Romeinenweek 2017, dag 9 (7 mei): “Ontmoet de gladiator in Castellum Hoge Woerd”

torenAvete, barbaarse lezers, op deze allerlaatste dag van de Romeinenweek 2017. Vanmorgen ontwaakte ik in Utrecht en ging ik na mijn ontbijt vol goede moed op pad om mijn laatste voorwerp te zoeken en te hopen dat ik er voor eens en altijd achter zou komen waarom al mijn voorwerpen kwijt waren geraakt. De Limesweg wist ik vrij snel weer te vinden voor de deur van de Brede School Hoograven, waar hij keurig met kleurrijke mozaïektegels is aangegeven. Zo trok ik westwaarts, want het doel van mijn laatste etappe was uiteraard Castellum Hoge Woerd. Het raadsel luidde immers: ‘Ga vanuit Fectio twee castella naar het westen. Zoek daar een vechtersbaas zonder naam.

De Meern 1 is nog altijd te zien in Castellum Hoge Woerd. Groot, hè?
De Meern 1 is nog altijd te zien in Castellum Hoge Woerd. Groot, hè?

Castellum Hoge Woerd was niet moeilijk te vinden, zeker niet toen ik de wachttoren die er vlakbij gebouwd is uit de verte zag opdoemen. Van daaruit liep de Limesweg keurig recht naar het castellum. Binnenin het museum van het castellum zag ik een aantal bekende dingen. Het grote schip De Meern 1 blijft erg indrukwekkend. In wat interactieve gedeeltes van het museum kun je het schip zogenaamd besturen of even voelen hoe zwaar zo’n militaire bepakking nu eigenlijk is. Ik wist dat natuurlijk al, maar dat maakt het niet minder interessant. In het educatorium van het museum zag ik tal van kleine bepakkingen staan. Van daaruit kwam ik ook in een paar prachtige tentoonstellingen over alle vondsten van verschillende tijden die in de omgeving gedaan zijn. In de poortgebouwen kon ik nog meer vondsten zien, maar ook via “vensters op het verleden” de boel een beetje in originele staat terugzien, zoals ik gewend ben.

Charge! De aanstormende cavalerie zaait dood en verderf onder de vluchtende vijand!
Charge! De aanstormende cavalerie zaait dood en verderf onder de vluchtende vijand!

Vanaf de muur had ik ook een mooi uitzicht op het evenement beneden. Daar kwam ik ook de nodige bekende gezichten tegen. De meeste hiervan had ik vrijdag in Cuijk gezien bij Stichting Corbvlo, zoals gold voor een legionair, de bandwevende Romeinse dame en de Bataafse auxiliair. Een andere auxiliair leek veel op een Late Romein die ik deze week een paar keer ben tegengekomen, terwijl ik een andere Romeinse dame zowel in Cuijk als gisteren in Houten had ontmoet. Ook leek de aanwezige centurio een broer van de Romeinse arts die ik in Cuijk zag. De wapenmeester van Baroen was opnieuw aanwezig om jeugdige soldaatjes op te leiden, zodat ik dit keer eindelijk getuige was van het cavalerieonderdeel van zijn training: drie rekruten werden te paard geholpen en moesten daarna zoveel mogelijk van de voorbij rennende tegenstanders raken. Een hele kunst nog!

Het immer populaire mola of molenspel, dat ik deze week wel bijna elke dag ben tegengekomen!
Het immer populaire mola of molenspel, dat ik deze week wel bijna elke dag ben tegengekomen!

Natuurlijk was er nog veel meer te doen en te zien, zoals een speurtocht waarbij het de kunst was om alle afbeeldingen van een Romeinse soldaat in het castellum te vinden. Ook was er uitgebreide gelegenheid om Romeinse spelletjes te doen zoals mola of het deltaspel. Je kon zelfs een opgravinkje doen in echte zwarte aarde, maar dan wel in speciaal daarvoor neergezette bakken. Er werd ook op simpele wijze Romeins gekookt voor de liefhebber. En anders kon je altijd nog langs bij de stand van de Romeinenweek zelf, bijvoorbeeld om een hypocaustum te bouwen.

De gladiatoren worden keihard getraind door een zogeheten doctor.
De gladiatoren worden keihard getraind door een zogeheten doctor.

