De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 1: de Rijngrens in Nederland

Vandaag is het de eerste dag van de Romeinenweek en daarmee ook het eerste hoofdstuk van onze Romeinse Reisgids, ook wel bekend als het Itinerarium Gracili et Octavi. En in ons eerste hoofdstuk behandelen we kort en bondig de Romeinse Limes in Nederland, oftewel de Rijngrens. De Romeinen eisten het gebied tot aan de Rijn al op onder Julius Caesar (al zou er een zijrivier zoals de Waal als “Rijn” bestempeld kunnen zijn) maar trachtten onder Augustus het gebied achter de Rijn te veroveren. Nadat dit mislukt was werd de Rijn de definitieve grens van het Romeinse rijk en werden er onder Caligula en Claudius meerdere castella gebouwd om deze grens te bewaken.

Zuid-Holland

Reisgids Zuid-Holland

In het westen van Germania Inferior moeten de Cananefaten geleefd hebben, die aanvankelijk geweldloos onderworpen werden. De woeligste tijden in de eeuw daarop waren het jaar 47, toen Chaukische piraten de kust en rivieren plunderden, en 69, toen de Cananefaten onder Brinno in opstand kwamen. De meeste castella in Zuid-Holland zijn vermoedelijk al rond 40 na Chr. gebouwd in opdracht van Caligula, maar de rooftochten van 47 speelden wellicht ook een rol in de uitbouw van de grensverdediging. De forten sneuvelden in de opstand van 69, maar werden hierna herbouwd. De Oude Rijn was in de Romeinse tijd hoofdstroom en dus veel breder dan tegenwoordig.

Katwijk Calla1. Castellum Lugdunum (Katwijk)
Locatie: Katwijk, voorbij de kustlijn bij de Uitwateringsluis
Alternatieve namen: Calla’s Toren (naar Caligula), de Brittenburg (eigenlijk de naam van een middeleeuwse tolburcht)
Het castellum in Katwijk is vermoedelijk wat later gebouwd dan de andere Limesforten in Zuid-Holland. De exacte vorm van het fort is niet bekend omdat het onder water verdwenen is. Het is sinds 1954 niet meer waargenomen en waarschijnlijk weggespoeld door de zee. De naam van Lugdunum komt overeen met de Romeinse hoofdstad van Gallië (nu Lyon) en is dus wellicht genoemd naar de Keltische god Lug.
Bezienswaardigheden: kunstwerk Brittenburg op de Uitwateringsluis, tabula’s met informatie in gemeente Katwijk (o.a. Uitwateringsluis en De Zanderij)
Speciaal in de Romeinenweek: Bezoek Romeins Katwijk met de Time Travel-app!

Castellum2. Castellum Praetorium Agrippinae (Valkenburg)
Locatie: Castellumplein Valkenburg
Bewoners: Cohors III Gallorum equitata (o.a.)
Eén van de best bewaarde en daarom archeologisch meest belangrijke castella in Zuid-Holland. Praetorium Agrippinae is wellicht genoemd naar de moeder van keizer Caligula, die het fort liet bouwen. Het is het enige Limesfort in Zuid-Holland waarvan we zeker weten dat het in de 4e eeuw nog in gebruik was, aangezien het merendeel van de forten in de 3e eeuw verlaten werd.
Bezienswaardigheden: Markeringen op en om het Castellumplein geven de contouren van de Romeinse gebouwen weer. Kunstwerk van Romeinse schilden op het Veerpad. Romeinse vondsten zijn te bezichtigen in het Torenmuseum.
Speciaal in de Romeinenweek: Expositie “De Romeinse geschiedenis van Valkenburg” in het Torenmuseum (28 april en 5 mei, 13:00-16:00); Bezoek Romeins Valkenburg met de Time Travel-app!

Valkenburg ZH marktweg3. Mini-fort Valkenburg-Marktveld
– Locatie: Nabij de N206
Oorspronkelijk stond hier een horreum oftewel graanopslag. Na de Opstand der Bataven omgebouwd tot een kleine versterking bleef het in principe een opslagplaats. Niet ver ervandaan lag de burgerlijke nederzetting van Valkenburg-De Woerd.
– Bezienswaardigheden: betonnen replica Limesweg bij de 206, kunstwerk Romeins Valkenburg aan de Voorschoterweg met tabula met informatie

Leiden Matilo 44. Castellum Matilo (Leiden-Roomburg)
Locatie: Besjeslaan Leiden
Alternatieve namen: Roomburg (eigenlijk een middeleeuws klooster), Lugdunum (foutief)
Bewoners: Cohors XV Voluntariorum Civium Romanum pia fidelis, Cohors I Lucensium, Numerus Exploratorum Batavorum (o.a.)
Matilo is misschien pas na de Opstand der Bataven gebouwd. Het moet een behoorlijk strategisch fort zijn geweest aangezien het zowel bij de Rijn als bij het Kanaal van Corbulo lag. De vicus in de omgeving moet behoorlijk groot zijn geweest. Matilo is tevens de vindplaats van het beroemde ruitermasker dat Gordon genoemd wordt.
– Bezienswaardigheden: Archeologisch Park Matilo geeft de omwalling en greppels van het fort weer, met in en om het park diverse kunstwerken die verschillende aspecten van het leven rondom Matilo uitleggen. Ook ligt er een Romeinse kruidentuin.
Speciaal in de Romeinenweek: Matilo bloeit (29 april 12:00-16:00); Matties van Matilo (29 april, 12:00-16:00); Bezoek Romeins Leiden met de Time Travel-App!

