Het koningschap van Romulus en de Sabijnse maagdenroof (753-716 v. Chr.)

SabijnenDe Romeinse koningstijd is gehuld in mythen en legenden. De meest beroemde schrijver over deze periode is ongetwijfeld Titus Livius, de auteur van Ab urbe condita (“Vanaf de stichting van de stad”) waarin hij de Romeinse geschiedenis tot aan het begin van het Principaat beschrijft. Livius was net als Vergilius een persoonlijke vriend van keizer Augustus en had ook een dubbele bedoeling met zijn werk: het volk moest na enkele decennia burgeroorlog weer de goede zeden uit vroegere tijden leren kennen. Maar bovenal ging het erom dat duidelijk werd hoe Rome door veel moed en hard werk van stadstaat tot wereldrijk was uitgegroeid.

De zeven heuvels van Rome. Volgens de legenden wordt hiervan de Quirinaal als laatste toegevoegd. (De Palatijn werd later de woonplaats van de Romeinse keizers en is derhalve de bron van het woord "paleis".)
De zeven heuvels van Rome. Volgens de legenden wordt hiervan de Quirinaal als laatste toegevoegd. (De Palatijn werd later de woonplaats van de Romeinse keizers en is derhalve de bron van het woord “paleis”.)

Want Rome was oorspronkelijk begonnen als een kleine stad of nederzetting. Volgens het verhaal probeerde de eerste koning, Romulus, de stad te laten groeien door het nieuws te verspreiden dat Rome een toevluchtsoord zou zijn voor eenieder die met een schone lei zou willen beginnen. Vandaar dat de bevolking in zijn tijd al snel voor het overgrote deel bestond uit misdadigers, vluchtelingen en ontsnapte slaven. Al snel begon de op de Palatijn gestichte stad zich uit te breiden naar de omliggende heuvels: de Aventijn, de Esquilijn, het Capitool, de Coelius en de Viminaal. Rome groeide als kool! Toch was er een probleem. Onder de grote stroom van nieuwe bewoners zaten bijna alleen maar mannen. Dat zou de stad al snel weer in problemen kunnen brengen zodra deze generatie bewoners ouder werd. Dan zou er enorme vergrijzing en uiteindelijk een net zo enorme bevolkingsafname plaatsvinden.

Rome begon als één van de Latijnse nederzettingen ten oosten van de Tiber. Ten noordoosten woonden de Sabijnen.
Rome begon als één van de Latijnse nederzettingen ten oosten van de Tiber. Ten noordoosten woonden de Sabijnen.

Vlakbij de stad woonden echter Sabijnen. Dit was een Italische volksstam die tussen de 8e en 3e eeuw v. Chr. ten noordoosten van Rome woonde, in het bergachtige gebied tussen de Anio, de Tiber en de Nar. Dit gebied heet tegenwoordig dan ook Sabina. Zij hadden meerdere nederzettingen in deze streek, maar volgens het verhaal betrof het hier een groep Sabijnen die woonden op de Quirinaal, een heuvel die toen nog ten noorden van Rome lag. Romulus nodigde hen als gasten uit op de consualia, spelen ter ere van Consus, de Romeinse god van de geborgen oogst. Zijn feestdag vond tweemaal in het jaar plaats: op 21 augustus en op 15 december. De wagenrennen werden dan niet gehouden met paarden maar met muildieren, omdat dit zijn heilige dieren waren. De Sabijnen gingen met plezier op de uitnodiging in. Ook andere naburige stammen kwamen kijken: de Caeninanen, de Antemnaten en de Crustumini.

De Sabijnse maagdenroof, door Johann Heinrich Schönfeld.
De Sabijnse maagdenroof, door Johann Heinrich Schönfeld.

Romulus zelf nam tijdens de wagenrennen plaats tussen de senatoren. Hij was gekleed in kostbaar purper. Op een gegeven moment stond hij op, schikte zijn mantel en sloeg die weer om zich heen. Dat was het teken! Onmiddellijk trokken de Romeinse mannen hun wapens en stormden op de gasten af. De mannen en volwassen vrouwen werden verjaagd, maar de jonge huwbare dochters werden gevangen genomen. Het waren er 683! Vervolgens werd er min of meer afgedwongen dat de meisjes Romeinse mannen huwden. Volgens Livius was er geen sprake van seksuele vergrijpen, maar werden de Sabijnse maagden met allerlei beloften overgehaald. Beloften zoals vrije keuze van een echtgenoot en dezelfde rechten als een volwaardige Romeinse vrouw. Wel zijn er teksten die suggereren dat een hoop van die mooie beloften niet per se uit kwamen. Livius schrijft dat Romulus zelf individueel met ieder meisje sprak om haar te overtuigen van zijn goede wil.

