De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 9: Langs het Kanaal van Corbulo

Reisgids CorbuloDe belangrijkste Romeinse routes in Nederland zijn behandeld en we zijn diverse interessante spots van het noorden afgegaan. Je kunt natuurlijk in 9 dagen onmogelijk alles behandelen. Maar één vrij belangrijke route is nog niet aan de beurt geweest. Dwars door het westen van Zuid-Holland liep in de Romeinse tijd het kanaal van Corbulo. Corbulo werd in 47 na Chr. gouverneur van Germania Inferior en ging hard aan de slag om de zoetwaterpiraterij, die na de dood van zijn voorganger flink was opgelaaid, te bestrijden. Hij liet de waterwegen uitkammen en trok naar het noorden. Een veroveringsoorlog beginnen mocht hij echter niet, waarna Corbulo zich meer toelegde op het verbeteren van de defensie van zijn grensprovincie. Het aanleggen van een kanaal tussen de Rijn en de Maasmonding speelde hier een grote rol in. De Romeinse schepen konden hierdoor gemakkelijker van de ene rivier naar de andere zonder die verraderlijke Noordzee op te hoeven. Het kanaal werd aangelegd door meerdere stroompjes met elkaar te verbinden. Het werd een erg belangrijke handelsroute in het gebied.

©audiovisueel centrum Vrije Universiteit Amsterdam; CC BY-SA 3.0
©audiovisueel centrum Vrije Universiteit Amsterdam; CC BY-SA 3.0

1. Castellum Helinium (Naaldwijk?)
Locatie: onzeker
Helinium was de Romeinse naam van de Maasmonding en wellicht ook de naam van het Romeinse fort bij het punt waar het kanaal erin uitmondde. De bodem in deze omgeving bestond grotendeels uit kleigrond en een beetje strandwal. Als er bij Helinium een castellum en een nederzetting lagen, was het dus vast ook een vlootbasis.


mijlpaal2. Mijlpaal van Monster of Naaldwijk

Al rond 1500 werd er in Zuid-Holland een Romeinse mijlpaal teruggevonden. Dat is zo lang geleden dat de vindplaats vergeten is. Niet alleen de exacte plek, maar ook de plaats zelf. Het kan Naaldwijk of Monster geweest zijn! De tekst erop maakt echter wel duidelijk uit welke tijd de mijlpaal komt, namelijk uit het jaar 162, toen Lucius Verus en Marcus Aurelius het Romeinse rijk samen regeerden.

©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY 3.0
©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY 3.0

3. Diploma van Poeldijk
Er zijn ook langs het Kanaal van Corbulo meerdere villa’s gebouwd, soms uit hout, soms uit steen, soms eerst uit hout om later alsnog versteend te worden. Op een terrein aan de N464 in Poeldijk vond men tufstenen resten en afbraakpuin. Maar dat was nog niets vergeleken met de bronzen diploma die er later gevonden werd. De diploma is een bewijs van eervol ontslag dat verleend werd aan ene Amandus, een Cananefaat die er jarenlange dienst bij de eerste ruiterafdeling der Norici op had zitten.

4. Inheems heiligdom Den Haag
Locatie: vermoedelijk op de Uithof, Den Haag
Helemaal in de zuidelijkste delen van Den Haag zijn sinds de jaren ’60 veel vondsten gedaan op het terrein van de Uithof. De meeste hiervan waren voorwerpen, zoals het handvat van een bronzen kan. In 1994 vond men echter sporen van een vierkant terrein waarvan elke hoek naar een windstreek wees. Het lijkt op een cultusplaats uit de IJzertijd die in de Romeinse tijd in gebruik bleef.

0405. Mijlpalen van Wateringse Veld
Locatie: Oosteinde, Den Haag
In 1997 werden bij de aanleg van de wijk Wateringse Veld vier mijlpalen en sporen van de Romeinse weg ontdekt, allen opgedragen aan de keizer van hun tijd. De oudste van de vier is uit 151, de tijd van keizer Antoninus Pius. De tekst is bijna helemaal bewaard en daarom het meest bruikbaar. De keizer staat erom bekend dat hij nieuwe wegen liet aanleggen wat de plaatsing van de paal verklaart. De tweede paal is van 212 of 213, de regering van Caracalla. Deze is veel moeilijker leesbaar. Toch is hij veel beter bewaard gebleven dan de derde paal uit 242-244, de tijd van Gordianus III. Er is zo weinig over van de paal dat er weinig van te leren viel. De vierde was dan weer erg goed bewaard en komt uit 250 na Chr. toen Trajanus Decius keizer was. Germania Inferior ging toen moeizame tijden door, maar blijkbaar werd de weg nog onderhouden.
Bezienswaardigheden: Replica’s van de vier mijlpalen op het Oosteinde