Alphen Rijnplein Caligula5. Castellum Albanianae (Alphen a/d Rijn)
Locatie: Rijnplein in Alphen a/d Rijn
Alternatieve naam: Albaniana
Bewoners: Cohors VI Breucorum (o.a.)
Albanianae lag niet letterlijk op het Rijnplein in Alphen, maar net ten westen ervan. De naam verwijst naar het woord wit (albus). Het fort had een opvallende vorm want de omwalling was in de vorm van een parallellogram. De bouw van het nieuwe stadshart heeft in 2001 en 2002 een hoop nieuwe informatie opgeleverd. Het theater ten noorden van het plein is met opzet Castellum genoemd.
Bezienswaardigheden: Romeinse ornamenten in en om het Rijnplein, tegels met Romeinse munten op het Rijnplein, tekst van Tacitus op de Prins Clauskade

0096. Castellum Nigrum Pullum (Zwammerdam-Hooge Burch)
Locatie: Landgoed de Hooge Burch
Het castellum van Zwammerdam wordt doorgaans Nigrum Pullum genoemd, al is niet iedereen even zeker. De naam wijst duidelijk op de kleur zwart (niger) maar de betekenis van het tweede woord is een punt van discussie: “kip”, “aarde” en andere opties zijn genoemd maar niet vastgesteld. Het is het kleinste bekende castellum aan de Rijn en moet soldaten uit Gallië en later ook Thracië hebben bevat. De aanleg van het dorpshuis van het landgoed in de jaren ’70 leverde een schat aan opgravingen op, waaronder zes schepen. Drie hiervan waren militaire platbodems, die sindsdien Zwammerdamschepen genoemd worden.
Bezienswaardigheden: In Zintuigenpark Matilo zijn de contouren van het castellum en de bouwwerken gemarkeerd met o.a. vlaggen, hout en steen. In het voormalige dorpshuis, ter hoogte van de haven van het castellum, ligt nu Grand Café de Haven, dat tevens een klein museum over de Romeinen in Zwammerdam bevat; metalen Romein op naburige rotonde.
Speciaal in de Romeinenweek: Pop-up ArcheoHotspot Romeinse vicus (hele week 10:00-16:00); Romeinen in Nigrum Pullum (28 april, 11:00-17:00); Bezoek Romeins Zwammerdam met de Time Travel-app!

De Willemstraat, waar het poortgebouw van het castellum werd ontdekt.
De Willemstraat, waar het poortgebouw van het castellum werd ontdekt.

7. Castellum Bodegraven
Locatie: Willemstraat (poortgebouw)
Bewoners: Cohors II Asturum (?)
Van Castellum Bodegraven zijn naam noch exacte omvang bekend omdat alleen het poortgebouw ontdekt is in de jaren ’90. Hoewel er geopperd is dat het om een mini-fort zou gaan, is dit erg twijfelachtig. Het castellum lag namelijk vrij strategisch bij het punt waar de Oude Bodegrave in de Rijn uitkwam. Verdere interessante vondsten zijn de twee loden vervloekingsplaatjes van Bodegraven en de ruiterhelm uit de Put van Broekhoven, ten oosten van Bodegraven. Mogelijk lag er ook een militair tussen Bodegraven en Zwammerdam.
Bezienswaardigheden: replica van de helm uit de put van Broekhoven op een sokkel in de Willemstraat
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse Bierveldtocht De Molen (zaterdag 5 mei); Romeinenweek tentoonstelling Willemstraat (28 april, 1-3 mei, 5 mei, 11:00-16:00); Bezoek Romeins Bodegraven met de Time Travel-app!

A. Katwijks Museum
Locatie: Voorstraat 46, Katwijk
Het Katwijks Museum bevat allerlei verschillende zaken, waaronder het Romeinse verleden, waarin het burgerleven niet vergeten is. Erg indrukwekkend is een 17e-eeuws kopie van de beroemde Peutinger kaart.

DSCN0357B. Rijksmuseum van Oudheden (Leiden)
Locatie: Rapenburg in Leiden
Het Rijksmuseum van Oudheden bevat een enorme collectie vondsten, niet alleen uit Nederland maar ook ver daarbuiten! Naast Egypte en het Nabije Oosten mag een vaste Romeinse tentoonstelling natuurlijk ook niet ontbreken!
Speciaal in de Romeinenweek: Exclusieve avondrondleiding (2 mei, op reservering); Volg de rode draad (elke dag m.u.v. maandag, 10:00-17:00); tekenen in studio RMO (elke dag m.u.v. maandag, 10:00-17:00); knutselen in het RMO (elke dag m.u.v. maandag, 10:00-17:00)

dag 1 orakelC. Museumpark Archeon en Archeologiehuis Zuid-Holland (Alphen a/d Rijn)
Locatie: Archeonlaan 1, Alphen a/d Rijn
Het in 1994 geopende park Archeon, sinds 2016 een erkend museum, bevat tientallen bouwwerken uit de Nederlandse geschiedenis, van de steentijd tot de Late Middeleeuwen. De Romeinse nederzetting bevat reconstructies van de Thermen van Heerlen, de herberg van Nijmegen, een woonhuis uit Voorburg en de tempel uit Cuijk (omgeven door een tempelhof uit Maastricht). De arena met theater is een vrije constructie naar het amfitheater van Nijmegen. Ook bevat het park een gereconstrueerd Zwammerdamschip. Er zijn dagelijkse rondleidingen en activiteiten, van Romeinse massage tot soldatentraining. Dagelijkse shows zijn een tempelceremonie en een gladiatorengevecht. Sinds 2011 is het Archeologiehuis Zuid-Holland bij Archeon gelegen in een reconstructie van de Villa van Rijswijk-De Bult, waar werkelijke archeologische vondsten uit de hele provincie te bekijken zijn. Momenteel wordt er in Archeon ook hard gewerkt aan de conservering en reconstructie van de echte schepen uit Zwammerdam en de aanleg van een Romeins scheepvaartmuseum.
Extra bezienswaardigheden: Metalen Romein op wacht bij de N11 en bij naburige rotonde
Speciaal in de Romeinenweek: Sport en spel in Archeon (hele week 10:00-17:00); demonstratie Romeinse sport (28-29 april, 5-6 mei, 10:00-17:00)

Utrecht

Reisgids Utrecht

Het is niet geheel duidelijk waar de grens tussen het Cananefaatse en Bataafse leefgebied lag of waar de Romeinen de administratieve grens plaatsten. Het zou in provincie Utrecht geweest kunnen zijn. De vroege, westelijke Limes liep tot ver in deze provincie. De oostelijke Limes, die hier begint, is veel onduidelijker qua locaties van forten, mede doordat de Rijn in de loop der eeuwen verplaatst is. De Kromme en Leidsche Rijn in Utrecht stellen ogenschijnlijk weinig voor, maar waren in de Romeinse tijd hoofdstroom en dus veel indrukwekkender.