Het evenement was echter niet compleet zonder gladiatoren! Na een uitgebreid offer en orakel door de priesteres werden de tekenen van de goden als gunstig geïnterpreteerd en kon het geheel van start. De op winst beluste lanista stelde zijn ludus (gladiatorenschool) open voor het publiek om zijn menselijke koopwaar uit te stallen, maar liep al snel tegen het probleem aan dat de meeste potentiële klanten niet over Romeinse valuta beschikten. De komst van twee voorname gasten, een weduwe en haar volwassen zoon, bracht hier verandering in, maar helaas was moeders nogal kieskeurig. De familie had namelijk twee gladiatoren nodig om over een maand een eerbetoon te houden voor de overleden vader, waarbij de moeder dan ook hoopte dat er hooggeplaatst bezoek zou komen zodat er een goede partij voor zoonlief.

Twee snelle provocatores houden het openingsgevecht.
Twee snelle provocatores houden het openingsgevecht.

Om te laten zien wat hij in huis had, liet de lanista zijn gladiatoren een demonstratie doen, uiteraard met rudes oftewel houten zwaarden. Dit gebeurde onder uiterst verfijnde begeleiding van hun trainer, de doctor, die hen niet alleen streng had opgeleid maar ook als scheidsrechter optrad. Gladiatorengevechten gaan immers volgens strenge regels, dus de doctor greep ook nu regelmatig in wanneer een gladiator geraakt werd of zijn wapen verloor. De typen gladiator vochten ook volgens de juiste samenstelling tegen elkaar. De eerste waren twee provocatores, van oorsprong gebaseerd op vroeg-Republikeinse legionairs, uitgerust met een gladius, groot schild, licht borstpantser, één scheenplaat en een dekkende helm. Deze gladiatoren openen normaliter de gladiatorengevechten. Maar de rijke dame was nog niet echt onder de indruk.

Thraex tegen hoplomachus! Beide gladiatoren zouden in plaats van tegen elkaar ook tegen een murmillo kunnen vechten.
Thraex tegen hoplomachus! Beide gladiatoren zouden in plaats van tegen elkaar ook tegen een murmillo kunnen vechten.

Na deze ronde werd er dus wat heviger uitgepakt met een thraex en hoplomachus. De thraex is van oorsprong gebaseerd op een Thracische krijger, maar werd op den duur vooral uitgerust met een klein, gebogen vierkant schild en een opvallend kromzwaard. De hoplomachus, losjes gebaseerd op de Griekse hopliet, is zwaar gepantserd en draagt een klein bol schild, een dolk en een lange speer (in dit geval een stok omdat het houten oefenwapens betrof). Opnieuw werd het een spannende strijd, die werd beëindigd toen één van de twee opgaf. Deze gladiatoren vielen, mede vanwege hun lijf (ahum!), heel wat meer in de smaak bij de dame, maar tevreden was ze nog niet.

De secutor en retiarius vechten met staal op staal, wat dodelijk kan zijn! Als dat gebeurt moet de klant van de lanista flink dokken.
De secutor en retiarius vechten met staal op staal, wat dodelijk kan zijn! Als dat gebeurt moet de klant van de lanista flink dokken.

De lanista haalde hierop het beste van stal in de vorm van een secutor en een retiarius. Dit zijn misschien wel de bekendste gladiatoren. De secutor is te herkennen aan zijn grote schild, zijn gladius en vooral de helm met slechts twee kijkgaatjes. De retiarius is de beroemde vechter met drietand en net, zonder helm en met niet meer bescherming dan een gewatteerde hoes om zijn arm en een grote schouderplaat. Na aandringen van de potentiële klanten werden de houten wapens bij dit gevecht zelfs door metalen vervangen! Het werd een spannend gevecht waarin de secutor uiteindelijk het onderspit delfde. De dame riep uitzinnig om de dood van de verliezer, maar haar zoon – die er weinig voor voelde om zo’n hoge rekening te betalen – voorkwam dit.

De onbekende murmillo was de laatste van de 9 figuren én de enige gladiator die niet in de show zat.
De onbekende murmillo was de laatste van de 9 figuren én de enige gladiator die niet in de show zat.