0456. Villa van Rijswijk-De Bult
Locatie: Cananefatenpad, Rijswijk
De benaming “De Bult” is ontstaan omdat men in de jaren ’60 een vreemd heuveltje in het polderlandschap ontdekte. Uitgebreid onderzoek leverde resultaat op. De eerste bouw op De Bult was een inheemse boerderij die gebouwd werd in 25 na Chr. van 9,5 bij 5 meter. Relatief snel werd dit gebouw vervangen door een iets bredere en vooral veel langere boerderij, zodat de oppervlakte van 44 naar 80 vierkante meter ging. Bouwfase 5 was een complete vernieuwing: de oude boerderij werd afgebroken en vervangen door een rechthoekige Gallo-Romeinse villaboerderij met stenen fundering. De rest was grotendeels van hout, behalve de siergevel in Romeinse stijl en een latere stenen aanbouw aan de andere kant. De omringende landerijen besloegen 13 ha! In de derde eeuw is de villa verlaten. Een replica is nu het Archeologiehuis Zuid-Holland, in Alphen a/d Rijn.
Bezienswaardigheden: markeringen van de verschillende bouwfases van De Bult aan het Cananefatenpad

©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY-SA 3.0
©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY-SA 3.0

7. Mijlpalen van Rijswijk
Ook in Rijswijk werden twee mijlpalen aan de weg langs het kanaal van Corbulo gevonden. De eerste werd ontdekt in 1963 en is op grond van het opschrift gedateerd op 250, de tijd dat Decius Trajanus voor korte tijd het Romeinse rijk regeerde. De tweede werd in 2005 gevonden. Alleen 70 cm van het bovenste gedeelte waren bewaard gebleven. De paal moet ergens tussen 211 en 217 geplaatst zijn en draagt de naam van de toenmalige keizer, die wij kennen als Caracalla.

©Carole Raddato; CC BY-SA 3.0
©Carole Raddato; CC BY-SA 3.0

8. Forum Hadriani (Voorburg)
Locatie: Park Arentsburgh, Voorburg
Alternatieve namen: Municipium Aelium Cananefatum (officiële naam midden 2e eeuw-3e eeuw)
Wanneer de hoofdstad van de Cananefaten precies is ontstaan is niet bekend. Een Romeins bestuurscentrum voor hun leefgebied moet er al vroeg geweest zijn, maar de stad zelf was er misschien pas na de Bataafse opstand. Hoe de stad toen heette is niet bekend. De naam Forum Hadriani betekent “markt van Hadrianus”, wat heeft geleid tot de conclusie dat Hadrianus de stad bij zijn bezoek aan Germania Inferior in 121 marktrechten gaf, al is de kans groot dat de stad dat recht allang had. Het was in de 2e eeuw wel vaker gebruikelijk dat steden zich met de naam van een keizer gingen tooien. De gevonden mijlpalen langs het Kanaal van Corbulo vermelden de letters MAC, wat waarschijnlijk de latere officiële naam van de stad is, waarbij de naam weer verwijst naar Aelius Hadrianus. De stad was met pakweg 1000 inwoners vrij klein, maar naar plaatselijke maatstaven was het een grote stad, compleet met een haven, badhuis en allerlei ambachtslieden. De Crisis van de Derde Eeuw deed de handelsstad uiteindelijk de das om. Rond 275 werd Romeins Voorburg verlaten en verviel. De weg raakte overwoekerd en het in onbruik geraakte kanaal verzandde.
Bezienswaardigheden: Informatieborden in Park Arentsburgh, standbeeld Corbulo aan de Koningin Julianalaan

0629. Kanaal van Corbulo in Leidschendam
Locatie: o.a. Romeinsepad en Pliniushof, Leidschendam
Ook in Leidschendam zijn meerdere waarnemingen van het Kanaal van Corbulo gedaan. Hier lag de zandgrond van een strandwal in het westen en meer vochtige veengrond in het oosten. Nieuwbouw in de omgeving toont vaak vanzelf weer nieuwe vondsten aan.
Bezienswaardigheden: gereconstrueerd kanaal met brug op Romeinsepad; schepen met Corbulo, Romeinen en inheemsen op Watermolensingel.

