Julius Nepos e.v.a.: wie was nu eigenlijk de laatste keizer van het westen?

Julius_Nepos_TremissisNa het uitsterven van de Theodosiaanse dynastie werd het bestuur van het West-Romeinse rijk steeds chaotischer. De ooit zo machtige keizers waren met grote regelmaat niet meer dan een marionet van de opperbevelhebber en moesten lijdzaam toezien hoe hun rijk, verzwakt door al het interne geknok en de mede daardoor ingestorte economie, grote stukken land verloor aan allerlei invallers, terwijl ook veel interne bondgenoten of foederati zich steeds minder van het Romeinse gezag gingen aantrekken, een voorbeeld dat de paar overgebleven gouverneurs ook steeds meer volgden. De term “Val van Rome” is in deze context erg bekend, al is deze bij veel moderne wetenschappers niet erg populair. Dat komt vooral omdat de term een beeld oproept van een machtig Romeins rijk dat vrij abrupt ten onder gaat aan barbaarse plunderingen en de Grote Volksverhuizing. In feite waren de invallers niet zozeer volkeren maar krijgscoalities en waren de invallen zelf eerder het gevolg dan de oorzaak van de verzwakking. Maar bovenal ging enkel het West-Romeinse rijk ten onder en zelfs dat ligt op papier toch weer anders. Zelfs nadat in 476 de zogenaamde laatste keizer was afgezet, waren er nog altijd enkelen die de titel opeisten, zoals Julius Nepos.

Tarasicodissa als keizer Zeno. Zijn regering was niet geheel onbetwist, maar stabiliseerde uiteindelijk wel.
Tarasicodissa als keizer Zeno. Zijn regering was niet geheel onbetwist, maar stabiliseerde uiteindelijk wel.

Flavius Julius Nepos was waarschijnlijk rond 430 geboren, maar zijn afkomst is nogal troebel. Vaak gaat men ervan uit dat zijn vader generaal Nepotianus was, die voor keizer Majorianus actief was in Gallië en Spanje. Nepos’ moeder, wier naam wij niet kennen, was de zuster van Marcellinus, de bevelhebber van Dalmatia onder Leo I, die in 454 in opstand was gekomen tegen Valentinianus III. Daar Julius Nepos getrouwd was met de nicht van Leo I zou dit zijn naam kunnen verklaren, want nepos betekent “neef”. Waarschijnlijk was deze familieband de reden voor Leo om Nepos in 473 tot keizer van het West-Romeinse rijk te benoemen. Leo was het er niet mee eens dat de westelijke magister militum Gundobad ene Glycerius op de troon had gezet en beschouwde zichzelf als bevoegd om te bepalen wie er op de westelijke troon kwam. Nepos was op dat moment gouverneur van Dalmatia, zoals zijn oom voor hem geweest was. Het gebied viel officieel nog onder het westen, maar was in de praktijk min of meer onafhankelijk, waarbij de invloed uit Constantinopel eigenlijk groter was. Vanuit dat gebied was het gemakkelijk om Italië snel te bereiken, al lijkt Nepos dit toch via zee te hebben willen doen. Zijn vertrek werd dan ook enige maanden uitgesteld, tot de havens weer open waren. Toen Julius Nepos in 474 Ravenna bereikte, waar Glycerius resideerde, was Leo I al overleden en was hij opgevolgd door zijn kleinzoon Leo II. Omdat deze pas 7 jaar was, werd zijn vader Tarasicodissa op 9 februari gekroond tot keizer Zeno. Glycerius trad in elk geval zonder wapengekletter af ten gunste van Nepos, waarna deze hem wegstuurde naar de Dalmatische hoofdstad Salona (tegenwoordig een ruïne nabij Solin, in Kroatië), waar hij de bisschopszetel toegewezen kreeg.

De Romeinse wereld rond het jaar 475. De paarse gebieden vielen onder Romeinse controle en formeel onder de West-Romeinse keizer. Maar dat laatste was niet meer dan formeel.
De Romeinse wereld rond het jaar 475. De paarse gebieden vielen onder Romeinse controle en formeel onder de West-Romeinse keizer. Maar dat laatste was niet meer dan formeel.

Alles weer rust en vrede? Nou, vergeet het maar! Allereerst was het West-Romeinse rijk op dit moment niet meer dan een schaduw van wat het ooit was, afgekloven door alle Germaanse koninkrijken die zich erin en erom gevormd hadden en uitgehold door alle interne problemen. Na Afrika, Brittannia en het Iberisch Schiereiland, waren er ook steeds meer Gallische gebieden aan de Romeinse controle ontworsteld door het sterkere plaatselijke bestuur van onder andere de Franken en Bourgonden. Ook Sardinië en Corsica gingen verloren, zodat de Romeinse controle ophield bij Italië, Sicilië, de Alpenlanden, Dalmatië en het noorden van Gallië. Maar ook hier bedriegt de schijn. Zoals gezegd was Dalmatië in de praktijk onafhankelijk van het keizerlijk gezag en het noorden van Gallië, afgesneden van de rest van het West-Romeinse rijk, begon ook steeds meer op een eigen staatje te lijken, nadat Aegidius in 461 het keizerschap van Libius Severus niet erkend had. Hoewel hij in 464 verslagen en gedood werd nam Aegidius’ zoon Syagrius gewoon zijn positie in, die vanuit Novidunum (Soissons) zijn eigen rijkje regeerde.

De Balkan in de 5e eeuw, met in het blauw Dalmatia, waar Julius Nepos controle behield, net als zijn oom voor hem.
De Balkan in de 5e eeuw, met in het blauw Dalmatia, waar Julius Nepos controle behield, net als zijn oom voor hem.

Julius Nepos had dus op zijn beurt een sterke en betrouwbare opperbevelhebber nodig om zijn macht te consolideren. Alleen als dat lukte kon hij eventueel weer controle krijgen over de afvallige gebieden. Gundobad, die in deze functie niet betrouwbaar zou zijn geweest, was inmiddels teruggekeerd naar Gallië waar hij zijn overleden vader opvolgde als koning der Bourgondiërs. Of zijn vertrek daadwerkelijk met de komst van Nepos samenhangt is niet geheel duidelijk, maar in elk geval bleef Gundobad koning tot zijn overlijden in 516. Julius Nepos nam derhalve een nieuwe magister militum in de persoon van Orestes, een Romeinse aristocraat uit Pannonia, waarschijnlijk met Germaanse voorouders. Toen Pannonia in handen van de Hunnen was gekomen, was Orestes aan het hof van hun koning Attila gaan werken en daar opgeklommen tot secretaris, waarbij hij in 449 naar Constantinopel was gestuurd als gezant. Een bekwaam man die zijn sporen wel verdiend had dus. Maar ook een ambitieuze. Eenmaal in Ravenna nam Orestes leiding van de foederati en slaagde op 28 augustus 475 erin een staatsgreep te plegen. Julius Nepos trof hetzelfde lot als zijn voorganger: zonder gevecht werd hij afgezet en naar Dalmatië gestuurd. Maar Orestes begreep dat hij niet zelf op de troon plaats kon nemen. Wellicht had hij geleerd van het nieuws uit Constantinopel waar Zeno, die na het overlijden van Leo II in november 474 de enige keizer was geworden, vanwege zijn als barbaars beschouwde komaf niet populair was geworden bij Senaat en elite. Zijn schoonmoeder Verina had zich tegen hem gekeerd en zijn zwager Basiliscus was in opstand gekomen, zodat Zeno in januari 475 naar zijn geboorteland Isauria was gevlucht, waarna Basiliscus zichzelf tot keizer had uitgeroepen. Orestes, die vanwege zijn komaf of carrière niet als goede Romein werd beschouwd, had geen zin om dezelfde problemen te krijgen en zoontje Romulus op de troon op 30 oktober.

Keizer Romulus, die ironisch genoeg zijn naam deelt met de legendarische eerste koning van Rome. Ironisch omdat hij traditioneel als de laatste westelijke keizer beschouwd wordt (maar niet geheel terecht).
Keizer Romulus, die ironisch genoeg zijn naam deelt met de legendarische eerste koning van Rome. Ironisch omdat hij traditioneel (maar niet geheel terecht) als de laatste westelijke keizer beschouwd wordt.

Romulus was vermoedelijk in het jaar 461 geboren en was bij zijn aanstelling dus nog minderjarig. Vandaar dat zijn keizerlijke naam Romulus Augustus door de historici is veranderd in Romulus Augustulus, waarbij de laatste naam een verkleinwoord is en dus zoveel betekent als “keizertje”. Zowel Zeno als Basiliscus erkenden de kind-keizer niet, maar konden vanwege hun burgeroorlog nog niets tegen hem beginnen. In hun ogen was Julius Nepos echter nog steeds de rechtmatige keizer en hij regeerde zo goed en zo kwaad als het ging Dalmatië, waarschijnlijk vanuit Salona, waar hij Glycerius vermoedelijk weer ontmoette. Ook ontving hij hier nog de nodige tributen van buiten Italië, wat impliceert dat menig bestuurder hem nog als keizer erkende. Orestes kon in elk geval in alle rust Italië besturen… dacht hij. Voor de machtsovername had hij namelijk op handige wijze gebruik gemaakt van Germaanse huurlingen, met name de Skyriërs en de Herulen. Hij had hen van tevoren een derde beloofd van het land in Italië als beloning, maar ging nu niet op hun eisen in. Het resultaat was een opstand onder leiding van de geheimzinnige Odoaker.

Romulus Augustulus treedt af ten overstaan van Odoaker, hier afgebeeld als een stereotype Wagneriaanse Germaan.
Romulus Augustulus treedt af ten overstaan van Odoaker, hier afgebeeld als een stereotype Wagneriaanse Germaan.

Odoakers vermoedelijke geboortejaar was 433. Over zijn etnische komaf weten we nog veel minder. Vaak ging men ervan uit dat hij een Germaan was, wellicht een Skyriër, Rugiër of Heruul, maar moderne historici zijn hier niet zo zeker van. Het beeld dat veel mensen van Odoaker hebben is sowieso onjuist, daar de popcultuur hem vaak neerzet als een woeste barbaar die met zijn krijgers Italië binnenvalt en Rome verwoest. In feite was Odoaker een officier in het Romeinse leger, als dan niet als buitenlandse huurling. Volgens Johannes van Antiochië was hij in dienst bij Ricimer en volgens Procopius zelfs lid van de keizerlijke lijfwacht. Er was immers geen sprake van een inval, maar van een opstand van de Germaanse huurlingen in het Romeinse leger. De opstandelingen riepen Odoaker op 23 augustus 476 uit tot hun leider of zelfs koning en begonnen muitend en plunderend door het noorden van Italië te trekken. Orestes vluchtte naar Ticinum (Pavia) waar de bisschop hem asiel gaf, maar wist op het nippertje te ontkomen toen Odoakers mannen de stad binnendrongen. In de tussentijd wist hij echter zijn troepen (of wat daar nog van over was) te verzamelen om slag te leveren. Orestes bleek als veldheer onervaren en zijn soldaten waren slecht voorbereid, zodat zij werden weggevaagd. De verslagen bevelhebber werd op 28 augustus geëxecuteerd. Niet veel later bereikten de muiters Ravenna. Odoaker dwong Romulus tot aftreden op 4 september. Tegen die tijd had Zeno Constantinopel ingenomen en Odoaker stuurde de keizerlijke regalia dan ook naar het oosten met het verzoek een einde te maken aan de tweedeling van oost en west en Odoaker tot gouverneur en opperbevelhebber van Italië te benoemen. Een slimme zet, want zo kon hij Italië direct besturen. Romulus het keizertje mocht in Campanië gaan wonen en kreeg volgens sommige schrijvers zelfs een jaargeld van 6000 solidi. Hij moet hier rond 507 nog in leven zijn geweest.

Odoaker op een muntstuk uit Ravenna, ca. 477. Opvallend is zijn grote snor, die destijds als typisch barbaars gold.
Odoaker op een muntstuk uit Ravenna, ca. 477. Opvallend is zijn grote snor, die destijds als typisch barbaars gold.

Zeno was bereid om aan Odoakers verzoeken te voldoen en erkende hem als machthebber in Italië, maar wel met de nadrukkelijke eis dat Odoaker Julius Nepos als keizer zou moeten erkennen en zijn volmachten dus van hem moest ontvangen. Zodoende liet Odoaker munten slaan met de beeltenis van Nepos erop, als blijk van zijn erkenning van diens keizerschap. In de praktijk regeerde hij Italië gewoon zelf als zijn eigen koninkrijk en had Nepos er amper iets te vertellen. Odoaker versterkte in alle rust zijn positie en kreeg de Vandalenkoning Geiseric zo ver dat hij Sicilië afstond, waarna Geiseric in 477 overleed. Het zal ondertussen niemand verbazen dat Julius Nepos waarschijnlijk niet zo blij was met deze regeling. In 479 begon hij plannen te smeden om Italië weer in handen te krijgen. Odoaker moet echter ook lont geroken hebben, want in het voorjaar van 480 werd Julius Nepos in zijn villa doodgestoken. Mogelijk had Glycerius, die zijn kans op wraak gevonden had, hem verklikt. Het bewind werd na de moord waargenomen door een generaal genaamd Ovida, maar dat duurde niet lang. Odoaker wierp zich nu op als de rechtvaardige heerser die de moord kwam wreken en viel Dalmatië binnen. Daarbij was hij zo pienter om de Senaat een wat sterkere positie te geven, zodat er niemand zou terugverlangen naar het keizerschap. Glycerius werd op tactvolle wijze bisschop van Milaan gemaakt. Zijn macht was zo voldoende beveiligd en Odoaker aarzelde derhalve niet langer om zichzelf openlijk koning te noemen.

Het zogenaamde "Koninkrijk Soissons" waarover dux Syagrius nog steeds het bevel voerde tot 486.
Het zogenaamde “Koninkrijk Soissons” waarover dux Syagrius nog steeds het bevel voerde tot 486. Buitenstaanders noemden hem koning van de Romeinen.

