De Adelaars van Rome: visueel spektakel vol details

adelaarsOp mijn Romeinen.info behandelen we ook met enige regelmaat de Romeinen in de pop-cultuur, waarin ook het beeldverhaal niet mag ontbreken. Uiteraard zijn we allemaal bekend met De Avonturen van Asterix de Galliër, maar hoewel ondergetekende zonder deze stripreeks misschien niet half zo veel interesse in de Romeinen zou hebben als nu, moet ik eerlijk gezegd toegeven dat de educatieve waarde ervan zeer beperkt is. Dat dit ook anders kan blijkt wel uit meer serieuze strips, zoals De Adelaars van Rome, van Enrico Marini. Deze strip verhaalt over de beroemde Germaan Arminius en zijn uiteindelijke overwinning op de Romeinen, door de ogen van hemzelf en zijn fictieve vroegere vriend Marcus Falco. Het vijfde deel van deze reeks ligt nu in de winkel!

Een tekening uit het album. Op https://www.youtube.com/watch?v=qGbnS0xjXg8 is te zien hoe Marini de tekening inkt.
Een tekening uit het album. Op https://www.youtube.com/watch?v=qGbnS0xjXg8 is te zien hoe Marini de tekening inkt, maar voor de ingekleurde versie moet je het album lezen!

Afgelopen jaar hebben we op deze website aandacht besteedt aan het (inmiddels verschenen) laatste deel van de strip Apostata, door Ken Broeders, waar ik op internet al veel over had meegekregen. De Adelaars van Rome was mij op dat moment nog onbekend (mea culpa, mea culpa), maar net als Apostata is het een zeer visuele strip, die een vrij serieus verhaal vertelt en daarbij niet aarzelt om het grove geweld van een historische oorlog in beeld te brengen. Waar Ken Broeders een schilderachtige tekenstijl met dromerige kleuren hanteert, die mij persoonlijk veel doet denken aan het latere werk van Don Lawrence, is Marini’s stijl net iets harder en gestileerder. Wat niet wil zeggen dat de strip niet fraai gekleurd is, overigens. Marini gebruikt een interessante tekenstijl waarbij de lijnen van figuren en voorwerpen op de voorgrond duidelijk zijn geïnkt maar dingen op de achtergrond alleen zijn ingekleurd, zodat er een soort vervaging lijkt te ontstaan. Zowel het tekenwerk als de inkleuring zijn overigens zeer gedetailleerd. In combinatie met de flink grote kaders ontstaat er dus een behoorlijk schouwspel.

Onze Germaanse vriend Marbod houdt waarschijnlijk ook niet van onnodig veel tekst in een strip. Zijn vriend Marcus daarentegen...
Onze Germaanse vriend Marbod houdt waarschijnlijk ook niet van onnodig veel tekst in een strip. Zijn vriend Marcus daarentegen…

Een minpunt van strips met dergelijke grote kaders is altijd dat er hierdoor minder op een pagina vertelt kan worden. Het gebeurt mij tegenwoordig steeds vaker dat als ik een Europees stripalbum koop, ik voor mijn gevoel door het verhaal heen roetsj. Dat ik dit vroeger niet had zou te wijten kunnen zijn aan het feit dat ik toen nog geen Amerikaanse strips had gelezen (Amerikaanse stripalbums zijn veel dikker) al vraag ik me wel eens af of het ook niet aan een stijlverandering ligt. De Adelaars van Rome hanteert bijvoorbeeld niet de ouderwetse (en in mijn ogen vrij irritante) gewoonte om actiescènes in strips te begeleiden van kopteksten die uitgebreid beschrijven wat er gebeurt. Als je dit goed uitbeeldt is dit immers niet nodig. Deze strip hanteert zelfs helemaal geen kopteksten, zonder dat je het gevoel hebt dat je er iets aan mist. Ook zijn er hele pagina’s met niet of nauwelijks dialoog, wat in de actiescènes erg goed te begrijpen is, want ook de ouderwetse gewoonte om vecht-scènes in strips vol dialoog te zetten werkte mij vroeger vaak genoeg op de zenuwen. (In een situatie op leven en dood heb je immers de tijd niet om van alles te zeggen, toch?) Tot slot telt het album 60 pagina’s, zodat er meer tijd is om het verhaal te vertellen, wat ook een hoop goed doet.