Leiden Matilo 410. Castellum Matilo
Locatie: Besjeslaan, Leiden
Tenslotte bereikte het Kanaal van Corbulo de Rijn bij castellum Matilo, in het oosten van Leiden. Hier moet in de Romeinse tijd een flinke vicus naast verrezen zijn. In Archeologisch Park Matilo vind je niet alleen informatie over het fort en de omwonenden, maar ook over het kanaal van Corbulo, compleet met een boot en stijgers erbij.
Bezienswaardigheden: Archeologisch Park Matilo

056A. Museum Swaensteyn
Locatie: Herenstraat 101, Voorburg
Museum Swaensteyn is het kunst- en cultuurmuseum van gemeente Leidschendam-Voorburg. Daar vlakbij, aan de Vliet, zijn veel Romeinse vondsten gedaan, mede omdat de Vliet bijna parallel loopt met het tracé van het Kanaal van Corbulo. In de permanente tentoonstelling worden vondsten van Forum Hadriani en omgeving gepresenteerd.
Speciaal in de Romeinenweek: Speurtocht “terug naar de Romeinen” (28-29 april en 2-6 mei, 13:00-17:00); Romeinenworkshop (29 april, 14:00-15:30)

Scheveningseweg en Ockenburgh: de kleine forten van de westkust van Den Haag

ockenburghNiet alleen de Rijn kende in Nederland een reeks van forten waar troepen gelegerd werden met het oog op de defensie van de Romeinse grensprovincie. Ook aan de westkust, die voor vijanden te water een gemakkelijke prooi kon zijn, werd er op den duur op berekend. Wanneer we vanuit Lugdunum (Katwijk aan zee) door de duinen naar het zuiden trekken, komen we op den duur in het gebied waar er forten hebben gelegen die onderdeel uitmaakten van deze kustverdediging. Hoewel Den Haag in de Romeinse tijd nog niet bestond, is in deze omgeving het nodige teruggevonden.

De verdediging van de kust in de Romeinse tijd. Niet elk fort is even zeker.
De verdediging van de kust in de Romeinse tijd. Niet elk fort is even zeker. Maar Ockenburgh en Scheveningseweg zijn vrij waarschijnlijk!

Het westen van Zuid-Holland heeft nature een bodem van stevige zandgrond, die destijds gemakkelijker bewoonbaar en meer begaanbaar was de moerassige veengronden in de rest van het gebied. Het is niet ondenkbaar dat de Cananefaten de grond juist daarom gekozen hadden om op te leven. Het zou zelfs kunnen dat hun naam (‘look-meesters’) hier vandaan komt, omdat de grond goed geschikt was voor het verbouwen van look en soortgelijke groenten. Dat het goed bewoonbaar was blijkt ook wel uit de vondst van sporen van een burgerlijke nederzetting ter hoogte van de bossen van Wassenaar, die Beelaerts van Blokland in 1903 deed bij aanleg van een waterleiding. Spelden, munten en tal van andere voorwerpjes kwamen naar boven. In de eeuw daarop werden nog meer vondsten in de duinen gedaan, waaronder zelfs een vermoedelijk crematiegraf. Bloklands vermoeden van een burgerlijke nederzetting lijkt dus juist, al noemt hij vooral Bataafs en Romeins aardewerk. Van de andere kant moet er in de praktijk weinig cultureel verschil tussen Bataven en Cananefaten geweest zijn.

Eén van de paardengraven die bij Fort Ockenburgh werden gevonden.
Eén van de paardengraven die bij Fort Ockenburgh werden gevonden.