Was hiermee nou de Romeinse tijd definitief ten einde? Nou, het Romeinse rijk als zodanig in elk geval niet. Zeno regeerde nog steeds in Constantinopel en had nog steeds directe controle over de oorspronkelijk oostelijke helft. Maar ook in Gallië bestuurde Syagrius nog steeds het Romeinse rompstaatje als dux (hertog of provinciaal bevelhebber), waarbij de omringende Germaanse koningen hem steeds vaker de “koning der Romeinen” noemden. Er was met het afzetten van Romulus Augustulus dan ook geen politieke aardverschuiving gekomen. Buiten Italië was de macht van West-Romeinse keizer in de loop van de 5e eeuw steeds verder afgekalfd, zodat het verdwijnen van het westelijke keizerschap tegen 476 of 480 eerder een bevestiging van de realiteit dan iets wereldschokkends was. De gewone man in gebieden als Spanje of de Rijndelta zal er in feite niets van gemerkt hebben. Wie beweert dat het Romeinse rijk in 476 ineens instort en ophoudt te bestaan, stelt de zaken dus niet goed voor. Ten eerste werd met Romulus Augustulus een volkomen machteloos heerser afgezet, die bovendien als tegenkeizer beschouwd kan worden, wat dus zou betekenen dat niet Romulus maar Julius Nepos de laatste West-Romeinse keizer is. Dat de historici dit in vroeger tijden anders zagen, lag wellicht aan het feit dat Nepos in ballingschap verkeerde en Italië nu in “barbaarse” handen was. Bovendien deelt keizertje Romulus zijn naam met de eerste koning van Rome, wat een romantische ironie oproept bij het idee dat hij de laatste keizer zou zijn. Maar zelfs als men het bestuur van Nepos doorrekent en Syagrius niet als keizer beschouwt, dan nog zou men kunnen betogen dat er sprake was van een West-Romeinse keizer, daar Zeno na de dood van Nepos formeel de algehele Romeinse keizer werd. Bovendien regeerde Zeno nog lang na de dood van Syagrius, die in 486 door de Frankische koning Clovis I verslagen werd, waarna de Visigotische koning Alarik II hem een jaar later uitleverde aan de Franken.

De Romeinse glorie herleeft! Justinianus de Grote herovert grote delen van het Middellandse Zeegebied in de 6e eeuw. Maar erg lang weet Constantinopel die macht niet te behouden.
De Romeinse glorie herleeft! Justinianus de Grote herovert grote delen van het Middellandse Zeegebied in de 6e eeuw. Maar erg lang weet Constantinopel die macht niet te behouden.

Met Odoaker liep het niet veel beter af. Nadat Zeno in 488 had afgerekend met de laatste opstanden en intriganten stuurde hij de Ostrogotische koning Theodorik de Grote naar Italië. Odoaker had teveel praatjes gekregen en werd niet langer als betrouwbaar gezien. De inval in Italië leidde in 493 tot een patstelling bij Ravenna, waarna beide koningen overeenkwamen het land samen te gaan regeren. Een list, want op 15 maart werd Odoaker tijdens een banket vermoord door Theodorik, waarna deze zijn eigen koninkrijk in Italië inrichtte, wat hij regeerde tot zijn dood in 526. Kort daarna leefde de oude Romeinse macht nog één keer op. Tussen 527 en 565 werd het (Oost-)Romeinse rijk geregeerd door Justinianus de Grote. Deze keizer heroverde Dalmatië, Italië, grote delen van Noord-Afrika en zelfs gebieden in Spanje. Het rijk der Vandalen werd vernietigd en ook de Ostrogoten moesten het onderspit delven. Toch was dit niet meer dan een tijdelijke opleving. Zijn beleid putte de schatkist uit en veel van het heroverd gebied ging niet lang na zijn dood (of zelfs al ervoor) weer verloren. Tijdens de oorlog met de Ostrogoten in Italië kwam er bovendien een derde partij om de hoek kijken in de vorm van de Franken. Clovis had grote delen van Gallië veroverd en na zijn dood was het koninkrijk opgesplitst tussen zijn zoons. Theudebert I, een kleinzoon van Clovis, liet door zijn bemoeienis in Italië en het slaan van munten met zijn eigen beeltenis merken dat hij de keizer in Constantinopel niet langer als zijn suzerein beschouwde. Hiermee eindigt dus de Romeinse invloed in het westen.

Constantijn XI Palaiologos, de laatste keizer van Byzantium en daarmee de laatste officiële Romeinse keizer, sneuvelde in 1453.
Constantijn XI Palaiologos, de laatste keizer van Byzantium en daarmee de laatste officiële Romeinse keizer, sneuvelde in 1453.

Toch bleef dat rijk in het oosten, dat zichzelf officieel nog steeds het Romeinse rijk noemde, nog lange tijd bestaan. Dat wij dit rijk het Byzantijnse rijk noemen, dient vooral om verwarring te voorkomen, daar de Romeinen veelal geassocieerd worden met de Oudheid en de cultuur van het overgebleven rijk overwegend Grieks en christelijk was. Voor het overgrote deel van zijn bestaan zou dit rijk echter vooral Griekse en Klein-Aziatische gebieden omvatten. De rest ging met vallen en opstaan. In 717 bezat het nog nauwelijks Griekse gebieden, met wat strategische territoria in en om Italië, maar in 1025 omvatte het weer vrijwel de gehele Balkan en in 1081 vooral Griekenland en Bulgarije. Het Byzantijnse rijk ging voor het eerst ten onder in 1204 toen de kruisvaarders Constantinopel veroverden en hun eigen Latijnse Keizerrijk stichtten, terwijl zich in ballingschap ook opvolgers aandeden in de vorm van Keizerrijk Nicea, Keizerrijk Trebizonde en het despotaat Epirus. De herovering van Constantinopel in 1261 door Nicea leidde tot de wederopstanding, maar net zoals met Rome was het niet meer dan een klein eiland omringt door vijanden. De komst van de Turken naar Klein-Azië en de Balkan maakte korte metten met de laatste resten van het Romeinse rijk. Constantinopel viel in 1453, toen de Ottomanen met hun kanonnen de Theodosiaanse muren verwoestten. Trebizonde volgde in 1461. De Ottomaanse sultans beschouwden zich sindsdien, tot hun val in 1922, als de opvolgers van het Byzantijnse rijk. De grootvorst van Moskou, Ivan IV, noemde zich vanaf 1547 tsaar van Rusland en claimde hiermee (als kleinzoon van een nicht van de laatste Byzantijnse keizer) ook opvolger te zijn van de Byzantijnen, waarbij Moskou het Derde Rome genoemd werd.

Een goed voorbeeld van translatio imperii: Karel de Grote op een munt uit 814 afgebeeld op een manier die aan een Romeinse keizer doet denken, compleet met lauwerkrans en de afkortingen voor Imperator Augustus.
Een goed voorbeeld van translatio imperii: Karel de Grote op een munt uit 814 afgebeeld op een manier die aan een Romeinse keizer doet denken, compleet met lauwerkrans en de afkortingen voor Imperator Augustus.

Dergelijke translatio imperii was vanaf 800 ook weer in het westen ontstaan toen de Frankische koning Karel de Grote door de paus tot Imperator Romanum gekroond werd (tot onvrede van Constantinopel). Door de splitsing van het Frankische rijk kwam de keizerskroon terecht bij de oostelijke, Duitse koning, wiens rijk dan ook het Heilige Roomse Rijk werd genoemd, wat in zijn laatste eeuwen volgens Voltaire niet heilig, niet Romeins en ook geen rijk was. Toch bleef er in West-Europa lange tijd maar één enkele keizer, als hoogste vorst van allemaal, een overblijfsel uit de Laat-Romeinse tijd waarin de Germaanse koningen werden geacht vazallen te zijn van de Romeinse keizer. Napoleon, dit het Heilige Roomse Rijk ontbond, kroonde zichzelf tot keizer der Fransen om de glorie van Karel de Grote over te nemen. De voormalige Duitse keizer reageerde door zijn landen tot Keizerrijk Oostenrijk te verheffen. En toen in 1870 het Duitse Keizerrijk werd opgericht, was dit nog altijd een federatie van meerdere staten, waaronder enkele koninkrijken.

In de educatieve strip Van Nul Tot Nu (door Thom Roep en Co Loerakker, 1982) zien we het beeld dat bijna iedereen bij het jaar 476 heeft: een brandend Rome, door woeste barbaren in puin gelegd, waarna hun beestachtige hoofdman de keizer afzet. Helaas moet dit beeld dus naar de prullenbak verwezen worden. (Nog afgezien van de anachronistische kostuums.)
In de educatieve strip Van Nul Tot Nu (door Thom Roep en Co Loerakker, 1982) zien we het beeld dat bijna iedereen bij het jaar 476 heeft: een brandend Rome, door woeste barbaren in puin gelegd, waarna hun beestachtige hoofdman de keizer afzet. Helaas moet dit beeld dus naar de prullenbak verwezen worden, zelfs als men Romulus Augustulus als laatste keizer zou beschouwen. (Nog afgezien van de anachronistische kostuums.)

Al deze “opvolgers” van het Romeinse keizerschap verdwenen echter één voor één, net als soortgelijke keizerstitels in Mexico, Brazilië en India. De Japanse monarch die wij keizer noemen, ontleent zijn titel niet aan het Romeinse keizerschap, het keizerschap dat in eerste instantie werd neergezet als een soort presidentschap. Toen betrof het een monarchale dictatuur waarbij vooral bestuurlijke bekwaamheid belangrijk werd geacht. Keizers die zich in die tijden meer autoritair of monarchaal hadden willen opstellen, waren gruwelijk aan hun einde gekomen, terwijl de meer bescheiden keizers vaak jaren leefden. De onrust na de dood van Commodus deed de militarisering van het rijk echter toenemen en daarmee ook van het keizerschap, dat zich niet kon veroorloven de steun van het leger te verliezen. Na de chaosperiode van de Soldatenkeizers had zich een meer monarchaal en theocratisch keizerschap aangedaan, met een keizer als levende god op Aarde. Maar ook een meer praktisch keizerschap waarbij het normaal was om meerder keizers tegelijk te hebben. De verzwakking van het West-Romeinse rijk door falende economie en onderlinge burgeroorlog maakten het keizerschap ook zwakker en kwetsbaarder, zeker toen er onbekwame zwakkelingen op de troon kwamen, zodat de laatste West-Romeinse keizers overschaduwd werden door hun opperbevelhebber, die bij het wegvallen van de keizer een nieuwe marionet op de troon plaatste. Het verdwijnen van het West-Romeinse keizerschap was daardoor geen wereldschokkende zaak meer. Toch bleef het idee van de keizer als hogere autoriteit aanwezig, tot in de wonderlijkste verhalen over machtige keizers die een sterrenrijk regeren. De titel blijft blijkbaar tot de verbeelding spreken, zeker in Romeinse stijl. Maar hiermee komen onze verslagen over de Romeinse keizers tot een eind.

Het einde van de Theodosiaanse dynastie: een stabiel oosten en chaotisch westen

avitusWaar waren we gebleven? De dood van keizer Honorius liet de westelijke troon vacant, waarna Iohannes deze innam. De oostelijke keizer Theodosius II liet het hier niet bij zitten en begon een oorlog om Honorius’ neefje Valentinianus de troon te bezorgen. Zo bleef de Theodosiaanse dyanstie aan de macht in beide rijkshelften. Maar de moeilijkheden in het westen zouden ernstig toenemen, terwijl het rijkere oosten, dat zijn defensie meer op orde had, veel minder ernstig zou lijden.

Buste van keizer Theodosius II. Hij was niet zo'n bekwame keizer als zijn naamgenoot.
Buste van keizer Theodosius II. Hij was niet zo’n bekwame keizer als zijn naamgenoot.

Theodosius II was geboren in 401 als zoon van keizer Arcadius. Al het jaar daarop had Arcadius hem mede-keizer gemaakt, zodat hij derhalve de jongste persoon aller tijden is die deze titel voerde. Hij werd daadwerkelijk keizer op zijn 7e, toen Arcadius in 408 overleed. Arcadius was een zwak bestuurder geweest die in zijn laatste levensjaren vooral afhankelijk was geweest van de Praetoriaanse Prefect Anthemius (wiens rang in deze periode te vergelijken valt met eerste minister). Anthemius was een bekwaam regent en trouw aan de dynastie. Hij overzag onder andere de constructie van de Theodosiaanse muren rondom Constantinopel. Toch werd Anthemius in 414 door Theodosius ontslagen, op aansturen van Pulcheria, de oudere zus van Theodosius. Pulcheria kreeg hierop de titel van Augusta en nam Anthemius’ plaats als regentes in. Zelfs toen Theodosius in 416 meerderjarig werd verklaard bleef haar invloed sterk. Onder de invloed van Pulcheria groeide Theodosius’ christelijke geloof, wat hem in 421 deed besluiten om een oorlog te beginnen tegen de Sassanidische Perzen, die christenen vervolgden. De oorlog eindigde echter in een patstelling en ondertussen bedreigden de Hunnen Constantinopel, zodat er in 422 vrede werd gesloten zonder wijzigingen in de status quo. Het was ook in 421 dat Theodosius trouwde met een Griekse vrouw genaamd Athenaïs, die na haar doop Aelia Eudocia heette, en in de Griekse kerk ook bekend staat als Sint-Eudocia.

Solidus van keizer Iohannes. Het oosten erkende hem niet, wat in de 5e eeuw wel voor meer westelijke keizers gold.
Solidus van keizer Iohannes. Het oosten erkende hem niet, wat in de 5e eeuw wel voor meer westelijke keizers gold.