De wallen, vermoedelijk voorzien van kleine hekken, waren bijna onmogelijk te nemen voor de Romeinen zolang de Germanen hen bleven bestoken. (Illustratie door Peter Dennis)
Droegen alle Romeinen in 9 AD al ijzeren helmen? Op deze illustratie door Peter Dennis zijn er ook bronzen in gebruik. En de schilden zijn meer ovaal.

Actie zit er zeker in dit album, want het behandelt de Slag bij het Teutoburgerwoud (9 na Chr.). Omdat het al het vijfde deel in de reeks is, heeft het album een ietwat open begin, als de legioenen onderweg zijn naar het winterkamp. De slim opgezette valstrik van Arminius (die in de strip eigenlijk Ermanamer heet) en de naïeve arrogantie van Varus worden duidelijk uiteengezet, evenals het gevoel van verschrikking dat de continu belaagde legionairs in het woud moeten hebben gehad. Wat historiciteit verder betreft: in het zeer gedetailleerde tekenwerk van Marini is duidelijk te zien dat hij hard gewerkt heeft om kennis over de Romeinse uitrustingen op te doen. Het is bijvoorbeeld zichtbaar dat hij op de hoogte is van het feit dat het Romeinse leger geen uniform kende en elke soldaat er dus net een beetje anders bij kon lopen. Dit uit zich in verschillende kleuren tunica, verschillende pantsers, soldaten met en zonder pteruges, enzovoorts. Alle soldaten worden op hun doortocht ook met zeer uitgebreide bepakking afgebeeld. Wel vraag ik me af of de uitrustingen in sommige opzichten niet net iets te modern zijn voor 9 na Chr. De legionairshelmen bijvoorbeeld zijn prachtig getekend, maar hebben allemaal een vrij lage, grote nekklep. Ook vraag ik me af of het platenharnas al zoveel in gebruik was als in de tekeningen voorkomt. Ook meen ik dat de schilden er begin 1e eeuw nog meer ovaal dan rechthoekig uitzagen.

De Germaanse krijgers tijdens de Varusslag moeten lichtbewapend zijn geweest. Ze waren razendsnel en levensgevaarlijk. (Illustratie door Johnny Shumate)
Vermoedelijk zagen de Germaanse krijgers van de Varusslag er eerder zo uit. Maar dat maakte hen niet minder gevaarlijk. (Illustratie door Johnny Shumate)

Mijn kennis heeft uiteraard zijn grenzen (bij wie niet?) en deze punten zijn dus meer vraagtekens dan dat ik zeker weet dat ze fout zijn. Dat geldt ook voor de kleding van de Romeinse edelen en hoge officieren in deze strip, al heb ik hier wat sterkere vermoedens dat het om fantasie gaat. De versierde randjes aan de kleding ken ik nergens van terug. Ook bij de Germaanse krijgers heb ik soms mijn twijfels. Het grootste gedeelte van hen lijkt qua uiterlijk wel erg veel op een soort griezelige holbewoners: zij gaan gekleed in weinig meer dan lendendoeken en beestenvellen, met angstaanjagende dierenschedels op hun hoofd. Ook dragen zij opvallende kleuren, waar ik wat de Germanen betreft ook niet eerder van gehoord heb. Nogmaals, mijn kennis hierover is beperkt, maar uit teksten van wetenschappers weet ik niet anders dan dat de Germanen van de Varusslag vooral wollen en linnen kleding droegen. Misschien heeft de auteur hier bewust gekozen voor een woester uiterlijk, wat overigens de beangstigende sfeer van de aanvallen in het woud sterk ten goede komt.