Wie de bospaden blijft volgen bereikt uiteindelijk Den Haag. De stad bestond nog niet in de Romeinse tijd, laat staan dat het een politiek centrum was. Wel telt Den Haag meerdere interessante vondsten, waaronder enkele munten her en der. Nog veel interessanter zijn echter de kustforten die zijn teruggevonden in Den Haag. Het eerste fort, aan de Scheveningseweg, wordt slechts vermoed, al zijn hier veel vondsten gedaan die duiden op militaire aanwezigheid. Meer duidelijkheid is er over het tweede fort, aangetroffen in de westelijke wijk Ockenburgh, op de plek waar nu vakantiepark Kijkduinen ligt. Het moet een zogenaamd mini-fort zijn geweest, berekend op slechts enkele tientallen ruiters. De opbouw was vrij simpel: het fort bevatte een groot, u-vormig gebouw, waarin zowel de barakken als de stallen aanwezig waren. Hieromheen lagen muur, wal en greppel, van pakweg 44 bij 42 meter.

Mini-fort Ockenburgh in de duinen van Den Haag. Het werd bezet tussen 150 en 180 en bevatte vermoedelijk tussen de 30 en 50 rutiers.
Maquette van mini-fort Ockenburgh in de duinen van Den Haag.

Minifort Ockenburgh moet gebouwd zijn tussen 150 en 180, rond de periode dat zeerovers uit het noordwesten van Duitsland, meestal van Chaukische komaf, een grotere plaag voor het lange tijd zo vredige Germania Inferior begonnen te worden. Eén aardewerkfragment vermeldt het Cohors Britonum, wat zou betekenen dat er een soldaat van dit uit Brittannia afkomstige cohort aanwezig geweest moet zijn. Afgaande op berekeningen van de omvang van het fort (170 m2) moet het 30 tot 37 soldaten bevat hebben. Indien er echter wordt uitgegaan van een indeling waarbij meerdere van de barakken als stalboxen dienden, zou fort Ockenburgh aan precies één turma van 16 ruiters ruimte geboden hebben. Paardenskeletten rondom het fort, waarvan eentje met een ernstig vergroeide ruggengraat (mogelijk door zwaar gewicht van een ruiter in pantser) lijken de theorie van een ruiterfort te bevestigen.

Meerdere mijlpalen gevonden in het zuidoosten van Den Haag!
Meerdere mijlpalen gevonden in het zuidoosten van Den Haag!

De forten van Ockenburgh en Scheveningseweg waren waarschijnlijk niet buitengewoon lang bemand. In de loop van de derde eeuw moet de situatie in Germania Inferior onveiliger zijn geworden en verslapte de Romeinse militaire aanwezigheid tegelijkertijd door interne crises, wat de onveiligheid uiteraard in de hand werkte. De forten zijn op den duur dus verlaten, maar bestaan hebben zij duidelijk. Daarnaast is Den Haag één van de plaatsen waar in de Romeinse tijd het Kanaal van Corbulo doorheen liep. Hoewel de zuidelijke helft van het kanaal in de tweede eeuw in onbruik raakte, moet de weg die ernaast liep nog in gebruik gebleven zijn. In 1997 werden in de wijk Wateringse Veld namelijk vier mijlpalen aangetroffen! De oudste stamt uit 151 en is van Antoninus Pius, waarbij verwezen wordt naar MAC (Municipium Aelium Cananefatum, oftewel Voorburg). De tweede paal is rond 212 of 213 geplaatst in opdracht van keizer Caracalla. De derde, van Gordianus III, moet tussen 242 en 244 geplaatst zijn, maar veel meer informatie is er niet op bewaard gebleven. De laatste paal is rond 250 gewijd aan keizer Decius. Inheemse aanwezigheid blijkt tot slot uit een cultusplaats, in de buurt van de Lozerlaan. De hoeken waren gericht op de windstreken, met een vorm en ligging die bij veel heiligdommen uit de IJzertijd voorkomt.

De mijlpalen in Wateringseveld, Den Haag. De namen van keizers als Antoninius Pius en Caracalla staan erop.
De mijlpalen in Wateringseveld, Den Haag. De namen van keizers als Antoninius Pius en Caracalla staan erop.

Wie vandaag de dag Romeinse zaken in Den Haag wil zien kan terecht in het Museon en Museum Meermanno. Het laatstgenoemde bevat vondsten uit onder andere Katwijk en Pompeii. In de straat Oosteinde, waar de vier mijlpalen gevonden zijn, zijn drie nieuwe mijlpalen neergezet om de oude Romeinse weg te herdenken. Tot slot is het tegenwoordig ook mogelijk om fort Ockenburgh digitaal te bekijken: aan de hand van de app van Timetravel.world kunnen nu ook driedimensionale reconstructies van het fort en de nabijgelegen vicus bekeken worden.

