De Decemberdagen in Gallo-Romeinse stijl

torentjeSalve, mijn barbaarse vrinden! Als jullie favoriete internet-Romein wandel ik natuurlijk geregeld rond in jullie streken. De decemberdagen zijn dan altijd weer best interessant voor mij. Niet alleen vanwege de gezelligheid, maar ook omdat de feesten van deze dagen toch een beetje in verband staan met mijn tijd. We weten natuurlijk allemaal dat het kerstverhaal in de Romeinse tijd speelt (tijdens de regering van keizer Augustus om precies te zijn) en misschien was het je ook bekend dat Sint-Nicolaas bisschop van Myra zou zijn geweest in de tijd van Constantijn de Grote, terwijl zijn lange baard en witte paard veel doen denken aan de Germaanse god Wodan. Maar er zijn nog veel meer connecties met oude feesten uit het begin van jullie jaartelling. En wist je dat de Romeinen ook feestvierden in december?

Voor kerstversiering gaat er niets boven planten die 's winters groen blijven zoals hulst, den en spar. Maar de taxus gaat nog terug op het Joelfeest.
Voor kerstversiering gaat er niets boven planten die ’s winters groen blijven zoals hulst, den en spar. Maar de taxus gaat nog terug op het Joelfeest.

Allereerst maar eens die gebruiken van de Germanen. Hier in het noorden worden de dagen in de loop van de herfst steeds korter en de nachten langer, maar komt in december een keerpunt met de zonnewende. Op deze dag, midwinter, begint de winter en wordt het weer langzaam langer licht. Het is dan ook niet gek dat er met deze winterwende een feest gevierd waarbij licht in het donker een belangrijke rol speelt: een ideaal begin van het nieuwe jaar. De midwinterdag was dan ook het belangrijkste onderdeel van het Germaanse Joelfeest. Behalve licht en donker speelden ook leven en dood een heel belangrijke rol in dit feest. Het licht staat natuurlijk symbool voor leven, waarbij het terugkerende licht voor nieuw leven kan staan. Een ander belangrijk symbool in het Joelfeest is de taxus, die heel lang leeft maar wel dodelijk kan zijn. De kleur rood speelde op dezelfde wijze een grote rol: in de oude heidense culturen was het niet ongebruikelijk om een bloedoffer op de akkers te brengen in de hoop dat deze vruchtbaar zouden zijn. Hoewel er in de loop der eeuwen een hoop nieuwe elementen in zouden sluipen, zijn een aantal typische symbolen van het Joelfeest nooit helemaal verdwenen.

Wodan als aanvoerder van de Wilde Jacht. Het volksgeloof in de Wilde Jacht heeft nog eeuwenlang bestaan, al werd Wodan op den duur vervangen door lokale figuren of historische personen als Herodes.
Wodan als aanvoerder van de Wilde Jacht. Het volksgeloof in de Wilde Jacht heeft nog eeuwenlang bestaan, al werd Wodan op den duur vervangen door lokale figuren of historische personen als Herodes.

Die kleur rood zien we natuurlijk nog vaker terug in december, met name bij enkele heren met witte baarden. Waarschijnlijk speelde Wodan een sterke rol in het Joelfeest, dat ook in verband staat met zijn Wilde Jacht, een spookverschijning van een stoet ruiters, meestal bestaande uit de doden. Wodan, die oorspronkelijk de Wilde Jacht leidde (later kwamen er steeds meer lokale variaties op), werd namelijk ook als een god gezien die de doden naar het hiernamaals begeleidde. Of Germaanse stammen als de Bataven, Cananefaten en Frisii Wodan al aanbaden is niet geheel duidelijk, al schreef Tacitus dat Wodan zeer populair was bij de Sueben, de Germaanse stammen in Duitsland. Tacitus stelt Wodan op één lijn met Mercurius en een Romeins heiligdom voor Mercurius in Germania Inferior kan dus te maken hebben met Wodanverering. Wodans baard en witte paard lijken te overleven in de uitbeeldingen van Sint-Nicolaas, die in de decembermaand in veel Europese landen opduikt – in veel streken met name rond 6 december, maar soms ook later in december, al dan niet als kerstman.

Ik ken een Galliër die graag Joel gevierd zou hebben.
Hmm… Ik ken een Galliër die graag Joel gevierd zou hebben.