De roof van de Sabijnse maagd, door Giambologna.
De roof van de Sabijnse maagd, door Giambologna.

Naar moderne maatstaven kan “goede wil” natuurlijk al met flinke argusogen bekeken worden, maar ook in die tijd werd de Sabijnse maagdenroof zeker niet als acceptabel gezien. Het was bovendien een grove schending van de gastvrijheid. Vergelding kon dan ook niet uitblijven. De eerste die actie ondernam was de koning van Caenina, een stad niet ver van Rome. Romulus wist het vijandige leger echter te verslaan en de koning werd gedood, waarna de Romeinen Caenina al snel wisten in te nemen. Bij terugkomst in Rome bouwde Romulus een tempel voor Jupiter Feretrius, wat volgens Livius de eerste tempel in Rome was. Vervolgens vielen de Antemnaten aan, maar ook hun stad werd ingenomen, gevolgd door die van de Crustumini. Het resultaat van deze innames was vermenging van de bevolkingsgroepen. Romeinse kolonisten werden naar Antemnae en Crustumerium gestuurd, terwijl van daaruit de families van de ontvoerde meisjes ook weer naar Rome trokken.

De Sabijnen vermoorden Tarpeia. Blijkbaar was man een verraadster geen dank verschuldigd.
De Sabijnen vermoorden Tarpeia. Blijkbaar was man een verraadster geen dank verschuldigd.

Uiteindelijk waren alleen de Sabijnen nog over, onder leiding van hun koning Titus Tatius. Na een lange voorbereiding gingen ook zij op de aanval over, juist nu Rome flink vermoeid was door de oorlog met de andere stammen. De aanval was flink hevig en uiteindelijk werd Rome belegerd door de Sabijnen. Het verraad kwam van Tarpeia, de dochter van Spurius Tarpeius, die het commando voerde over de citadel van Rome: het Capitool. Tarpeia sloop het kamp van de Sabijnen in en bood aan hen toegang tot de stad te geven, in ruil voor een beloning. Haar oog viel op de gouden armbanden van de Sabijnen, dus vroeg zij als beloning slechts wat zij aan hun linkerarm droegen. Zodra zij de poort echter geopend had wierpen de Sabijnen massaal hun schilden over haar heen en verpletterden haar: die schilden droegen zij immers aan hun linkerarm. Vervolgens smeten ze haar lichaam van een hoge rots op het Capitool. Sindsdien heet die plek de Tarpeïsche Rots, vanwaar verraders, moordenaars en plegers van meineed werden geworpen bij wijze van doodstraf.

Het ingrijpen der Sabijnsen, door Jacques-Louis David.
Het ingrijpen der Sabijnsen, door Jacques-Louis David.

Nu werd het een verbeten strijd, waarbij de Romeinen de vijand uit de citadel moesten zien te krijgen. Toen hun commandant Hostus Hostilius sneuvelde, dreigden de Romeinen teruggedreven te worden naar de poorten van de Palatijn. Romulus riep echter de goden aan en zei een tempel voor Jupiter Stator te bouwen op de plek. Met nieuw moreel wonnen de Romeinen weer terrein en de Sabijnen werden teruggedreven. Maar toen kwam er een plotselinge interventie: de Sabijnse vrouwen, waarvan meerdere intussen al moeder geworden waren, waren het bloedvergieten blijkbaar beu en gingen tussen beide partijen instaan. Bij de Romeinen stonden hun echtgenoten, bij de Sabijnen hun vaders. De vrouwen zeiden liever zelf eerst te sterven dan dat zij hun vader of echtgenoot moesten verliezen. De mannen kregen berouw van hun wreedheid jegens elkaar en de vrouwen en legden prompt de wapens neer.

De eerste Romeinse soldaten (of eigenlijk meer krijgers) werden mogelijk sterk beïnvloed door Griekse hoplieten en Samnitische en Etruskische krijgers. (Tekening door Richard Hook.)
De eerste Romeinse soldaten (of eigenlijk meer krijgers) werden mogelijk sterk beïnvloed door Griekse hoplieten en Samnitische en Etruskische krijgers. (Tekening door Richard Hook.)

