Theodosius de Grote: de laatste eenwording

theodosiusDe komst van de Hunnen rond 370 was voor veel stammen en federaties in Oost-Europa een aanleiding om hun oude aanvallen op het verzwakte Romeinse rijk te vernieuwen. Rome was geen regeringszetel meer en het rijk werd geregeerd door meerdere keizers, waarvan de grootste militair echter in de chaos ten onder ging. Tot zich een nieuwe keizer aandeed die orde in de chaos wist te scheppen en nog heel even in zijn eentje het rijk regeerde, als allerlaatste. De keizer die het christendom staatsgodsdienst maakte. Theodosius de Grote. 

Theodosius maakte een aantal belangrijke stappen in zijn carrière op de Balkan. Moesia is geel omrand.
Theodosius maakte een aantal belangrijke stappen in zijn carrière op de Balkan. Moesia is geel omrand.

Flavius Theodosius werd geboren op 11 januari 347 in Gallaecia, de Romeine provincie die nu ongeveer samenvalt met Galicië. Hij droeg de naam van zijn vader, een militair en grootgrondbezitter, afkomstig uit een Niceens christelijke familie. Over de jeugd van Theodosius, wiens naam zoveel betekent als “door God gegeven”, is vooral bekend dat hij zich bezighield met historische studies. Daarna maakte hij militaire carrière tegen de invallende Germanen, mede dankzij zijn vader, aan wiens zijde hij in eerste instantie werkte, zoals in 368 toen de oude Theodosius naar Brittannia ging om het Romeins gebied aldaar te redden. In 370, toen zijn vader al magister equitum, opperbevelhebber van de cavalerie, nam de jonge Theodosius deel aan de oorlog tegen de Alemannen. Op de Balkan bestreed hij in 372 en 373 de invallende Sarmaten en kreeg hij uiteindelijk de aanstelling van dux (bevelhebber) over de provincie Moesia Superior. Waarschijnlijk was dit aan de invloed van vaderlief te danken, want in die tijd een gebruikelijke manier was om carrière te maken. Ook in 374 versloeg Theodosius de Sarmaten.

Aelia Flavia Flaccilla, de eerste vrouw van Theodosius. Ze werd maar 30 jaar oud. Ze stierf in 386, net als hun dochter Pulcheria.
Aelia Flavia Flaccilla, de eerste vrouw van Theodosius. Ze werd maar 30 jaar oud. Ze stierf in 386, net als hun dochter Pulcheria.

In 373 ging vader Theodosius naar Africa om hier een opstand neer te slaan. De opstand was uitgebroken door de grote ontevredenheid over de corruptie van de gouverneur Romanus. Toen Theodosius senior ook een onderzoek naar Romanus instelde, werd hij echter plotseling gearresteerd en begin 376 in Carthago ter dood gebracht. De reden voor deze veroordeling is niet duidelijk, maar mogelijk spelen politieke intriges na de dood van Valentinianus I, een paar maanden eerder, hier een rol in. Na de executie van zijn vader brak Theodosius in 376 abrupt zijn carrière af, al dan niet gedwongen, en trok zich terug op zijn landgoederen in Hispania. Daar trouwde hij met Aelia Flaccilla, met wie hij in 377 een zoon kreeg die Arcadius genoemd werd. Verder hield Theodosius zich in die tijd vooral bezig met het beheer van zijn landgoed. Het leek erop dat zijn rol in het leger was uitgespeeld. En toen gebeurde het… Op 9 augustus 378 werden de troepen van de oostelijke keizer Valens bij Adrianopel verpletterend verslagen door de Visigoten en hun bondgenoten. Met Valens ging twee derde van het inlandse leger ten onder, zodat de Romeinse Balkan open lag voor de Goten en alle anderen die het rijk in wilden. Alleen de snelle formatie van een burgermilitie wist te voorkomen dat Constantinopel gevaar liep.

Het Romeinse rijk was eind 4e eeuw opgedeeld in vier prefecturen, die elk weer waren opgedeeld in enkele diocesen.
Het Romeinse rijk was eind 4e eeuw opgedeeld in vier prefecturen, die elk weer waren opgedeeld in enkele diocesen.

De westelijke keizer Gratianus was militair onbekwaam en durfde de strijd niet aan. In plaats daarvan droeg hij de ervaren Theodosius op zijn wapenrusting uit de mottenballen te halen en de strijd aan te voeren, als opperbevelhebber van de Balkan. Opnieuw versloeg Theodosius daar de Sarmaten. Ergens rond die tijd werd hij uitgeroepen tot keizer van het oosten. De omstandigheden zijn onduidelijk: het is mogelijk dat Theodosius zichzelf tot keizer uitriep, maar in elk geval steunde Gratianus hem, ook omdat er geen betere kandidaat beschikbaar was. Er was nog wel een andere keizer in de vorm van zijn broertje Valentinianus II, maar dit was nog een kind en dus niet in staat om het woelige oosten te beheersen. Gratianus verhief Theodosius op 19 januari 379 tot Augustus, waarbij Theodosius echter wel ondergeschikt zou blijven aan de Valentiniaanse broers. Kort daarna kreeg Theodosius niet alleen de Balkan, maar ook de prefectuur van het Oosten toegewezen. Om strategische redenen vestigde de verse keizer zich in deze tijd nog in Thessaloniki, van waaruit hij het oostelijke leger kon hervormen. Het percentage barbaarse huurlingen werd verhoogd, al bleef het grootste deel van de troepen Romeins. Dat wilde niet zeggen dat de oorlog van een leien dakje ging. Hoewel zijn campagne tegen de Goten in 380 eerst goed verliep, leed Theodosius uiteindelijk een nederlaag. Hij vroeg hulp aan Gratianus, die zijn Frankische generaals Bauto en Flavius Arbogastes, alias Arbogast stuurde, waarbij Theodosius enkele Balkangebieden weer aan Gratianus overdroeg. Datzelfde jaar werd Theodosius ziek en vreesde voor zijn leven, zodat hij zich snel liet dopen.