De koop was in elk geval rond en moeder en zoon verlieten met hun lijfwachten de ludus, waarna er nog uitgebreid gelegenheid was om met de gladiatoren te spreken of zelfs hun spullen uit te proberen. Te midden van dit alles was het voor mij niet erg moeilijk om te raden welke persoon er met dit evenement te maken had: dat was natuurlijk de onbekende gladiator “Nomen Nescio” (“ik weet geen naam”). Bovendien was zijn type niet aanwezig geweest in de show, want hij was een murmillo, te herkennen aan zijn zware pantser en zijn schild en gladius.

Mijn gladius is weer terecht! En daarmee is mijn uitrusting weer compleet!
Mijn gladius is weer terecht! En daarmee is mijn uitrusting weer compleet!

Veel meer valt er niet over hem te vertellen, maar wie mijn artikelen volgt, zal wel weten welk voorwerp van mij hij had achtergelaten. Of je kunt het raden. Het was mijn gladius, het korte steekzwaard dat mijn allerbelangrijkste wapen is. En een brief: ‘Zo, Octavius. Nu ben je compleet, na 9 zeer diverse plekken in het land bezocht te hebben. De 9 mensen die je spullen verborgen hadden zijn ook heel divers. En zelfs je voorwerpen zijn niet 100 % Romeins. Wij hopen dat je er een hoop van hebt geleerd, maar vooral dat je er ook veel plezier aan hebt beleeft. Groeten, de 9 figuren van de Romeinenweek 2017.

Als echte infanterist gaat Octavius het liefst te voet. © Gilivs
Ben ik, L. Octavius Barbatus, zelf wel 100% Romein? Wie zal het zeggen…

Ja, het is waar. Ik heb op deze Romeinenweek weer erg veel moois gezien en er ook veel van geleerd. Van Romeinse officieren tot Keltische krijgers, van Germaanse ambachtslieden tot rijke Romeinse dames, en van Bataafse hulptroepen tot Laat-Romeinse huurlingen. En wat me opviel is, dat als je erop gaat letten, je merkt dat elk van hen wel iets Romeins heeft. Of juist iets wat misschien niet zo Romeins is. En kijk naar mijn eigen spullen: van de 9 voorwerpen die ik zoeken moest zaten er al niet-Romeinse bij. Mijn armband was Keltisch en de gladius komt oorspronkelijk uit Spanje. De meeste brieven waren geschreven op papyrus, dat oorspronkelijk uit Egypte komt! En natuurlijk heb ik nog veel meer dingen die eigenlijk afkomstig zijn van Kelten, Germanen, Italiërs of wat dan ook… Ben ik zelf wel 100% Romeins?

Een warme groet en hopelijk tot volgend jaar! Tot die tijd kun je mijn berichten op twitter en mijn artikelen op Romeinen.info blijven volgen! Maar nu: valete! Nunc habemus ad requiem.

L. Octavius Barbatus

www.twitter.com/OctaviusRomein

Romeinenweek 2017, dag 8 (6 mei): “100% Romeins 2017 in Houten”

stationBeste barbaren, een Romeinse groet vanuit hartje Utrecht! Na gisteravond voor anker te zijn gegaan ter hoogte van Rijswijk (misschien het castellum Fletio) zijn we heden morgen verder gevaren, over dat vreemde 21e-eeuwse kanaal dat hier ligt. Het was een rustige tocht waarop weinig te melden viel. Na een opvallend koude, natte Romeinenweek (met uitzondering van het eerste weekend) was de temperatuur nu eindelijk een beetje aan het stijgen, dus kon ik volop genieten. Maar tegen het einde van de ochtend kwam het schip aan in de buurt van Houten, wat uiteraard mijn bestemming was. Want zo luidde het raadsel: ‘Ten zuiden van Traiectum en Fectio ligt een plaats met een nieuw castellum. Zoek daar een slaaf die uitleent.

Dag 8 castellum
De castellum-wijk in Houten, is qua plattegrond en bouwstijl losjes op een Romeins fort gebaseerd. Gaaf, hè?