003 - Woerden1. Castellum Laurium (Woerden)
Locatie: Kerkplein, Woerden
Alternatieve naam: Laurum
Bewoners: Cohors XV Voluntariorum Civium Romanorum, Cohors III Breucorum (o.a.)
Laurium werd waarschijnlijk al gebouwd rond 40 na Chr., maar moest al snel verkassen toen de Rijn overstroomde. Een nieuw fort volgde een paar jaar later en lag wat “schever” om nieuwe problemen te voorkomen. Behalve het castellum zijn er meerdere schepen in Woerden gevonden, waaronder vier platbodems. De Woerden 4 is het meest geheimzinnig aangezien het al in 1576 werd ontdekt. Helaas is dit schip verloren gegaan.
Bezienswaardigheden: Parkeergarage Castellum met informatie (aan de Meulmansweg); gemarkeerde contouren van castellum met tekst erop, permanente Romeinse tentoonstelling het Stadsmuseum Woerden; soldaat Lucius uit Woerden in de openbare bibliotheek; letters “Laurium” in Brediuspark; online spel op locatie “Legend of Lucius”
Speciaal in de Romeinenweek: Beleef de Romeinen in Woerden (Kaaspakhuis, 30 april-5 mei, 10:00-17:00); Romeinenspeurtocht Stadsmuseum Woerden (dinsdag t/m zaterdag 10:00-17:00, zondagen 13:00-17:00); Kindermiddag Stadsmuseum Woerden (2 mei, 14:30-17:00)

005 - De Meern2. Wachttorens in Vleuten-De Meern en Utrecht-Leidsche Rijn
Locaties: Presidentperenlaan (wachttoren a), Veldhuizerweg (stenen wachttoren), Claudiuslaan (wachttoren b), Zandveld (wachttoren c)
Bij de aanleg van de woonwijk Leidsche Rijn in de jaren ’90 werden sporen van de Limesweg en wel vier wachttorens ontdekt, wat een groot keerpunt was in het beeld van de Limes. Vondsten wijzen bovendien uit dat de familie van de soldaten in de buurt van de torens verbleef, wat impliceert dat zij daar niet voor een paar weken maar voor langere tijd zaten. In dezelfde omgeving zijn vier schepen ontdekt, waaronder platbodems.
Bezienswaardigheden: Metalen platen om de wachttorens te markeren, gereconstrueerde Limesweg van de Keerderberg tot en met de Claudiuslaan, Romeinse speeltoestellen in de wijk.

13124572_1081823281879165_6888886327788251958_n3. Castellum Hoge Woerd (Vleuten-De Meern)
Locatie: Hoge Woerdplein
Alternatieve naam: Fletio (waarschijnlijk onjuist)
Bewoners: Cohors I Classica pia fidelis (o.a.)
De naam van het castellum op de Hoge Woerd is onbekend. Fletio is geopperd omdat het bij Vleuten ligt en deze naam op de Peutinger kaart staat, maar waarschijnlijk is dat onjuist. Omdat de Rijn bij Utrecht een lange bocht maakte, was dit castellum op het westen georiënteerd in plaats van op het noorden. Ten noorden ervan lag het badhuis.
Bezienswaardigheden: Museum Castellum Hoge Woerd, met o.a. reconstructies van Romeinse kit, kijkvensters op de omgeving en het vrachtschip De Meern 1; contouren Romeins badhuis en reconstructie Limesweg met wachttoren ten noorden van het museum.
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse bierveldtocht Maximus (6 mei, 10:15-17:00); Romeinendag in Museum Hoge Woerd (6 mei, 10:00-17:00); Aquaductenspel in Castellum Hoge Woerd (3 mei, 15:00-16:30); Rondleiding schip en inventaris Castellum Hoge Woerd (28 en 29 april, 15:00-16:00)

Utrecht rand4. Castellum Traiectum (Utrecht)
Locatie: Domplein
Alternatieve naam: Traiectum ad Rhenum (speculatief)
Bewoners: Cohors II Hispanorum peditata
Traiectum staat opvallend genoeg niet op de Peutingerkaart, maar wel in het Itinerarium Antonini. Door de bocht in de Rijn lag het wat noordelijk en daarom werd het wellicht door mensen op doorreis overgeslagen, wat het ontbreken op de kaart kan verklaren. In de 4e en 5e eeuw woonden er nog mensen binnen de muren van het fort, maar wellicht waren dit geen Romeinse hulptroepen meer, maar burgers, aangezien de meeste Limesforten al in de 3e eeuw verlaten waren door het leger.
– Bezienswaardigheden: DomUnder bevat daadwerkelijk zichtbare funderingen van het castellum; op het Domplein zijn markeringen van het fort zichtbaar die ’s nachts oplichten.

