1 januari en de Romeinse kalender

kalender2De kalender die wij in de zgn. Westerse Wereld gebruiken, is tot op de dag van vandaag de Romeinse. Niet de jaartelling zelf, maar wel de indeling van het jaar in 12 maanden. En juist in dit nieuwe jaar is het wel eens interessant om toe te lichten hoe de indeling van onze kalender nou precies tot stand gekomen is.

De Fasti Capitolini. Fasti is de benaming voor een Romeinse kalender, maar ook voor bepaalde dagen (zie onder).
De Fasti Capitolini. Fasti is de benaming voor een Romeinse kalender, maar ook voor bepaalde dagen (zie onder).

Volgens de legende zou de Romeinse kalender zijn ingevoerd door niemand minder dan Romulus, de eerste koning van Rome. De kalender zou in die tijd maar 10 maanden hebben gehad, wat meteen verklaart waarom de maanden met een cijfer in hun naam niet corresponderen met hun nummer. Zoals sommige lezers wellicht weten is onze twaalfde maand, december, vernoemd naar het Latijnse cijfer tien, decem. Datzelfde geldt natuurlijk voor september, oktober en november. Ook de vijfde en zesde maand van de Romeinse kalender (onze zevende en achtste) hadden een genummerde naam: quintilis en sextilis. Zes van de tien oorspronkelijke maanden hadden 30 dagen: aprilis, iunius, sextilis, septembris, novembris en decembris. De overige vier maanden, martius, maius, quintilis en octobris hadden er 31. Een kleine rekensom vertelt ons dan ook dat het jaar 304 dagen had, wat aanzienlijk korter is dan ons moderne jaar. Daar staat tegenover dat de winterdagen tussen 31 december en 1 maart blijkbaar niet geteld werden. Uiteraard maakte dat de kalender (die door veel gewone mensen waarschijnlijk niet gebruikt werd) er niet overzichtelijker op.

De Romeinse kalender zou al zijn ingevoerd door de eerste koning, Romulus. Zijn opvolger Numa Pompilius bracht al wijzigingen aan.
De Romeinse kalender zou al zijn ingevoerd door de eerste koning, Romulus. Zijn opvolger Numa Pompilius bracht al wijzigingen aan.

De tweede koning, Numa Pompilius, zou dit hebben omgezet in 12 maanden door er ianuarius en februarius aan toe te voegen. Tegelijkertijd werd er van elke maand met 30 dagen een dag afgetrokken, want even getallen zouden volgens Romeins bijgeloof ongeluk brengen. Hierdoor waren er dus 51 winterdagen over die over januari en februari werden verdeeld: beide maanden kregen respectievelijk 29 en 28 dagen. Februari was dus korter om het restje op te vangen, maar gold bovendien als een sobere maand, waarvoor het ongeluksgetal wel toepasselijk was. Nu had de kalender dus 355 dagen. Dat dit aantal dagen niet helemaal klopt met omlooptijd van de Aarde om de zon (en dus met de zonnestanden die men destijds waarnam) is te wijten aan het feit dat het hier “maanmaanden” betrof: hun lengte correspondeerde zo ongeveer met het wassen van de maan. De Romeinse kalender was dus van oorsprong een maankalender.

De Romeinse kalender in Archeon, een reconstructie van de Fasti Antates Maiores, de enige teruggevonden republikeinse kalender.
De Romeinse kalender in Archeon, een reconstructie van de Fasti Antates Maiores, de enige teruggevonden republikeinse kalender.