Valentinianus III was in deze periode nog een kind. Op 2 juli 419 was hij geboren als zoon van Galla Placidia, de zuster van keizer Honorius, en Flavius Constantius, die later korte tijd de macht met Honorius had gedeeld als keizer Constantius III. Het keizerschap van Constantius werd in het oosten in eerste instantie niet erkend en op dezelfde manier had Constantinopel ook moeite met de benoeming van Valentinianus tot Nobelissimus, één van de allerhoogste titels in die tijd, in 421. Constantius zelf stierf dat jaar en waarschijnlijk was het in 423 dat Placidia met haar zoontje naar Constantinopel vluchtte. Als dit gebeurde voor de dood van Honorius kunnen de geruchten over diens incestueuze affectie voor Placidia een rol hebben gespeeld. Vond de vlucht hierna pas plaats, dan was het waarschijnlijk omdat Honorius’ minister Iohannes de macht had gegrepen. Het oosten ging in elk geval niet akkoord met deze machtswisseling, want Theodosius zag liever een familielid op de troon. Schoorvoetend erkende hij Constantius III postuum als keizer en benoemde Valentinianus tot Caesar van het westen op 23 oktober 425. Er volgde een oorlog tussen het oosten en het westen, waarbij Iohannes uiteindelijk verslagen werd, zodat Valentinianus een jaar na zijn benoeming tot Caesar officieel keizer van het westen gemaakt werd.

Flavius Aëtius kwam met de troonsbestijging van Valentinianus op een zeer hoge positie. Later werd hij de machtigste man van het rijk.
Flavius Aëtius kwam met de troonsbestijging van Valentinianus op een zeer hoge positie. Later werd hij de machtigste man van het West-Romeinse rijk.

Zolang Valentinianus niet meerderjarig was nam Placidia het regentschap waar. Verder moesten alle posten tactisch verdeeld worden. Flavius Felix werd benoemd tot magister militum van het West-Romeinse rijk. Diens rivaal, Flavius Aëtius, moest echter ook zoet worden gehouden en werd derhalve opperbevelhebber van Gallië gemaakt. Dat hij tot een hoop in staat was, was wel gebleken, want hij was destijds door Iohannes uitgezonden om hulp te halen bij de Hunnen, die hij in 425 had meegebracht naar Italië. Dat was te laat om Iohannes te hulp te komen, maar vooralsnog gevaarlijk genoeg om snel de onderhandelingen te openen. Dat de Hunnen gevaarlijk waren was algemeen bekend: het jaar daarvoor had Constantinopel hen voorlopig af weten te kopen door hen jaarlijks een schatting van 350 Romeinse ponden in goud te betalen. Het westen had zulke afspraken niet gemaakt en kon zich financieel ook minder veroorloven. Uiteindelijk kwam men echter in Ravenna overeen dat de Hunnen Italië en Pannonia Valeria zouden verlaten, wat een flink opluchting voor het westen moet zijn geweest. Felix kon zich nu in alle rust wijden aan het herstel van de verdedigingswerken aan de Donau. Het leek in die eerste vijf jaar weer wat de goede kant op te gaan voor Ravenna. Er werden namelijk ook nog enkele overwinningen behaald op de Visigoten en de Franken. Toch was het lang niet alleen rozengeur en maneschijn, want Spanje werd geteisterd door Vandalen, Alanen en Sueben, evenals door grote boerenopstanden.

11e-eeuws miniatuur waarop Theodosius II de relikwieën van de door hem gerehabiliteerde Johannes Chrysostomos ontvangt.
11e-eeuws miniatuur waarop Theodosius II de relikwieën van de door hem gerehabiliteerde Johannes Chrysostomos ontvangt.

In het oosten was er ondertussen maar weinig sprake van gewapende strijd en richtte Theodosius zich ook op meer religieuze en culturele zaken. In 425 richtte hij de Universiteit van Constantinopel op en in 429 stelde hij een commissie aan om alle wetten te verzamelen die sinds de regering van Constantijn de Grote waren vervaardigd. Pas in 438 zou deze Codex Theodosianus klaar zijn. Een meer lastige dobber had Theodosius aan een godsdienstige kwestie, namelijk de vraag of in Jezus God zelf als mens geboren was. Aanhangers van dit idee stonden erop om Maria Theotokos te noemen, wat zoveel betekent als “moeder van God” (letterlijk “zij die God baart”). Anderen zagen dit als ketterij. In 428 benoemde Theodosius de monnik Nestorius, die hij in Syrië had ontmoet, tot aartsbisschop van Constantinopel. Nestorius trachtte een compromis te vinden door te benadrukken dat Maria toch in elk geval moeder van Christus was en derhalve Christotokos genoemd kon worden. Hierop werd dit nestoriaans gedachtegoed ketterij genoemd en werd Nestorius ervan beschuldigd dat hij de goddelijke en menselijke aard van Jezus trachtte te scheiden, alsof er twee Christussen waren. In 431 belegde de keizer op verzoek van Nestorius dan ook het Eerste Concilie van Efeze. Hoewel Theodosius achter Nestorius stond, werd de aartsbisschop wegens ketterij verbannen en ging men akkoord met de titel van Theotokos. Toen het geschil jaren later echter opnieuw uitbrak belegde Theodosius een nieuw concilie in Efeze in 449. Hierbij werd de vergadering echter geïntimideerd door keizerlijke soldaten binnen te laten, waarop dit concilie ook wel bekendstaat als de Roverssynode.

Geiseric, koning der Vandalen en Alanen, afgebeeld op een siliqua.
Geiseric, koning der Vandalen en Alanen, afgebeeld op een zilveren siliqua.

Het westen kampte ondertussen met veel ernstigere politieke problemen. Felix was in botsing geraakt met Bonifacius, de opperbevelhebber van Africa. Bonifacius was door Felix van verraad beschuldigd, maar weigerde terug te keren naar Italië om terecht te staan. Nadat hij het leger van Felix versloeg, was deze te zwak om zich nog te verweren tegen zijn rivaal Aëtius, die zijn positie in 429 overnam. Het jaar daarop werd Felix vermoord. In dit politieke tumult speelde de oversteek van de Vandalen wellicht een rol: in 429 trokken zij onder hun koning Geiseric vanuit Spanje naar Mauretania Tingitana (huidig Marokko) wat zeer ernstige gevolgen had voor de West-Romeinse schatkist. Spanje en de Afrikaanse provincies waren de laatste paar eeuwen veel minder hard getroffen door allerlei invallen dan Gallië, zodat er nu een vrij rijk grondgebied verloren ging. Het gevolg was een stijgende belastingdruk, wat de economie meer kwaad dan goed deed. Ondertussen was de rest van Africa bovendien onder controle van Bonifacius de opstandeling. Deze slaagde er echter niet in om het leger dat Placidia gestuurd had te verslaan en zocht derhalve hulp bij de Vandalen, met wie hij overeenkwam om Africa te verdelen. Zodra dat nieuws het hof in Ravenna bereikte deed men er alles aan om de banden met Bonifacius te herstellen. Dat lukte en in 430 keerde Bonifacius zich weer tegen Geiseric. In 431 werden zijn legers echter verslagen door de Vandalen en kon Bonifacius niet anders dan vluchten naar Italië.

Het rijk der Hunnen rond het jaar 450. Grote aantallen Germanen waren onderworpen of vazal, terwijl het machtsbereik van de Hunnen tot binnen de Romeinse grenzen kwam.
Het rijk der Hunnen rond het jaar 450. Grote aantallen Germanen waren onderworpen of vazal, terwijl het machtsbereik van de Hunnen tot binnen de Romeinse grenzen kwam.

Aëtius had zich ondertussen niet zo populair gemaakt aan het hof, waar men erg bezorgd was over de enorme macht die hij in handen had. Vooral Placidia had hier erg veel moeite mee. In 431 werd Aëtius dan ook afgezet en vervangen door Bonifacius. Aëtius pikte dit niet en verzamelde zijn troepen om zijn machtspositie met geweld terug te veroveren. Bij Ravenna werd hij verslagen door Bonifacius, die echter zelf aan zijn verwondingen overleed. Aëtius sloeg op de vlucht naar zijn oude bondgenoten, de geduchte Hunnen. Die waren de laatste jaren wat minder gevaarlijk, door hun onderlinge verdeeldheid. De Hunnen waren altijd meer een verbond van volkeren dan een echte eenheid, wat nu handig was uitgebuit door de Romeinen. Maar uiteindelijk had ene Ruga of Rua rond deze tijd het Hunnenrijk weten te herenigen, zodat dit weer een realistische dreiging werd. In 433 werd de schatting die het Oost-Romeinse rijk betaalde al verdubbeld en in 434 wist Aëtius voor elkaar te krijgen dat de Hunnen, die inmiddels werden geregeerd door de broers Attila en Bleda, hem weer op zijn positie terug hielpen. Daarbij kregen de Hunnen Pannonia Savia toegewezen, een provincie midden op de Balkan en ruim binnen het rijk, zodat de dreiging eerder groter dan kleiner werd. Valentinianus en Placidia konden niet anders dan vrede sluiten met de Vandalen, die hun veroverd gebied in Africa mochten behouden in ruil voor een jaarlijkse schatting.

Solidus ter ere van het huwelijk tussen Valentinianus III en Licinia Eudoxia.
Solidus ter ere van het huwelijk tussen Valentinianus III en Licinia Eudoxia.

In 437 werd Valentinianus III meerderjarig en trouwde met Licinia Eudoxia, de dochter van Theodosius II, met wie hij al sinds jonge leeftijd verloofd was. Het regentschap van Placidia kwam ten einde, maar in feite lag alle macht nog altijd bij Aëtius. Aëtius focuste zich in deze woelige tijden vooral op het gemakkelijke bereikbare Gallië, waar de Visigoten in 439 toch weer een overwinning op de Romeinen behaalden. Desondanks behaalde Aëtius wel overwinningen op de Franken, Bourgonden, Sueben en de Bagaudae (boeren-opstandelingen). Aan de zaken in Africa was veel minder te doen. Geiseric had zich weinig aangetrokken van het vredesverdrag en veroverde steeds meer grond, tot in 439 ook Carthago viel. Een zeer ernstige zaak, want samen met de belastingopbrengsten van deze provincies ging hiermee ook een zeer belangrijke graanleverancier voor Rome ten onder. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was begonnen Vandaalse piratenvloten de Middellandse Zee en vooral Sicilië te teisteren.

In de loop der eeuwen waren de Vandalen, zoals wel meer Germanen, veel door het noorden van Europa getrokken. In de 5e eeuw trokken ze langs de Rijn en vielen Gallië binnen om daarna naar Spanje uit te wijken. Hun oversteek naar het tot dan toe kalmere Afrika was een ramp voor Rome.
In de loop der eeuwen waren de Vandalen, zoals wel meer Germanen, veel door het noorden van Europa getrokken. In de 5e eeuw trokken ze langs de Rijn en vielen Gallië binnen om daarna naar Spanje uit te wijken. Hun oversteek naar het tot dan toe kalmere Afrika was een ramp voor Rome.

Aëtius sloeg uiteindelijk de handen ineen met Theodosius II en beide Romeinse rijken stuurden troepen naar Sicilië in de hoop Carthago te ontzetten. Om dergelijk enorme legers te verzamelen was echter de oude fout gemaakt om hiervoor troepen van de grenzen weg te trekken, waar de Perzen en de Hunnen meteen dankbaar gebruik van maakten. Zo snel men kon werden de plannen voor Africa geschrapt en de troepen teruggestuurd. Het was wel duidelijk dat er niet veel aan de Vandalen te doen viel, zodat men wel moest onderhandelen. In ruil voor teruggave van Mauretania en Tripolitana zouden de Vandaalse veroveringen in 442 worden erkend. Opnieuw lapte Geiseric dit echter al snel aan zijn laars en veroverde Mauretania gewoon weer. Aëtius trachtte het conflict op een andere manier op te lossen, nu door middel van huwelijksdiplomatie. Hij probeerde Valentinianus zover te krijgen zijn dochter Eudocia te laten trouwen met Huneric, de zoon van Geiseric, die echter al getrouwd bleek met de dochter van de koning der Visigoten. Spanje raakte ondertussen steeds verder onder controle van de Sueben, zodat de belastingdruk van het West-Romeinse rijk steeds verder opliep. Zelfs de keizer moest nu inkomsten inleveren!

De beruchte Attila de Hun ging in 451 op oorlogspad tegen het West-Romeinse rijk. (De afbeelding is fantasie, want niemand weet hoe hij eruit zag.)
De beruchte Attila de Hun ging in 451 op oorlogspad tegen het West-Romeinse rijk. (De afbeelding is fantasie, want niemand weet hoe hij eruit zag.)

De Hunnen leken ondertussen niet te stuiten en in 443 vernietigden zij twee legers. De vrede kon alleen worden afgekocht onder zeer vernederende voorwaarden, waaronder een jaarlijkse schatting 2100 Romeinse ponden aan goud (ongeveer 687 kg.)! In 447 trokken de Hunnen echter alsnog plunderend over de Balkan, waarbij zij onder meer Serdica (Sofia) verwoestten en tot vlak aan Constantinopel oprukten. Intussen was de relatie tussen Attila en Aëtius bekoeld. Het overlijden van de Frankische koning Chlodio had namelijk meerdere pretendenten opgeleverd (in de Germaanse koninkrijken gingen kronen niet altijd simpelweg over van vader op oudste zoon) en Attila en Aëtius hadden beiden een andere kandidaat gesteund. Wellicht werd Attila ook omgekocht door Geiseric om zijn oude vriend niet langer te steunen, maar in ieder geval zat Attila te azen op een aanleiding om het West-Romeinse rijk aan te vallen. Die aanleiding kwam in 449 of 450, toen Valentinianus’ zuster Honoria tegen haar zin werd uitgehuwelijkt aan senator Bassus Herculanus. Honoria zag dit niet zitten en vroeg Attila om hulp door haar verlovingsring op te sturen. Attila interpreteerde dit als een aanzoek (al dan niet omdat hem dat goed uitkwam) en vroeg om het halve West-Romeinse rijk als bruidsschat. Toen dit uitkwam was het alleen de invloed van moeder Placidia die voorkwam dat Valentinianus zijn zuster ter dood bracht. Wel werd zij verbannen en schreef de keizer aan de Hunnenkoning dat dit huwelijksvoorstel totaal onwettig was.