Romeinse soldaat in de 4e eeuw. Wie herkent hier het stereotype legionair nog in?
Romeinse soldaat in de 4e eeuw. Wie herkent hier het stereotype legionair nog in?

Met veel moeite wist men in 382 een verdrag met de Visigoten van Fritigern te sluiten, waarna zij alsnog de status van foederati kregen, oftewel van in het rijk wonende bondgenoten die deel zouden nemen aan de grensbewaking. Zij zouden zich ten zuiden van de Donau vestigen. Een belangrijke opmerking bij dit zogenaamde Gotenvertrag, dat in de loop der eeuwen vaak als een keerpunt en ernstige misrekening is afgedaan, is dat er geen contemporaine bronnen voorhanden zijn, wat de vraag doet rijzen of er sprake is van een daadwerkelijk verdrag op papier. Hoewel de Goten nu in het rijk woonden werden hen nog wel bepaalde beperkingen opgelegd, zodat de militaire kracht van het rijk niet verzwakte. Het was ook de beste optie, want de Goten waren bijna onmogelijk nog te verdrijven. Theodosius ging regeren vanuit Constantinopel, dat nu definitief de hoofdstad van het oosten werd.

Keizer Magnus Maximus. Naar aanleiding van legenden uit Wales is hij als Britse koning opgenomen in Geoffrey van Monmouths Historia Regum Brittanniae.
Keizer Magnus Maximus. Naar aanleiding van legenden uit Wales is hij als Britse koning opgenomen in Geoffrey van Monmouths Historia Regum Brittanniae.

Als Theodosius’ keizerschap is ontstaan door een greep naar de macht is het wel opvallend dat Gratianus ermee akkoord ging, misschien omdat het de enige manier was om de Balkan weer onder controle te krijgen. Bovendien verbleef Gratianus in Gallië en was er waarschijnlijk ook een bestuurder in het oosten nodig. Maar in 383 deed een nieuwe pretendent zich aan, in de vorm van Magnus Maximus. Deze generaal was geboren in Spanje en was destijds met Theodosius’ vader naar Africa gegaan. Ook had hij in 376 aan de Donau gediend om oog te houden op de migratie van de Goten. Rond 380 was Maximus benoemd tot comes van Brittannia, waar hij de Scoten en de Picten versloeg. Dit maakte hem populair bij zijn troepen, die steeds minder tevreden waren over Gratianus. Dat Gratianus zich met Alanen omringde was ook tegen het zere been en in 383 werd Maximus door zijn soldaten tot keizer uitgeroepen. Hij viel Gallië binnen en zijn leger ontmoette dat van Gratianus bij Parijs. Toen bleek wel hoe impopulair de militair onkundige keizer was, want zijn eigen leger liep prompt over naar Maximus! Gratianus sloeg op de vlucht, maar men zette de achtervolging in en doodde hem in Lyon. Maximus beheerste nu Brittannia en Gallië, terwijl ook Hispania zich bij hem aansloot. Hij trok naar Trier, dat al eerder hoofdstad geweest was, en richtte hier zijn regering in, waarna hij voorbereidingen begon te maken om Italië binnen te vallen en ook af te rekenen met Valentinianus II. Bisschop Ambrosius van Milaan, die een sterke invloed had op Valentinianus, ging echter met Maximus onderhandelen, terwijl Bauto, die inmiddels magister militum (algeheel opperbevelhebber) was, de Alpenpassen versterkte. Men kwam uiteindelijk overeen dat alle partijen de status quo zouden erkennen. Waarschijnlijk had Maximus tevergeefs gehoopt dat Theodosius zich bij hem zou aansluiten, Maximus’ band met zijn vader indachtig. Theodosius benoemde zijn 6-jarig zoontje Arcadius echter tot medekeizer, waarmee hij aangaf dat hij van plan was zijn dynastie voort te zetten. Maximus reageerde door in 384 zijn zoontje ook tot keizer te benoemen.

Een belangrijke vertrouweling van Theodosius was Stilicho, hier op een tweeluik afgebeeld met zijn gezin.
Een belangrijke vertrouweling van Theodosius was Stilicho, hier op een tweeluik afgebeeld met zijn gezin.

