altaar uit de 1e eeuw na Chr.)
Priesters, te herkennen aan zaken zoals de puntige hoofdbedekking (altaar uit de 1e eeuw na Chr.)

Voor de eerste keer verklaarden de Romeinen de oorlog door middel van een godsdienstig ritueel door de Fetiales, de priesters van Jupiter. Dit ritueel, de Rerum repetitio (verzoek om genoegdoening), hield in dat een fetialis, de pater patratus, de Romeinse eisen aan de vijand overbracht in rituele formulering. Onderweg naar de regering van de vijand herhaalde de pater patratus deze tekst bij het front, aan de grens, tegen de eerste man die hij daarna ontmoette, bij de vijandige stadspoort en tot slot op het forum tegenover de vijandige regering. Na verwerping van de eisen verklaarde de pater patratus binnen 33 dagen de oorlog en ging terug naar Rome om het besluit van Senaat en koning af te wachten. Als de oorlogsverklaring doorgezet werd, ging een fetialis terug naar de grens en wierp een in bloed gedoopte speer hun grondgebied in.

De Pons Sublicius, uitgebeeld door Luigi Canina 1881)
De Pons Sublicius, uitgebeeld door Luigi Canina (1881)

Ancus Marcius gaf de Latijnen vooralsnog op ironische wijze hun zin: hij bestormde de Latijnse stad Politorium en liet de overlevende bewoners naar de Aventijn verplaatsen. Toen de andere Latijnen Politorium begonnen over te nemen viel Ancus nog een keer aan en vernietigde de stad. De Latijnse dorpen Tellenae en Ficana troffen hetzelfde lot. Moeilijker was het om Medullia in te nemen: deze stad had een groot garnizoen en sterke muren. Na meerdere overwinningen buiten de stad kon Ancus in elk geval met veel oorlogsbuit terugkeren naar Rome. Meer Latijnse krijgsgevangen kregen hun plaats in de stad, aan de voet van de Aventijn. Rome werd uitgebreid zodat de Janiculum-heuvel nu ook deel van de stad werd. Omdat deze heuvel aan de andere kant van de Tiber lag, leek het Ancus verstandig om naast de al bestaande veerpont ook een houten brug te bouwen. Dit werd de Pons Sublicius.

De Mamertijnse gevangenis in Rome is uitgegroeid tot een kerk. Het werd een bedevaartsoord omdat de apostelen Petrus en Paulus er gevangen zouden hebben gezeten.
De Mamertijnse gevangenis in Rome is uitgegroeid tot een kerk. Het werd een bedevaartsoord omdat de apostelen Petrus en Paulus er gevangen zouden hebben gezeten.

Verder was Ancus ook verantwoordelijk voor de bouw van een grote gracht of greppel rondom de stad, de Fossa Quiritium. Tot slot is Ancus verantwoordelijk voor de bouw van de eerste gevangenis van Rome, de Mamertijnse Gevangenis of het Tullianum, waar misdadigers hun proces of executie afwachtten. Rome zou onder Ancus Marcius dus meer en meer op een echte stad zijn gaan lijken. Naast alle werken binnen in de stad richtte Ancus zich ook op de zee: hij zou de haven van Ostia hebben opgericht en daar tevens een zoutwinning zijn begonnen. Verder breidde hij het grondgebied van Rome nog verder uit door veroveringen op de Veii en Sabijnen. De Silva Maesia, een bosgebied ten noorden van de Tiber, werd Romeins bezit. Hij hield een triomftocht over de verslagen vijand.

Volgens de legenden regeerde Ancus Marcius 25 jaar. Toen stierf hij op 60-jarige leeftijd, een sterker en groter Rome achterlatend. Zijn zoons hadden op het koningschap geaasd, maar zagen dit door de Romeinse kiesmonarchie aan hun neus voorbij gaan. Wel was er een patricische familie die nog vele eeuwen later beweerde af te stammen van Ancus Marcius. Deze familie, het geslacht Marcius Rex, bleef tot in de keizertijd prominent.

Het vreedzame koningschap van Numa Pompilius. (716-673 v. Chr.)