Attila's verwoestende veldtocht door Gallië. Ook het tegenwoordige België was de klos.
Attila’s verwoestende veldtocht door Gallië. Ook het tegenwoordige België was de klos.

In 451 arriveerde er een heraut van Attila in Ravenna, met de boodschap dat Honoria geen blaam trof en dat de Hun zou nemen wat hem toekwam. Toen men niet op de eis inging viel hij Gallië binnen. Het Hunnenleger trok verwoestend van stad naar stad, terwijl Attila’s vazallen en bondgenoten door Belgica trokken en ook de Franken bevochten toen deze zich weigerden aan te sluiten. Slechts enkele steden, zoals Parijs, weerstonden beleg. Aëtius had echter zijn legers verzameld en de Visigoten en Bourgonden overgehaald om zich bij het verbond tegen de Hunnen aan te sluiten. Twee legers van tienduizenden manschappen troffen elkaar op de Catalaunische Velden op 20 juni 451. Het dodental is onbekend, maar het was zwaar genoeg om Attila over te halen te vertrekken. Toch gaf de Hun nog niet op. Het jaar daarop viel hij Italië binnen. Aquileia werd verwoest en ook Verona en Vincentia werden ingenomen. De vijand was gevaarlijk dicht bij Ravenna en het keizerlijk hof week derhalve uit naar Rome. Eigenlijk geen slimme zet, want Aëtius had geen troepen in Italië om Rome te verdedigen, zodat Valentinianus nu eigenlijk kwetsbaarder was. Maar er kwam hulp.

De ontmoeting tussen Leo de Grote en Attila. (Fresco door Raphael.) Volgens de legende zouden de heiligen Petrus en Paulus plotseling met getrokken zwaard boven paus Leo verschenen zijn, waarop de Hunnen zich in angst terugtrokken. Leo I is hier afgebeeld als portret van de toenmalige paus Leo X.
De ontmoeting tussen Leo de Grote en Attila. (Fresco door Raphael.) Volgens de legende zouden de heiligen Petrus en Paulus plotseling met getrokken zwaard boven paus Leo verschenen zijn, waarop de Hunnen zich in angst terugtrokken. Leo I is hier afgebeeld als portret van de toenmalige paus Leo X.

Theodosius was op het moment van de inval allang overleden. In 450 was hij na een val van zijn paard gestorven en omdat er geen zoon beschikbaar was, had de oostelijke opperbevelhebber Aspar een huwelijk geregeld tussen Pulcheria, die al jaren daarvoor door Theodosius was weggestuurd en sindsdien in een klooster leefde, en een zekere Flavius Marcianus. Marcianus, geboren in 392 in Thracië of Illyricum, was de zoon van een soldaat en een veteraan van Theodosius’ oorlog tegen de Perzen. Ook had hij enige tijd gevangen gezeten in Afrika bij de Vandalen. Aspar, zelf van Germaanse oorsprong, had voor elkaar gekregen dat zijn protegé tot senator verheven was. Als vertrouweling van Aspar was hij dus een geschikte kandidaat. Als keizer stopte hij vrijwel meteen met de betalingen aan Attila, wetende dat de Hunnen Constantinopel toch niet in konden nemen. Vandaar dat Attila zijn vijandschap voorlopig op het westen had gericht. Tijdens de veldtocht in Italië ontmoette Attila hier een gezantschap onder leiding van paus Leo I, om zich niet veel later terug te trekken. Dit leverde de paus de bijnaam Leo de Grote op, maar in werkelijkheid speelde er meer factoren mee dan alleen zijn pleidooi: er was nieuws gekomen dat Marcianus het rijk van de Hunnen zou aanvallen. Bovendien werd het leger van Attila geplaagd door ziekte. Attila schijnt zich hierna te hebben opgemaakt om het Oost-Romeinse rijk opnieuw te beoorlogen, maar zijn plotselinge dood in 453 voorkwam dit. Attila’s zoons gingen onderling ruziënd ten onder, zodat het rijk der Hunnen al snel uiteen viel.

Solidus van de Oost-Romeinse keizer Marcianus. Hij was de laatste Theodosiaanse keizer en eigenlijk alleen aangetrouwd.
Solidus van de Oost-Romeinse keizer Marcianus. Hij was de laatste Theodosiaanse keizer en eigenlijk alleen aangetrouwd.

Afgezien van deze gebeurtenis liet Marcianus zich weinig in met de zaken van het westen. Belangrijker vond hij het de financiën te hervormen en de oostgrens te verdedigen. Tijdens de veldtochten van Attila kwam hij in eerste instantie niet te hulp. Wel zijn er vermoedens dat Marcianus zich achter de schermen wel degelijk met het westen bezighield en een vinger in de pap had bij de dood van Attila. Desondanks greep Marcianus niet in toen het helemaal fout liep met het westen. Valentinianus maakte namelijk de fout om Aëtius uit te schakelen. Waarschijnlijk was hij al lange tijd niet op zijn gemak bij het idee dat de opperbevelhebber zoveel macht had en bovendien stond hij bloot aan de inblazingen van zijn kamerheer Heraclius (een eunuch) en senator Petronius Maximus, die een persoonlijke vijandschap had jegens Aëtius. Op 21 september 454 presenteerde Aëtius een financieel verslag aan de keizer, die echter plotseling overeind sprong en hem beschuldigde van dronkenschap en samenzwering. Ook gaf Valentinianus Aëtius de schuld van de huidige staat van het West-Romeinse rijk. Valentinianus trok zijn zwaard en stortte zich samen met Heraclius op Aëtius. De keizer pochte later dat hij er goed aan had gedaan om zijn generaal op deze manier op te ruimen. Een raadsman zou hierop geantwoord hebben dat de keizer zijn rechterhand had afgehakt met behulp van de linker.

Een solidus van Valentinianus III. Hij is nogal veroordeeld als een verwend kereltje dat amper in staat was te regeren en makkelijk onder invloed van anderen viel. Dat laatste werd zijn ondergang.
Een solidus van Valentinianus III. Hij is nogal veroordeeld als een verwend kereltje dat amper in staat was te regeren en makkelijk onder invloed van anderen viel. Dat laatste werd zijn ondergang.

Inderdaad was het geen slimme zet, maar dan vooral omdat de ambities van Petronius Maximus nu geen rem meer hadden. Maximus had gehoopt nu hogerop te komen en het opperbevel toegewezen te krijgen, maar Valentinianus had dit geweigerd, onder waarschuwingen van Heraclius. Bovendien koesterde Maximus wrok jegens de keizer, die zijn vrouw Lucina zou hebben verkracht. Volgens Johannes van Antiochië was de moord op Aëtius opgezet door Maximus zodat deze in alle rust wraak kon nemen op de keizer. Op 16 maart 455 reed Valentinianus over de Campus Martius en steeg af om boogschietoefeningen te gaan doen. Optelas en Thraustelas, twee Scythen die volgelingen van Aëtius waren geweest, sprongen plotseling op de keizer af. Optelas sloeg hem tegen de zijkant van het hoofd. Valentinianus was totaal verrast en draaide zich om, om zijn aanvaller te zien, waarna Optelas de genadeslag uitdeelde. Thraustelas maakte Heraclius ondertussen van kant. De volgende dag al werd Petronius Maximus, die de daders waarschijnlijk had betaald, uitgeroepen tot keizer van het westen, nadat hij hen een enorm donativum had beloofd. Zijn rivalen konden daar met geen mogelijkheid tegenop. Licinia Eudoxia, de weduwe van Valentinianus, werd door de schurk gedwongen tot een huwelijk.

De schurkachtige keizer Petronius Maximus maakte er zo'n puinhoop van dat hij het nog geen kwartaal volhield.
De schurkachtige keizer Petronius Maximus maakte er zo’n puinhoop van dat hij het nog geen kwartaal volhield.

Het hof in Constantinopel weigerde Maximus als keizer te erkennen. Om zijn positie derhalve te versterken benoemde Maximus ene Eparchius Avitus tot magister militum. Avitus was een Gallo-Romeinse edelman die zich onder Aëtius onder andere verdienstelijk had gemaakt als diplomaat, waarbij hij de Visigotische koning Theodorik I had overgehaald om zich aan te sluiten bij het verbond tegen Attila. Theodorik was inmiddels overleden en opgevolgd door zijn zoon, Theodorik II, met wie Avitus al eerder een ontmoeting had gehad in Toulouse. Derhalve werd Avitus nu naar Toulouse gestuurd om de steun van de Visigoten te winnen, terwijl het oude plan om prinses Eudocia uit te huwelijken aan Huneric werd geschrapt. Dit laatste was tegen het zere been van Geiseric, en toen Licinia in haar wanhoop zijn hof contacteerde had hij genoeg aanleiding om aan te vallen. Na slechts twee maanden keizerschap van Maximus kwam het nieuws dat de Vandalen en Alanen in aantocht waren, waarop een groot deel van de bevolking van Rome vluchtte. Maximus besefte dat het zonder de versterkingen van Avitus onmogelijk zou zijn om de hoofdstad te verdedigen en maakte zich op om te vluchten. Op 31 mei 455 reed hij de stad uit, verlaten door zijn lijfwacht en gevolg, welke in blinde paniek er al vandoor waren gegaan. Maximus bleek opnieuw dom te zijn geweest, want een woedende menigte sleurde hem van zijn paard en vermoordde hem, waarna zijn lijk in de Tiber gesmeten werd. Hij 78 dagen geregeerd.

De beruchte plundering van Rome duurde twee weken en zou de oorsprong van het woord vandalisme zijn. Toch had de schade veel erger kunnen zijn.
De beruchte plundering van Rome duurde twee weken en zou de oorsprong van het woord vandalisme zijn. Toch had de schade veel erger kunnen zijn.

Op 2 juni 455, drie dagen na de dood van Petronius Maximus, bereikte Geiseric Rome. Twee weken lang sloegen zij aan het plunderen, veel grondiger dan de Visigoten 45 jaar daarvoor hadden gedaan. Toch werd de stad niet verwoest: er vonden relatief zeer weinig brandstichtingen, verkrachtingen en moordpartijen plaats. Paus Leo had voor elkaar gekregen dat dit zo min mogelijk gebeurde. Wel roofden de Vandalen praktisch alles van waarde dat ze te pakken konden krijgen. Ook werden keizerin Licinia Eudoxia en haar dochters meegevoerd. Eudocia werd alsnog uitgehuwelijkt aan Huneric. Rome was kaalgeplukt en de troon was vacant. Maar in Toulouse riep Theodorik II op 9 juli Avitus tot keizer uit. Op 5 augustus volgde de erkenning door de Senaat, nog voor Avitus Rome bereikt had. Ook hij hield het niet lang vol. Zijn voorkeur voor Gallo-Romeinen zette kwaad bloed bij de Romeinse elite en de bevolking van Rome leed ernstig onder de gevolgen van de plundering en een havenblokkade door de Vandalen. Avitus moest zijn Visigotische lijfwacht al snel ontslaan onder druk van de publieke opinie en kon zijn lege schatkist alleen aanvullen door bronzen beelden om te smelten. In de herfst van 456 moest hij naar Gallië vluchten om troepen te verzamelen tegen een opstand die begonnen was door de Germaanse generaal Ricimer en Majorianus, de officier van de garde, die de Senaat hadden bewogen om Avitus af te zetten. Na een treffen bij Placentia (Piacenza) werd het leger van Avitus verslagen. Hij sleet zijn laatste dagen als bisschop van de stad, waarbij de bronnen elkaar tegenspreken over de omstandigheden van zijn dood. Majorianus besteeg de troon van het westen. De oostelijke keizer Marcianus, die zich buiten al dit tumult had gehouden, stierf in 457 aan gangreen. In tegenstelling tot Avitus en Petronius Maximus was hij een populaire keizer en hij ging ook beter de geschiedenisboeken in dan Theodosius II of Valentinianus III. Maar waarschijnlijk heeft hij vooral geluk gehad dat het oosten zoveel leed bespaard bleef.

Theodosius de Grote: de laatste eenwording

theodosiusDe komst van de Hunnen rond 370 was voor veel stammen en federaties in Oost-Europa een aanleiding om hun oude aanvallen op het verzwakte Romeinse rijk te vernieuwen. Rome was geen regeringszetel meer en het rijk werd geregeerd door meerdere keizers, waarvan de grootste militair echter in de chaos ten onder ging. Tot zich een nieuwe keizer aandeed die orde in de chaos wist te scheppen en nog heel even in zijn eentje het rijk regeerde, als allerlaatste. De keizer die het christendom staatsgodsdienst maakte. Theodosius de Grote. 

Theodosius maakte een aantal belangrijke stappen in zijn carrière op de Balkan. Moesia is geel omrand.
Theodosius maakte een aantal belangrijke stappen in zijn carrière op de Balkan. Moesia is geel omrand.

Flavius Theodosius werd geboren op 11 januari 347 in Gallaecia, de Romeine provincie die nu ongeveer samenvalt met Galicië. Hij droeg de naam van zijn vader, een militair en grootgrondbezitter, afkomstig uit een Niceens christelijke familie. Over de jeugd van Theodosius, wiens naam zoveel betekent als “door God gegeven”, is vooral bekend dat hij zich bezighield met historische studies. Daarna maakte hij militaire carrière tegen de invallende Germanen, mede dankzij zijn vader, aan wiens zijde hij in eerste instantie werkte, zoals in 368 toen de oude Theodosius naar Brittannia ging om het Romeins gebied aldaar te redden. In 370, toen zijn vader al magister equitum, opperbevelhebber van de cavalerie, nam de jonge Theodosius deel aan de oorlog tegen de Alemannen. Op de Balkan bestreed hij in 372 en 373 de invallende Sarmaten en kreeg hij uiteindelijk de aanstelling van dux (bevelhebber) over de provincie Moesia Superior. Waarschijnlijk was dit aan de invloed van vaderlief te danken, want in die tijd een gebruikelijke manier was om carrière te maken. Ook in 374 versloeg Theodosius de Sarmaten.