Week- en dagnummers bestonden in die tijd nog niet. Toch was er een systeem om de dagen bij te houden, aan de hand van enkele maandelijkse rituelen. De eerste dag van de maand werd de Kalendae genoemd, de dag waarop de maand werd afgeroepen. Van oorsprong vielen deze dus op de nieuwe maan. Op de dag van de Kalendae riepen de pontifices, de Romeinse hogepriesters, de maand ritueel af en kondigden aan hoeveel dagen deze zou duren. Na een kort aantal dagen (7 dagen in maart, mei, juli en oktober, 5 dagen in de andere maanden) volgden de Nonae, die oorspronkelijk geacht werden te vallen op het eerste kwartier (eerste halve maan) maar op den duur eigenlijk gewoon 8 dagen voor de Idus vielen. De Idus viel oorspronkelijk dus op volle maan: op de maanden met 31 dagen viel hij op de 15e en in de andere maanden op de 13e. Wat de telling op grond van deze dagen betreft moet men zich overigens niet laten misleiden: er werd niet geteld vanaf de eerste dag van de maand! In plaats daarvan telde men hoeveel dagen het voor de volgende Kalendae, Idus of Nonae was. Men dateerde 15 maart dus als “de Idus van maart”, terwijl vier dagen daarvoor werden gedateerd als “vier dagen voor de Idus van maart”. Dagen na die Idus werden dan gedateerd als “zoveel dagen voor de Kalendae van april”. Dagen als zondag, maandag en dergelijke kwamen niet voor. Wel was er sprake van een soort acht dagen durende “marktweek”, op de kalender aangegeven met de letters A t/m H. De 9e dag gold als marktdag en omdat het aantal dagen in een jaar niet door 8 te delen was, werd er altijd gewoon doorgeteld. De marktdag kon in het ene jaar dus bijvoorbeeld op de A’s vallen en in een ander jaar op de F’s.  Verder waren veel dagen in het jaar aangeduid met een extra F. Dit waren de dies fasti, de dagen waarop recht gesproken mocht worden. Op de dies nefasti, aangeduid met N, waren rechtspraak en andere politieke activiteiten verboden. De dies comitialis, aangeduid met C, was de dag waarop de volksvergadering bijeenkwam.

Fragment van de Fasti Praenestini. De opeenvolgende letters geven de dagen van de marktweek aan.
Fragment van de Fasti Praenestini. De opeenvolgende letters geven de dagen van de marktweek aan.

Het systeem was hiermee natuurlijk nog lang niet volmaakt, nog afgezien van hoe ingewikkeld dergelijke datering is. Zoals gezegd was de kalender afgestemd op de maancyclus en liep hij daardoor niet gelijk met de zonnestanden. Een manier om dit op te lossen deed zich, net als bij ons, aan in de vorm van schrikkeljaren. Maar zoals wel duidelijk zal zijn loopt een maand van 355 dagen veel meer achter op de zonnestanden dan een jaar van 365 dagen. In plaats van een enkele schrikkeldag werd er dan ook om de zoveel tijd een soort schrikkelmaand ingevoerd, een intercalaris (de Romeinse schrijver Plutarchus noemt de maand Mercedonius). Deze extra maand werd om de zoveel tijd na februari ingevoerd, waarbij februari dan weer een dag of vier verloor. De lengte van de intercalaris zelf kon variëren, afhankelijk van over hoeveel dagen er een nieuwe maan zou zijn. Uiteraard maakte dat de kalender er niet ordelijker op. Het verliep te rommelig en zaaide teveel verwarring, maar bovendien was het de Pontifex Maximus die bepaalde of er wel of geen schrikkelmaand kwam. En hoewel dat in de praktijk meestal om het jaar gebeurde, kon de Pontifex, die in feite een Romeinse politicus was, er soms baat bij hebben om het jaar extra op te rekken in het belang van hemzelf of zijn bondgenoten. Julius Caesar kreeg bijvoorbeeld voor elkaar dat het derde jaar van zijn consulaat verlengd werd naar 445 dagen!

"Hoedt u voor de Idus van maart!" De datum werd legendarisch doordat Caesar op die dag in de Senaat vermoord werd. (Vincenzo Camuccini, "Morte di Cesare", 1798.)
“Hoedt u voor de Idus van maart!” De datum werd legendarisch doordat Caesar op die dag in de Senaat vermoord werd. (Vincenzo Camuccini, “Morte di Cesare”, 1798.)

Toch was het de alleenheerschappij van Julius Caesar die orde in de chaos schiep. Het was tegen die tijd al bekend dat een zonnejaar (de omlooptijd van de Aarde) 365¼ dag moest tellen. De Egyptische en Iraanse kalender kwamen daar al erg dicht bij in de buurt. Waarschijnlijk maakte Caesar in 48 v. Chr. in Egypte kennis met deze kalender, waar hij volgens de schrijver Lucanus zou hebben bekendgemaakt dat hij van plan was een nog veel betere kalender te maken. Zijn belangrijkste adviseur in dit project zou volgens Plutarchus Sosigenes van Alexandrië geweest zijn. Het verlengen van het jaar 46 v. Chr. (het jaar 708 Ab Urbe Condita, “vanaf de stichting van de stad”, de Romeinse jaartelling) paste uiteraard handig in dit project. Het zou het “laatste jaar van verwarring” geweest zijn. Zo kwam 1 januari uit op een datum die volgens de astronomen het meest klopte met hoe de kalender zou moeten lopen, en werd dit de eerste dag van het jaar volgens de officiële jaartelling. Het jaar kreeg 365 dagen, met elke vier jaar een schrikkeldag. Maart, mei, quintilis, september, november en januari kregen 31 dagen, de rest 30. Uitzondering bleef februari, dat nu 28 dagen telde en de eventuele schrikkeldag. De marktweek werd van 8 naar 7 dagen ingekort (waarna Constantijn de Grote er in 321 de moderne week van maakte). Dit was de Juliaanse kalender.