Numa_PompiliusVolgens de legende verdween Romulus, de eerste koning van Rome, in 716 v. Chr. De vraag was echter hoe Rome nu verder moest. De Senaat nam tijdelijk de touwtjes in handen, maar aangezien er geruchten gingen dat zij de verdwijning van Romulus hadden bekokstoofd om de macht zelf in handen te krijgen, was het wel duidelijk dat dit niet zo blijven kon. Deze tussenperiode werd dan ook interregnum genoemd: “tussen de koningen”.  De Senaat kwam bijeen en stelde één senator aan als interrex of tussenkoning, die zolang de taken van de koning waarnam, al was de voornaamste taak in dit geval het vinden van een kandidaat voor het nieuwe koningschap. De interrex regeerde maar vijf dagen, waarna hij een andere senator als interrex aanwees. Tegen de tijd dat de interrex een geschikte kandidaat-koning had gevonden werd de kandidaat voor de Senaat geleid en gekeurd. Als de Senaat akkoord ging was de beslissing verder aan de Volksvergadering. Werd de kandidaat afgekeurd, dan moest men van voor af aan beginnen.

In de Koningstijd was het senaatsambt alleen aan patriciërs (edelen) voorbehouden. Formeel had het hele volk zitting in de volksvergadering, maar in de praktijk viel dat behoorlijk mee.
In de Koningstijd was het senaatsambt alleen aan patriciërs (edelen) voorbehouden. Formeel had het hele volk zitting in de volksvergadering, maar in de praktijk viel dat behoorlijk mee.

Rome was in de koningstijd dus een kiesmonarchie, maar de verkiezing werkte dus wel volgens een heel ander systeem dan bijvoorbeeld die van de Amerikaanse president. In de praktijk had de Senaat toch nog de meeste controle, daar deze de kandidaat selecteerde. Er was ook geen sprake van concurrerende kandidaten die campagne voerden om de meeste stemmen. In feite lijkt de stemming van de Volksvergadering veel op een soort referendum. Vergeet ook niet dat slaven, vrijgelatenen en immigranten geen zitting in de Volksvergadering kregen. Om van vrouwenkiesrecht nog maar helemaal te zwijgen…

Een Romeinse augur of vogelwichelaar, toga over het hoofd en lituus in de hand. Vogelwichelarij was zeer gebruikelijk bij de Romeinen.
Een Romeinse augur of vogelwichelaar, toga over het hoofd en lituus in de hand. Vogelwichelarij was zeer gebruikelijk bij de Romeinen.

Als de kandidaat eenmaal goedgekeurd was, moest er nog worden nagegaan of de goden hiermee akkoord gingen. Een augur of vogelwichelaar plaatste de kandidaat-koning op een stenen zetel in de citadel, om vervolgens de voortekens af te lezen. Dat was extra belangrijk omdat de koning niet alleen de leiding gaf aan de wetgeving, rechtbank en uitvoerende macht, maar ook aan de godsdienst. De voortekenen moesten dus zijn rol als hogepriester bevestigen. Daarna moest de koninklijke macht, het imperium, nog officieel aan de kandidaat verleend worden, want de stemming van de vergadering bepaalde weliswaar de persoon, maar dat moest nu officieel bevestigd worden, zoals de Amerikaanse president ook pas enige tijd na de verkiezingen wordt geïnaugureerd. Volgens het ritueel droeg de koning van Rome zelf een wetsvoorstel aan om hem het imperium te verlenen.

Koning
De koningen van Rome waren te herkennen aan de purperen Toga Picta, een wit diadeem, rode schoenen en de Curulische zetel. De toga en schoenen kwamen in de republiek terug bij de triomfator en vonden zo hun weg naar de Romeinse keizers.

De eerste koning die aldus verkozen en benoemd werd was Numa Pompilius. Volgens Plutarchus was Numa, de jongste zoon van Pomponius, geboren op de dag van de stichting van Rome, 21 april 753 v. Chr. Hij was van Sabijnse komaf en leefde sober, zonder overbodige luxe. De Sabijnse koning Titus Tatius gaf hem de hand van zijn dochter Tatia. Na 13 jaar huwelijk was zij echter overleden, zodat Numa zich uiteindelijk in alle rust op het platteland had teruggetrokken. Hij hertrouwde met een vrouw genaamd Lucretia. Het is niet duidelijk wie van zijn twee echtgenotes moeder was van zijn dochter Pompilia, die later trouwde met Numa Marcius, wat Numa Pompilius de grootvader van koning Ancus Marcius maakt.