Aelia Flavia Flaccilla, de eerste vrouw van Theodosius. Ze werd maar 30 jaar oud. Ze stierf in 386, net als hun dochter Pulcheria.
Aelia Flavia Flaccilla, de eerste vrouw van Theodosius. Ze werd maar 30 jaar oud. Ze stierf in 386, net als hun dochter Pulcheria.

In 373 ging vader Theodosius naar Africa om hier een opstand neer te slaan. De opstand was uitgebroken door de grote ontevredenheid over de corruptie van de gouverneur Romanus. Toen Theodosius senior ook een onderzoek naar Romanus instelde, werd hij echter plotseling gearresteerd en begin 376 in Carthago ter dood gebracht. De reden voor deze veroordeling is niet duidelijk, maar mogelijk spelen politieke intriges na de dood van Valentinianus I, een paar maanden eerder, hier een rol in. Na de executie van zijn vader brak Theodosius in 376 abrupt zijn carrière af, al dan niet gedwongen, en trok zich terug op zijn landgoederen in Hispania. Daar trouwde hij met Aelia Flaccilla, met wie hij in 377 een zoon kreeg die Arcadius genoemd werd. Verder hield Theodosius zich in die tijd vooral bezig met het beheer van zijn landgoed. Het leek erop dat zijn rol in het leger was uitgespeeld. En toen gebeurde het… Op 9 augustus 378 werden de troepen van de oostelijke keizer Valens bij Adrianopel verpletterend verslagen door de Visigoten en hun bondgenoten. Met Valens ging twee derde van het inlandse leger ten onder, zodat de Romeinse Balkan open lag voor de Goten en alle anderen die het rijk in wilden. Alleen de snelle formatie van een burgermilitie wist te voorkomen dat Constantinopel gevaar liep.

Het Romeinse rijk was eind 4e eeuw opgedeeld in vier prefecturen, die elk weer waren opgedeeld in enkele diocesen.
Het Romeinse rijk was eind 4e eeuw opgedeeld in vier prefecturen, die elk weer waren opgedeeld in enkele diocesen.

De westelijke keizer Gratianus was militair onbekwaam en durfde de strijd niet aan. In plaats daarvan droeg hij de ervaren Theodosius op zijn wapenrusting uit de mottenballen te halen en de strijd aan te voeren, als opperbevelhebber van de Balkan. Opnieuw versloeg Theodosius daar de Sarmaten. Ergens rond die tijd werd hij uitgeroepen tot keizer van het oosten. De omstandigheden zijn onduidelijk: het is mogelijk dat Theodosius zichzelf tot keizer uitriep, maar in elk geval steunde Gratianus hem, ook omdat er geen betere kandidaat beschikbaar was. Er was nog wel een andere keizer in de vorm van zijn broertje Valentinianus II, maar dit was nog een kind en dus niet in staat om het woelige oosten te beheersen. Gratianus verhief Theodosius op 19 januari 379 tot Augustus, waarbij Theodosius echter wel ondergeschikt zou blijven aan de Valentiniaanse broers. Kort daarna kreeg Theodosius niet alleen de Balkan, maar ook de prefectuur van het Oosten toegewezen. Om strategische redenen vestigde de verse keizer zich in deze tijd nog in Thessaloniki, van waaruit hij het oostelijke leger kon hervormen. Het percentage barbaarse huurlingen werd verhoogd, al bleef het grootste deel van de troepen Romeins. Dat wilde niet zeggen dat de oorlog van een leien dakje ging. Hoewel zijn campagne tegen de Goten in 380 eerst goed verliep, leed Theodosius uiteindelijk een nederlaag. Hij vroeg hulp aan Gratianus, die zijn Frankische generaals Bauto en Flavius Arbogastes, alias Arbogast stuurde, waarbij Theodosius enkele Balkangebieden weer aan Gratianus overdroeg. Datzelfde jaar werd Theodosius ziek en vreesde voor zijn leven, zodat hij zich snel liet dopen.

Romeinse soldaat in de 4e eeuw. Wie herkent hier het stereotype legionair nog in?
Romeinse soldaat in de 4e eeuw. Wie herkent hier het stereotype legionair nog in?

Met veel moeite wist men in 382 een verdrag met de Visigoten van Fritigern te sluiten, waarna zij alsnog de status van foederati kregen, oftewel van in het rijk wonende bondgenoten die deel zouden nemen aan de grensbewaking. Zij zouden zich ten zuiden van de Donau vestigen. Een belangrijke opmerking bij dit zogenaamde Gotenvertrag, dat in de loop der eeuwen vaak als een keerpunt en ernstige misrekening is afgedaan, is dat er geen contemporaine bronnen voorhanden zijn, wat de vraag doet rijzen of er sprake is van een daadwerkelijk verdrag op papier. Hoewel de Goten nu in het rijk woonden werden hen nog wel bepaalde beperkingen opgelegd, zodat de militaire kracht van het rijk niet verzwakte. Het was ook de beste optie, want de Goten waren bijna onmogelijk nog te verdrijven. Theodosius ging regeren vanuit Constantinopel, dat nu definitief de hoofdstad van het oosten werd.

Keizer Magnus Maximus. Naar aanleiding van legenden uit Wales is hij als Britse koning opgenomen in Geoffrey van Monmouths Historia Regum Brittanniae.
Keizer Magnus Maximus. Naar aanleiding van legenden uit Wales is hij als Britse koning opgenomen in Geoffrey van Monmouths Historia Regum Brittanniae.

Als Theodosius’ keizerschap is ontstaan door een greep naar de macht is het wel opvallend dat Gratianus ermee akkoord ging, misschien omdat het de enige manier was om de Balkan weer onder controle te krijgen. Bovendien verbleef Gratianus in Gallië en was er waarschijnlijk ook een bestuurder in het oosten nodig. Maar in 383 deed een nieuwe pretendent zich aan, in de vorm van Magnus Maximus. Deze generaal was geboren in Spanje en was destijds met Theodosius’ vader naar Africa gegaan. Ook had hij in 376 aan de Donau gediend om oog te houden op de migratie van de Goten. Rond 380 was Maximus benoemd tot comes van Brittannia, waar hij de Scoten en de Picten versloeg. Dit maakte hem populair bij zijn troepen, die steeds minder tevreden waren over Gratianus. Dat Gratianus zich met Alanen omringde was ook tegen het zere been en in 383 werd Maximus door zijn soldaten tot keizer uitgeroepen. Hij viel Gallië binnen en zijn leger ontmoette dat van Gratianus bij Parijs. Toen bleek wel hoe impopulair de militair onkundige keizer was, want zijn eigen leger liep prompt over naar Maximus! Gratianus sloeg op de vlucht, maar men zette de achtervolging in en doodde hem in Lyon. Maximus beheerste nu Brittannia en Gallië, terwijl ook Hispania zich bij hem aansloot. Hij trok naar Trier, dat al eerder hoofdstad geweest was, en richtte hier zijn regering in, waarna hij voorbereidingen begon te maken om Italië binnen te vallen en ook af te rekenen met Valentinianus II. Bisschop Ambrosius van Milaan, die een sterke invloed had op Valentinianus, ging echter met Maximus onderhandelen, terwijl Bauto, die inmiddels magister militum (algeheel opperbevelhebber) was, de Alpenpassen versterkte. Men kwam uiteindelijk overeen dat alle partijen de status quo zouden erkennen. Waarschijnlijk had Maximus tevergeefs gehoopt dat Theodosius zich bij hem zou aansluiten, Maximus’ band met zijn vader indachtig. Theodosius benoemde zijn 6-jarig zoontje Arcadius echter tot medekeizer, waarmee hij aangaf dat hij van plan was zijn dynastie voort te zetten. Maximus reageerde door in 384 zijn zoontje ook tot keizer te benoemen.

Een belangrijke vertrouweling van Theodosius was Stilicho, hier op een tweeluik afgebeeld met zijn gezin.
Een belangrijke vertrouweling van Theodosius was Stilicho, hier op een tweeluik afgebeeld met zijn gezin.

Theodosius richtte zich in alle rust op het bestuur van zijn deel van het rijk. Hij bestreed de corruptie, maar slaagde er niet in om de bureaucratie volledig onder controle te krijgen. Een grote hervorming van economie of belasting kreeg hij er ook niet door. Toch werd een deel van de administratie wat efficiënter gemaakt. Om hier zo gemakkelijk mogelijk mensen voor te werven bevoordeelde hij de aristocratie, ongeacht godsdienst. Constantinopel maakte een grote bloei door, waarbij paleis en forum flink werden uitgebreid. Met oorlog hield hij zich in deze periode zo min mogelijk bezig. Ondanks zijn eerdere overwinningen nam hij geen erenaam zoals Gothicus aan. De vrede waarborgen voor zolang het duurde was hem blijkbaar liever. Waarschijnlijk was het in 387 dat hij tot een verdrag over Armenië kwam met de Sassaniden, waarbij slechts een vijfde deel van het land Romeins werd en de rest naar Perzië ging. Dat was slimmer dan het leek, omdat het de oostgrens toch meer veiligstelde. Dat jaar hertrouwde Theodosius, want zijn eerste vrouw was al in 385 overleden. Hij nam Flavia Galla, de zus van Valentinianus II, tot vrouw.

Replica van de schijf van Theodosius.
Replica van de schijf van Theodosius.

De vrede duurde niet eeuwig. Magnus Maximus kon blijkbaar toch niet overweg met de ongemakkelijke overeenkomst die hij met Valentinianus en Theodosius gesloten had en viel in het najaar van 387 alsnog Italië binnen. Valentinianus vluchtte naar Constantinopel, en Theodosius kon nu niet langer afwachten. In een grote veldslag bij de Sava werd het leger van Maximus verslagen en werd de tegenkeizer gevangengenomen, waarna hij ter dood gebracht werd. Hiermee ging de laatste machtige keizer van het westen ten onder. Valentinianus werd weliswaar weer op de troon gezet, maar Theodosius stuurde Arbogast naar het westen als magister militum, om het beleid waar te nemen. In 389 hield Theodosius een triomf in Rome, waar Valentinianus heel nadrukkelijk geen deel aan nam. In Rome trachtte Theodosius goede banden op te bouwen met de senatoriale kringen, want ondanks dat de raad buiten de stad vrijwel niets in te brengen had waren deze families nog erg belangrijk. Om hen te paaien deelde hij enkele benoemingen uit. Tot 390 bleef hij in Rome, daarna vertrok Theodosius naar Milaan, waar hij echter al snel in botsing kwam met Ambrosius.

Sint-Ambrosius en keizer Theodosius, door Anthoon van Dyck. De schilder werd niet gehinderd door kennis van historische klederdracht. De kleding van de keizer en zijn gevolg lijkt uit een eerdere periode, die van de bisschop en zijn gevolg van een veel latere.
Sint-Ambrosius en keizer Theodosius, door Anthoon van Dyck. De schilder werd niet gehinderd door kennis van historische klederdracht. De kleding van de keizer en zijn gevolg lijkt uit een eerdere periode, die van de bisschop en zijn gevolg van een veel latere.

Ambrosius had zich intensief met de regering van Gratianus en Valentinianus II bemoeid, wat voor Theodosius uiteindelijk een reden was om laatstgenoemde uit Milaan weg te zenden. Wellicht verklaart dat de spanning tussen keizer en bisschop, temeer daar Ambrosius niet aarzelde om Theodosius op de vingers te tikken. Daar was dan ook een reden voor. In 390 liep het in Thessaloniki ernstig mis nadat hier generaal Butherik vermoord was. De Gotische Butherik had een populaire wagenmenner ter dood gebracht nadat deze seksuele omgang met een schenker van Butherik zou hebben gehad. Butherik was hierop door woedende supporters vermoord en Theodosius dat Butheriks Gotische troepen opdracht gegeven de moordenaars te doden. De vergelding liep echter volledig uit de hand: volgens de overlevering werden er wel 7000 mensen gedood. Hoewel dat wel erg veel lijkt, staat vast dat er sprake was van een bloedbad. Ambrosius wierp hem dit voor de voeten en droeg hem op boete te doen. Zolang de keizer hier niet aan toe kwam zo hij uitgesloten worden van de eucharistie, het nuttigen van het heilig brood en de heilige wijn in de kerk. Theodosius nam de boetedoening echter zo deemoedig als hij kon op zich, precies zo dat zijn waardigheid neit werd aangetast. Dat gaf hem een behoorlijk aanzien onder de christelijke gemeenschap.

Reliëf aan de voet van de obelisk van Theodosius, in het hippodroom van Constantinopel waarop de keizer de eventuele winnaar een krans aanbiedt. De Olympische Spelen spaarde hij echter niet.
Reliëf aan de voet van de obelisk van Theodosius, in het hippodroom van Constantinopel waarop de keizer de eventuele winnaar een krans aanbiedt. De Olympische Spelen spaarde hij echter niet.

Theodosius was lange tijd tolerant gebleven ten opzichte van niet-christelijke ereplaatsen en cultussen, ook uit politieke overwegingen. Maar na de boetedoening veranderde zijn houding. Vanaf 392 verbood Theodosius alle heidense godsdiensten, evenals het uitoefenen van openbare ambten door heidenen. Het christendom werd staatsgodsdienst – het Niceense christendom dat geloofde in de Heilige Drieëenheid wel te verstaan, want in tegenstelling tot zijn voorgangers begunstigde Theodosius het Arianisme niet. Juridisch gezien kon voortaan zelfs het bezit van een klein huisaltaartje of godenbeeldje al tot de doodstraf leiden. In de praktijk pakte Theodosius echter de niet-Niceense christenen vooral erg hard aan, zoals de aanhangers van het Arianisme. Wel werden tal van tempels vernietigd of tot kerken omgedoopt. De jaarlijkse Olympische Spelen, die officieel ter ere van de Griekse oppergod Zeus werden gehouden en dus heidens waren, werden in 393 formeel afgeschaft. Formeel, want de spelen werden enerzijds al enkele jaren flink belemmerd door een toename in oorlogen op de Balkan, terwijl er anderzijds ook bewijs is gevonden dat bepaalde sporten ook na het verbod nog wel degelijk beoefend werden.