035 - Utrecht5. Limesweg Utrecht
Locatie: Brede School, Duurstedelaan
Castellum Traiectum lag zo opvallend noordelijk dat de Limesweg bij de naburige forten opsplitste in een weg richting Traiectum en een weg die dit omslachtige stuk afsneed en dus direct van castellum Hoge Woerd naar Fectio liep.
Bezienswaardigheden: markering van de Limesweg met mozaïekstenen in de Duurstedelaan

0536. Castellum Fectio (Vechten)
Locatie: Marsdijk, Bunnik (bij Fort Vechten)
Alternatieve naam: Fletio (mogelijk een verschrijving)
Bewoners: o.a. Cohors I Flavia Hispaniorum en Cohors II Brittannorum (eind 1e eeuw), Ala I Thracum (eind 2e, begin 3e eeuw), Classis Germanica (vermoed)
Fectio is misschien wel het oudste Rijnfort in Nederland, gebouwd rond 5 na Chr. in opdracht van veldheer en toekomstig keizer Tiberius. Gezien de locatie zou het een basis voor de Rijnvloot, de Classis Germanica, geweest kunnen zijn. Omdat de oever op den duur dichtslibde zal dit zeker niet zo gebleven zijn. Fectio was opvallend groot, zodat er twee keer zoveel soldaten als bij andere castella in konden wonen. Toch werd ook Fectio rond 270 verlaten.
Bezienswaardigheden: Thesaurus Fectio, een park waarin de contouren van het castellum met steen en hout zijn aangegeven en archeologische vondsten zijn uitgebeeld in de stenen; wachttoren bij het park; tentoonstelling over het dagelijks leven in en om Fectio in Fort Vechten; uitbeelding altaarsteen Viradecdis aan de Koningsweg.
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse Bierveldtocht De Kromme Haring (28 april, 10:15-17:00); Romeinen tentoonstelling in het Waterliniemuseum (elke dag, 10:00-17:00)

7. Wachttorens Rhijnauwen en Bunnik
Locatie: onzeker
De wachttorens bij Rhijnauwen en Bunnik zijn vermoed, waarvan de laatstgenoemde het meest zeker is. De Rijn maakte destijds opvallende bochten en gezien de gebruikelijke afstanden zijn dit logische locaties voor wachttorens.
Bezienswaardigheden: moderne mijlpalen tussen Utrecht en Wijk Bij Duurstede

026A. Romeinse schepen Woerden
Locatie: Haven, Woerden
De Per Ad Mare Laurium en de Fiducia zijn reconstructies van De Meern 1 (een platbodem) en De Meern 6 (een zeldzame punter). Met de schepen kan gevaren worden.
Speciaal in de Romeinenweek: Vaararrangement “Woerden, kruispunt van Limes en linie” (28 april en 5 mei, 15:00)

B. Centraal Museum Utrecht
– Locatie: Agnietenstraat, Utrecht
Bevat een archeologische PUG-collectie op zolder, met tal van Romeinse vondsten.

stationC. Archeologisch Museum Houten
Locatie: Oude Station Houten
Houten is omgeving die opvallend rijk is aan inheemse nederzettingen en enkele Romeinse villa’s. Op zolder van het Oude Station is een archeologisch museum met vakbibliotheek ingericht.
– Bezienswaardigheden: diverse kunstwerken zoals De Sofa (aan De Molen); markering Romeinse villa in het Oude Dorp.
Speciaal in de Romeinenweek: Expositie “Schatten van Vechten-Fectio” (28 april, 1 mei en 5 mei, 09:00-16:00)

077D. Museum Dorestad (Wijk bij Duurstede)
Locatie: Muntstraat, Wijk bij Duurstede
Museum Dorestad bevat een collectie over het verleden van Wijk bij Duurstede, inclusief de Romeinse tijd. Het afsplitsen van de Lek maakte Wijk bij Duurstede al in de Romeinse tijd (toen de Lek nog een zijriviertje was) een economisch belangrijke plaats, tot het in de Vroege Middeleeuwen één van Europa’s grootste handelssteden zou worden. Niet ver van Wijk bij Duurstede zal castellum Rijswijk gelegen hebben. Mijlpalen in de streek tussen Utrecht en Wijk bij Duurstede wijzen dan ook de weg naar Traiectum en Levefanum, hoewel de laatste naam tegenwoordig twijfelachtig is.

Gelderland

Reisgids GelderlandGelderland staat bekend als het centrum van de Bataafse gemeenschap. De meeste castella hier zijn waarschijnlijk na de Bataafse opstand van 69 gebouwd, waar ook een hoop stammen van achter de Rijn zich bij aansloten. Veel duidelijkheid over de locatie van de meeste forten is er niet, omdat deze in de loop der eeuwen door de Rijn weggespoeld zijn.

e67eed1cc66da078a504eda60a3ff7b0ce3bb1e11. Castellum Rijswijk
Locatie: onduidelijk
Mogelijke namen: Levefanum (waarschijnlijk onjuist), Fletio
Bewoners: Mogelijk Cohors I Thracum en/of Cohors civium Romanorum
Het castellum bij Rijswijk wordt door velen Levefanum genoemd, maar bewezen is deze naam niet. Recentere visies maken het zelfs waarschijnlijker dat de naam bij een heel ander castellum hoort. Fletio, de vaak als verschrijving van Fectio beschouwde naam op de Peutingerkaart, is ook geopperd. De positie van het fort was strategisch omdat de Lek hier afsplitst van de Rijn. Vermoedelijk is het castellum van Rijswijk weggespoeld door de Rijn en zal het dus niet meer gevonden worden.
Bezienswaardigheden: Kunstwerk “TOT HIER” als teken van de Romeinse grens

Maurik2. Castellum Mannaricium (Maurik)
Locatie: misschien ten noordwesten van Maurik
– Bewoners: o.a. Cohors II Thracum equitata (70-83 na Chr.),  Cohors II Hispaniorum equitata (83-116 na Chr.)
Mannaricium staat in het Itinerarium Antonini vermeld als een fort tussen Carvo en Traiectum. Qua naam lijkt Maurik een logische plaats. Het fort lag vermoedelijk aan een inmiddels verdwenen tak van de Rijn en bevatte duidelijk ruiters. Hoewel ook Mannaricium ongetwijfeld rond 275 verlaten werd, is er bewijs van bewoning in de 4e eeuw, maar dat kunnen ook burgers geweest zijn.
– Bezienswaardigheden: kunstwerkje Mannaricium

3. Versterking Elst-’t Speijk
Locatie: ten zuiden van Amerongen
Bewoners: sporen van C REBVRRI (vermoedelijk: “de centurie van Reburrus”) en EXGERINF (Neder-Germaanse leger)
Aanwijzingen van de versterking van Elst-’t Speijk of Amerongen werden voor het eerst ontdekt in 1972, toen een houten baan gevonden werd die misschien als kade diende. Baggerwerkzaamheden in de paar jaar daarna leverden nog meer op. Aangezien de plek nu ten noorden van de Rijn ligt, moet die in de Romeinse tijd dus een grotere bocht gemaakt hebben bij Amerongen. De versterking, waarvan het formaat onduidelijk is, is ongetwijfeld weggespoeld.