Laurium: Woerden

004 - WoerdenWij volgen de Limes oostwaarts en trekken verder het land in. Stonden de afgelopen drie castella, van Alphen, Zwammerdam en Woerden, opvallend dicht op elkaar, het volgende ligt een ietsje verderop. Wemelde het rondom Leiden en Katwijk nog van de nederzettingen, hier zijn er veel minder teruggevonden. Wellicht speelt de destijds zo moerassige bodem daar een rol in? Maar na zo’n 11 kilometer staan we in het centrum van Woerden. Opnieuw de plaats van een castellum, dat Laurium of Laurum heette. En opnieuw zijn er allerlei vondsten in en om het fort gedaan.

Betonnen tegels in het centrum van Woerden geven de omtrek van Laurium aan. Op de tegels staat uitleg over de geschiedenis van het castellum.
Betonnen tegels in het centrum van Woerden geven de omtrek van Laurium aan. Op de tegels staat uitleg over de geschiedenis van het castellum.

De reden dat de naam van het castellum verschillend gespeld wordt is de wijze waarop dit op de Peutinger Kaart vermeld staat. Er lijkt Laurum te staan, maar middenin het woord zit een opvallend gaatje in de kaart, precies op de plek waar nog een letter zou kunnen hebben gestaan. Een naam als Laurium ligt derhalve voor de hand. Deze naam werd in eerste instantie nog niet aan Woerden verbonden, daar een castellum lange tijd enkele vermoed werd in verband met de schepen die hier gevonden zijn. Pas in 1999 en 2000 werd de exacte ligging van het castellum ontdekt toen men de omwalling terugvond. De contouren zijn nu terug te zien rondom de Petruskerk, met tekst en afbeeldingen op het tegelwerk. De gebouwen binnen de muren zijn tot op heden nooit uitgebreid onderzocht. Het opvallendste aspect van het fort is de houten damwand van de gracht, die elders niet voorkomt.

Maquette van hoe Laurium er uitgezien kan hebben, in het Stadsmuseum Woerden. Hoe de gebouwen er werkelijk uitzagen en welk gebouw welke functie had is (nog) niet bekend.
Maquette van hoe Laurium er uitgezien kan hebben, in het Stadsmuseum Woerden. Hoe de gebouwen er werkelijk uitzagen en welk gebouw welke functie had is (nog) niet bekend.

Het castellum werd vermoedelijk op last van keizer Caligula gebouwd rond 40 na Chr. Al snel raakte men er echter in de problemen toen de Rijn buiten zijn oevers trad en ook nog eens van loop veranderde. De eerste versie van Laurium werd dan ook snel verlaten, waarna gouverneur Corbulo rond 47 na Chr. een nieuw fort liet bouwen. Waar Caligula’s vesting een keurige ligging had op noord en zuid, lag dit nieuwe fort iets “schever”. Zoals de meeste Limesforten overleefde Laurium de Bataafse opstand niet, maar werd het daarna herbouwd. De meeste huizen van de nabijgelegen vicus zijn uit deze tijd.

De Nederlandse levende geschiedenisvereniging Pax Romana beeldt o.a. soldaten van het Cohors XV uit.
Cohors XV zat ook enige tijd in Matilo (Leiden) gelegerd. Vereniging Pax Romana beeldt soldaten van dit cohort uit.

Inscripties op dakpannen uit de 2e eeuw tonen aan dat het Cohors XV Voluntariorum Civium Romanorum in Laurium heeft gezeten. Fase 4, de verstening van de muren, werd waarschijnlijk eind 2e eeuw ingezet, waarvoor men met schepen de rivier op en af moest varen om stenen uit de Eifel en ander bouwmateriaal te leveren. Een werkelijke vondst van stenen muren ontbreekt in Woerden, maar wordt aangenomen omdat dit voor de meeste castella gold en het proces rond het jaar 200 overal was afgerond. Bovendien is er natuursteen in de omgeving aangetroffen. In die tijd was het fort bezet door het Cohors III Breucorum, uit de Balkan. Rond 274 werd Laurium waarschijnlijk opgegeven en verlaten. Muntvondsten in de omgeving duiden echter op een vijfde fase, daar het munten uit de regeringen van o.a. Constantijn de Grote en Theodosius de Grote betreft. De laatste stierf in 395, dus zou Laurium vrij laat in de 4e eeuw nog in gebruik kunnen zijn geweest. Een deel van de bouwstenen zijn later gebruikt voor de aanleg van de Petruskerk.