Kaart van de vermoedelijke locaties van de slag. De Romeinen trokken ten noordoosten van Osnabrück waarschijnlijk door het woud van Kalkriese. Ten noorden daarvan werden ze opgewacht.
De Romeinen trokken ten noordoosten van Osnabrück waarschijnlijk door het woud van Kalkriese, waar ze om de haverklap belaagd werden. Toen ze het woud aan de noordzijde verlieten bleek Arminius hen hier op te wachten.

Zwakker is het feit dat de valstrik achter het woud niet zo goed wordt uitgelegd. De valstrik van Arminius was ingenieus door de aanleg van een wal aan de zijde van het woud, terwijl de enige uitweg geblokkeerd werd door een greppel; in de beperkte ruimte konden de Romeinen alsnog nauwelijks tot een formatie komen. Zoals de zaak nu in de strip verteld wordt is het eigenlijk niet duidelijk waarom de Romeinen hun formaties niet gewoon maken en waarom het daar per se tot een veldslag moet komen. Net zo goed bevat de strip wel weer wat typisch naakt dat blijkbaar per se in historische verhalen thuishoort tegenwoordig. Een bijkomstige verhaallijn over Marcus’ affaire met de vrouw van officier Lepidus vond ik ook wat minder sterk: Lepidus is alleen maar onsympathiek en wreed, maar het voegt niet veel aan het verhaal toe. Arminius bleef tegelijkertijd nogal onderbelicht in dit deel en leek meer een antagonist dan een hoofdpersoon. De hoofdrol wordt meer vervuld door Marcus die op wanhopige wijze probeert om de Romeinen te waarschuwen voor Arminius’ verraad, maar wiens waarschuwingen in de wind worden geslagen tot het te laat is. Het einde van het album is ietwat abrupt en ietwat open. Is dit een laatste deel of volgt er meer? Het album is duidelijk een climax, maar met de Varusslag was de oorlog in Germania Magna nog lang niet voorbij en de strijd tussen de Romeinen en Arminius was in feite pas net begonnen. In elk geval raad ik iedere Romeinenliefhebber de serie van harte aan.

Exclusief interview met stripauteur Ken Broeders over zijn reeks Apostata: ‘Ik denk dat ik een verantwoordelijkheid verschuldigd ben aan al die mensen die leefden in het tijdperk.’

Giel - foto KenNa jaren werk loopt de stripreeks Apostata, door de Belgische tekenaar Ken Broeders (links op de foto), op zijn einde. De strip behandelt het verhaal van de laat-Romeinse keizer Julianus Apostata, die in zijn jaren als onderkeizer ook actief was in de Lage Landen. Speciaal voor Romeinen.info mochten wij Ken, die de strip zelf schrijft, tekent en kleurt (of eigenlijk meer “schildert”), een aantal vragen stellen. Het resultaat was een boeiend interview met de auteur!

Julianus Apostata kan misschien wel een grote onbekende worden genoemd: hij is een belangrijke figuur uit de laat-Romeinse geschiedenis, maar het publiek kent hem nauwelijks. Wat was je motivatie om een stripreeks over hem te maken?

Giel - Apostata VI
Julianus als een keizer met een complexe persoonlijkheid. (Afbeelding uit Apostata VI, © Ken Broeders). “Julianus liet me niet meer los.”

‘Mijn vorige reeks Voorbij de Steen speelde zich af in een wereld die ik min of meer een laat-Romeinse setting had gegeven. Ondanks het feit dat het een fantasy-strip was begon ik me toch grondig te documenteren over de periode en zo kwam ik Julianus tegen. Ik was van plan om zijn verhaal te verwerken in Voorbij de Steen, maar de serie kende een nogal abrupt einde… Julianus liet me in elk geval niet meer los en ik begon steeds meer over hem en zijn tijdperk te lezen.’

Veel auteurs houden het in biografische strips bij één deel of een drieluik. Maar jij hebt wel zeven delen over keizer Julianus gemaakt. Hoe is dat zo gekomen?