De gekke keizer Commodus wilde alle maanden in het jaar naar zichzelf vernoemen. Hij nam hier zelfs twaalf nieuwe namen voor aan.
De gekke keizer Commodus wilde alle maanden in het jaar naar zichzelf vernoemen. Hij nam hier zelfs twaalf nieuwe namen voor aan.

Ironisch genoeg stierf Caesar zelf op een gemakkelijk te onthouden datum van de Romeinse kalender: hij werd op de Idus van maart 710 AUC (15 maart 44 v. Chr.) vermoord in de Senaatsvergadering. Nog hetzelfde jaar werd de maand quintilis omgedoopt tot Iulius, oftewel juli, naar de geslachtsnaam van de dictator. Dat sextilis in 8 na Chr. werd hernoemd naar keizer Augustus zou volgens sommige wetenschappers te maken hebben met een laatste hervorming: het schrikkeljaar zou door een misverstand in eerste instantie niet op het vierde maar op het derde jaar geplaatst zijn, wat keizer Augustus in 4 na Chr. zou hebben laten verhelpen. De vernoeming naar Augustus verklaart in elk geval wel waarom zowel juli als augustus 31 dagen hebben: Augustus kon qua aantal dagen uiteraard niet onderdoen voor Julius Caesar, laat staan een ongelukkig even aantal dagen hebben. Dat hij hiervoor de een dag van het 29 dagen tellende februari zou hebben afgehaald is een bekend verhaal, maar dit is zeer onwaarschijnlijk. De maand telde al 28 dagen onder Numa Pompilius. Wel werden de maanden na augustus in volgorde van 30 en 31 dagen aangepast. Men had uiteraard ook een andere maand kunnen kiezen, maar volgens Macrobius koos men de maand sextilis omdat Augustus in deze maand grote overwinningen op zijn tegenstanders had behaald. Verder zijn er nooit meer maanden naar Romeinse keizers vernoemd of zijn de vernoemingen nooit in stand gebleven. Nero probeerde in 65 na Chr. de maanden april, mei en juni respectievelijk Neroneus, Claudius en Germanicus te noemen, allemaal naar hemzelf. Ook keizer Domitianus trachtte maanden naar zichzelf te noemen, waarbij september Germanicus en oktober Domitianus zou worden. Tiberius en Antoninus Pius wezen allebei het aanbod om de maand september naar zich vernoemd te krijgen zelfs af. De megalomane keizer Commodus nam zelfs twaalf nieuwe namen aan, met het bizarre plan om elke maand in het jaar één van die namen te geven.

Paus Gregorius XIII zette de puntjes op de i door de Juliaanse kalender te laten hervormen.
Paus Gregorius XIII zette de puntjes op de i door de Juliaanse kalender te laten hervormen.

In Oosterse en Orthodoxe kerken is de Juliaanse kalender nog altijd in gebruik voor de feestdagen. Deze kalender loopt inmiddels echter nadrukkelijk achter op degene die wij gebruiken, want er was nog een klein verschil van enkele minuten met het astronomische jaar. Dit verschil was zo klein dat het gemakkelijk over het hoofd gezien werd, maar dat het in de loop der eeuwen enkele dagen verschil opleverde. Paus Gregorius XIII liet in 1582 de fout herstellen en liet dat jaar 15 oktober op 4 oktober volgen – er was besloten te rekenen vanaf het Concilie van Nicea (325 na Chr.) in plaats vanaf het begin van de jaartelling. Sindsdien zijn de jaren die door 100 deelbaar zijn (zoals 1800 en 1900) geen schrikkeljaar, maar de jaren die door 400 deelbaar zijn (zoals het jaar 2000) weer wel. Daardoor is de Juliaanse kalender de laatste eeuwen nog drie dagen meer gaan achterlopen op de Gregoriaanse. Het duurde overigens ook nog een poos voordat deze in veel landen werd aangenomen. Nederland zelf was één van de eerste: in 1582 nam de regering van de Republiek der Verenigde Nederlanden de Gregoriaanse kalender in gebruik. Ook ging Nederland in 1583 over op de 1e januari als eerste dag van de maand, want ook dat was nog lang geen vanzelfsprekendheid. Ondanks Caesars hervorming duurde het bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk nog tot 1752 voor men 1 januari weer als officieel begin van het jaar aannam, waar men tot die tijd 25 maart (9 maanden voor kerst) hanteerde. En dat gaf bij internationale correspondentie uiteraard de nodige verwarring…