Nu het conflict verworpen was besloten Titus Tatius en Romulus om samen te regeren, bij wijze van verzegeling van de nieuwe bloedband tussen beide volkeren. Alle burgers werden Romeinen genoemd, de De Quirinaal werd de zevende heuvel van Rome en voor vijf jaar was er een gedeeld koningschap. Toen sloeg het noodlot toe en werd Tatius vermoord door wraakzuchtige ambassadeurs uit Lavinium. Romulus regeerde daarna alleen verder. Hij verdeelde het Romeinse volk in drie tribi: de Ramnites, de Tities en de Luceres. Elke tribus werd weer opgedeeld in tien curiae, die allemaal bij elkaar de Comitia curiata vormden, de Romeinse volksvergadering. De curiae werden weer opgedeeld in tien gentes, waaruit de Romeinse familienaam zouden voorkomen. De volksvergadering zou de voorstellen van de Senaat en de koning goed- of afkeuren.

Etruskische helm. Mogelijk werd het Romeinse leger in de eerste eeuwen sterk door omringende volkeren zoals de Etrusken beïnvloed.
Etruskische helm. Mogelijk werd het Romeinse leger in de eerste eeuwen sterk door omringende volkeren zoals de Etrusken beïnvloed.

De aardig strijdlustige Romulus bleef nog twee decennia koning en breidde in die tijd het gebied nog verder uit, waarbij hij meerdere koloniën stichtte. Een grote overwinning behaalde hij op Fidenae, toen dit Romeinse voorraden had gestolen tijdens een hongersnood. Ook onderwierp hij de Crustumini nadat die Romeinse kolonisten gedood hadden. De Etrusken in Veii kwamen in actie tegen de Romeinse bezetting van Fidenae en werden hierop verslagen: er werd een honderdjarig pact gesloten en er werden vijftig Veiische edelen als gijzelaars geleverd. Toen Romulus’ grootvader Numitor stierf, kreeg Romulus als zijn erfgenaam ook de kroon van Alba Longa, waarbij hij een Romeins staatsmodel invoerde en de Albanen ieder jaar hun eigen gouverneur mochten kiezen. In Rome zelf werd zijn verhouding met de Senaat steeds slechter, daar Romulus vrij despotisch regeerde en geen toestemming aan het patriciaat vroeg voor de verdeling van veroverd land.

Romulus als Quirinus op een munt uit de 1e eeuw v. Chr. (met Ceres op de andere zijde). Quirinus was waarschijnlijk een Sabijnse oorlogsgod, maar kreeg door zijn associatie met Romulus een Romeins jasje.
Romulus als Quirinus op een munt uit de 1e eeuw v. Chr. (met Ceres op de andere zijde). Quirinus was waarschijnlijk een Sabijnse oorlogsgod, maar kreeg door zijn associatie met Romulus een Romeins jasje.

Uiteindelijk verdween Romulus op een dag spoorloos. Toen hij op de Quirinaal een publieke offerceremonie hield, verdween hij op geheimzinnige wijze in een onweer of storm. Er gingen geruchten dat de Senaat erachter zat, maar de senatoren trachtten de verdenking af te weren met de verklaring dat Romulus waarschijnlijk niet gestorven maar onder de goden opgenomen was. Een voorname man genaamd Proculus beaamde dat: onder ede verklaarde hij dat hij had gezien hoe Romulus in volle wapenrusting naar de hemel was opgestegen, met de uitroep dat men hem voortaan Quirinus (“speer-drager”) moest noemen. De gens Iulia, die net als Romulus zou afstammen van Aeneas, steunde de verering van Romulus als Quirinus, een Sabijns-Romeinse oorlogsgod. (Mars stond in deze vroege tijden nog voor landbouw.) Uiteindelijk vereerden allen hem als een god. Toen de koningin-weduwe Hersilia ernaar snakte haar man weer te zien, gaf Juno haar het advies om naar het heilige bos van Quirinus op de Quirinaal te gaan. Daar verdween ook Hersilia, die sindsdien in het het heiligdom van Quirinus als Horta Quirini vereerd werd, een beschermgodin van het huwelijk. Zo eindigde zij naast haar echtgenoot, te midden van de goden.