Theodosius richtte zich in alle rust op het bestuur van zijn deel van het rijk. Hij bestreed de corruptie, maar slaagde er niet in om de bureaucratie volledig onder controle te krijgen. Een grote hervorming van economie of belasting kreeg hij er ook niet door. Toch werd een deel van de administratie wat efficiënter gemaakt. Om hier zo gemakkelijk mogelijk mensen voor te werven bevoordeelde hij de aristocratie, ongeacht godsdienst. Constantinopel maakte een grote bloei door, waarbij paleis en forum flink werden uitgebreid. Met oorlog hield hij zich in deze periode zo min mogelijk bezig. Ondanks zijn eerdere overwinningen nam hij geen erenaam zoals Gothicus aan. De vrede waarborgen voor zolang het duurde was hem blijkbaar liever. Waarschijnlijk was het in 387 dat hij tot een verdrag over Armenië kwam met de Sassaniden, waarbij slechts een vijfde deel van het land Romeins werd en de rest naar Perzië ging. Dat was slimmer dan het leek, omdat het de oostgrens toch meer veiligstelde. Dat jaar hertrouwde Theodosius, want zijn eerste vrouw was al in 385 overleden. Hij nam Flavia Galla, de zus van Valentinianus II, tot vrouw.

Replica van de schijf van Theodosius.
Replica van de schijf van Theodosius.

De vrede duurde niet eeuwig. Magnus Maximus kon blijkbaar toch niet overweg met de ongemakkelijke overeenkomst die hij met Valentinianus en Theodosius gesloten had en viel in het najaar van 387 alsnog Italië binnen. Valentinianus vluchtte naar Constantinopel, en Theodosius kon nu niet langer afwachten. In een grote veldslag bij de Sava werd het leger van Maximus verslagen en werd de tegenkeizer gevangengenomen, waarna hij ter dood gebracht werd. Hiermee ging de laatste machtige keizer van het westen ten onder. Valentinianus werd weliswaar weer op de troon gezet, maar Theodosius stuurde Arbogast naar het westen als magister militum, om het beleid waar te nemen. In 389 hield Theodosius een triomf in Rome, waar Valentinianus heel nadrukkelijk geen deel aan nam. In Rome trachtte Theodosius goede banden op te bouwen met de senatoriale kringen, want ondanks dat de raad buiten de stad vrijwel niets in te brengen had waren deze families nog erg belangrijk. Om hen te paaien deelde hij enkele benoemingen uit. Tot 390 bleef hij in Rome, daarna vertrok Theodosius naar Milaan, waar hij echter al snel in botsing kwam met Ambrosius.

Sint-Ambrosius en keizer Theodosius, door Anthoon van Dyck. De schilder werd niet gehinderd door kennis van historische klederdracht. De kleding van de keizer en zijn gevolg lijkt uit een eerdere periode, die van de bisschop en zijn gevolg van een veel latere.
Sint-Ambrosius en keizer Theodosius, door Anthoon van Dyck. De schilder werd niet gehinderd door kennis van historische klederdracht. De kleding van de keizer en zijn gevolg lijkt uit een eerdere periode, die van de bisschop en zijn gevolg van een veel latere.

Ambrosius had zich intensief met de regering van Gratianus en Valentinianus II bemoeid, wat voor Theodosius uiteindelijk een reden was om laatstgenoemde uit Milaan weg te zenden. Wellicht verklaart dat de spanning tussen keizer en bisschop, temeer daar Ambrosius niet aarzelde om Theodosius op de vingers te tikken. Daar was dan ook een reden voor. In 390 liep het in Thessaloniki ernstig mis nadat hier generaal Butherik vermoord was. De Gotische Butherik had een populaire wagenmenner ter dood gebracht nadat deze seksuele omgang met een schenker van Butherik zou hebben gehad. Butherik was hierop door woedende supporters vermoord en Theodosius dat Butheriks Gotische troepen opdracht gegeven de moordenaars te doden. De vergelding liep echter volledig uit de hand: volgens de overlevering werden er wel 7000 mensen gedood. Hoewel dat wel erg veel lijkt, staat vast dat er sprake was van een bloedbad. Ambrosius wierp hem dit voor de voeten en droeg hem op boete te doen. Zolang de keizer hier niet aan toe kwam zo hij uitgesloten worden van de eucharistie, het nuttigen van het heilig brood en de heilige wijn in de kerk. Theodosius nam de boetedoening echter zo deemoedig als hij kon op zich, precies zo dat zijn waardigheid neit werd aangetast. Dat gaf hem een behoorlijk aanzien onder de christelijke gemeenschap.

Reliëf aan de voet van de obelisk van Theodosius, in het hippodroom van Constantinopel waarop de keizer de eventuele winnaar een krans aanbiedt. De Olympische Spelen spaarde hij echter niet.
Reliëf aan de voet van de obelisk van Theodosius, in het hippodroom van Constantinopel waarop de keizer de eventuele winnaar een krans aanbiedt. De Olympische Spelen spaarde hij echter niet.