De Woerden 7, zoals opgegraven is in 2003. (Afbeelding: Hazenberg Archeologie Leiden)
De Woerden 7, zoals opgegraven is in 2003. (Afbeelding: Hazenberg Archeologie Leiden)

Scheepsvondsten waren de eerste aanwijzing van een castellum in Woerden. Net als in Zwammerdam zijn hier tal van schepen teruggevonden. De “Woerden 1” was een 25 meter lang een graanschip, wat blijkt uit het feit dat er bij de vondst in 1978, aan de Groenendaal, nog graan aan boord was. Het houtwerk kwam uit 169, waarna het schip begin 3e eeuw waarschijnlijk gezonken is. Het werd gebruikt om graan uit het zuiden van België aan te voeren naar het castellum. Ook de “Woerden 2/6” (voor het eerst ontdekt in 1988, maar herontdekt en opgegraven in 1998) is een platbodem of zogenaamd Zwammerdamschip en was zo’n 20 meter lang.

De Romeinse schepen in de haven van Woerden varen echt! Ze zijn echter gebaseerd op schepen uit De Meern.
De Romeinse schepen in de haven van Woerden varen echt! Ze zijn echter gebaseerd op schepen uit De Meern.

Vervolgens werden er ook enkele boomstamkano’s ontdekt: de Woerden 3 en 5. “Woerden 3” werd in 1988 ontdekt aan de Oranjestraat, waar ook de “Woerden 2/6” lag. Laat u niet misleiden door het woord kano: het schip had een verhoogd plankenboord met een mastgat en de boot was zo’n 12 meter lang. De “Woerden 5” werd in 1998 niet ver daarvandaan ontdekt, maar van dit scheepje is veel minder bewaard. De “Woerden 7” werd in 2003 ontdekt aan de Meulmansweg en was weer een platbodem. Waarschijnlijk ging het schip in 163 voor het eerst te water en diende het om bouwmaterialen aan te voeren. Een los spant in het ruim ervan was van een heel andere bouwtechniek en duidt op een “Woerden 8”. Het meest geheimzinnig is echter de “Woerden 4”, die in 1576 werd aangetroffen bij de aanleg van het Holle Bolwerk, in het noordoosten van de oude binnenstad. De vondst is niet bewaard gebleven.

Het mini-museum in Parkeergarage Castellum.
Het mini-museum in Parkeergarage Castellum.

Natuurlijk zijn de vondsten in Woerden niet beperkt tot het castellum en schepen. In 1999 werd bij het uitbaggeren van de singel een prachtige helm, vermoedelijk van een ruiter van rond 200 na Chr., aangetroffen. Deze bevindt zich nu in het Stadsmuseum Woerden, waar ook tal van andere zaken te zien zijn, zoals aardewerk en andere gebruiksvoorwerpen. Erg interessant is een altaarsteen gewijd aan de Syrisch-Romeinse zonnegod Heliogabalus, wiens verering in ons land zeldzaam was, en de godin Minerva. Hoewel Heliogabalus (een Romeinse vorm van El Gebal) het bekendst is van vermelding uit de 3e eeuw, verwijst de tekst naar keizer Antoninus Pius, die regeerde van 138 t/m 161. De steen vermeld zoals zo vaak de naam van de schenker: Lucius Terentius Bassus, signifer (vaandeldrager) van Cohors III Breucorum, wat ook iets zegt over de troepen die in Laurium gelegerd waren. De oudste vondst in het museum zijn twee molenstenen, die in 1590 aan de Bodegraven-Kruittorenweg werden gevonden.

Vaandeldrager Lucius uit Woerden geeft interessante informatie in de Bibliotheek van Woerden.
Vaandeldrager Lucius uit Woerden vertelt in de bibliotheek van Woerden interessante verhalen aan je.