De grootheid van Rome voorzegd: Aeneas’ aankomst in Italië

aeneasHet beroemdste gedeelte van Vergilius’ Aeneis is zonder twijfel de onmogelijke liefde van Dido en Aeneas, maar daar houdt het verhaal nog lang niet op. Na zijn vertrek uit Carthago gaat Aeneas noordwaarts en keert terug naar Sicilië, waar spelen worden gehouden ter ere van zijn overleden vader Anchises. Vervolgens behandelt Vergilius de aankomst van Aeneas in Italië, waar de Aeneaden al snel vrienden en vijanden maken. In het laatste geval moeten zij vechten om hun plaats op het schiereiland te verkrijgen.

De sibille van Cumae, zoals afgebeeld op het plafond van de Sixtijnse kapel door Michelangelo.
De sibille van Cumae, zoals afgebeeld op het plafond van de Sixtijnse kapel door Michelangelo.

Aangekomen op het Italiaanse vasteland ontmoet Aeneas de sibille van Cumae. Een sibille is in de klassieke oudheid in feite een soort zieneres of vrouwelijke profeet, waarschijnlijk een concept dat invloed uit het Midden-Oosten kent. De sibille ontvangt in extase visioenen van de toekomst, spontaan en ongevraagd, die zij voorspelt in zesvoetige verzen (hexameters). Hoewel de Grieken in eerste instantie slechts van één sibille spraken (waarbij Sibylla in feite een persoonsnaam zou zijn) was het aantal op den duur flink gegroeid. Volgens de Romeinse geleerde Varro waren er tien, waaronder die van Cumae, een stad ten westen van Napels. Volgens Vergilius heette zij Deïphobe.

Aeneas en de sibille dalen af in de Onderwereld.
Aeneas en de sibille dalen af in de Onderwereld.

Als de sibille Aeneas via de nabije krater Avernus meeneemt naar de Onderwereld, blijken opnieuw de propagandistische motieven van de auteur. In de Onderwereld ontmoet Aeneas zijn vader Anchises weer, die hem meebrengt naar de Lethe, de rivier die herinneringen wegneemt. Zielen die deze gunst krijgen na een eeuwenlange straf of zuivering zullen herboren worden. Anchises toont Aeneas enkele belangrijke toekomstige nakomelingen, die zullen regeren over de stad Alba Longa. Vervolgens komen er grote namen uit de Romeinse geschiedenis: Romulus en de andere koningen van Rome, Lucius Junius Brutus, de Gracchi, Julius Caesar en Augustus. Augustus wordt hierbij in bijna messianistische stijl als een beloofde redder neergezet en de grote Romeinse veroveringen worden aangekondigd.

Aeneas landt op de Italiaanse kust. Naast hem zijn zoontje Ascanius die hij aan de hand meeneemt. Een zeug wijst hem de plek waar hij zijn nieuwe stad moet bouwen.
Aeneas landt op de Italiaanse kust. Naast hem zijn zoontje Ascanius die hij aan de hand meeneemt. Een zeug wijst hem de plek waar hij zijn nieuwe stad moet bouwen. (Reliëf uit de 2e eeuw.)

De rest van de Aeneis bevat de strijd in Italië. Aangekomen in Latium worden de Trojanen hartelijk ontvangen door koning Latinus, een zoon van de natuurgod Faunus en de sterfelijk Marica. Al voor Aeneas’ komst is zijn dochter Lavinia in een groot wonderteken door vlammen omringd, hetgeen haar grote plaats in de geschiedenis zou hebben voorzegd. Een orakel ontraadde hierop Lavinia’s geplande huwelijk met Turnus, de koning van de Rutuli, met de voorspelling dat Lavinia met een vreemdeling zou trouwen. Latinus schenkt haar hand dan ook prompt aan Aeneas. Koningin Amata zag echter meer in Turnus, opgehitst door de wraakgodin Alecto, die gestuurd is door Juno om roet in het eten te gooien. Ook Turnus wordt van goddelijke hand opgestookt. Het resultaat is dus een oorlog.

De Tiber adviseert Aeneas om vriendschap te zoeken bij Euander.
De Tiber adviseert Aeneas om vriendschap te zoeken bij Euander.

De god van de Tiber raadt Aeneas echter aan een verbond te sluiten met Euander, een vorst afkomstig uit Arcadia die lang voor de Trojaanse oorlog naar Italië is uitgeweken. Hier stichtte hij op de linkeroever van de Tiber, aan de voet van een heuvel zijn nederzetting Pallanteum, genoemd naar zijn woonplaats in Arcadië of naar zijn zoon Pallas. De heuvel zelf zal later bekendstaan als de Palatijn. Het verbond met Euander creëert een vriendschapsband tussen Pallas en Aeneas. Als Aeneas terugkeert met Etruskische bondgenoten staat de strijd er voor hem heel wat minder slecht voor, zeker nadat zijn moeder Venus hem een wapenrusting heeft gegeven die door Vulcanus gesmeed is. Pallas wordt echter door Turnus gedood, tot grote woede van Aeneas. Turnus kan nog maar net ontkomen.