Eugenius, de laatste tegenkeizer van Theodosius.
Eugenius, de laatste tegenkeizer van Theodosius.

Misschien is die verandering te wijten aan de politiek van 392. Datzelfde jaar werd Valentinianus dood aangetroffen in zijn paleis in Vienne, waarbij het onduidelijk blijft of hij zichzelf had opgehangen of dat dit in scène is gezet door Arbogast, die in conflict met de jonge keizer gekomen was. Wel verzocht Arbogast Theodosius om een nieuwe keizer in het westen te benoemen. Toen Theodosius dit niet deed riep Arbogast een hofbeambte genaamd Eugenius uit tot keizer. De christelijke bisschoppen, onder leiding van Ambrosius, gingen niet met hem in zee, waarop Eugenius meer toenadering zocht tot de senatoren, die nog altijd grotendeels heidens waren. De sterke christelijke politiek valt hier dus uit te verklaren, mede omdat de heidense aristocratie in Rome er nog altijd voor lobbyde om de invloed van de christenen te verminderen, ondanks dat Eugenius zich totaal niet anti-christelijk opstelde. Ook deed Eugenius zijn best om door Theodosius erkend te worden, waarbij hij munten met de beeltenis van Theodosius liet slaan, in een poging deze als zijn meerdere te erkennen. Na enige bedenktijd ging Theodosius echter toch niet akkoord.

De obelisk van Theodosius in Istanboel. Van oorsprong was dit een obelisk van farao Toetmozes III (1481-1425 v. Chr.) die door Theodosius naar Constantinopel werd verplaatst.
De obelisk van Theodosius in Istanboel. Van oorsprong was dit een obelisk van farao Toetmozes III (1481-1425 v. Chr.) die door Theodosius naar het hippodroom van Constantinopel werd verplaatst.

Op 23 januari 393 stelde Theodosius zijn jongere zoon Honorius aan als keizer van het westen. Hij trok naar het westen met een groot leger, inclusief Gotische huurlingen en Theodosius’ speciale vertrouweling Stilicho. Begin september kwam het tot een treffen in de Vipava-vallei, in het tegenwoordige Slovenië. De overwinning van Theodosius werd nadien dan ook gezien als een overwinning van het christendom op het heidendom. Eugenius werd geëxecuteerd en Arbogast pleegde zelfmoord. Het West-Romeinse leger kreeg een klap die het nooit meer te boven zou komen. Door de overlevende troepen van Eugenius vergiffenis en een deel van de buit te bieden, in ruil voor hun trouw, wist Theodosius de politieke wonden echter te helen. Ook met de heidense elite in Rome wist hij zich te verzoenen door wat tactische ambten te verlenen. Zo werd hij de enige keizer in het Romeinse rijk, de eerste sinds jaren, maar ook de laatste van allemaal. Theodosius zelf stierf in 395 aan hartfalen. Het rijk werd, zoals zijn wens was geweest, verdeeld onder zijn zoons Honorius en Arcadius. Niemand zag aankomen dat dit een definitieve splitsing zou betekenen. Laat staan dat het niet het oosten, maar juist het westen was dat binnen een eeuw ten onder zou gaan.

Julianus Apostata: de laatste heidense keizer

JulianusII-antioch(360-363)-CNGNa het keizerschap van Constantijn de Grote was er definitief iets veranderd in de Romeinse godsdienst. Hoewel de Edicten van Nicomedia en Milaan vooral godsdienstvrijheid hadden gegarandeerd, had Constantijn uiteindelijk duidelijk partij voor het christendom gekozen, wat bleek uit zijn kerkenbouw en zijn bemoeienis met theologische geschillen. In feite werd het christendom nu bevoorrecht. Zijn zoons hadden die lijn voortgezet. Maar na de dood van Constantius II zou er toch nog één keizer zijn die zou proberen deze bevoorrechting te verbreken en het christelijk tij te keren. Vanwege zijn overstap van het christendom naar het oude polytheïsme werd hij ook wel Julianus de Afvallige genoemd, of Julianus Apostata.

Romeinse soldaten in de 4e eeuw worden gekenmerkt door hun ronde schilden en opvallend dekkende pantsers. Het beroemde platenharnas heeft dan allang afgedaan.
Romeinse soldaten in de 4e eeuw worden gekenmerkt door hun ronde schilden en opvallend dekkende pantsers. Het beroemde platenharnas heeft dan allang afgedaan. (Foto: Fectio.org.uk)

Flavius Claudius Julianus werd in 331 of 332 geboren in Constantinopel, mogelijk op 6 november. Zijn vader was Julius Constantius, de zoon van Constantius Chlorus en diens tweede vrouw Theodora. Julianus’ vader was dus een halfbroer van Constantijn de Grote. Vaderlief viel ten prooi aan de grootschalige reeks moorden in 337, toen het leger blijkbaar had besloten om de zoons van Constantijn keizer te maken en elke andere tak van de familie uit te roeien. In zijn latere werken zou Julianus Constantius II ervan beschuldigen het brein achter de moorden te zijn, hoewel dit onwaarschijnlijk lijkt. Interessante vermelding is dat Julianus ook beweert dat Constantius op latere leeftijd gekweld werd door gruwelijke schuldgevoelens. Julianus, die tijdens de moorden nog een kind was, werd wel gespaard en bracht het grootste deel van zijn jeugd door op het familielandgoed in Klein-Azië, waar hij werd opgevoed door zijn grootmoeder van moederskant, wier naam helaas vergeten is. Ook verkeerde hij onder het voogdijschap van de Ariaanse bisschop Eusebius van Nicomedia, die nog een raadsman van Constantijn was geweest. Na het overlijden van Eusebius in 342 werden Julianus en zijn oudere broer, Constantius Gallus, naar een landgoed in Cappadocia verbannen. Gallus werd in 351 tot Caesar benoemd door Constantius II en de verbanning werd opgeheven. Hierdoor kon Julianus zelf wat meer zijn gang gaan, zonder dat zijn broer continu op hem lette. Hij ging zich bezighouden met studies in letteren, Griekse cultuur en filosofie, onder meer in Milaan en Athene.

Al halverwege de 3e eeuw stond de stammencoalitie genaamd de Franken te popelen om het zuiden van ons land binnen te komen. Een eeuw later waren ze daarin geslaagd.
Al halverwege de 3e eeuw stond de stammencoalitie genaamd de Franken te popelen om het zuiden van ons land binnen te komen. Een eeuw later waren ze daarin geslaagd.

In 354 werd Gallus door keizer Constantius afgezet en later uiteindelijk ter dood gebracht: de keizer was gewoonweg te ontevreden over het eigenzinnige bestuur van zijn neef. In 355 stelde Constantius Julianus dan ook aan als zijn Caesar of onderkeizer. Hoewel Julianus met zijn vooral geletterde achtergrond aanvankelijk weinig zin had om zijn studies te verruilen voor het slagveld, aanvaardde hij de taak en bereidde zich zo snel hij kon voor op de politiek en het leiden van een leger. De jonge Caesar trouwde met Constantius’ jongste zuster Helena en kreeg het bevel over Gallië. Waarschijnlijk wilde Constantius hem na de slechte ervaringen met Gallus vooral als symbolisch leider voor het westelijk leger, wat door zijn bloedverwantschap sneller geaccepteerd zou worden. Julianus kreeg maar een klein gevolg mee en de plaatselijke ambtenaren zouden in de eerste plaats direct aan de keizer beantwoorden, terwijl Julianus vooral de militaire leiding op zich zou nemen. Daar kon hij vrijwel meteen mee beginnen, want terwijl hij nog onderweg was naar Gallië kwam hem het bericht ter ore dat de opstandige Salische Franken Keulen hadden ingenomen, gesterkt door oude soldaten van de vroegere tegenkeizer Magnentius. Constantius en Julianus vielen aan met twee legers, respectievelijk uit het oosten en westen en namen zo de vijand in de tang. In de zomer van 356 werd Keulen bevrijd, maar het was wel spannend geweest, daar Julianus een groot deel van de winter belegerd was geweest in Verdun, tot zijn generaal Marcellus hem ontzet had.

Maastricht was met haar brug over de Maas een zeer strategische plek in de Romeinse tijd. De inname ervan door de Franken kon niet worden geduld!
Maastricht was met haar brug over de Maas een zeer strategische plek in de Romeinse tijd. De inname ervan door de Franken kon niet worden geduld!

In 357 werd er een groot offensief geopend om de Rijn definitief terug te veroveren op de vijanden die de rivier waren overgestoken, zoals de Alemannen. Opnieuw spande het erom want doordat er tegelijkertijd met verschillende groepen moest worden gevochten, moest een groot offensief in het land van de Alemannen worden afgebroken. Het resultaat was blijkbaar een grote aanval van de Alemannen onder koning Chnodomarius, waarbij de Romeinen ver in de minderheid zouden zijn geweest en puur door strategie zouden hebben gewonnen. (De aantallen worden geheel in stijl nogal overdreven.) Uiteindelijk werd Chnodomarius verslagen en gevangengenomen, waarna hij naar Constantius II in Milaan werd gestuurd. Ammianus, die voor de veldslag het nogal overdreven aantal van 35.000 Alemannen noemt, nam aan de slag deel en beweert dat Julianus nu al zo’n inspirerende aanvoerder was dat zijn mannen hem tot Augustus uit wilden roepen, hetgeen de Caesar zelf zou hebben geweigerd. Julianus trok noordwaarts, stak met zijn troepen de Rijn over bij Mogontiacum (Mainz) en drong diep in Germania door, waar hij drie koninkrijken op de knieën dwong. Toen gebeurde er iets onverwachts. Severus, het hoofd van de ruiterij, was voor zijn terugtocht uit Keulen niet via Trier gereisd, maar had in plaats daarvan de hoofdweg tussen Keulen en Boulogne genomen, via Mosa Traiectum (Maastricht). Bij de Maas was hij tot zijn verrassing op een stuk of 600 lichtbewapende Franken gestuit, die door de oorlog in het verre Germania hun kans hadden geroken en het land rondom de Maas waren gaan plunderen. Toen ze hadden vernomen dat de Romeinen naderden waren de plunderaars snel omgekeerd, maar door de route van Severus was hen de pas afgesneden en verschansten zij zich in twee oude verlaten forten, waar Severus hen belegerde.

Kenmerkend voor Romeinse kleding in deze tijd zijn de lange, rijkelijk versierde tunica's, de mantels en de Dacische mutsen. Tot afschuw van de elite kwam de broek ook steeds meer in de mode. Het leger werd uitgerust met een Dacisch drakenvaandel.
Kenmerkend voor Romeinse kleding in deze tijd zijn de lange, rijkelijk versierde tunica’s, de mantels en de Dacische mutsen. Tot afschuw van de elite kwam de broek ook steeds meer in de mode. Het leger werd uitgerust met een Dacisch drakenvaandel. (Foto: Fectio.org.uk)

Toen Julianus hier van hoorde besloot hij niet naar het winterkwartier terug te keren, maar eerst de Franken een lesje te leren. Hij liet de belegerde vestingen met een wal omsluiten en zijn schepen over de Maas heen en weer varen, zodat die niet dicht zou vriezen en de Franken dus niet over het ijs konden ontsnappen. Eind januari gaven de belegerden zich over. Net op tijd, want er waren Frankische versterkingen onderweg, die omkeerden zodra ze van de nederlaag hoorden. Het was wel duidelijk dat de Franken op deze manier niet in het rijk gedoogd konden worden, dus trok Julianus in 358 naar Toxandrië, wat ongeveer samenvalt met het westen van Noord-Brabant. De Saliërs (een stam of groep uit het Frankisch verbond) waren hier gaan wonen rond 350, toen Magnentius de grensbewaking verwaarloosd had. Sindsdien trokken de Franken zich nog maar weinig aan van hun Romeinse suzerein en brachten de scheepvaart over de Rijn ernstig in gevaar. Julianus ging dan ook niet alleen zijn soldaten eropuit, maar stuurde ook zijn vloot, die hij met 400 nieuwe schepen had uitgebreid. Bij Tongeren stuitte hij op een Frankisch gezantschap, dat een vrede met behoud van de status quo voorstelde: terugkeer achter de Rijn zat er voor de Saliërs niet meer in. Na de onderhandelingen trok Julianus alsnog noordwaarts achter de gezanten aan: de Franken werden volkomen verrast en moesten zich uiteindelijk overgeven. Julianus erkende hen als officiële foederati (binnen het rijk wonende bondgenoten die bijdragen aan de grensbewaking) en stond hen toe in Toxandrië te blijven, wat waarschijnlijk de taalgrens ten zuiden daarvan verklaart.

De strip Apostata, van de Belgische tekenaar Ken Broeders, is een zeer uitgebreide hervertelling van het leven van Julianus.
De strip Apostata, van de Belgische tekenaar Ken Broeders, is een zeer uitgebreide hervertelling van het leven van Julianus.

Hiermee waren echter nog niet alle groepen die onder de Franken gerekend werden getemd, maar enkel de Saliërs. Meer naar het noorden woonden de Chamaven, die in de Vroege Keizertijd waarschijnlijk in de Achterhoek en Nedersaksen hadden gewoond, maar nu de Rijn overgestoken waren. Julianus’ bevel luidde dan ook om de Saliërs die van de Betuwe naar Toxandrië trokken met rust te laten, maar de Chamaven zo krachtig mogelijk te bevechten. De Chamaven waren echter niet van plan de Waal over te steken – zij wensten geen oorlog nu ze eindelijk heel Batavië in handen hadden – terwijl het voor Julianus ook te riskant was om dat te doen. De Chamaven hadden echter wel de gewoonte om overdag niet te vechten, maar wel ’s nachts op strooptocht te gaan. Julianus gaf hierop de Frankische bendeleider Charietto, die dezelfde methode gebruikte, toestemming om de Chamaven te beoorlogen. Zo werden de Chamaven naar de onderhandelingstafel gedwongen en stonden zij enkele hooggeplaatsten als gijzelaars af, waaronder hun eigen koningszoon Nebisgastus. In ruil voor schatting en hulptroepen mocht de stam tussen Rijn en Waal blijven wonen. Julianus herstelde enkele belangrijke forten aan de Maas en kon zich weer op de Alemannen richten. Het was één van de laatste keren dat een Romeinse keizer een veldtocht in ons land had geleid. Ook de tocht achter de Rijn werd een succes. De orde was nu grotendeels hersteld en de Rijn was ook weer veiliggesteld.