Het raadsel verwees natuurlijk naar Houten, omdat daar een woonwijk staat die “Castellum” heet. De straten hebben daar zelfs Latijnse namen, al is het wel een beetje potjeslatijn, geloof ik. Al voor ik Houten binnen kwam, stuitte ik in een weiland ten zuiden ervan op een kunstwerk met de tekst: “Hier wordt gewerkt aan geschiedenis; intussen vervliegt de tijd, onherroepelijk.” Op de plek van de tekst moet een villa hebben gestaan als deel van één van de vele nederzettingen in de streek. De Castellum-wijk bevindt zich meer naar het noorden, ook ter hoogte van zo’n nederzetting.

Een fraaie houten Romeinse soldaat! Daar heeft duidelijk veel werk in gezeten!
Een fraaie houten Romeinse soldaat! Daar heeft duidelijk veel werk in gezeten!

In Houten volgde ik min of meer de spoorweg, bij wijze van het goede spoor volgen. Dat bleek een slimme zet, want daardoor liep ik tegen het archeologisch museum aan, waar vandaag toevallig een Romeins evenement aan de gang bleek. Vlak naast het gebouw van het oude station, waarvan de zolder het hoofdkwartier van ArcheoHouten vormt, waren allerlei kraampjes en informatie te vinden. Door middel van een stempelkaart kon je alle activiteiten af en zo punten sparen. Bij de ingang van het evenement stond een houten Romeinse soldaat, compleet met leren riemen. Zijn gezicht was uitneembaar, zodat kinderen in zijn uitrusting als Romein op de foto konden. Zijn naam was blijkbaar nog onbekend, dus kon je deze raden door hem op te schrijven en in een bak te doen. Ik ben benieuwd…

Archeologie is meer dan alleen graven, vondsten classificeren en boeken schrijven: het vereist ook veel precisie.
Archeologie is meer dan alleen graven, vondsten classificeren en boeken schrijven: het vereist ook veel precisie.

De AWN liet iedereen die het maar wilde kennismaken met archeologie: niet alleen door middel van opgravingen, maar ook aan de hand van de optische en geografische technieken die hier bij komen kijken. Aan de hand van een kaart en kompas kun je je locatie veel nauwkeuriger bepalen, terwijl je met een lens en landmeetapparatuur de details kunt uitmeten. Daarnaast kon je scherven identificeren of in elkaar puzzelen in de hoop een compleet potje te maken.

Roma victrix! De 21e eeuw moet het toch mooi afleggen tegen de 1e eeuw!
Roma victrix! De 21e eeuw moet het toch mooi afleggen tegen de 1e eeuw!

Natuurlijk ontbraken de Romeinen en andere re-enactors ook niet. Eén van de aanwezigen was een Romeinse dame die ik de dag ervoor al in Cuijk had gezien. Hier in Houten bemande zij opnieuw een stand vol Romeinse spelletjes: ‘Ik ben eigenlijk helemaal niet zo van het spelletjes doen,’ zei ze tegen een meneer van de AWN, maar dat weerhield haar er niet van om hem in te maken met mola. De dame had voor een aantal vrijwilligsters van de werkgroep ook wat Romeinse klederdracht geregeld: het resultaat was welhaast oogverblindend! Een heer in Laat-Romeinse dracht liep ook nog rond, al denk ik dat de metaaldetector die hij bij zich had van nog veel latere tijd is. Een inheemse dame (dus uit de ijzertijd) kon aan iedereen uitleggen hoe je van ruwe vlas of wol echte kleding maken kunt!

Dag 8 CarusUiteindelijk kwam ik op de oplossing van het raadsel. De slaaf die uitleende was natuurlijk Carus, de auteur van het schrijfplankje van Tolsum. Tolsum is, in tegenstelling tot wat je door de naam zou kunnen denken, geen Romeinse stad maar een plaats in Friesland. Carus was hier in opdracht van zijn meesteres om een geldlening af te handelen en het plankje verhaalt over de transactie. Slaven die een dergelijke functie in een huishouden hadden waren wel vaker geletterd en hadden soms genoeg geld om zelf geld uit te lenen aan vrije Romeinen. Natuurlijk waren er ook slaven die veel erger af waren, zoals degene die in een groeve of mijn moesten werken, maar dat kwam in dit land zelden voor, zodat de meeste slaven in Germania Inferior eigenlijk beter af waren dan een dagloner.

Mijn tabula en stilus, door Carus achtergelaten achter de houten Romein.
Mijn tabula en stilus, door Carus achtergelaten achter de houten Romein. Hoewel je het op het plaatje niet zo goed ziet, stond er een boodschap op geschreven.