Theodosius was lange tijd tolerant gebleven ten opzichte van niet-christelijke ereplaatsen en cultussen, ook uit politieke overwegingen. Maar na de boetedoening veranderde zijn houding. Vanaf 392 verbood Theodosius alle heidense godsdiensten, evenals het uitoefenen van openbare ambten door heidenen. Het christendom werd staatsgodsdienst – het Niceense christendom dat geloofde in de Heilige Drieëenheid wel te verstaan, want in tegenstelling tot zijn voorgangers begunstigde Theodosius het Arianisme niet. Juridisch gezien kon voortaan zelfs het bezit van een klein huisaltaartje of godenbeeldje al tot de doodstraf leiden. In de praktijk pakte Theodosius echter de niet-Niceense christenen vooral erg hard aan, zoals de aanhangers van het Arianisme. Wel werden tal van tempels vernietigd of tot kerken omgedoopt. De jaarlijkse Olympische Spelen, die officieel ter ere van de Griekse oppergod Zeus werden gehouden en dus heidens waren, werden in 393 formeel afgeschaft. Formeel, want de spelen werden enerzijds al enkele jaren flink belemmerd door een toename in oorlogen op de Balkan, terwijl er anderzijds ook bewijs is gevonden dat bepaalde sporten ook na het verbod nog wel degelijk beoefend werden.

Eugenius, de laatste tegenkeizer van Theodosius.
Eugenius, de laatste tegenkeizer van Theodosius.

Misschien is die verandering te wijten aan de politiek van 392. Datzelfde jaar werd Valentinianus dood aangetroffen in zijn paleis in Vienne, waarbij het onduidelijk blijft of hij zichzelf had opgehangen of dat dit in scène is gezet door Arbogast, die in conflict met de jonge keizer gekomen was. Wel verzocht Arbogast Theodosius om een nieuwe keizer in het westen te benoemen. Toen Theodosius dit niet deed riep Arbogast een hofbeambte genaamd Eugenius uit tot keizer. De christelijke bisschoppen, onder leiding van Ambrosius, gingen niet met hem in zee, waarop Eugenius meer toenadering zocht tot de senatoren, die nog altijd grotendeels heidens waren. De sterke christelijke politiek valt hier dus uit te verklaren, mede omdat de heidense aristocratie in Rome er nog altijd voor lobbyde om de invloed van de christenen te verminderen, ondanks dat Eugenius zich totaal niet anti-christelijk opstelde. Ook deed Eugenius zijn best om door Theodosius erkend te worden, waarbij hij munten met de beeltenis van Theodosius liet slaan, in een poging deze als zijn meerdere te erkennen. Na enige bedenktijd ging Theodosius echter toch niet akkoord.

De obelisk van Theodosius in Istanboel. Van oorsprong was dit een obelisk van farao Toetmozes III (1481-1425 v. Chr.) die door Theodosius naar Constantinopel werd verplaatst.
De obelisk van Theodosius in Istanboel. Van oorsprong was dit een obelisk van farao Toetmozes III (1481-1425 v. Chr.) die door Theodosius naar het hippodroom van Constantinopel werd verplaatst.

Op 23 januari 393 stelde Theodosius zijn jongere zoon Honorius aan als keizer van het westen. Hij trok naar het westen met een groot leger, inclusief Gotische huurlingen en Theodosius’ speciale vertrouweling Stilicho. Begin september kwam het tot een treffen in de Vipava-vallei, in het tegenwoordige Slovenië. De overwinning van Theodosius werd nadien dan ook gezien als een overwinning van het christendom op het heidendom. Eugenius werd geëxecuteerd en Arbogast pleegde zelfmoord. Het West-Romeinse leger kreeg een klap die het nooit meer te boven zou komen. Door de overlevende troepen van Eugenius vergiffenis en een deel van de buit te bieden, in ruil voor hun trouw, wist Theodosius de politieke wonden echter te helen. Ook met de heidense elite in Rome wist hij zich te verzoenen door wat tactische ambten te verlenen. Zo werd hij de enige keizer in het Romeinse rijk, de eerste sinds jaren, maar ook de laatste van allemaal. Theodosius zelf stierf in 395 aan hartfalen. Het rijk werd, zoals zijn wens was geweest, verdeeld onder zijn zoons Honorius en Arcadius. Niemand zag aankomen dat dit een definitieve splitsing zou betekenen. Laat staan dat het niet het oosten, maar juist het westen was dat binnen een eeuw ten onder zou gaan.

Constantius, Constantinus en Constans: de zoons van Constantijn de Grote

constantius 2Nadat Constantinus I, alias Constantijn de Grote, was heengegaan, liet hij het Romeinse rijk na aan zijn drie zoons. Maar zoals de twee zoons van Septimius Severus zich tegen elkaar hadden gekeerd, zo raakten ook de zoons van Constantijn slaags. Net als met de tetrarchie hield de nieuwe machtsverdeling niet lang stand…

Standbeeld van Constantijn II op de Campidoglio in Rome.
Standbeeld van Constantijn II op de Campidoglio in Rome.