‘Het oorspronkelijk idee was om acht albums te maken. Het werd me echter al pijnlijk snel duidelijk dat de toenmalige uitgever geen ervaring had en zijn uitgeverij geen budget wilde spenderen aan de lancering van een nieuwe stripreeks voor volwassenen… Het draaide bijgevolg uit op een debacle en men wilde kappen met de serie. Maar dat was me al eens eerder geflikt met Voorbij de Steen en ik weigerde om me gewonnen te geven. Dankzij de hulp van uitgeverij Indruk kon ik verder werken. Het zevende album financier ik nu met eigen middelen door onder meer handgeschilderde tegeltjes te verkopen.’

JulianusII-antioch(360-363)-CNG
Munt van keizer Julianus.

Je werk ziet eruit alsof er een hoop research aan te pas is gekomen. Wat zijn je belangrijkste bronnen hiervoor?

‘Eigenlijk was vooral het boek Julian van Gore Vidal de belangrijkste aanzet… Maar het was natuurlijk Ammianus Marcellinus [Romeins historicus, ca. 330-400 AD, red.] die me de sleutel gaf tot de wereld van Julianus. En ik kocht zowat elk boek over Pompeii dat ik tegenkwam. Want ik was op zoek naar heel specifieke dingen: hoe leefde men in die tijd, wat aten ze, hoe sliepen ze, wat voor schoenen droegen ze…; het waren dingen die ik wilde tekenen en laten zien.’

En waar liep je bij je research het meest tegenaan? Waren er lastige struikelpunten?

Een klein standbeeld voor Julianus in Tongeren herinnert aan zijn grote rol in de Romeinse strijd met de Franken, in Nederland en België.
Een klein standbeeld voor Julianus in Tongeren herinnert aan zijn grote rol in de Romeinse strijd met de Franken, in Nederland en België.

‘Het derde deel van Apostata gaat voor een groot stuk over de slag bij Argentoratum [Straatsburg, 357 AD]. Daar was ik al mee bezig tijdens het maken van deel 1… En het ging voornamelijk over het opzoeken van de schildemblemen die de verschillende Romeinse eenheden gebruikten. Herculani, Cornuti, Primani… hou ze maar eens uit elkaar!’

Het Dominaat (de laat-Romeinse tijd) is een wat minder bekend tijdperk dan het Principaat (de vroege keizertijd). Ben je nog dingen te weten gekomen die je erg verrasten?

‘De samenstelling van de laat-Romeinse legers (geen legioenen maar comitatenses!) was heel erg interessant om me in te verdiepen. Ik heb de indruk dat er een soort van opvatting is dat het laat-Romeinse militaire apparaat een beetje sukkelde, dat ze inferieur waren aan de legioenen van de 1e en 2de eeuw. Ik denk dat dat volledig verkeerd is. De laat-Romeinse soldaten moesten aan heel andere uitdagingen het hoofd bieden en de manier van oorlogvoeren was helemaal anders geworden.’

Giel - Apostata IV
Julianus brengt een offer (afbeelding uit Apostata IV, © Ken Broeders). “Ook de opkomst van het christendom en de ondergang van de heidense cultuur is erg fascinerend.”

‘Ook de opkomst van het christendom en de ondergang van de heidense cultuur is erg fascinerend en dan bovenal natuurlijk het feit dat er tal van christelijke sekten waren die onderling erg van elkaar verschilden qua visies en opvattingen… En het is onthutsend om te ontdekken dat die sekten erg gewelddadig met elkaar omgingen. Het is een triest maar vertrouwd iets…’

Het medium strip is zeer afhankelijk van beeld en dialoog, terwijl je dat laatste toch grotendeels zelf moet bedenken. Is het niet lastig om historische feiten in een dergelijke verhaalvorm te gieten?

Julianus in Parijs tot keizer uitgeroepen. Het heffen op het schild zou een Germaans gebruik zijn, wat een groot aantal huurlingen in zijn leger doet vermoeden.
Julianus in Parijs tot keizer uitgeroepen. Het heffen op het schild zou een Germaans gebruik zijn, wat een groot aantal huurlingen in zijn leger doet vermoeden.