Sint-Maarten verlaat het leger (fresco van Simeone Martini). Sint-Maarten zou de heidense Julianus (in zijn tijd als Caesar) persoonlijk vertelt hebben dat hij het leger verliet omdat hij als christen geen mens wilde doden. Wellicht is dit bedoeld om Martinus (wiens diensttijd erop moet hebben gezeten) extra christelijk neer te zetten.
Sint-Maarten verlaat het leger (fresco van Simeone Martini). Sint-Maarten zou de heidense Julianus (in zijn tijd als Caesar) persoonlijk verteld hebben dat hij het leger verliet omdat hij als christen geen mens wilde doden. Wellicht is dit bedoeld om Martinus (wiens diensttijd erop moet hebben gezeten) extra christelijk neer te zetten.

Het succes van Julianus in Gallië en Germania werd door Constantius II waarschijnlijk met argusogen bekeken. De keizer had al eerder meegemaakt dat een ambitieuze onderkeizer door zijn succes meer erkenning en meer vrijheid begon te ambiëren. Bovendien leerde de geschiedenis hier natuurlijk ook genoeg over. Naarmate de jaren verstreken waren was Julianus zich inderdaad ook met het meer ambtelijke bestuur gaan bemoeien, evenals met de belasting en financiën. De prefect Florentius wilde bijvoorbeeld de belasting verhogen, terwijl Julianus dit niet zag zitten. Wellicht dat Constantius’ vrouw nog als een bemiddelaar tussen hem en Julianus optrad, maar toen zij in 360 overleed moeten de twee neven verder uit elkaar gegroeid zijn. Enige tijd daarvoor viel de Sassanidische koning Shapur II met zijn Perzen Mesopotamië bovendien binnen. Zelfs als Constantius niet wantrouwig zou zijn geweest, dan nog was het van uiterst belang dat er onmiddellijk versterkingen naar het oosten gestuurd werden. In februari 360 kreeg meer dan de helft van Julianus’ troepen het bevel (buiten Julianus zelf om!) naar het oosten te vertrekken. Julianus lijkt hier in eerste instantie mee akkoord te zijn gegaan, maar zijn soldaten hadden er blijkbaar geen trek in om hun leven zo ver van huis en familie te wagen. Om de zaak te sussen werd de soldaten beloofd dat zij hun gezin mee mochten nemen en sprak Julianus de manschappen toe in Parijs.

Julianus in Parijs tot keizer uitgeroepen. Het heffen op het schild zou een Germaans gebruik zijn, wat een groot aantal huurlingen in zijn leger doet vermoeden.
Julianus in Parijs tot keizer uitgeroepen. Het heffen op het schild zou een Germaans gebruik zijn, wat een groot aantal huurlingen in zijn leger doet vermoeden.

Die nacht kreeg het tafereel echter een heel andere wending. Het paleis werd door de soldaten bezet en Julianus werd uitgeroepen tot Augustus, waarbij hij op het schild geheven werd en werd getooid met de torque van een draconarius (drager van het laat-Romeins drakenvaandel). Hoewel Julianus de zaak altijd presenteerde als een initiatief van zijn manschappen, waar hij uit zelfbehoud mee akkoord had moeten gaan, vermoedt men tegenwoordig dat hij er gedeeltelijk zelf de hand in had. Julianus nam de verheffing in elk geval aan en vierde datzelfde jaar zijn vijfjarig verblijf in Gallië met grootse spelen. Tegen november liet hij zijn eigen munten slaan, waarop hij zichzelf openlijk Augustus noemde. Wel toonde een aantal van die munten hem nog met Constantius, al waren er ook zat munten waar alleen Julianus zelf op stond. Constantius zelf weigerde uiteraard de verheffing van Julianus te accepteren, maar had zijn handen helaas vol aan de oorlog met de Perzen. Derhalve kon Julianus zich in het voorjaar van 361 weer op de Germanen richten. Eerst kregen de Chattuarische Franken achter de Rijn klop, maar toen doken de Alemannen weer op. Julianus nam hun koning Vadomarius gevangen. Toen beweerde hij echter dat Vadomarius gemene zaak had gemaakt met Constantius, wat hij als aanleiding gebruikte om oostwaarts te trekken en een groot deel van de Balkan in te nemen. Later zou Julianus beweren dat dit enkel bedoeld was om Constantius bang te maken nadat deze hem tot publieke vijand verklaard had, terwijl Julianus zelf op een compromis zou hebben aangestuurd. Of dit nu waar is of niet, vaststaat dat het geschil op een burgeroorlog uit aan het lopen was. Troepen die Constantius trouw waren gebleven namen Aquileia in, in het noorden van Italië. Dit dreigde Julianus en zijn veldleger af te snijden van de rest van het westelijke leger, terwijl Constantius uit het oosten onderweg was. Alleen het overlijden van Constantius op 3 november voorkwam een volledige escalatie.

Solidus van Julianus. Zijn baard is opvallend daar deze al enkele decennia uit de mode was en dat ook nog een tijd zou blijven. Waarschijnlijk hoopte hij terug te grijpen op de Adoptiefkeizers die hij zo bewonderde.
Solidus van Julianus. Zijn baard is opvallend daar deze al enkele decennia uit de mode was en dat ook nog een tijd zou blijven. Waarschijnlijk hoopte hij terug te grijpen op de Adoptiefkeizers die hij zo bewonderde.

Julianus was als het laatste mannelijke familielid van Constantius ook zijn enige erfgenaam, dus lag volledige erkenning van zijn keizerschap nu voor de hand. Dat een stervende Constantius zijn neef alsnog tot zijn opvolger had benoemd is onwaarschijnlijk gezien hun slechte verhouding, al hield Julianus dit verhaal wel graag vol. Op 11 december 361 hield hij zijn intocht in Constantinopel en zijn eerste officiële daad was het regelen van Constantius’ begrafenis in de Apostelkerk, naast Constantijn de Grote. Waarschijnlijk was dit net zozeer een politieke zet als alle latere propaganda over zijn eigen leven: door Constantius netjes alle eer te bewijzen kon Julianus zijn eigen legitimiteit vergroten. Zijn regering zette zich echter duidelijk af van de andere Constantijnen. Onder invloed van de studies in zijn jonge jaren hechtte Julianus veel belang aan het neoplatonisme, waarbij hij vooral terug wilde grijpen op keizers als Hadrianus en Marcus Aurelius. Hoewel hij geen aanstalten maakte om de tetrarchie te herstellen, omschreef Julianus de ideale heerser wel als een eerste onder gelijken en trachtte hij juist geen absolute alleenheerser te zijn. Hij woonde regelmatig vergaderingen van de Senaat bij waar hij op opvallend actieve wijze deelnam aan redevoeringen. Daarnaast vergrootte hij de bevoegdheden van de stadsbesturen, om zo de keizerlijke bureaucratie in te perken en de zware belastingsystemen te zuiveren van corruptie. Ook aarzelde Julianus niet om Constantijn de Grote de huidige staat van het bestuur en de rijksadministratie te verwijten, waarbij hij het keizerlijk hof van de laatste keizers beschouwde als corrupt, inefficiënt en bovenal veel te duur. Duizenden overbodige ambtenaren en dienaren, grotendeels eunuchen, werden ontslagen. Ook werd het tribunaal van Chalcedon ingesteld om de corruptie te bevechten, waarbij meerdere hoge ambtenaren, zoals kamerheer Eusebius, ter dood veroordeeld werden.

"Julianus Apostata leidt een vergadering van sektariërs", door Edward Armitage, 1875. Julianus was een intellectueel man die tijdens zijn leven diverse teksten schreef. Niet alleen propagandistische en filosofische, maar ook polemieken en humoristische teksten.
“Julianus Apostata leidt een vergadering van sektariërs”, door Edward Armitage, 1875. Julianus was een intellectueel man die tijdens zijn leven diverse teksten schreef. Niet alleen propagandistische en filosofische: ook polemieken en humoristische teksten werden niet geschuwd.

Al na vijf maanden verliet Julianus Constantinopel en ging naar Antiochië, waar hij negen maanden zou blijven, misschien vanwege de aanwezige tempels en het naburige orakel. Dit orakel van Apollo lag in Daphne en lag oorspronkelijk bij een bron. Julianus had het plan deze bron weer te laten stromen, daar deze naar verluid werd geblokkeerd door het gebeente van een 3e-eeuwse bisschop. Julianus liet de botten prompt uit de tempel verwijderen, maar dat was een ernstige vergissing. De christenen in de omgeving waren hier absoluut niet blij mee en organiseerden grootschalige processies. Toen de tempel van het orakel kort daarna door brand verwoest werd stelde de keizer een streng onderzoek in en liet de belangrijkste kerk van Antiochië sluiten. Uiteindelijk bleek de brand gewoon een ongeluk, maar Julianus’ populariteit had er flink onder geleden. Tegelijkertijd trachtte hij een voedselprobleem in de stad aan te pakken, dat ontstaan was doordat kooplui enorme voorraden hamsterden en die tegen woekerprijzen verkochten. Omdat het stadsbestuur niet optrad had Julianus het volk toegesproken in de hoop dat de mensen zelf in actie zouden komen. Nu dit ook niet gebeurd was, greep de keizer direct in en stelde een graanprijs vast. Toen de landeigenaars hier niet mee akkoord gingen – zij zouden een slechte oogst hebben gehad en dus was een hogere prijs noodzakelijk – dwong Julianus hen de lage prijs aan te houden. Hoewel dat heel vriendelijk lijkt naar het gewone volk, werd Julianus’ nogal sobere stijl hem juist niet in dank afgenomen. De mensen waren een welhaast goddelijke monarch gewend, die ver boven hen stond. Julianus reageerde met een satire over zichzelf, getiteld Misopogon (“Baardenhater”, een verwijzing naar zijn allerminst modieuze baard).

Kaart van de veldtocht die Julianus in 363 tegen de Sassanidische koning Shapur II ondernam.
Kaart van de veldtocht die Julianus in 363 tegen de Sassanidische koning Shapur II ondernam.

Als keizer is Julianus’ meest beroemde eigenschap zijn terugkeer naar het “heidendom”. Hij wilde blijkbaar terug naar de oude glorie die het Romeinse rijk twee eeuwen daarvoor had gekend en meende dat het verlaten van de oude tradities een ernstige oorzaak van het verval was. De christenen, die onder de Constantijnen een bevoorrechte positie hadden gekregen, werden nu enigszins ingeperkt. Waarschijnlijk had Julianus dit geloof al sinds zijn jeugd verlaten, maar pas nu hij de onbetwiste keizer was kwam hij er openlijk voor uit, hetgeen zijn bijnaam Apostata, “de Afvallige”, verklaart. Toch vervolgde Julianus de christenen niet. In plaats daarvan trachtte hij de oude Romeinse tradities weer te bevoorrechten, maar hier tegelijkertijd wel een soort kerkelijke hiërarchie aan toe te voegen. Het christendom werd niet bestreden met geweld, maar door de verschillende partijen tegen elkaar uit te spelen. Verbannen ariaanse bisschoppen werden teruggeroepen en de joodse tempel in Jeruzalem mocht worden herbouwd (het Jodendom werd in deze tijd soms nog als concurrent van het christendom gezien). Het privilege dat christelijke priesters vrijstelde van belasting werd afgeschaft, terwijl christelijke leraren verboden werd om klassieke filosofie te onderwijzen, zodat het christendom zou verdwijnen uit de heersende klasse. Dit alles was niet zozeer bedoeld om het christendom te vernietigen, dan wel om de oude polytheïstische godsdienst in ere te herstellen. Julianus hield vast aan godsdienstvrijheid, hetgeen hij in een edict op 4 februari 362 bekrachtigde. waarbij hij echter een gelijkheid van religies benadrukte. Hoewel hij hiermee als lid van de Constantijnse dynastie een vreemde eend in de bijt lijkt, was het geen onlogisch besluit, daar het christendom nog lang geen meerderheid vormde.

Shapur II staat met de Perzische goden Mitra en Ahura Mazda op de gevallen Julianus. De veldtocht tegen de Sassaniden werd zijn ondergang.
Shapur II staat met de Perzische goden Mitra en Ahura Mazda op de gevallen Julianus. De overmoedige veldtocht tegen de Sassaniden werd zijn ondergang.

Julianus’ grootste probleem in zijn zoektocht naar erkenning als keizer was het leger in het oosten, dat buitengewoon loyaal was geweest aan Constantius. Zijn tribunaal was een poging geweest om hen mild te stemmen, maar had weinig opgeleverd en een overwinning op de Perzen zou in zijn ogen meer bereiken. Afgezien daarvan is er maar weinig duidelijkheid over de vraag waarom Julianus Perzië wilde binnenvallen. In elk geval vertrok hij op 5 maart 363 uit Antiochië. Gezantschappen van kleine buurlanden reden hem tegemoet om hun steun aan te bieden, maar om een of andere reden weigerde hij dit. Met behulp van 50 schepen was hij van plan de Eufraat over te steken, terwijl de Armenen en een andere tak van het Romeinse leger de Tigris moesten volgen, ten einde Julianus weer te ontmoeten bij Ctesiphon. Maar dichter bij de hoofdstad werd de opmars vertraagd, doordat de Perzen hun dijken doorstaken. Tegen half mei bereikten ze de stad, staken de Tigris over en wisten het aanwezige Perzisch leger te verslaan, maar Ctesiphon konden ze niet innemen. De stad was te goed verdedigd en de Romeinse strategie had geen duidelijk doel voor ogen. Aangezien Shapur met de hoofdmacht naderde haalden Julianus’ generaals hem over om de stad niet te belegeren. Hoewel de Romeinse versterkingen nog niet gearriveerd waren, ging Julianus er wel vanuit dat ze nog zouden komen en weigerde hij zijn verovering op te geven. In plaats daarvan liet hij de schepen vernietigen en trok oostwaarts. Dat was een misrekening. De Perzen kwamen dichterbij en vernietigden bovendien al het voedsel dat de Romeinen hadden kunnen confisqueren, terwijl elke vorm van terugtrekking niet mogelijk was omdat ze zich aan de verkeerde kant van de Tigris bevonden.