Geheel in stijl had Carus mijn tabula achtergelaten, zonder bijgevoegde papyrus: het raadsel stond gewoon op de tabula zelf. ‘Ga vanuit Fectio twee castella naar het westen. Zoek daar een vechtersbaas zonder naam.’ Wie een beetje kennis heeft van de Romeinse Limes en tegelijkertijd mijn belevenissen van deze week heeft bijgehouden, kan de oplossing al wel raden. Vol goede moed om dit alles voor eens en voor altijd te klaren ging ik naar het noorden. Tegen vijven bereikte ik Fectio (Vechten) en sloeg af naar het westen. De Limesweg is in het moderne Utrecht echter veel moeilijker te volgen dan in onze tijd, zodat ik uiteindelijk het spoor wat bijster ben geraakt en maar onderdak ben gaan zoeken. Morgen maak ik de tocht af. Dan vind ik, als alles meezit, mijn laatste voorwerp. Hopelijk krijg ik dan ook te horen waar dit goed voor was. Tot morgen!

L. Octavius Barbatus

www.twitter.com/OctaviusRomein

Romeinenweek 2017, dag 5 (3 mei): “Romeinenmiddag” op kasteel Wijchen

kasteelGegroet, mijn vrienden! Na mijn bezoek aan Eindhoven ben ik gisteren in een geheimzinnige reiswagen gestapt om naar mijn volgende bestemming gebracht te worden. De bestemming kende ik niet, maar een raadsel van Claudia Sacrata vertelde er als volgt over: ‘Stap in de reiswagen en zoek de man die mij beminde, in de burcht tussen grafveld, villa en altaar.‘ Over de identiteit van de man die Claudia Sacrata beminde hoefde ik niet lang na te denken, maar de locatie was allerminst duidelijk.

Op de Molenberg in Wijchen trof ik dit informatiebord aan.
Op de Molenberg in Wijchen trof ik dit informatiebord aan. Het vertelt over de Gallo-Romeinse boerderijen waar de elite hier in woonde.

Vanmorgen reed de reiswagen verder. Het duurde tot het einde van de ochtend en al die tijd kon ik weinig anders doen dan nadenken. Uiteindelijk zette de koetsier mij af vlakbij de Maas, die ik met een grote brug over moest steken. Volgens de koetsier hoefde ik daarna alleen maar noordwaarts de weg te blijven volgen. Zo kwam ik uiteindelijk in een nederzetting terecht die Wijchen genoemd werd. Wijchen bevatte twee grafvelden, een villa en een altaar voor de godin Minerva, dus leek het erop dat ik de juiste plaats gevonden had. En uiteindelijk trof ik een burcht aan. Een informatiebord op de Molenberg bevestigde dat. Nou ja… soort van. Het was geen oppidum in Keltische of Germaanse stijl, noch een Romeins fort. In plaats daarvan was het een kasteel uit een tijd die voor mij in de verre toekomst ligt. Maar er was blijkbaar wel een Romeinenmiddag aan de gang!

Een glaasje wijn voor Julius Caesar, die zo te zien geheel incognito was.
Een glaasje wijn voor Julius Caesar, die zo te zien geheel incognito was.

De vrijwilligsters van het museum hadden zich voor de gelegenheid in Romeinse jurken gestoken, compleet met een paar sieraden zelfs. Ook kregen de kinderen voor wie de Romeinenmiddag georganiseerd was de gelegenheid om een tunica te dragen. Eén van de jongetjes was echter al voorbereid en kwam binnen met een mantel om zijn schouders en een zwaard aan zijn zijde. Wie hij was? “Caesar natuurlijk!” Dat was in elk geval wel duidelijk. Zowel de kleine Caesar als alle andere jonge Romeintjes kregen gelegenheid om plaats te nemen op een Romeinse bank. Daarbij stond een klein buffetje, waar de mogelijkheid was om in Romeinse stijl een druifje of stukje brood te proeven. Uiteraard was er ook wijn. Maar dan opvallend zoete, zonder alcohol.

Ik mocht deze fraaie Romeintjes even vastleggen. Nou alleen nog netjes op je linkerzij gaan liggen.
Ik mocht deze fraaie Romeintjes even vastleggen. Nou alleen nog netjes op je linkerzij gaan liggen.