‘Ik heb Ammianus Marcellinus als voornaamste leidraad genomen en zoveel mogelijk over de periode gelezen en proberen op te zuigen. En dan laat je dat zoveel mogelijk los en begin je een verhaal in elkaar te steken. Op een bepaald moment lijkt dat verhaal zichzelf te schrijven… hoe raar dat ook klinkt om te zeggen. Maar plotseling beginnen alle stukjes in elkaar te passen en je verhaal in een bepaalde richting te stuwen. Pas daarna ontdek je dat heel veel van wat je allemaal gelezen en opgezocht hebt in dat verhaal verwerkt zit. Het is een proces dat je regelmatig hoofdpijn bezorgt… En uiteindelijk is Apostata ook maar mijn eigen visie op de laat-Romeinse periode.’

Heb je ten bate van je verhaal nog historische zaken moeten “wijzigen”, zoals veel makers van historische films en strips doen?

‘Ja, en dat is één van de punten die verantwoordelijk zijn voor de hierboven aangehaalde hoofdpijn. Ik ben van de hoogdravende mening dat ik een zekere verantwoordelijkheid en achting verschuldigd ben aan al die mensen die leefden in het tijdperk dat ik neerzet. Als je al die wonderlijke en dikwijls ontstellende duistere aspecten van een tijdperk niet getrouw neerzet doe je afbreuk aan hen.’

Romeinse soldaten in de 4e eeuw worden gekenmerkt door hun ronde schilden en opvallend dekkende pantsers. Het beroemde platenharnas heeft dan allang afgedaan.
Romeinse soldaten in de 4e eeuw worden gekenmerkt door hun ronde schilden en opvallend dekkende pantsers, zoals de helm met neusbeschermer. Het beroemde platenharnas heeft dan allang afgedaan.

‘Uiteraard wil je een spannend en leesbaar verhaal aan de lezer kunnen presenteren. En je hebt nu eenmaal maar een beperkt aantal pagina’s om dat uit de doeken te doen en dus begin je te schrappen of bijeen te voegen. Soms zijn het ook verhaaltechnische ingrepen: als je een aantal personages hebt die deelnemen aan een veldslag en ze dragen allemaal een historisch correcte helm zal het voor de lezer moeilijk zijn om ze van elkaar te onderscheiden. En dus geef ik de ene een heel herkenbare helm, een andere een helm zonder neusbeschermer [laat-Romeinse helmen hadden duidelijke neusbeschermers, red.] en Milius gaat zonder helm de strijd in.’

‘Ook niet onbelangrijk: er is ook veel dat we niet precies weten over de periode van Julianus. En hoe nauwkeurig was Ammianus Marcellinus als historicus? Ik vond dat ik redelijk wat beweegruimte had als verhalenverteller. Ik heb ook de beslissing genomen om de enorme hoeveelheid Latijnse titels en ambten zo goed als achterwege te laten om de leesbaarheid te bevorderen.’

Vaak heb ikzelf het gevoel dat veel historische verhalen, met name over de Romeinen (maar ook over andere historische periodes) de laatste jaren bizar veel seks en geweld bevatten, alsof dat allemaal aan de orde van de dag was. Wat is jouw kijk hierop?

‘Dat je gelijk hebt. Vanuit mijn perspectief, dat van een verhalenverteller, is het een erg lastig iets. Het succes van bepaalde tv-series kleurt het beeld van je publiek. Het krijgt meestal een totaal verkeerde perceptie van hoe het er werkelijk aan toe ging. De vraag is hoever je daar als stripmaker in mee moet gaan… Dat houdt me echt bezig.’