Daarnaast zijn er nog andere overlevende elementen van het Joelfeest. Zoals veel mensen nu nog ham met kerst eten was het in vroeger tijden gebruikelijk om een varken of everzwijn aan het spit te rijgen. Het marsepeinen biggetje zou hier ook wel eens zijn oorsprong kunnen hebben. Een mysterieuzer element is de Joelbok, al heeft die wellicht iets te maken met Donar. Het Joelblok, een speciaal blok hout voor op het vuur, overleeft in sommige culturen ook, al dan niet als smakelijk gebak dat op een blok hout lijkt. Verder duurt het Joelfeest twaalf dagen: hetzelfde aantal dagen van kerst tot Driekoningen.

Dobbelen en andere gokspellen waren officieel verboden in het Romeinse Rijk. Maar met de Saturnaliën mocht iedereen dit openlijk doen.
Dobbelen en andere gokspellen waren officieel verboden in het Romeinse Rijk. Maar met de Saturnaliën mocht iedereen dit openlijk doen.

Vierden de Romeinen dan geen midwinter- of Joelfeest? In eerste instantie niet zozeer, maar feest rond het einde van december was er wel degelijk. Op 17 december was het de dag van de Saturnalia of Saturnaliën, maar het feest in kwestie had vooral te maken met vrijheid en gelijkheid, waarbij de sociale normen min of meer op hun kop werden gezet, wat een beetje te vergelijken is met carnaval. In plaats van de strakke toga droeg men gemakkelijke, kleurrijke kleding. De festiviteiten werden zelfs overzien door een Saturnaliënkeizer, als een soort prins carnaval! Waarschijnlijk was dit ook werkelijk bedoeld als satire op de Romeinse keizer. Meer in stijl van wat jullie gewend zijn in december werden er cadeautjes uitgedeeld, al dan niet met een versje erbij. Dit kon van hele dure cadeaus variëren tot simpele aardigheidjes. Vooral kaarsen, poppen en maskers waren heel populair, al kregen kinderen vaak ook speelgoed. De poppen en maskers verwezen naar een mythe hoe Hercules in Italië mensenoffers zou hebben beëindigd door de menselijke slachtoffers te vervangen door poppen en maskers. Die maskers konden dan weer gedragen worden als een carnavalesk rollenspel. Verder mocht er tijdens de Saturnaliën gegokt worden, wat gewoonlijk verboden was.

De pileus, het Griekse hoofddeksel dat de vrijheid symboliseerde.
De pileus, het Griekse hoofddeksel dat de vrijheid symboliseerde.

De vreugde en vrijheid van het feest sloegen op de mythe over het Gulden Tijdperk, waarin Saturnus als koning van Italië zou hebben geregeerd in samenwerking met Janus. Deze tijd zou zo welvarend zijn geweest dat er alleen maar vrede was en iedereen gelijk was en dat vond zijn weerklank in de Saturnaliën. Scholen en rechtbanken waren gesloten, er werd geen oorlog verklaard en er bestonden geen rangen: slaaf en meester namen samen plaats aan de dobbeltafel en de meesters brachten hun slaven voedsel. De (symbolische) gelijkheid werd uitgedrukt door het dragen van de pileus, de Griekse puntmuts, die op dit feest ook door slaven gedragen mocht worden. Andere Griekse elementen vond men in de religieuze ceremoniën van het feest, die blootshoofds voltrokken werden in plaats van met bedekt hoofd in Romeinse stijl. Ook van Griekse oorsprong was het lectisternium, het ritueel waarbij de beeltenis van de godheid op een stoel werd geplaatst.

Afbeelding uit de Kalender van Philocalus (354). De maand december toont de Saturnaliën middels dobbelstenen en een masker, met de tekst: "Nu heb je toestemming, slaaf, om samen met je meester te spelen."
Afbeelding uit de Kalender van Philocalus (354). De maand december toont de Saturnaliën middels dobbelstenen en een masker, met de tekst: “Nu heb je toestemming, slaaf, om samen met je meester te spelen.”

Hoewel de Saturnaliën oorspronkelijk op 17 december plaatsvonden, breidde het feest zich op den duur uit naar de dagen erna. Op 18 en 19 december waren scholen en rechtbanken nog altijd dicht en werd het feest in familiekring verder gevierd. Om die reden moest men vroeg op de dag een bad nemen, om zo genoeg tijd over te houden voor het feest. Wie over genoeg middelen beschikte offerde vaak nog een speenvarken, wat het traditionele offer was voor een godheid van de aarde. Ook bij de Saturnaliën speelde vruchtbaarheid dus een rol. Op den duur breidde het feest zich zelfs uit tot en met 23 december.