De Romeinenmiddag was echter meer dan alleen verkleden en hapjes proeven. Op de binnenplaats van het kasteel waren ook enkele spelletjes ingericht. Het waren geen ingewikkelde spellen als duodecim scriptum of mola, maar snelle simpele spelletjes die ook voor kleine kinderen gemakkelijk te begrijpen waren, zoals blikjes gooien en sjoelen, maar dan met de draai dat de punten aan de hand van Romeinse cijfers te lezen waren. Dat daagde de kinderen in elk geval uit om de Romeinse cijfers te begrijpen. Zo werd op een simpele manier toch nog wat bijgeleerd. Voor wie wat creatiever wilde zijn was er ook gelegenheid om wat creatiever te zijn. Bijvoorbeeld door het maken van een mozaïekje. Niet van kostbaar marmer en beton, maar door kleine vierkante stukjes plastic, met een plakkende onderkant, op een doosje te plakken. Natuurlijk moest het doosje ook zelf in elkaar gezet worden, dus iedereen was wel even zoet.

Het is wel duidelijk wat dit gaat worden!
Het is wel duidelijk wat dit gaat worden!

Een mogelijkheid tot schilderen was er ook, want daar deden de Romeinen natuurlijk ook aan met hun fresco’s. De schilderingen betroffen van alles: boten, varkentjes, je kon het zo gek niet bedenken… Maar het meest opvallend vond ik het werk van één jonge artiest. Ik zag hem met grote nauwkeurigheid een rode rechthoek schilderen, met daarin een een grote, gele streep van boven naar beneden, als een versteviging. ‘Wordt dit een Romeins schild?’ vroeg ik. Een bijna overbodige vraag. Vooral toen er ook nog een gouden helm bij verscheen waar met grote precisie een rode kam op geschilderd werd. Zou het een portret van mij zijn geworden?

Quintus Petilius Cerialis, die in 70 AD de Opstand der Bataven neersloeg. Later maakte hij nog meer carrière in Brittannia.
Quintus Petilius Cerialis, die in 70 AD de Opstand der Bataven neersloeg. Later maakte hij nog meer carrière in Brittannia.

Zoals ik zei was het niet veel denkwerk om te raden wie de persoon was die dit keer een voorwerp voor mij had achtergelaten. Quintus Petilius Cerialis uiteraard! Cerialis werd in het voorjaar van 70 na Chr. naar Gallië en Germania gestuurd om af te rekenen met de Bataafse Opstand. Met acht legioenen tot zijn beschikking slaagde hij hier ook in, al was het geen eenvoudige klus. Zeker omdat hij zijn vijanden een paar keer ernstig onderschatte. In september 70 werd zijn kamp aangevallen in de nacht, toen de wachtposten in slaap gevallen waren. De tenten werden over de slapende soldaten heen gegooid en het vlaggenschip van Cerialis’ vloot werd gekaapt. De Germanen hadden gedacht dat Cerialis zich op het schip bevond, maar een nachtelijk avontuurtje had zijn leven gered: Cerialis bevond zich heel ergens anders omdat hij in bed lag met Claudia Sacrata!

Mijn buidel... een beetje voller dan hij was toen ik hem kwijtraakte!
Mijn buidel… een beetje voller dan hij was toen ik hem kwijtraakte!

Cerialis bleek als echte opperbevelhebber, die dus ook verantwoordelijk is voor de soldij, mijn buidel of marsuppium te hebben achtergelaten, met wat extra zakgeld erin. Ook hij had een raadsel achtergelaten: ‘Ga naar het bos van de dux. De dame uit het graf vertelt je meer.’ Daar moest ik even flink mijn hoofd over breken, maar toen realiseerde ik mij dat het woord dux, dat oorspronkelijk stond voor Keltische en Germaanse aanvoerders, later een titel wordt voor commandanten van Romeinse provincies en zo in de middeleeuwen het Latijnse woord voor “hertog” wordt. Het bos van de hertog: ‘s-Hertogenbosch! Meteen ging ik op pad. Ik ben nu ongeveer halverwege, ter hoogte van Oss. Kijken wat ik morgen in Den Bosch aantref!

L.Octavius Barbatus

www.twitter.com/OctaviusRomein