4. Castellum Kesteren
Locatie: onduidelijk, wellicht in de buurt van de Nedereindse straat in Kesteren
Mogelijke naam: Carvo (waarschijnlijk onjuist)
Over het castellum bij Kesteren is weinig zeker. De naam Carvo is er vaak aan toegeschreven, maar dat is op grond van de aanname dat Levefanum Rijswijk is en Castra Herculis Arnhem, wat waarschijnlijk niet klopt. De suggestie dat de naam Kesteren zou zijn afgeleid van castra (vesting) is ook nogal speculatief, maar wel leuk gevonden. Het castellum zelf is niet ontdekt, maar er werd wel een burgerlijke nederzetting gevonden aan de Nedereindse straat. Het fort kan daar dus in de buurt gelegen hebben.

089 - Randwijk5. Castellum Randwijk
Locatie: onbekend
Het bestaan van castellum Randwijk is erg onzeker. Wel lag er bij Randwijk een oversteekplaats over de Rijn, die de plaats vrij strategisch maakte en dus erg logisch voor een fort. Bovendien is de kans groot dat er minimaal één fort tussen Kesteren en Arnhem zou liggen. Als het bestaan heeft is het waarschijnlijk ook weggespoeld.
Bezienswaardigheden: kunstwerk “Non Plus Ultra” aan de Randwijkse Rijndijk

216 -Driel6. Castellum Driel
Locatie: onbekend
Net als het castellum van Randwijk is het bestaan van castellum Driel niet aangetoond. Wel zijn er grote scharnieren en tufsteen gevonden. Dat laatste is vaak een bouwmateriaal geweest als de Romeinse forten hun houten muren voor stenen verruilden. Driel lag waarschijnlijk bij het punt waar de weg vanuit Nijmegen samenkwam met de Limesweg, wat het dus op zich een belangrijk punt maakte.
Bezienswaardigheden: metalen Romeinen Grote Molenstraat

0917. Castellum Arnhem-Meinerswijk
Locatie: Meginhardweg 55, Arnhem
Mogelijke namen: Castra Herculis (waarschijnlijk onjuist), Levefanum
Bewoners: detachement van Legio V Alaudae, detachement van Legio I Minervia Antoniniana (218-222), hulptroepen
Het castellum van Meinerswijk was het eerste tussen Vechten en Kalkar dat teruggevonden werd. De gebouwen werden begin jaren ’90 uitgebreider onderzocht. Waarschijnlijk is het al vroeg gebouwd, tussen 10 en 20 na Chr. Misschien is het na de veldtochten in Germania opgeheven en na 47 na Chr. weer herbouwd. Het is één van de weinige forten waarvan een sterk vermoeden is dat er legionairs gezeten hebben, maar dat zal slechts tijdelijk zijn geweest. In de 5e eeuw namen de Franken het fort in gebruik en noemden het Meginhardiswich, wat later Meinerswijk werd. Traditioneel wordt castellum Meinerswijk Castra Herculis genoemd, maar gezien het formaat van het fort is dit nogal vreemd. Nieuwe berekening van de afstanden op de Peutingerkaart doen vermoeden dat Levefanum een logischere kandidaat voor de naam is.
Bezienswaardigheden: met steen en metaal gemarkeerde principia (hoofdkwartier) van het castellum
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse bierveldtocht Openluchtmuseum (2 mei, 10:30-17:00)

8. Castellum Huissen
Locatie: onbekend
Het castellum van Huissen is opnieuw erg twijfelachtig. De sterkste aanwijzing bestaat uit een grafveld. Huissen ligt nu ten noorden van de Rijn, wat opnieuw een verplaatsing van de rivier aantoont en de kans dat het castellum ooit gevonden zal worden ernstig verminderd.

9. Castellum Duiven-Loowaard
Locatie: onbekend
Castellum Loowaard is ook niet gevonden, maar er zijn wat sterkere aanwijzingen van het bestaan ervan. Het zou al rond 40 na Chr. op last van Caligula gebouwd kunnen zijn, omdat de hoge oeverwal, precies tussen Arnhem en Herwen, erg strategisch was. Na de Romeinen hebben de Franken het punt waarschijnlijk nog tot in de 7e eeuw gebruikt, tot de Rijn zich verplaatste en de boel overstroomde.

Een afbeelding van een centurio wijst bezoekers van de Bijlandse Waard op het castellum op de bodem.
Een afbeelding van een centurio wijst bezoekers van de Bijlandse Waard op het castellum op de bodem.