Van de drie broers die in 337 de macht verdeelden, was Flavius Claudius Constantinus, beter bekend als Constantijn II, de oudste. Hij was in februari 316 geboren in Arelate (Arles), om al op 1 maart 317 Caesar gemaakt te worden. Op zijn 7e, in 323, mocht hij met zijn vader mee op veldtocht tegen de Sarmaten. Toen Constantijn 10 jaar was, werd zijn halfbroer Crispus ter dood gebracht en werd de jonge Constantijn benoemd tot bevelhebber van Gallië. In 332 leidde hij de strijd met de Goten. De tweede broer, Constantius II, was in 317 geboren en werd in 324 benoemd tot Caesar van het oosten. Broertje Constans kwam ter wereld in 323. Ook hij werd tot Caesar verheven, op 25 december 333. Alle drie de broers werden (evenals hun zusters Helena en Constantina) christelijk opgevoed en al vroeg voorbereid op keizerlijke waardigheid. De afspraak was om na de dood van vader Constantijn hen drieën tot Augustus te maken en hun neven Dalmatius en Hannibalianus tot Caesars te benoemen. In 335 werd Dalmatius Caesar gemaakt met het bestuur over Thracië, Griekenland en Macedonië. Tijdens de plannen van Constantijn I om de Perzen te gaan bevechten benoemde hij Hannibalianus tot “Koning van de koningen en Pontische volkeren”, wat impliceert dat Constantijn van plan was om hem vazalkoning in het Midden-Oosten te maken.

De verdeling van het Romeinse rijk in september 337. Van oost naar west de machtsgebieden van Constantijn II, Constans, Dalmatius en Constantius II. Het gebied van Dalmatius werd vrijwel meteen verdeeld tussen de omringende delen.
De verdeling van het Romeinse rijk in september 337. Van oost naar west de machtsgebieden van Constantijn II, Constans, Dalmatius en Constantius II. Het gebied van Dalmatius werd vrijwel meteen verdeeld tussen de omringende delen.

De oorlog in Perzië vond echter nooit plaats. Constantijn de Grote overleed in 337 en in de 90 dagen daarna vond er een massale slachting onder de keizerlijke familie plaats. Volgens oude bronnen waren het zijn drie zoons die korte metten maakten met vrijwel elke potentiële pretendent in de familie, maar het lijkt er meer op dat dit buiten hun schuld gebeurde. Als Constantius achter de moorden zat, zoals men later claimde, had hij meteen de macht kunnen grijpen met het leger, maar in plaats daarvan volgde er een interregnum van drie maanden. Blijkbaar was het leger zelf dus de macht die ditmaal bepaald had wie er op de troon zou komen. Constantius nam Egypte, Libië en de Aziatische provincies in handen, terwijl Constantijn over Gallië, Brittannië, Hispania en Mauretanië regeerde. De rest, op het gebied van Dalmatius na, kwam in handen van Constans. In de zuivering die op de dood van hun vader volgde spaarden de broers hun neven echter ook niet. Dalmatius werd laat in de zomer van 337 vermoord door zijn soldaten, waarna Constantius en Constans zijn gebied verdeelden. De eerste scheuren in de verhoudingen van de drie broers lieten echter ook niet op zich wachten. De oorzaak hiervan lag in een kerkelijk conflict. Ondanks dat het Concilie van Nicea in 325 het Arianisme tot dwaalleer had verklaard, vond deze christelijke stroming nog altijd veel aanhang, waar ook Constantius II zich bij aansloot. Het westelijk rijksdeel daarentegen was veel meer gericht op het katholicisme, wat spanningen creëerde tussen Constantius en Constantijn II, zeker nadat de laatste de verbannen kerkvader Athanasius, een fel tegenstander van het Arianisme, liet terugkeren naar Alexandrië. Daarnaast was Constantijn van mening dat hij, als oudste zoon, recht had op veel meer grondgebied. Na de dood van Dalmatius was Constans’ gebied immers nog verder uitgebreid. Constantijn eiste hierop de Afrikaanse provincies van Constans op. Deze ging hier schoorvoetende mee akkoord om de vrede te bewaren, maar al snel ontstond er een nieuwe ruzie over een aantal gebieden waarvan niet duidelijk was of zij tot Carthago of tot Italië behoorden. Bovendien wilde Constans, die meerderjarig werd, meer autonomie. Constantijn, die de laatste jaren zijn voogd was geweest, was er niet happig op om zijn oppergezag zomaar op te geven.

De uit Armenië afkomstige Sint-Servatius, de eerste bisschop actief op Nederlandse bodem, was ook aanwezig op Constans' mislukte Concilie van Sardica. (De mijter op deze reliekbuste is anachronistisch.)
De uit Armenië afkomstige Sint-Servatius, de eerste bisschop actief op Nederlandse bodem, was ook aanwezig op Constans’ mislukte Concilie van Sardica. (De mijter op deze reliekbuste is een anachronisme.)