Koptisch Icoon waarop Julianus gedood wordt door Sint-Mercurius. Volgens een heiligenverhaal zou bisschop Basilius van Caesarea (Sint-Basilius) gevangen gezeten hebben en de heilige om hulp gesmeekt hebben.
Koptisch Icoon waarop Julianus gedood wordt door Sint-Mercurius. Volgens een heiligenverhaal zou bisschop Basilius van Caesarea (Sint-Basilius) gevangen gezeten hebben en de heilige om hulp gesmeekt hebben.

De Romeinen trachtten noordwaarts uit te wijken in de hoop de cliëntstaten die daar lagen te bereiken. Meerdere keren werden ze onderweg aangevallen door de Perzen. Op 26 juni 363 werd de colonne van Julianus zelf aangevallen. De aanval werd afgeslagen, maar de keizer wilde veel te haastig de achtervolging inzetten, waarbij hij zijn bepantsering achterliet. Daardoor werd hij door een speer in zijn zij geraakt, wat hem een ernstige verwonding opleverde aan zijn lever en darmen. De zwaar gewonde keizer werd zo snel mogelijk behandeld door zijn lijfarts, die alles deed wat hij kon om de wond te stelpen en schoon te maken. Maar na een ziekbed van drie dagen trad er een zeer ernstige bloeding op. Die nacht overleed keizer Julianus. Hij had nog geen 20 maanden geregeerd en was pas 31 jaar. Diverse schrijvers weten zijn dood later aan moord, al dan niet door christelijke soldaten of in opdracht van bisschop Basilius van Caesarea, maar dit lijkt allemaal erg onwaarschijnlijk. Wel was zijn dood abrupt, zonder dat er een opvolger klaar stond. Het is opvallend hoe Julianus veel misstanden aanpakte, maar toch vrij grillig lijkt te zijn geweest als het op bepaalde beslissingen aankwam en soms erg slecht vooruit plande. Julianus had op paradoxale wijze geregeerd, fanatiek en tolerant tegelijkertijd. Hij nam enerzijds meer zaken zelf in handen, maar gaf anderzijds ook meer bevoegdheden aan de lokale bestuurders. Hoe berucht hij in latere eeuwen ook werd vanwege zijn geloof, vaststaat dat Julianus eigenlijk een mild en rechtvaardig heerser was, die uitermate populair was bij zijn leger. Ook was hij een geletterd man die veel boeken schreef. De steeds christelijker wordende Romeinen deden hem nadien echter liever af als een gevaarlijke afvallige. Modernere auteurs zetten hem liever neer als een complex persoon, strijdend voor een verloren zaak.

Nikolaos Myriotis de Wonderdoener

sintHet is alweer bijna 5 december en alle drukte rondom het Sinerklaasfeest loopt weer hoog op. Het gebruik om in december, rond het begin van de winter, dergelijke festiviteiten met lekker eten en cadeautjes te hebben, komt in tal van landen voor. In veel landen is de rol van Sint-Nicolaas eigenlijk een gekerstende vorm van de rol die Wodan in dergelijke winter- en joelfeesten speelde. Maar Sint-Nicolaas heeft een oorsprong die teruggaat op legenden die in de Laat-Romeinse tijd spelen.

Wodan als aanvoerder van de Wilde Jacht. Na de kerstening in de middeleeuwen werd Wodan in deze folklore vervangen door heiligen als Sint-Maarten of Sint-Nicolaas. Ook ander goden en historische personen worden genoemd.
Wodan als aanvoerder van de Wilde Jacht. Na de kerstening in de middeleeuwen werd Wodan in deze folklore vervangen door heiligen als Sint-Maarten of Sint-Nicolaas. Ook andere goden en historische personen worden genoemd.

De media verspreiden veel verhalen over de historische en etnische afkomst van de Goede Sint, soms als pure fictie, dan weer als cultuurhistorische uitleg. Maar ook de laatste variant valt regelmatig ten prooi aan overhaaste conclusies, verkeerde verbanden en onnodige fouten. Laten we vooropstellen dat de Sinterklaas die we hier elk jaar zien weinig met de heilige te maken heeft. Zijn rol als ruiter met een witte baard en rode mantel is ongetwijfeld afgeleid van Wodan, die ook vaak gekenmerkt wordt door een witte staf (maar dan van hout) en het in de gaten houden van mensen. In december zou Wodan op stormachtige nachten aan het hoofd van de Wilde Jacht door het luchtruim galopperen, een rol die in de folklore op den duur ook aan Sint-Nicolaas werd toebedeeld. De Wilde Jacht zou vaak rond de zonnewende verschijnen en in landen als Slovenië, Oostenrijk en sommige delen van Duitsland verschijnt Sint-Nicolaas soms meer rond die periode, dus vlakbij de kerst. Dat de kerstman (Santa Claus) beïnvloed is door onze Sinterklaas, gecombineerd met de Britse Father Christmas, is vrij duidelijk. Maar wist u dat men vroeger in Amerika ook wel sprak van Saint Nick?

Sint-Nicolaas, omgeven door een aureool, verschijnt en redt een schip van de storm. In het Grieks wordt hij ook wel Nikolaos Thaumaturgos ("de wonderdoener") genoemd
Sint-Nicolaas, omgeven door een aureool, verschijnt en redt een schip van de storm. In het Grieks wordt hij ook wel Nikolaos Thaumaturgos (“de wonderdoener”) genoemd

Dan nu de heilige Nicolaas zelf, wiens naamdag overigens niet op 5 maar op 6 december (Sint-Nicolaasdag) valt. Erg veel zekerheid over het leven of zelfs het bestaan van Nicolaas van Myra is er niet, omdat bijna alle informatie uit middeleeuwse Vitae (levensverhalen van heiligen) afkomstig is. Daar kunnen dus tal van legenden en fouten ingeslopen zijn. Er is eigenlijk vrijwel geen historisch bewijs voor het bestaan van Sint-Nicolaas, wat voor de katholieke kerk reden was om hem als officiële heilige te schrappen toen men in de jaren ’60 grote schoonmaak hield. De geboortedatum van Sint-Nicolaas wordt zelfs in de Vitae niet genoemd, maar wordt ergens rond 270 of 280 geschat. Nikolaos of Nicolaas was de zoon van een rijk christelijk echtpaar en werd vernoemd naar zijn oom, de bisschop van een naburige gemeente. Hij zou geboren zijn in de stad Patara, in Lycië, wat hem de naam Nikolaos Patara opleverde. In tegenstelling tot wat veel mensen denken maakt zijn geboorteplaats hem niet Turks, althans niet in etnisch opzicht. De Turken begonnen pas vanaf 11e eeuw aan hun opmars in Klein-Azië, en de cultuur van Lycië was vooral Grieks, wat mogelijk ook gold voor de etniciteit van de bewoners. Turks waren zij in elk geval zeker (nog) niet. Verder informatie over de jeugd van Nikolaos zijn vooral legenden en wonderverhalen. Zo zou hij vlak na zijn geboorte al hebben kunnen staan (in een biddende houding met zijn handen naar de hemel) en geweigerd te hebben om melk te drinken op woensdag en vrijdag, de vastendagen. Dat zijn onvruchtbaar lijkende moeder nog op vrij late leeftijd een zoon kreeg, naar haar belofte dat die zich aan God zou wijten, is duidelijk een parallel met het verhaal van de profeet Samuel.

Russisch icoon met Sint-Nicolaas en gebeurtenissen uit zijn leven (Nationaal Museum, Stockholm). Op Russische iconen heeft Nicolaas een opvallend bruine huid. De beroemde mijter ontbreekt, want deze werd in zijn tijd nog niet gedragen.
Russisch icoon met Sint-Nicolaas en gebeurtenissen uit zijn leven (Nationaal Museum, Stockholm). Op Russische iconen heeft Nicolaas een opvallend bruine huid. De beroemde mijter ontbreekt, want deze werd in zijn tijd nog niet gedragen.

Volgens Simeon de Vertaler zou Nikolaos zich al op zijn 19e tot priester hebben laten wijden en diende hij al op jonge leeftijd als gevolmachtigde van zijn oom toen die op reis was naar Jeruzalem. Bij zijn eigen reizen naar het Heilige Land zou Nikolaos steeds weer na een kort verblijf zijn teruggeroepen door een engel, omdat zijn parochie in gevaar was. Dat er gevaar dreigde is niet geheel ondenkbaar, want gezien de periode waarin hij leefde moet hij de felle christenvervolgingen van de tetrarchie nog hebben meegemaakt. Daar kwam verandering in na het Edict van Nicomedia in 311, toen keizer Galerius de vervolgingen stopzette en een hoop strenge maatregelen herriep. In 313 werd dit gevolgd door het Edict van Milaan, waarin keizers Licinius en Constantijn de Grote godsdienstvrijheid in het hele rijk afkondigden. Uiteindelijk zouden de twee keizers alsnog uit elkaar groeien en elkaar meerdere keren beoorlogen, waarbij de oostelijke keizer Licinius steeds weer aan het kortste eind trok. Uit wraak op Constantijn, die duidelijk een christelijke positie innam, begon Licinius maatregelen te nemen die weer nadelig voor christenen waren, tot het in 324 tot een nieuwe botsing kwam en Constantijn alleenheerser werd.

Nicolaas valt Arius aan op het Concilie van Nicea. Volgens sommige versies van het verhaal kwam keizer Constantijn persoonlijk tussenbeide.
Nicolaas valt Arius aan op het Concilie van Nicea. Volgens sommige versies van het verhaal kwam keizer Constantijn persoonlijk tussenbeide.

Nu de dreigingen van buitenaf waren geneutraliseerd besloot Constantijn in 325 om de interne onrust binnen de kerk aan te pakken. Dit deed hij door middel van het Concilie van Nicea, een grote oecumenische bijeenkomst om onderlinge geschillen op te lossen. 318 bisschoppen namen er aan deel. Het grootste conflict ging over het Arianisme: de Alexandrijnse theoloog Arius verwierp namelijk de Heilig Drie-eenheid van het unitarisme en was van mening dat Christus en de Heilige Geest scheppingen van God de Vader moesten zijn. Misschien wel godgelijkend, hoger en heiliger dan al het andere, maar desalniettemin scheppingen. Daar de leer van Arius ook aanhang vond dreigde er nu een schisma. Volgens de legenden nam ook Nicolaas deel aan het Concilie van Nicea en was hij een zeer fel tegenstander van Arius, die hij zelfs geslagen zou hebben. Dat zou hem op gevangenschap hebben komen te staan, maar Maria zou hem volgens het verhaal bevrijd hebben, wat zowel zijn heiligheid als zijn gelijk zou bewijzen. In de zeer keurig bijgehouden verslagen van het concilie wordt echter niets over de vechtpartij teruggevonden en wordt Nicolaas op geen enkele manier vermeld. Het Arianisme werd in elk geval door het Concilie verworpen, ondanks dat het populair zou blijven en veel Germaanse koningen tot in de 7e eeuw ariaans zouden blijven.

16e eeuwe afbeelding van Sint-Nicolaas in Amsterdam, nog zonder baard maar wel met een anachronistische mijter. De Sint is beschermheilige van Amsterdam, die 4 Nicolaaskerken bevat.
16e-eeuwe afbeelding in Amsterdam van Sint-Nicolaas (nog zonder baard maar met mijter) en de drie kinderen. De Sint is beschermheilige van Amsterdam, die 4 Nicolaaskerken bevat.

Bisschop Nicolaas zou in 342 of 352 zijn overleden in Myra. In de 7e eeuw kwam de verering van hem als heilige zich steeds verder uit te breiden door Europa, waarbij tal van wonderverhalen de ronde deden. Nicolaas zou op wonderlijke wijze een storm tot bedaren hebben gebracht of drie vermoorde kinderen of studenten tot leven hebben gebracht. Door het op wonderbaarlijke wijze vermenigvuldigen van zakken graan zou hij Myra van de hongersnood hebben gered. Het verhaal van de drie arme meisjes zonder bruidsschat wordt nog altijd gezien als een oorsprong voor sommige Sinterklaas-gebruiken: Sint-Nicolaas werpt door de deur goudstukken naar binnen (het strooien) waarvan sommige misschien zelfs landen in schoenen. Op allerlei plekken in Europa verschenen Nicolaas-kerken, vooral in havensteden, daar hij als beschermer van de zeelui gold. Myra werd een bedevaartsoord, zelfs nadat een groep kooplui naar aanleiding van de steeds naderbij komende Turken de relieken in 1087 naar Bari, in Italië brachten. Ook daar staat een basiliek als bedevaartsoord. In orthodoxe kerken bekleedt Nicolaas tot op de dag van vandaag een hoge positie als heilige: in Rusland is hij de beschermheilige van handelaren. De katholieke kerk daarentegen schrapte Sint-Nicolaasdag in 1969 van de lijst met officiële naam- en feestdagen. Ook in Turkije wordt de christelijke heilige als een belangrijk deel van het cultureel erfgoed gezien, waarbij de regering al meerdere keren, tevergeefs, heeft gevraagd om teruggaven van de relieken. Sint-Nicolaasdag wordt nog gevierd in meerdere Europese en Noord-Amerikaanse landen. In Noord-Duitsland is het zetten van een schoen of laars op Sint-Nicolaasavond (5 december) nog heel gebruikelijk.