Caracalla, “zorg voor het leger en bekommer je niet om de rest”

caracallaSeptimius Severus was één van de weinige keizers die door zijn zoons werd opgevolgd. Op zijn sterfbed zou hij zijn zoons hebben aangeraden om vooral het leger goed te verzorgen en niet naar alle anderen om te kijken. En om eendrachtig te zijn. Dat laatste advies zou niet lang ter harte genomen worden, het eerste des te meer. Zoon Lucius staat zelfs bekend onder een bijnaam die naar een militair kledingstuk verwijst: Caracalla.

Verder lezen Caracalla, “zorg voor het leger en bekommer je niet om de rest”

Septimius Severus: het Romeinse rijk militariseert

severusNa de dood van Commodus zou het Romeinse Rijk nog één krachtige heerser hebben die de orde herstelde, alvorens er een halve eeuw van chaos en anarchie zou uitbreken. Hij kwam niet uit Italië en was maar half Romein, maar was ook de laatste keizer die expandeerde, naar een grotere omvang dan het rijk ooit had gehad. En juist vanwege zijn afkomst is zijn succes in latere tijden ietwat verdoezeld. Zijn naam was Septimius Severus. Hij was de grondlegger van een nieuwe dynastie, maar hiervan was hij de enige die op natuurlijke wijze aan zijn einde kwam. Verder lezen Septimius Severus: het Romeinse rijk militariseert

Commodus, de keizer met twaalf namen

CommodusHij was de tweede keizer die zijn vader opvolgde en de eerste die geboren werd toen zijn vader al keizer was. Helaas bleek onder zijn regering dat erfopvolging ook zijn nadelen kan hebben. Na zijn dood zou het Romeinse Rijk tijdelijk afglijden naar chaos, maar nooit meer helemaal teruggaan naar de oude stabiliteit. En hij zag het eerste licht op 31 augustus 161 in Lanuvium, als zoon van keizer Marcus Aurelius en Faustina de Jongere. Lucius Aurelius Commodus.

Een jonge Commodus. (Romeins-Germaans Museum, Keulen)
Een jonge Commodus. (Romeins-Germaans Museum, Keulen)

Commodus was bij zijn geboorte de jongste van een tweeling, maar zijn tweelingbroer Titus stierf al in 165. Het jaar daarop werd Commodus met zijn broertje Marcus tot Caesar (troonopvolger) gemaakt, maar de dood van Marcus in 169 maakte Commodus de enige erfgenaam van zijn vader. Commodus overleefde zijn jeugd onder de uiterst nauwkeurige medische zorg van de Griekse arts Galen. Hij kreeg een uitgebreide Stoïcijnse opvoeding met tal van intellectuele leraren. In 172 was de 11-jarige Commodus aanwezig op het militaire hoofdkwartier van zijn vader in Carnuntum, waar hij de titel Germanicus kreeg. Zijn publieke carrière begon in 175 toen hij in het College van Pontifices werd opgenomen. Toen de Syrische gouverneur Avidius Cassius in dat jaar in opstand kwam tegen Marcus Aurelius, maakte de pas meerderjarige Commodus zich op om de strijd tegen de usurpator aan te voeren. Voor hij de kans kreeg werd Avidius door één van zijn eigen centurio’s vermoord. Wel mocht Commodus daarna met zijn vader mee op reis door de oostelijke provincies.

Joaquin Phoenix speelt een meedogenloze Commodus in de film Gladiator (2000), die met getrokken zwaard in volle wapenrusting in de Senaat zit. In werkelijkheid had Commodus een volle baard. Dat was mode en paste ook goed bij zijn vereenzelviging met Hercules.
Joaquin Phoenix speelt een meedogenloze en incestueuze Commodus in de film Gladiator (2000), die met getrokken zwaard in volle wapenrusting in de Senaat zit. In werkelijkheid had Commodus een volle baard. Dat was mode en paste ook goed bij zijn vereenzelviging met Hercules. Zijn zuster Lucilla overleeft hem in de film en lijkt gecombineerd te worden met zijn maîtresse Marcia. (Foto: DreamWorks Pictures)