Sol Invictus, herkenbaar aan de zonnekroon op zijn hoofd. De oude man naast hem zou Jupiter kunnen zijn. Achter hen de maangodin, herkenbaar aan haar maan-diadeem.
Sol Invictus, herkenbaar aan de zonnekroon op zijn hoofd. De oude man naast hem zou Jupiter kunnen zijn. Achter hen de maangodin, herkenbaar aan haar maan-diadeem.

Nu hoor ik jullie denken: “Maar er was toch ook nog zoiets als Sol Invictus? Hoe zit het daar dan mee?” Allereerst, Sol Invictus is geen feestdag, maar een godheid. Sol Invictus, “de onoverwinnelijke zon”, is een benaming die vanaf de 3e eeuw hoe langer hoe meer aan de zon gegeven werd (in diezelfde tijd gingen veel keizers een zonnekroon dragen. Het is niet duidelijk in hoeverre het hierbij gaat om een heropleving van de cultus van de Romeinse zonnegod Sol, of van cultus de Syrisch-Romeinse zonnegod Elagabal, of van een totaal nieuwe god of een versmelting van dit alles. Keizer Aurelianus maakte de cultus van Sol Invictus in 274 een officiële cultus als onderdeel van de Romeinse godsdienst en meer dan een eeuw later zijn er nog bronnen van bekend. Het is bekend dat de Late Romeinen rond de zonnewende een feestdag ter ere van de geboorte van deze zonnegod hadden, Dies Natalis Solis Invicti.

Dit mozaïek uit de Vaticaanse necropolis onder de Sint-Pieter omringt Jezus Christus met de attributen van Sol Invictus. Toch is kerst waarschijnlijk niet gewoon een kopie van het feest van de zonnegod.
Dit mozaïek uit de Vaticaanse necropolis onder de Sint-Pieter omringt Jezus Christus met de attributen van Sol Invictus. Toch is kerst waarschijnlijk niet gewoon een kopie van het feest van de zonnegod.

In de 12e eeuw opperde de Syrische theoloog Jacob Bar-Salibi voor het eerst het idee dat dit feest op 25 december viel en dat deze dag daarom voor kerstmis is uitgekozen, als viering van de geboorte van christelijke “licht”. Tegenwoordig twijfelt men hier wat meer aan. Het is waarschijnlijker dat 25 december is uitgekozen omdat het 9 maanden valt na 25 maart, destijds het begin van de lente. In veel christelijke landen was 25 maart nog lange tijd het begin van het nieuwe jaar. Ook voor de Romeinen was dat oorspronkelijk in maart. Toen in 153 v. Chr. de consuls vanwege hevige opstanden al op 1 januari aantraden, is dat sindsdien zo gebleven. Julius Caesar maakte 1 januari officieel de eerste dag van het Romeinse jaar.

Koning Ancus Marcius (642-617 v. Chr.)

Ancus MarciusDe legendarische koningstijd van Rome… Na de plotselinge dood van Tullus Hostilius moest er een nieuwe koning gezocht worden. Uiteindelijk viel de keuze op ene Ancus Marcius. Hostilius was akelig aan zijn einde gekomen na het verwaarlozen van de religieuze ceremonieën, waarop Ancus deze onmiddellijk liet nazoeken en kopiëren uit de werken van koning Numa Pompilius. Zo konden de teksten die de ceremonieën voorschreven aan het volk worden getoond en zou alles volgens de regels worden uitgevoerd.

Italische stammen en volkeren rondom Rome. Direct ten zuiden van de stad wonen de Latijnen.
Italische stammen en volkeren rondom Rome. Direct ten zuiden van de stad wonen de Latijnen.

Ancus’ vader was de schoonzoon en persoonlijke vriend geweest van Numa Pompilius. Volgens de historicus Festus wees de naam Ancus op een kromme arm. Maar ondanks deze lichte beperking bleek Ancus een vaardige koning die in elk geval veel voorzichtiger was dan Hostilius. Wel kwam Ancus ook vrij snel in een oorlog terecht. Een groep Latijnen vestigde zich zonder Romeinse toestemming op de Aventijn, volgens Livius omdat zij verwachtten dat hij net zo vroom en vreedzaam zou zijn als zijn grootvader Numa. De Latijnen zouden volgens Livius dus de oorlog begonnen zijn. Toen een Romeins gezantschap genoegdoening eiste werd hier minachtend op gereageerd.