Al in 340 kwam het tot een gewapend conflict. Constantijn viel met een leger Italië binnen, op het moment dat Constans zich in Dacia bevond. Constans stuurde een deel van zijn troepen naar Italië met het plan om zich bij hen te voegen met de hoofdmacht zodra hij gereed was. Bij Aquileia sneuvelde Constantijn echter al, zodat Constans zijn hele gebied in handen kreeg. Op energieke wijze begon hij de defensie hiervan op zich te nemen, met een succesvolle veldtocht tegen de Franken en een gewaagde oversteek naar Brittannia, wat ook een militair ingrijpen suggereert. Als bestuurder bleek hij echter veel minder bekwaam. Om de schatkist zo vol mogelijk te krijgen verkocht hij allerlei ambten aan de hoogste bieders. Ook nepotisme schuwde hij niet. Op godsdienstig terrein was hij mild jegens het Jodendom, maar verbood heidense offers in 341. Hij was net als Constantijn II een tegenstander van het Arianisme, tot grote ergernis van Constantius. Zijn poging om dit godsdienstig geschil in 343 te beslechten met een nieuw concilie in Sardica (Sofia), waarop ook de in Maastricht begraven Servatius aanwezig was, faalde meesterlijk: het oosten ging niet akkoord met het besluit dat de bisschop van Rome (de paus) zou bepalen of de synodes wel of niet strookten met de leer en ook de aanwezigheid van Athanasius viel in het verkeerde keelgat. Volgens de oosterse, Ariaanse bisschoppen was Athanasius al op een ander concilie veroordeeld, maar dit concilie werd in het westen niet erkend. Resultaat was dat 80 oosterse bisschoppen het concilie verlieten en het tot op de dag van vandaag niet erkend wordt in de orthodoxe kerk. Tegen 346 was het godsdienstig conflict tussen oost en west zo hoog opgelopen dat beide keizers op het punt van oorlog stonden. Dit werd op het nippertje voorkomen door een overeenkomst dat Constans en Constantijn zelf mochten bepalen welke stroming zij zouden steunen.

Buste van de zo jammerlijke keizer Constans (Het Louvre)
Buste van de zo jammerlijke keizer Constans (Het Louvre)

De gevolgen van Constans’ zwakke beleid bleven niet uit. Zijn regime was steeds corrupter geworden (al was het wellicht lang niet zo erg als men traditioneel beweert), waarbij hij zijn eigen lijfwacht voortrok en zich door zijn vertrouwelingen liet domineren. Bovendien was Constans openlijk homoseksueel, hetgeen in zijn tijd als zeer aanstootgevend werd beschouwd. Hij zou zich buitensporig gedragen hebben met barbaarse gijzelaars, wat echter wel in tegenspraak lijkt met een wet van de twee keizers die zeer strenge straffen instelden op homoseksuele praktijken (en dus wellicht onwaar is). In 350 vond er een banket plaats waarop Marcellinus, de beheerder van de westelijke schatkist, generaal Magnentius als nieuwe keizer voorstelde, waar de aanwezigen zich meteen bij aansloten. Het lijkt erop dat de actie in het voren gepland was, maar het grensleger, dat Constans beu was, steunde Magnentius meteen. Hij palmde de heidenen (waar hij bij hoorde) in door het offerverbod in te trekken, maar betuigde ook steun aan de geloofsbelijdenis van Nicea, om de westelijke christenen achter zich te scharen. Constans bevond zich op dat moment niet eens ver van de Rijn. Toen hij merkte dat alleen zijn eigen directe omgeving hem steunde moest hij maken dat hij wegkwam. Hij trachtte naar Hispania te vluchten, maar werd in Vicus Helene (Elne), in de Pyreneeën, ingesloten. Hij vroeg asiel aan in een plaatselijke tempel, waar hij werd binnengelaten en veilig had moeten zijn. Maar de aanhangers van Magnentius trokken zich daar niets van aan en vermoordden hem alsnog.

De Visigotische bisschop Wulfila bekeerde veel Goten tot het Arianisme en bracht hen aan Romeinse zijde. Ook vertaalde hij de Bijbel in het Gotisch, waar hij een nieuw alfabet voor ontwierp om de heidense runen niet te hoeven gebruiken. Een overblijfsel van zijn werk is de Codex Argenteus, in de Universiteitsbibliotheek van Uppsala.
De Visigotische bisschop Wulfila bekeerde veel Goten tot het Arianisme en bracht hen aan Romeinse zijde. Ook vertaalde hij de Bijbel in het Gotisch, waar hij een nieuw alfabet voor ontwierp om de heidense runen niet te hoeven gebruiken. Een overblijfsel van zijn werk is de Codex Argenteus, in de Universiteitsbibliotheek van Uppsala.