10. Castellum Carvium (Tolkamer)
Locatie: Bijlandse Waard
Alternatieve naam: Carvo
Bewoners: Cohors II civium Romanorum equitata pia fidelis (2e eeuw)
Op de bodem van de Bijlandse Waard, bij Tolkamer en Herwen, ligt waarschijnlijk het meest oostelijke Rijnfort van Nederland, dat waarschijnlijk Carvo of Carvium heette. De naam blijkt uit de vondst van een grafsteen van ene Marcus Mallius, die de naam Carvium noemt als Romeins fort bij de Drususdam, een dam die de afvloeiing van water van de Rijn naar de Waal verminderde. Ondanks dit grote belang van de locatie is Carvo misschien pas in de jaren 40 van de eerste eeuw gebouwd. Uiteindelijk is ook dit fort bij verplaatsing van de rivieren overstroomd. Vanuit dit fort zetten we morgen onze omzwervingen voort en trekken we langs de Waal stroomafwaarts.
Bezienswaardigheden: gazen centurio aan de Bijlandse Waard, replica grafsteen Marcus Mallius op de Herwensedijk

A. Streekmuseum Baron van Brakell (Ommeren)
Locatie: Provincialeweg 21, Ommeren
Streekmuseum Baron van Brakell is gewijd aan de geschiedenis van de Betuwe. Uiteraard ontbreken de Romeinen en Bataven daarin niet.
Speciaal in de Romeinenweek: Archeologische sporen van de Romeinen in de Betuwe (28 april, 10:00-16:00)

086B. Wachttoren Opheusden
Locatie: Rijnbandijk ten noordoosten van Kesteren
De wachttoren bij Opheusden is de derde nagebouwde wachttoren in Nederland. De ingang wordt door een stenen Romein bewaakt.
Speciaal in de Romeinenweek: Openstelling Romeinse wachttoren (28-29 april, 4-6 mei, 11:00-17:00)

Romeinen en mobiliteit: de waterwegen

alphen schipGegroet, goeiige geweldenaren! Als rondreizende Romeinse soldaat geef ik doorgaans de voorkeur aan de benenwagen, maar dat is niet altijd haalbaar. Vorig jaar moest ik een paar keer mijn toevlucht nemen tot wat snellere vervoermiddelen. Daarbij is het één natuurlijk sneller dan het ander. Een koets of ossenwagen schelen de passagier een hoop energie, maar gaan niet buitengewoon snel. Te paard of met een renwagen ga je veel sneller, maar kun je weer minder bagage meenemen. Snelheid en draagkracht kun je allebei vinden op een boot, die als enige nadeel heeft dat je alleen kunt komen waar er (voldoende) water is. Ondanks dat nadeel zijn de rivieren eigenlijk de snelwegen van mijn tijd.

Als rivierdelta was Nederland rijk aan waterwegen (en nu nog steeds).
Als rivierdelta was Nederland rijk aan waterwegen (en nu nog steeds).

De belangrijkste rivier in Romeins Nederland en heel Germania Inferior is natuurlijk de Rijn, die niet alleen de grens van het Romeinse rijk was maar ook als een belangrijke handelsroute gold. Dat was des te meer zo omdat de Rijn natuurlijk allerlei zijrivieren heeft. Bij castellum Carvo (Herwen) takte de Waal af van de Rijn: hij nam dusdanig veel water mee dat de Romeinse veldheer Drusus er zelfs een dam aanlegde om dit te verminderen, want een hogere Rijn is niet alleen een groter obstakel voor invallers, maar ook veel beter begaanbaar voor schepen. De Lek bestond ook al, maar was toen nog een zijriviertje – in jullie tijd is het de grote hoofdstroom terwijl de Oude en Kromme Rijn een zijriviertje zijn geworden. Via zowel de Waal als de Lek kon je uitkomen in het Helinium, de grote wijde riviermonding waar ook de eveneens zeer belangrijke Maas uitkwam. Laten we ook de Schelde trouwens niet vergeten, die de grens tussen Germania Inferior en Gallia Belgica vormde. Een andere belangrijke zijrivier van de Rijn was de Fectio of Vecht, die naar het Flevomeer in het noorden leidde. Vanuit het Flevomeer kon je via de rivier het Flevum (het Oer-IJ) of wat meer noordelijke stromen als het Vlie naar de Noordzee varen.

Storm en zandbanken maakten een tocht langs de noordkust in de herfst een riskante onderneming!
Storm en zandbanken maakten een tocht langs de noordkust in de herfst een riskante onderneming!

Wij Romeinen vermeden de Noordzee liever, want die was ruw en gevaarlijk. Bovendien is het verschillen tussen de getijden hier veel sterker dan in de Middellandse Zee, wat de Noordzee of Germaanse Zee in onze Romeinse ogen extra onvoorspelbaar maakt. Aan de Waddenzee hebben we slechte herinneringen omdat troepen van veldheren als Drusus en Germanicus hier vaak ellende kregen als ze in de herfst terug probeerden te keren van hun expedities. Stormen en zandbanken zorgden voor ernstige problemen of zelfs schipbreuk. Als het even kan vermijden wij die zee dus liever. Reden voor sommige opperbevelhebbers om enkele kanalen aan te leggen. Zo liet Drusus in 12 v. Chr. één of meerdere kanalen graven om naar het Flevomeer en de Waddenzee te komen. Waar zo’n Drususgracht gelegen heeft is niet bekend. Sommigen denken aan een verbinding tussen de Rijn en Oude IJssel, maar die ontstond pas veel later vanzelf. Misschien lag het kanaal wel heel ergens anders. Veel zekerder zijn we van het kanaal dat Corbulo in 47 na Chr. liet graven in Zuid-Holland tussen de Rijn en het Helinium.

Het Kanaal van Corbulo liep door het westen van Zuid-Holland, van de Rijn naar de Maasmonding.
Het Kanaal van Corbulo liep door het westen van Zuid-Holland, van de Rijn naar de Maasmonding.

Corbulo liet zijn kanaal met een goede reden graven. Niet alleen handelsschepen konden hierdoor gemakkelijk oversteken van de Rijn naar de Maas, maar ook militaire schepen. De kanalen van Drusus hadden al als doel gehad om de Rijnvloot of Classis Germanica naar het noorden te laten varen voor verkenningstochten en oorlogen, waarvoor Drusus ook al de dam bij Carvo had laten bouwen. Corbulo kreeg bij zijn aantreden als gouverneur van Germania Inferior te maken met plunderingen door zeerovers uit het land van de Chauken, bij de Eemsmonding. Deze rovers voeren langs de kust naar het rivierengebied en hielden hier lelijk huis, waar Corbulo mee moest afrekenen. Behalve oorlogsschepen zette Corbulo ook kleinere patrouilleschepen in om de rivieren uit te kammen. Door kleine stroompjes met elkaar te verbinden kon Corbulo een enorm kanaal aan laten leggen zodat zijn vloot gemakkelijk van rivier naar rivier kon zonder die verraderlijke Noordzee op te hoeven.