Aeneas verslaat Turnus (olieverfschilderij door Luca Giordano)
Aeneas verslaat Turnus (olieverfschilderij door Luca Giordano)

Na een wapenstilstand en een krijgsraad wordt besloten om de strijd middels een tweekamp tussen Turnus en Aeneas te beslissen. Als Turnus wint moeten de Trojanen vertrekken, maar als Aeneas wint zal er een eeuwigdurend verbond tussen de Trojanen en Latijnen komen. Aeneas is echter zo duidelijk sterker dan Turnus dat de Italiërs het bestand verbreken en er weer een veldslag uitbreekt, mede dankzij de intriges van Juno en Turnus’ zuster Juturna, de echtgenote van de god Janus. Uiteindelijk slaagt Aeneas erin om Latium zelf aan te vallen. Amata beseft dat alles verloren is en pleegt zelfmoord, waarna Aeneas Turnus alsnog tot een tweekamp dwingt. Turnus wordt verslagen en is aan de genade van Aeneas overgeleverd. Hoewel Aeneas even aarzelt, drijft de aanblik van Turnus in Pallas’ wapenrusting hem tot woede en doodt hij zijn tegenstander.

Aeneas wordt door Venus opgenomen op de Olympus. (Schilderij door Peter Candid.)
Aeneas wordt door Venus opgenomen op de Olympus. (Schilderij door Peter Candid.)

Zo eindigt de Aeneis nogal abrupt en open. Hoewel Vergilius nog revisies gepland had, overleed hij in 19 v. Chr. voor hij hier de kans toe kreeg. Zijn laatste wens was zelfs dat het onvoltooide epos zou worden vernietigd. Keizer Augustus was het hier (gelukkig) niet mee eens en gaf opdracht het gedicht te publiceren met zo min mogelijk aanpassingen. Over het verdere verloop van Aeneas’ leven verhaalt de tekst niet, noch over de stichting van een stad door de Trojaanse vluchtelingen. Andere schrijvers lichten echter tipjes van deze sluier op. Volgens Livius stichtte Aeneas een stad die hij Lavinium noemde, naar zijn tweede echtgenote. Toen Aeneas daar uiteindelijk stierf, kreeg Venus toestemming van Jupiter om haar zoon te vergoddelijken door hem nectar en ambrozijn te geven. Volgens Livius werd Aeneas’ sterfelijke lichaam begraven aan de oever van de Numicus. Volgens Ovidius spoelde deze rivier al zijn sterfelijke lichaamsdelen weg. Andere versies verhalen dat Aeneas in de rivier verdronken was tijdens de strijd of dat hij na een laatste veldslag tegen de Rutuli nooit meer teruggevonden werd, wat zijn vergoddelijking zou aantonen. Als Jupiter Indiges of Pater Indiges werd hij onder de goden opgenomen als voorvader van het Romeinse volk.

K-k-keizer Claudius

claudius25 januari 41 na Chr. was de dag waarop de Senaat na een nacht lang debatteren instemde met de benoeming van keizer Claudius. Dat er veel discussie aan vooraf ging is niet zo vreemd. De Senaat had sterk overwogen om helemaal geen nieuwe keizer te benoemen na de moord op Caligula, twee dagen eerder. Claudius was bovendien geen voor de hand liggende opvolger, want hij was altijd het buitenbeentje van de familie geweest. Uiteindelijk zou hij echter de enige keizer van de Claudische dynastie zijn, die onder zijn familienaam de geschiedenis in ging. Verder lezen K-k-keizer Claudius

Romeinse tempels in Nederland

magusanusKenmerkend voor de Romeinse tijd in ons land is dat de zogenaamd Romeinse tempels hier zelden of nooit aan typisch Romeinse goden gewijd waren. Polytheïstisch als de Romeinen waren hielden ze de goden van de door hen onderworpen volkeren vaak genoeg in ere. Dat was niet eens zo vreemd: de meeste culturen van die tijd waren polytheïstisch en op die wijze vallen goden uit verschillende pantheons vaak met elkaar te vergelijken. Verder lezen Romeinse tempels in Nederland