Het is duidelijk dat Marcus Aurelius alle intentie had om Commodus als zijn opvolger te nemen. In 176 kreeg Commodus de titel van Imperator, een jaar later gevolgd door die van Augustus. Dat maakte dat vader en zoon officieel het keizerschap deelden. Bovendien deelden zij een triomftocht in Rome en kreeg Commodus al allerlei ambten. Zijn consulaat in 177 was het meest opvallend omdat Commodus toen nog 15 was (dergelijke ambten gingen in vanaf 1 januari) wat hem de jongste consul ooit maakte. Om van nageslacht verzekerd te zijn trouwde Commodus ook vrij vroeg, in 178, met de drie jaar jongere Bruttia Crispina – een matig huwelijk dat geen kinderen zou opleveren. Datzelfde jaar voegde Commodus zich opnieuw bij zijn vader aan de Donau. Op 17 maart 180 overleed de 58-jarige Marcus Aurelius vrij plotseling. Commodus, pas 18 jaar oud, was ineens de enige keizer van het hele Romeinse Rijk.

Commodus' ongelukkige vrouw Crispina. Hun huwelijk leverde geen erfgenaam op, mogelijk door impotentie of gewoon gebrek aan affectie.
Commodus’ ongelukkige vrouw Crispina. Hun huwelijk leverde geen erfgenaam op, mogelijk door impotentie of gewoon gebrek aan affectie.

Commodus voerde als keizer weinig oorlog. Vrijwel meteen na zijn aantreden gaf hij de door Marcus Aurelius veroverde provincies weer op: de Germanen en Sarmaten waren verslagen en zouden in zijn ogen geen nieuwe bedreiging vormen. Hij bleef enige tijd bij het leger aan de Donau en bewerkstelligde een vredesverdrag met de verslagen vijanden, gevolgd door een triomftocht in oktober. Men moet zich hierdoor echter niet laten misleiden: de Romeinse elite kwam al snel bedrogen uit toen Commodus’ gedrag steeds excentrieker, grilliger en willekeuriger werd. In feite hield hij zich vooral bezig met vermaak en luxe, terwijl het echte bestuur werd overgelaten aan een handjevol vertrouwelingen, zoals de kamerheer Saoterus, een vrijgelatene. Door zich vrijgevig te tonen en tal van gladiatorengevechten te houden bleef Commodus echter wel populair bij het leger en het volk. Veel van het geld dat hiervoor nodig was verzamelde hij echter door belasting te heffen bij de senatoriale elite. Het was een kwestie van tijd voordat de ontevredenheid in de hogere klassen zo groot was dat er couppogingen zouden volgen. Al in 182 vond er een samenzwering plaats, op initiatief van Commodus’ zuster Lucilla, de weduwe van keizer Lucius Verus. Lucilla, die naar het schijnt de positie van keizerin Crispina zeer benijdde, kreeg twee belangrijke heren genaamd Quadratus en Quintianus zo ver dat ze de keizer in een theater probeerden te doden. Ze werden echter gegrepen en later geëxecuteerd, waarna Lucilla werd verbannen naar Capri, waar Commodus haar later alsnog liet doden. Eén van de twee Praetoriaanse Prefecten, Paternus, was ook betrokken geweest in het plan, maar wist nog lange tijd onder de verdenking uit te komen. Samen met zijn collega Perennis wist hij echter wel de dood van de gehate Saoterus te bewerkstelligen. Perennis maakte hier gebruik van om zichzelf hogerop te werken. Hij beschuldigde Paternus van een tweede samenzwering en kreeg zijn executie voor elkaar. Ook met Crispina liep het niet goed af. Commodus beschuldigde haar in 188 ten onrechte van overspel en verbande haar naar Capri, waar ze in 191 vermoord werd. Commodus trouwde niet opnieuw maar begon een relatie met Marcia, de weduwe van Quadratus.

Christopher Plummer als Commodus in de film the Fall of the Roman Empire (1964). In deze film blijkt de boosaardige Commodus tot zijn schrik een buitenechtelijk kind van keizerin Faustina en een gladiator, een gerucht dat tijdens het echte leven Commodus ook ging.
Christopher Plummer als Commodus in de film the Fall of the Roman Empire (1964). In deze film blijkt de boosaardige Commodus tot zijn schrik een buitenechtelijk kind van keizerin Faustina en een gladiator, een gerucht dat tijdens het echte leven Commodus ook ging.