Priesters, te herkennen aan zaken zoals de puntige hoofdbedekking altaar uit de 1e eeuw na Chr.)
Priesters, te herkennen aan zaken zoals de puntige hoofdbedekking (altaar uit de 1e eeuw na Chr.)

Voor de eerste keer verklaarden de Romeinen de oorlog door middel van een godsdienstig ritueel door de Fetiales, de priesters van Jupiter. Dit ritueel, de Rerum repetitio (verzoek om genoegdoening), hield in dat een fetialis, de pater patratus, de Romeinse eisen aan de vijand overbracht in rituele formulering. Onderweg naar de regering van de vijand herhaalde de pater patratus deze tekst bij het front, aan de grens, tegen de eerste man die hij daarna ontmoette, bij de vijandige stadspoort en tot slot op het forum tegenover de vijandige regering. Na verwerping van de eisen verklaarde de pater patratus binnen 33 dagen de oorlog en ging terug naar Rome om het besluit van Senaat en koning af te wachten. Als de oorlogsverklaring doorgezet werd, ging een fetialis terug naar de grens en wierp een in bloed gedoopte speer hun grondgebied in.

De Pons Sublicius, uitgebeeld door Luigi Canina 1881)
De Pons Sublicius, uitgebeeld door Luigi Canina (1881)

Ancus Marcius gaf de Latijnen vooralsnog op ironische wijze hun zin: hij bestormde de Latijnse stad Politorium en liet de overlevende bewoners naar de Aventijn verplaatsen. Toen de andere Latijnen Politorium begonnen over te nemen viel Ancus nog een keer aan en vernietigde de stad. De Latijnse dorpen Tellenae en Ficana troffen hetzelfde lot. Moeilijker was het om Medullia in te nemen: deze stad had een groot garnizoen en sterke muren. Na meerdere overwinningen buiten de stad kon Ancus in elk geval met veel oorlogsbuit terugkeren naar Rome. Meer Latijnse krijgsgevangen kregen hun plaats in de stad, aan de voet van de Aventijn. Rome werd uitgebreid zodat de Janiculum-heuvel nu ook deel van de stad werd. Omdat deze heuvel aan de andere kant van de Tiber lag, leek het Ancus verstandig om naast de al bestaande veerpont ook een houten brug te bouwen. Dit werd de Pons Sublicius.

De Mamertijnse gevangenis in Rome is uitgegroeid tot een kerk. Het werd een bedevaartsoord omdat de apostelen Petrus en Paulus er gevangen zouden hebben gezeten.
De Mamertijnse gevangenis in Rome is uitgegroeid tot een kerk. Het werd een bedevaartsoord omdat de apostelen Petrus en Paulus er gevangen zouden hebben gezeten.

Verder was Ancus ook verantwoordelijk voor de bouw van een grote gracht of greppel rondom de stad, de Fossa Quiritium. Tot slot is Ancus verantwoordelijk voor de bouw van de eerste gevangenis van Rome, de Mamertijnse Gevangenis of het Tullianum, waar misdadigers hun proces of executie afwachtten. Rome zou onder Ancus Marcius dus meer en meer op een echte stad zijn gaan lijken. Naast alle werken binnen in de stad richtte Ancus zich ook op de zee: hij zou de haven van Ostia hebben opgericht en daar tevens een zoutwinning zijn begonnen. Verder breidde hij het grondgebied van Rome nog verder uit door veroveringen op de Veii en Sabijnen. De Silva Maesia, een bosgebied ten noorden van de Tiber, werd Romeins bezit. Hij hield een triomftocht over de verslagen vijand.

Volgens de legenden regeerde Ancus Marcius 25 jaar. Toen stierf hij op 60-jarige leeftijd, een sterker en groter Rome achterlatend. Zijn zoons hadden op het koningschap geaasd, maar zagen dit door de Romeinse kiesmonarchie aan hun neus voorbij gaan. Wel was er een patricische familie die nog vele eeuwen later beweerde af te stammen van Ancus Marcius. Deze familie, het geslacht Marcius Rex, bleef tot in de keizertijd prominent.