Constantius had vrijwel niets gedaan om zijn broer te helpen. De Balkan had zich in alle chaos afgescheiden van het westen en daar de oude generaal Vetranio tot keizer uitgeroepen, zodat Constantius weinig kon uitrichten. Weliswaar had hij in 348 de Ariaanse Goten onder bisschop Wulfila in het rijk toegelaten, maar zelfs met deze versterking kon hij niet naar het westen zonder het risico te lopen van een Perzische aanval. In 347 had Shapur II het in chaos verkerende Armenië aangevallen, waarna Constantius een bondgenootschap had gesloten met de Armeense koning, die de Perzen had weten te verdrijven. Dat klinkt als een mooie overwinning, maar het was zonneklaar dat Shapur op wraak zon. Constantina, de zus van Constantius, was op de Balkan echter de belangrijkste macht achter de schermen. Zij verzekerde Constantius dat Vetranio niet gevaarlijk was en hoopte het taaie grensleger van de Donau op deze manier aan Constantius’ zijde te krijgen. Naar het westen gaan kon Constantius hiermee niet riskeren, maar in elk geval kon hij zich in alle rust op het oosten concentreren. Middels zoveel mogelijk Romeinse vestingen trachtte hij de aanvallende Perzen uit te putten. Ook zette hij minstens één keer een offensief in, waarbij de Romeinen katafrakten, zeer zwaar bepantserde ruiters zoals de Perzen gebruikten, inzetten. In 350 stopte Shapur met de oorlog, al was dat eerder omdat zijn rijk in het oosten werd aangevallen door de nomadische Chionieten (traditioneel worden zij als de Hunnen beschouwd, al is daar weinig zekerheid over).

Munt van Magnentius, met op de keerzijde het Chi-Rho-symbool. Ondanks zijn heidens geloof wist hij veel westelijke christenen voor zich te winnen.
Munt van Magnentius, met op de keerzijde het Chi-Rho-symbool. Ondanks zijn heidens geloof wist hij veel westelijke christenen voor zich te winnen.

Nu kon eindelijk worden afgerekend met Magnentius. In 351 stelde Constantius zijn neefje Constantius Gallus aan als Caesar in het oosten en liet hem trouwen met Constantina. Vetranio zat daarbij niet in de weg en trad af ten gunste van Constantius. In de Slag bij Mursa (Osijek, in Kroatië), waar 54.000 man zouden zijn gesneuveld, waarna Magnentius naar het westen vluchtte. Constantius speelde het spel echter verstandig en kondigde amnestie af, met uitzondering van de moordenaars van Constans. In 353 versloeg hij Magnentius definitief bij Mons Seleucus (La Bâtie-Montsaleon), waarna de usurpator zelfmoord pleegde. Constantius was nu alleenheerser van het Romeinse rijk, wat hij vierde met tal van triomfbogen. Kritiek van meerdere geschiedschrijvers hierop is dat het geen overwinning op de barbaren betrof, maar een bloedige burgeroorlog, wat eigenlijk niet met een triomfboog gevierd hoorde te worden. Constantius dacht hier duidelijk anders over. Maar door zijn tactvolle omgang met de aanhangers van Magnentius maakte hij zich alsnog populair bij de bevolking, zodat zijn keizerschap overal erkend werd.

Solidus van Constantius Gallus, neef en onderkeizer van Constantius II. Zijn slechte bestuur deed hem in ongenade vallen.
Solidus van Constantius Gallus, neef en onderkeizer van Constantius II. Zijn slechte bestuur deed hem in ongenade vallen.

Vrijwel meteen kreeg hij het echter weer met vijandige invallen aan de stok. Magnentius had veel troepen van de grens weg moeten halen voor de burgeroorlog en de Franken waren meteen in dat machtsvacuüm gedoken, zodat zijn hun bewoning van de linkeroever van de Rijn steeds permanenter konden maken. Gevaarlijker waren de Alemannen. In 352 waren deze zo snel zij konden Gallië binnengevallen, waar zij rovend en plunderend rondtrokken. Om dit tij te keren voerde Constantius enige campagnes uit in de Breisgau en de Bodensee, die echter maar van matig succes waren. Tegelijkertijd bleek het bestuur van Gallus toch niet echt naar behoren: de onderkeizer stelde zich zo autocratisch op dat heel Antiochië, een zeer belangrijke stad, zich tegen hem keerde. Ook trok hij zich het liefst zo min mogelijk aan van Constantius. Gallus maakte het zo bont dat hij en Constantina werden ontboden in Milaan. Constantina, die als eerste vertrok, stierf echter onderweg en Gallus vertrouwde het zaakje niet en bleef thuis. Pas toen Constantius beweerde dat hij in Milaan tot Augustus benoemd zou worden, durfde Gallus het aan om op de uitnodiging in te gaan. Onderweg werd hij echter in Petobio opgepakt en op last van Constantius afgezet. Bij ondervraging trachtte Gallus alle schuld van zijn slechte bewind af te schuiven op Constantina. Constantius geloofde hier geen woord van en gaf bevel om Gallus te executeren. Volgens de Byzantijnse historicus Zonaras bedacht hij zich later, maar zou Eusebius, de opperbevelhebber van de cavalerie, dit bericht tegengehouden hebben.

Constantius II als gulle gever afgebeeld op de Chronografie (kalender) van 354. (Kopie uit de Renaissance, gebaseerd op een Karolingisch kopie.)
Constantius II als gulle gever afgebeeld op de Chronografie (kalender) van 354. (Kopie uit de Renaissance, gebaseerd op een Karolingisch kopie.)