Commodus vatte de dood van Saoterus zeer zwaar op en trok zich na de aanslagen op zijn eigen leven terug uit Rome. Meestal verbleef hij in Lanuvium, op het landgoed van zijn familie, waar hij zich vooral bezighield met sporten als paardrijden, wagenrennen en gevechten. Dit niet alleen privé maar soms ook in het openbaar. Zijn showgevechten in de arena werden door de elite als zeer schandelijk beschouwd: gladiatoren waren in hun ogen qua status gelijk aan acteurs en prostituees. Een keizer hoorde hier alleen naar te kijken, niet eraan deel te nemen. De publieke gevechten waren niet veel meer dan schijngevechten waarin zijn tegenstanders zich vaak snel overgaven aan de keizer. In privégevechten doodde Commodus zijn tegenstanders veel liever. Wel doodde hij in de arena vaak genoeg ook gewonde soldaten of mensen die een been of voet misten, waarbij een als Hercules verklede Commodus hen met een knots doodsloeg, handelend alsof hij met reuzen vocht. Verder bevocht hij allerlei exotische dieren, wat ook als een schandelijke aanfluiting werd gezien.  Een keer doodde hij wel honderd leeuwen op één dag, een andere keer wel drie olifanten en ook nog een keer een giraffe, wat het publiek eerder zielig dan stoer vond. Toen Commodus met een speciaal ontworpen werpspies een rennende struisvogel had onthoofd, bracht hij de kop en zijn bebloede wapen naar de bank van de senatoren, alsof hij hiermee een dreigende boodschap wilde geven. Volgens Cassius Dio vonden de senatoren in kwestie dit zo lachwekkend dat ze op laurierbladeren kauwden om hun lachen in te houden. Tot overmaat van ramp stuurde Commodus voor elk openbaar optreden in de arena een rekening van een miljoen sestertiën aan Rome, wat de economie van de stad ernstige schade toebracht.

In Gladiator komt Commodus gruwelijk aan zijn einde in de arena. Het gevecht en de manier waarop het personage vals speelt, is ongetwijfeld gebaseerd op de bizarre schijngevechten die Commodus tegen weerloze mannen hield.
In Gladiator komt Commodus gruwelijk aan zijn einde in de arena. Het gevecht en de manier waarop het personage vals speelt, is ongetwijfeld gebaseerd op de bizarre schijngevechten die Commodus tegen weerloze mannen hield. (DreamWorks Pictures)

Perennis was ondertussen degene die het rijk daadwerkelijk bestuurde, hetgeen hij volgens Cassius Dio overigens nog best goed deed. Op den duur verrezen er echter steeds meer negatieve geluiden jegens Perennis. Toen hij er op het laatst van werd beschuldigd dat hij zijn eigen zoon keizer wilde maken, liet Commodus hem ter dood brengen. Hierop volgde een golf van processen en executies. Kamerheer Cleander, in feite de moordenaar van Saoterus, had de hand gehad in de lasterpraat over Perennis en probeerde nu zelf de macht naar zich toe te trekken. Hij was echter nadrukkelijk corrupter en verkocht allerlei hoge ambten aan de hoogste bieders. Het gevolg was een toename van spanningen die al onder Perennis begonnen waren, onder meer in Gallië en Brittannië, waar legeropstanden en desertie niet uitbleven. In 187 volgden nog een paar moordpogingen en Commodus verscheen bijgevolg bijna helemaal niet meer in het openbaar.

Publius Helvius Pertinax, een senator die onder Commodus meerdere ambten en in 192 ook het consulaat kreeg. Als stadsprefect van Rome stond hij bekend als een integer man. Zijn bescherming van het rellende volk had een aandeel in de val van Cleander. Na Commodus' werd Pertinax keizer gemaakt, maar regeerde maar een paar maanden.
Publius Helvius Pertinax, een senator die onder Commodus meerdere ambten en in 192 ook het consulaat kreeg. Als stadsprefect van Rome stond hij bekend als een integer man. Zijn bescherming van het rellende volk had een aandeel in de val van Cleander. Na Commodus’ dood werd Pertinax keizer gemaakt, maar regeerde maar een paar maanden.