Door platbodems of Zwammerdamschepen door ondiep water te bomen konden grote ladingen vervoerd worden.
Door platbodems of Zwammerdamschepen door ondiep water te bomen konden grote ladingen vervoerd worden.

Hoewel de militaire Romeinse schepen vaak galeien met roeiers waren, voeren er ook veel vrachtschepen van kooplui af en aan. In de Rijndelta waren dat meestal platbodems, die niet erg diep lagen en zo geen last hadden van de modderige oevers. Deze schepen werden niet geroeid maar geboomd, oftewel voortgestuwd door ze met lange stokken af te zetten tegen de bodem. Op de schepen werden vrachten vervoerd zoals voedsel en bouwmaterialen voor de grote hoeveelheid Romeinse forten aan de Rijn, Maas en kustgebieden. Ook belangrijke handelsplaatsen aan het water, zoals Noviomagus en Forum Hadriani, werden natuurlijk veelvuldig door vrachtschepen aangedaan. Sommige kooplui waagden zich ook regelmatig de zee over, naar Brittannia. Misschien dat daarom de inheemse godin Nehalennia enkele Gallo-Romeinse heiligdommen kreeg bij de Schelde en de westkust. Deze tempels stonden bij Colijnsplaat (in de Romeinse tijd Ganuenta) en Domburg. Waarschijnlijk was Nehalennia een Menapische godin die stond voor vruchtbaarheid en het bewaken van de handelaren. Geen wonder dat zoveel dankbare kooplui een votiefsteen aan haar schonken, als dank voor hun veilige overtocht.

De beroemde Romeinse bruggen kunnen de waterwegen met de landwegen kruisen. Bewoners van zo'n plek konden er flink aan verdienen!
De beroemde Romeinse bruggen kunnen de waterwegen met de landwegen kruisen. Bewoners van zo’n plek konden er flink aan verdienen!

Romeinen en water was een paar jaar geleden al het thema van de Romeinenweek, maar het sluit eigenlijk prachtig aan op de Romeinse mobiliteit, die dit jaar het thema zal zijn. De rivieren en kanalen waren geen belemmeringen, maar handelsroutes! En voor wie toch liever te voet ging was er altijd nog wel een brug te vinden om over te steken, haha! Dat komt mij in de Romeinenweek straks vast des te beter uit!

L. Octavius Barbatus

www.twitter.com/OctaviusRomein

Van Bunnik tot castellum Rijswijk: veel vondsten en veel raadsels

e67eed1cc66da078a504eda60a3ff7b0ce3bb1e1Tot nu toe hebben we plaatsen behandeld waarvan is aangetoond dat er een Romeins castellum gestaan heeft, van Katwijk tot Vechten. Ten oosten van Vechten wordt de situatie heel wat minder duidelijk. Al eerder kwamen we castella tegen zonder duidelijke naam of waarvan slechts een klein deel teruggevonden was, zoals in Bodegraven. Maar het oostelijke deel van de Limes is nog lastiger, want hoewel het een schat aan vondsten bevat, zijn van alle castella die hier op de Peutinger kaart vermeld staan slechts enkele daadwerkelijk teruggevonden.

De in 1997 geplaatste mijlpalen wijzen je de weg langs de Limes in de provincie Utrecht. (De naam Levefanum werd toen nog aan Wijk bij Duurstede toegeschreven.)
De in 1997 geplaatste mijlpalen wijzen je de weg langs de Limes in de provincie Utrecht. (De naam Levefanum werd toen nog aan Wijk bij Duurstede toegeschreven.)

Hoewel het in het gebied van Bunnik tot aan Wijk bij Duurstede wemelt van de teruggevonden nederzettingen, is het merendeel hiervan onbepaald, dus van onduidelijke datering en aard. Het aan de Rijn gelegen Bunnik heeft echter wel een paar interessante vondsten in de vorm van Romeinse keramiek en een wachttoren. De wachttoren in kwestie moet zich aan de Schoudermantel bevonden hebben, niet zo heel ver van waar tegenwoordig de Kromme Rijn stroomt. Meer westelijk wordt een wachttoren vermoed te Rhijnauwen, waar de Kromme Rijn een scherpe bocht maakt zodat dit een uiterst strategische positie is, maar de toren zelf is nog niet gevonden. Als deze wachttoren heeft bestaan zou hij precies tussen de toren van Bunnik en Castellum Fectio liggen: in beide richting is de afstand een slordige Gallische mijl of Leugas (ca. 2,2 km). Wachttorens stonden immers bij rivierbochten, over een dusdanige afstand dat er snel berichten konden worden doorgestuurd.

De Romeinse weg met resten van beschoeiingen, zoals ontdekt bij de Rietsloot. (Bron: Vici.org)
De Romeinse weg met resten van beschoeiingen, zoals ontdekt bij de Rietsloot. (Bron: Vici.org)

De kronkelige stroom van de Kromme Rijn maakt dat de Limesweg (of één van de Limeswegen) een stuk ten zuiden van bovengenoemde wachtposten ligt, waarschijnlijk om in een zo recht mogelijk richting naar het tegenwoordige Wijk bij Duurstede te gaan. Dat de weg zo gelegen moet hebben bleek in augustus 2013, toen de weg ontdekt werd bij de Rietsloot, tussen Bunnik en Houten. De hier aangelegde asfaltweg heet dan ook toepasselijk de Limesbaan. De Romeinse weg was, net als in Vleuten-De Meern, als een soort dam of dijk aangelegd, aan beide kanten beschoeid met houten palen. De wegen werden waarschijnlijk zo aangelegd omdat het in het moerassige landschap van die tijd onmogelijk was om gewoon even een paadje te maken zonder dat je het risico liep dat dit onder zou lopen. Een deel van het teruggevonden hout had veel weg van een moerasbruggetje, een type Romeinse weg dat ook voorkwam. Het is mogelijk dat de weg ongeveer parallel loopt met de huidige Achterdijk.