Een nieuwe tegenkeizer deed zich in 355 alweer aan in de vorm van Silvanus. Silvanus was van Frankische komaf en zijn vader Bonitus had als eerste Frank het ambt van magister militum (militair opperbevelhebber) gekregen. Silvanus was in de voetsporen van zijn vader getreden en leidde de defensie van de Rijngrens. Toen hij door hofintriges van verraad werd verdacht, riep hij echter zichzelf tot keizer uit. Razendsnel werd hij echter uitgeschakeld, na slechts 28 dagen de troon geclaimd te hebben. Daarna stelde Constantius Gallus’ halfbroer Julianus aan als Caesar van Gallië, wat voor de troepen acceptabel was wegens hun dynastieke verwantschap. Zo kon Constantius zich rustig op het oosten richten. Ook die problemen duurden niet lang en hierna hield Constantius zich vaker in het westen op. Bij een bezoek in Rome in 357 was vooral kenmerkend dat hij vrijwel geen emotie toonde. Schrijver Ammianus vergelijkt hem dan ook spottend met een standbeeld. Het gedrag van Constantius is echter kenmerkend voor het steeds meer sacrale keizerschap van het Dominaat, waarin de keizer goddelijk of (in geval van de christelijke Constantius) toch in elk geval een heilig figuur, die als symbool gold en afstand moest houden van het volk. Wel bleef de keizer zich persoonlijk met oorlogvoering bezighouden. Terwijl Julianus de Alemannen en andere stammen mores leerde in Gallië en Germanië, kon Constantius op de Balkan de Quaden en Sarmaten bestrijden.

Afbeelding van de Perzische koning Shapur II op jacht. (Arhur M. Sackler Gallery)
Afbeelding van de Perzische koning Shapur II op jacht. (Arhur M. Sackler Gallery)

Perzië was echter nog steeds de aartsvijand in het oosten. Shapur had inmiddels afgerekend met de Chionieten en er dreigde nieuwe oorlog. Middels onderhandelingen, waarbij keizer en shah elkaar opvallend genoeg als broeders aanspraken, trachtte men de oorlog af te wenden. De eis om Mesopotamië en Armenië volledig aan Perzië af te staan was voor Constantius echter onacceptabel en in 359 viel Shapur aan. De Perzen hadden geleerd van de vorige keer en richtten zich direct op het binnenland van Syrië. Hoewel de Perzen grote verliezen leden, was de chaos aan Romeinse zijde erg groot. De verhouding met Julianus brokkelde rond deze tijd ook af. Caesar en Augustus hadden altijd goed samengewerkt en Julianus had zich loyaal aan zijn neef betoond, maar na de dood van Constantius’ vrouw Eusebia ging dit blijkbaar minder goed. Misschien kwam dit door haar bemiddelende rol, al kan haar door ook gewoon een verbitterd gevoel bij de keizer hebben achtergelaten. Daar komt nog bij dat het gebruik maken van Caesars met uitgebreide bevoegdheden onvermijdelijk was door de verschillende vijanden en onlusten in het zo enorme rijk. De geschiedenis van Constantijn de Grote had al bewezen dat vergaande bevoegdheden naar meer smaakten en dat de Caesars niet graag tweede viool speelden, zoals ook bij Gallus gebeurd was. In 360 kwam dan ook het bericht dat Julianus in Lutetia tot keizer uitgeroepen was, waarschijnlijk na weigering van Constantius om hem tot die positie te verheffen. Dat de oorlog voor de Perzen toch niet zo gunstig verliep als Shapur had gehoopt was een zegen voor Constantius: de vijand trok zich terug, zodat de keizer de grens veilig kon stellen en zijn neef kon gaan aanpakken.

Missorium met Constantius II afgebeeld te paard. Victoria, de overwinning, gaat voor hem uit en een lijfwacht bewaakt hem. Let op de aureool of nimbus rondom zijn hoofd.
Missorium met Constantius II afgebeeld te paard. Victoria, de overwinning, gaat voor hem uit en een lijfwacht bewaakt hem. Let op de aureool of nimbus rondom zijn hoofd.

Terwijl Julianus oostwaarts trok en Sirmium innam, ging Constantius bij zijn grote leger langs. De barre omstandigheden van het afgelopen jaar hadden hem echter geen goed gedaan. Uiteindelijk werd hij ziek en kreeg koorts, wat hem nog verder verzwakte. Nu het nog kon liet hij zich dopen door Euzoius, de bisschop van Antiochië. Op 3 november 361 stierf de slechts 44-jarige Constantius II in Cilicië. Julianus, die nu onvermijdelijk keizer van het hele rijk was, liet het stoffelijk overschot van zijn oom naar Constantinopel overbrengen en bewees er eer aan. Wel werden de meeste van zijn naaste medewerkers verbannen of gedood. Dat Constantius op zijn sterfbed Julianus alsnog als zijn opvolger zou hebben aangewezen is zeer onwaarschijnlijk. Ondanks zijn duidelijk pro-christelijke beleid was Constantius mild omgegaan met heidenen. Hoewel hij gezien werd als ariaans, zocht hij een middenweg die bekendstaat als Semi-Arianisme. Van de drie zoons van Constantijn was hij de enige die erin geslaagd was om niet aan onderling conflict ten onder te gaan. Julianus zou nog een laatste poging te doen om het christelijk tij binnen het Romeinse rijk te keren, maar veel succes had dat niet.