In 188 was Cleander machtiger dan ooit. Hij had zichzelf hoofd van de Praetoriaanse Garde weten te maken door de creatie van een nieuwe rang, de pugione, die boven de twee prefecten stond. Een hongersnood in 190 bracht echter zijn ondergang. Er was een ernstig graantekort in Rome en de verantwoordelijke ambtenaar schoof de schuld af op Cleander. Toen een groep burgers in Circus Maximus tegen Cleander demonstreerde stuurde die de Praetorianen om de rel neer te slaan, maar Pertinax, de integere stadsprefect, stuurde de Vigiles Urbani, de Romeinse stadswacht om dit tegen te houden. Cleander vluchtte naar Commodus in Laurentum, maar de woedende menigte volgde en schreeuwde om Cleanders hoofd, hetgeen Commodus hen gaf. Dit op aansturen van zijn maîtresse Marcia. Opnieuw volgde er een kort schrikbewind waarbij meerdere kopstukken het leven verloren. Maar ditmaal was er iets veranderd. Alle samenzweringen en intriges hadden Commodus elke keer doen besluiten fel op te treden, maar nu leek hij grotere plannen te hebben. Al sinds het begin van zijn keizerschap trachtte Commodus zichzelf als minstens een halfgod neer te zetten, waarbij hij zich vaak liet afbeelden als Hercules. Al eerder had hij haast alle beleidsplannen en adviseurs van zijn vader verworpen en zich niets meer aangetrokken van de Stoïcijnse scholing waarmee hij was opgevoed. Nu leek het er steeds meer op dat Commodus zichzelf ook daadwerkelijk de reïncarnatie van Hercules en dus de zoon van Jupiter waande. Hij zette zichzelf steeds meer neer als een uniek persoon, in plaats van als de zoon van Marcus Aurelius. Hij begon nu eindelijk de touwtjes in handen te nemen, maar op een buitengewoon dictatoriale wijze, waarbij hij zichzelf als een brenger van een nieuwe orde leek te zien, die het hele Romeinse rijk zou herbouwen. Zijn voornaamste vertrouwelingen die hij hierbij gebruikten waren Marcia, de nieuwe kamerheer Eclectus en de nieuwe Praetoriaanse prefect Laetus.

De Colossus van Nero was op zich al een vrij megalomaan beeld waarmee een labiele keizer zich als een god had laten afbeelden. Commodus liet het beeld, zoals vele andere zaken, naar zichzelf omvormen.
De Colossus van Nero was op zich al een vrij megalomaan beeld waarmee een labiele keizer zich als een god had laten afbeelden. Commodus liet het beeld, zoals vele andere zaken, naar zichzelf omvormen.

In 191 woedde er een paar dagen een hevige brand in Rome, die de stad ernstige schade toebracht. De dictatoriaal geworden Commodus greep dit aan om zichzelf nog unieker te maken. Begin 192 noemde hij zichzelf de nieuwe Romulus. Hij hield een ritueel waarbij hij Rome formeel opnieuw stichtte en de stad Colonia Lucia Annia Commodiana noemde, tot afgrijzen van de Senaat. Ook zijn eigen naam, die hij al regelmatig had laten veranderen, was nu een ware weerspiegeling van zijn grootheidswaan geworden. Hij noemde zich Lucius Aelius Aurelius Commodus Augustus Herculeus Romanus Exsuperatorius Amazonius Invictus Felix Pius, waarbij meerdere namen verwezen naar Jupiter en Hercules. Alle maanden van het jaar moesten worden omgedoopt naar één van deze twaalf namen. De legioenen werden Commodianae genoemd en de vloot die graan van Alexandrië naar Rome bracht werd  omgedoopt tot de Alexandria Commodiana Togata. Zelfs de Senaat ontsprong de dans niet en zou voortaan de naam van Commodus dragen, terwijl de dag waarop dit alles werd verkondigd voortaan de Dies Commodianus moest heten. De Colossus van Nero, een enorm beeld naast het Colosseum dat Nero uitbeeldde als de zonnegod, kreeg het hoofd van Commodus, in combinatie met een knots en een leeuw. In november dat jaar hield de megalomane keizer weer tal van spelen, waarbij hij in de ochtend honderden dieren doodde en elke middag als gladiator vocht. Uiteraard won hij alle prijzen.

Commodus gewurgd door de atleet Narcissus, gravure door G. Mochetti. (1781-1835)
Commodus gewurgd door de atleet Narcissus, gravure door G. Mochetti. (1781-1835)