Giel - Apostata III
“Ik toon het geweld zoals het is: schokkend en brutaal.” (Afbeelding uit Apostata III, © Ken Broeders)

‘Het geweld toon ik zoals het is: schokkend en brutaal. En ik probeer er over te waken dat mijn personages toch min of meer kinderen van hun tijd zijn. Als ik mijn werk goed gedaan heb krijg je als lezer sympathie voor Julianus. Maar het is ook diezelfde Julianus die beveelt dat een Germaanse stam uitgeroeid moet worden. Ze gingen in die dagen heel anders om met geweld en seks dan nu. Het moeilijke is om dat getrouw weer te geven zonder te verzinken in gruwelijke exploitatie neem ik aan. Als je het juiste evenwicht weet te vinden bereik je ook veel meer. Want als je dan laat zien wat een scherp geslepen zwaard kan doen met een menselijk lichaam… dan hoop ik dat de lezer toch eventjes ontzet is.’

Het is natuurlijk geen eenvoudige opgaaf om een strip van zulke proporties te produceren, zeker als je dat onafhankelijk doet. Het tekenwerk is erg gedetailleerd evenals de inkleuring, die je ook zelf doet. Heb je een idee bij welke doelgroep je werk het meest in de smaak valt?

‘Nee, eigenlijk niet. Ik merk wel op dat de laatste jaren de reeks “ontdekt” is door de Europese re-enactors en dat die enthousiast reageren.’

Giel - Apostata VII
Afbeelding uit Apostata VII (in voorbereiding, © Ken Broeders). “Het zevende deel is letterlijk een afscheid van Julianus.”

Dat verbaast me niet. Als ik het goed nakijk is het eerste deel van Apostata in 2009 verschenen. Voelt het als “het einde van een tijdperk”?

‘Jazeker. Ik vrees dat ik hierna in een zwart gat ga vallen. Ik was al langer met Apostata bezig voor het verschijnen van het eerste deel. Ik denk dat ik een goede tien jaar elke dag ben opgetrokken met Julianus en ik ga hem zeker missen. Mijn vrouw is ook nauw betrokken bij het maken van de reeks en heeft het er emotioneel wat moeilijk mee. Dit zevende deel is dan ook letterlijk een afscheid van Julianus. Het was een hele uitdaging om dat op een mooie manier te doen en de reeks niet af te sluiten met een deprimerend einde.’

Nu de reeks ten einde loopt: zijn er al andere plannen of ideeën? Ga je wellicht nog een andere periode van de (al dan niet Romeinse) geschiedenis behandelen?

‘Ideeën en plannen genoeg… Het is een uitgever vinden dat ondertussen nagenoeg onmogelijk is geworden.’

Heb je nog een advies voor iedereen die ooit hoopt een werk in historische setting aan de man te brengen?

Giel - Apostata V
“Je moet steeds proberen de balans te vinden tussen ontspanning en het aanreiken van soms complexe gebeurtenissen.” (Afbeelding uit Apostata V, © Ken Broeders)

‘Laat je liefde en kennis van de betreffende historische periode niet de bovenhand halen. Vergeet nooit dat eenieder welke lezer geboeid moet zijn door je werk en het met plezier moet kunnen lezen. Je moet steeds proberen om de juiste balans te vinden tussen ontspanning en het aanreiken van soms complexe gebeurtenissen of ideeën. Niet simpel, hoor. En je mag je niet al te zeer laten afleiden door het feit dat ook anderen bezig zijn met gelijklopende projecten. Ik moet bekennen dat ik aarzelde om aan Apostata te beginnen, omdat er al genoeg strips over de Romeinen zijn. Er was al Murena [door Jean Dufaux en Philippe Delaby, speelt ten tijde van keizer Nero, red.]. En De adelaars van Rome [door Enrico Marini, rondom de Slag in het Teutoburgerwoud, red.] verscheen toen ik aan deel 1 van mijn reeks bezig was. Maar uiteindelijk had ik er genoeg vertrouwen in (of pretentie) dat ik iets ging maken dat mijn stempel zou dragen.’

Het lijkt erop dat dat zeker gelukt is. Het werk aan het zevende deel van Apostata is op dit moment nog in volle gang en de tekeningen zien er veelbelovend uit. De eerste zes delen zijn nog steeds te krijgen, ook in bundeling, bij uitgeverij Indruk.