Koning Numa Pompilius, hier afgebeeld op een denarius van Pompeius, stond bekend om zijn intelligentie en soberheid.
Koning Numa Pompilius, hier afgebeeld op een denarius van Pompeius, stond bekend om zijn intelligentie en soberheid.

Volgens de legende was er na de verdwijning van Romulus veel gebakkelei tussen de Romeinen van Romulus en de Sabijnen van Tatius. Beide partijen werden het lange tijd niet eens over wie de nieuwe koning zou worden. Uiteindelijk was de oplossing een compromis en de koningen zouden voortaan om en om van beide bevolkingsgroepen komen. Numa was de eerste Sabijn die koning van Rome werd. Numa was een intelligente en berekenende persoon. Om zijn koningschap extra goed te bevestigen stelde hij als eerste het ritueel met de augur voor. Sindsdien bleef dat zo. Zijn eerste besluit als koning was het opheffen van de Celeres, de persoonlijke lijfwacht van Romulus. Dit werd opgevat als een teken van vreedzaamheid en nederigheid, al had het ook wel iets weg van zelfbescherming met het oog op hun loyaliteit.

De Januspoort, afgebeeld op een sestertius uit de tijd van keizer Nero.
De Januspoort, afgebeeld op een sestertius uit de tijd van keizer Nero.

De regering van Numa Pompilius staat bekend als een uiterst vreedzame periode. Zijn eerste daad was de bouw van de beroemde tempel van Janus op het forum: de poort van de tempel stond open in tijden van oorlog, maar bleef gedurende Numa’s hele regering gesloten. Hij stelde ook het college van de Vestaalse maagden in, door de priesteressen uit Alba Longa over te brengen, en begon de verering van Terminus, de god van de begrenzingen, maar ook een god van vrede en gerechtigheid. Volgens sommige schrijvers onderhield Numa zelfs contacten met de goden: hij zou nachtelijke gesprekken hebben met de nimf Egeria over de vraag welke religieuze rituelen in te stellen. Ook zou hij voorspellingen van de natuurgod Faunus hebben ontvangen en zelfs een discussie met Jupiter gevoerd hebben. Plutarchus is erg sceptisch over Numa’s goddelijke contacten en suggereert dat Numa dit vooral beweerde om in te spelen op het bijgeloof van de mensen: door zichzelf een heilige allure te geven kon Numa waarschijnlijk zijn vredespolitiek gemakkelijker doordrukken.

De nimf Egeria dicteert de wetten van Rome aan Numa Pompilius, door Ulpiano Checa.
De nimf Egeria dicteert de wetten van Rome aan Numa Pompilius, door Ulpiano Checa.

Tijdens een epidemie vond er een vreemd voorteken plaats: er kwam een schild uit de hemel vallen. Numa beweerde dat Egeria hem had verteld dat Jupiter hiermee een teken van bescherming gaf. De epidemie stopte abrupt en het schild werd een heilig relikwie. Numa liet het belang benadrukken door nog elf schilden erbij te maken, zo mooi dat niemand meer wist welk schild nu het echte was. Ook stelde Numa het ambt in van de Pontifex Maximus, de hogepriester na de koning. Deze taak gaf hij aan zijn schoonzoon Numa Marcius. Volgens Plutarchus stelde Numa ook een priester aan voor de cultus van Quirinus, de vergoddelijkte Romulus.

De Ninfeo d'Egeria in Rome.
De Ninfeo d’Egeria in Rome.

Numa Pompilius stierf op 80-jarige leeftijd in 672 v. Chr. Hij werd begraven aan de voet van de Janiculus, met een kopie van al zijn wetten. In 181 v. Chr. kwam de kist bloot te liggen na een hevige regenbui die de grond wegspoelde. Het lichaam van de koning bleek vergaan, maar de boekrollen waren nog intact. Bij wijze van crematie werden de rollen verbrand en bijgezet. Ovidius verhaalt in zijn Metamorfosen nog over Egeria. Haar verdriet over de dood van Numa Pompilius was zo groot dat zij in tranen wegsmolt en een bron werd. Het water van deze bron was exclusief voorbehouden aan de Vestaalse Maagden.