Toen Commodus in december aankondigde dat hij van plan was om op 1 januari als consul én gladiator het nieuwe jaar in te luiden, ging hij definitief te ver. Een godsdienstige gebeurtenis op zo’n wijze inluiden stond gelijk aan heiligschennis.  Marcia had Commodus de avond voordat hij zijn gestoorde plan zou uitvoeren, 31 december 192, gesmeekt om voorzichtiger te zijn en de naam van Rome niet door het slijk te halen. Toen ook Eclectus en Laetus hadden geprobeerd om hem ervan af te brengen, zette hij hen alle drie met diverse senatoren op een dodenlijst. Terwijl Commodus in bad zat ontdekte zijn favoriete page, die niet voor niets de naam Philcommodus gekregen had, de tabula (tablet met bijenwas) waar de namen op stonden en bracht de lijst naar Marcia, die tot haar schrik haar eigen naam bovenaan zag staan. “Dit is een fijne beloning voor alle liefde en warmte die ik je gegeven heb en voor alle dronken beledigingen die ik al die jaren van je heb doorstaan,” zou ze in zichzelf hebben gezegd. “Maar een benevelde dronkaard zal een nuchtere vrouw niet te slim af zijn.” Zodra het drietal wist dat hun executie morgenochtend bevolen zou worden, begrepen zij dat er maar één ding op zat. Om te overleven moesten zij Commodus eerst vermoorden, waarna zij Pertinax op de troon zouden helpen. Het was gebruikelijk dat Marcia hem na zijn bad een beker wijn zo aanreiken, dus lag het voor de hand om de wreedaard op deze wijze te vergiftigen. Zodra Commodus echter de wijn had opgedronken, maakte het vergif hem zo ziek dat hij begon over te geven. De zaak dreigde hierdoor te mislukken, want de kans leek ineens heel groot dat Commodus al het vergif op die manier zou kwijtraken. Razendsnel namen de drie samenzweerders contact op met de worstelaar Narcissus, de sparringpartner van Commodus. Met een hoge beloning in het vooruitzicht trad hij binnen in de keizerlijke vertrekken, waar hij de dronken keizer in zijn bed of badkuip wist te wurgen.

Op de Vijf Goede Keizers volgde Commodus, en op Commodus volgde het Vijfkeizerjaar. Didius Julianus (hier op een sestertie) had in 172 de Chauken uit ons land geweerd en was daarna nog een tijdje gouverneur van Germania Inferior geweest. Hij bouwde extra forten langs de westkust van ons land.
Op de Vijf Goede Keizers volgde Commodus, en op Commodus volgde het Vijfkeizerjaar. Didius Julianus (hier op een sestertie) had in 172 de Chauken uit ons land geweerd en was daarna nog een tijdje gouverneur van Germania Inferior geweest. Hij bouwde in die tijd extra forten langs de westkust van ons land. Als keizer was hij zeer impopulair.

Zodra het nieuws van de moord op Commodus bekend was verklaarde de Senaat hem tot publieke vijand en begon een damnatio memoriae, waarbij zijn standbeelden werden neergehaald en de namen van Rome en al haar instituten weer in oude vorm werden hersteld. Marcia trouwde met Eclectus en Pertinax werd op de troon gebracht. Zijn regering was helaas van korte duur, want hij en Laetus slaagden er niet in de Praetoriaanse Garde te vriend te krijgen, zodat de integere Pertinax al op 28 maart 193 vermoord werd. Het keizerschap werd toen in feite bij opbod verkocht aan Didius Julianus, die onder Commodus al een tijd uit de gratie gevallen was, maar wonder boven wonder alle verdachtmakingen had overleefd. De manier waarop hij het keizerschap had gekocht wekte zoveel afkeer op bij vrijwel iedereen dat drie verschillende gouverneurs zichzelf tot keizer uitriepen en naar Rome marcheerden. Het jaar na de dood van Commodus wordt daarom ook wel het Vijfkeizerjaar genoemd. Eclectus, Marcia en Laetus overleefden dat niet, want Didius Julianus vertrouwde hen niet en bracht hen ter dood. Uiteindelijk kwam Septimius Severus als overwinnaar uit de strijd. Hij deed een zeer opvallende stap om de familie van Marcus Aurelius te vriend te houden: de zo gehate Commodus werd alsnog vergoddelijkt. De keizer die zichzelf in zijn grootheidswaanzin als een god had gepresenteerd, zou nu daadwerkelijk als god vereerd worden.

Marcus Aurelius: keerpunt van het rijk

marcusHij was de laatste Adoptiefkeizer en geboren als Marcus Annius Catilius Severus, op 26 april 121. Hoewel hij als Adoptiefkeizer geen bloedband had met zijn voorganger, was hij wel een neefje van keizerin Faustina de Oudere, wat hem schoonfamilie van keizer Antoninus Pius maakte. Al bij het aantreden van Antoninus Pius stond Marcus’ toekomst als keizer vast, maar onder hem zouden, door factoren waar hijzelf weinig grip op had, de moeilijkheden beginnen die achteraf vaak als de eerste tekenen van verval van het Romeinse rijk worden gezien. Onder Marcus Aurelius zou de Gouden Eeuw van Rome langzaam verbleken.

Verder lezen Marcus Aurelius: keerpunt van het rijk