Naast het stadsmuseum zijn er nog veel andere bezienswaardigheden in Woerden. Aan de Meulmansweg bevindt zich een Limeszuiltje met hierin een stuk terra sigillata, terwijl de hier aangelegde parkeergarage de naam Parkeergarage Castellum gekregen heeft en er binnenin een soort museum, in de vorm van grote afbeeldingen met uitleg, gemaakt is. In Woerden zijn ook twee varende reconstructies van Romeinse schepen te vinden. De Per Ad Mare Laurium is een reconstructie van het vrachtschip “De Meern 1”. Het andere schip, de Fiducia, is een reconstructie van de kleine punter “De Meern 6”. In de bibliotheek is een altaartje met soldaat Lucius uit Woerden te vinden, die op interactieve wijze vertelt over verschillende voorwerpen die in Woerden gevonden zijn. Lucius is gebaseerd op de vaandeldrager van de altaarsteen en heeft zijn eigen twitter- en facebookpagina. Ook is er rondom hem de interactieve app Legend of Lvcivs gemaakt, waarin de speler een misdaad moet oplossen aan de hand van een aantal verdachten in en om Romeins Woerden (gemaakt met behulp van opnames in onder andere Museumpark Orientalis en Eindhoven Museum). De app is niet alleen een leuk spel, maar ook leerzaam omtrent de verschillende figuren in de samenleving van de Limes.

Venster op de Romeinse Limes, aan de Barwoutswaarder richting Woerden.
Venster op de Romeinse Limes, aan de Barwoutswaarder richting Woerden.

Tot slot zijn er enkele kunstwerken in en om Woerden te vinden die aan de Romeinen herinneren. Voor de ingang van het Brediusbos staan letters in de vorm van de naam Laurium zoals op de Peutingerkaart, dus met een gat op de plek van de “I”. Op de brug aan de Breeveld zijn twee Romeinse schoenen geplaatst, gemaakt van klei uit de omgeving zoals de Romeinen voor dakpannen gebruikt zullen hebben. Een speeltuin aan de Barwoutswaarder toont blokken in de vorm van een enorme voetafdruk, verwijzend naar de noppen van Romeins soldatenschoeisel. Wie vanuit het westen langs de Rijn naar Woerden trekt komt bovendien een afbeelding van het landschap uit de Romeinse tijd tegen, evenals een bord met de naam Laurium.

Marcus Aurelius: keerpunt van het rijk

marcusHij was de laatste Adoptiefkeizer en geboren als Marcus Annius Catilius Severus, op 26 april 121. Hoewel hij als Adoptiefkeizer geen bloedband had met zijn voorganger, was hij wel een neefje van keizerin Faustina de Oudere, wat hem schoonfamilie van keizer Antoninus Pius maakte. Al bij het aantreden van Antoninus Pius stond Marcus’ toekomst als keizer vast, maar onder hem zouden, door factoren waar hijzelf weinig grip op had, de moeilijkheden beginnen die achteraf vaak als de eerste tekenen van verval van het Romeinse rijk worden gezien. Onder Marcus Aurelius zou de Gouden Eeuw van Rome langzaam verbleken.

Verder lezen Marcus Aurelius: keerpunt van het rijk

Antoninus Pius, de zenit van het Romeinse rijk

antoninus piusEen groot deel van de tweede eeuw na Christus staat bekend als de Gouden Eeuw van Rome, waarin het Romeinse rijk werd geregeerd door de Vijf Goede Keizers, ook wel de Adoptiefkeizers genoemd of de Antonijnse dynastie, omdat de keizers zelf weliswaar geen verwanten waren, maar wel connecties hadden via hun schoonfamilie. De naam Antonijns is terug te geleiden op de vierde Adoptiefkeizer: Antoninus Pius. In zijn tijd was het rijk op een hoogtepunt. Zijn voorganger Hadrianus had zich vooral ingezet om de grenzen te stabiliseren en zogenaamde imperial overstretch te voorkomen. Van systematische expansie was geen sprake meer, zonder dat dit problemen gaf: de Romeinen zaten niet in een daadwerkelijk defensief, maar oorlogen buiten het rijk kwamen neer op weinig anders dan strafexpedities, terwijl invallen eerder uitzondering dan regel waren. In de tijd van Antoninus Pius waren zelfs strafexpedities vrijwel nooit nodig. Het rijk was stabiel, welvarend en vooral vredig, op een paar opstanden in het noorden van Brittannia na. Verder lezen Antoninus Pius, de zenit van het Romeinse rijk