De onderdelen van de grafpijler van de Zure Maat bevinden zich tegenwoordig in het Rijksmuseum van Oudheden.
De onderdelen van de grafpijler van de Zure Maat bevinden zich tegenwoordig in het Rijksmuseum van Oudheden.

Wie de Achterdijk volgt, bijvoorbeeld aan de hand van de mijlpalen langs de weg (want die staan er), komt in feite door een gebied vol nederzettingen en enkele villa’s. Aan de Tuurdijk, nabij ’t Goy (ruim ten zuiden van de route), werd een villa gevonden met dikke funderingen en pleisterwerk. De Achterdijk zelf leidt naar Werkhoven, waarna je de Hollendewagenweg volgen moet. Aan deze weg moet een grote nederzetting hebben gelegen met mogelijke steenbouw. Al in 1839 en 1844 zijn hier grafresten gevonden bij de Zure Maat, waarvan de exacte locatie helaas verloren gegaan is. Zo’n opvallende grafpijler met fraaie decoraties maakt des te duidelijker dat de Limesweg hier gelopen zal hebben en dat er een nederzetting van belang in de buurt kan hebben gestaan: zo’n monument stond niet zomaar ergens! Nog wat verderop ligt Cothen, waar in 1972 resten van een mogelijk Romeins schip gevonden zijn, vlak aan de Kromme Rijn en dus ten noorden van de Limesweg. Een stukje ten zuiden van de weg vinden we de stenen villa van Cothen-De Zemelen, die 9 bij 30 meter in omtrek moet zijn geweest. Tussen Cothen en de Limesweg moet een grote nederzetting hebben gestaan. Hier zijn munten, mantelspelden, spijkers, slingerkogels en zelfs een oorbel gevonden.

Inheemse nederzettingen bestonden oorspronkelijk vooral uit boerderijen, zoals de IJzertijdboerderij in Dongen. Andere onderdelen waren spiekers (zoals hier links te zien) voor de opslag van voedsel, en werkplaatsen.
Inheemse nederzettingen bestonden oorspronkelijk vooral uit boerderijen, zoals de IJzertijdboerderij in Dongen. Andere onderdelen waren spiekers (zoals hier links te zien) voor de opslag van voedsel, en werkplaatsen.

Zo landen we uiteindelijk aan bij Wijk bij Duurstede, waar de Lek zich van de Rijn afsplitst. De Kromme Rijn mag nu een smal slootje lijken vergeleken bij de Lek, maar we moeten niet vergeten dat de Lek in de Romeinse tijd nog geen hoofdstroom van de rivier was, zodat de Rijn aardig breder zal zijn geweest. De splitsing zal de plaats erg strategisch gemaakt hebben, zowel militair als economisch (het is niet voor niets dat Dorestad in de Vroege Middeleeuwen tot één van Europa’s belangrijkste handelssteden uitgroeide). Dat blijkt bijvoorbeeld uit de inheemse nederzetting van Wijk bij Duurstede-De Geer, die opvallend welvarend lijkt gezien het kostbare aardewerk en de bronzen haarspelden die er gevonden zijn. De nederzetting had vermoedelijk een centraal gebouw omringd door boerderijen. Wallen en palissaden beschermden de nederzetting tegen overstromingen uit het omringende, lager gelegen land. Wijk bij Duurstede bevat nog wel meer nederzettingen, soms met bijbehorende grafvelden. De woonwijk De Horden bevatte een grote nederzetting die al sinds de bronstijd bewoond moet zijn geweest. Tussen al het inheemse aardewerk bevonden zich ook wat Romeinse producten en zelfs wat militaire spullen. In de loop van de tweede eeuw werden de nederzettingen van De Horden en De Geer opgenomen in een grote verkaveling, zodat de landbouw een meer Romeins systeem ging volgen.

Eén van de helmen uit Rijswijk, waarschijnlijk uit een grafveld dat bij het castellum of de nabijgelegen vicus hoorde.
Eén van de helmen uit Rijswijk, waarschijnlijk uit een grafveld dat bij het castellum of de nabijgelegen vicus hoorde.

De ligging van Wijk bij Duurstede maakt het aannemelijk dat er zich in de omgeving een castellum bevond, maar dat is tot op heden niet teruggevonden. Als het bestaan heeft, lag het fort mogelijk bij Rijswijk, aan de overzijde van de Lek (niet te verwarren met Rijswijk in Zuid-Holland). Een gevonden stempel van Cohors I Thracum equitata, een ruitereenheid uit Bulgarije, doet dit vermoeden. Er zijn echter ook aanwijzingen over de aanwezigheid van het Cohors civium Romanorum, een cohort Romeinse staatsburgers, wat uit een teruggevonden helm blijkt. De teruggevonden namen van manschappen zijn bovendien zo duidelijk Romeins dat het hier vast en zeker om Romeinse burgers gaat. De meeste vondsten zijn gedaan bij kleiwinning voor steenfabriek De Roodvoet. Zowel in 1950 als in 2011 is er Romeins hout teruggevonden, waarbij het om beschoeiing van de oever of de weg zou kunnen gaan. Hoewel het fort dus nog steeds niet honderd procent is aangetoond, zijn de vermoedens erover sterk. Het fort is vermoedelijk na de Bataafse opstand aangelegd, toen de Rijngrens ten oosten van Fectio meer riskant geacht werd. Het fort is vermoedelijk na de Romeinse tijd in gebruik gebleven, zodat hier het tolpunt van Dorestad ontstond.

In het pittoreske Museum Dorestad zijn vondsten uit de omgeving van verschillende periodes te zien. Sommige kun je als voorbijganger op straat al bekijken!
In het pittoreske Museum Dorestad zijn vondsten uit de omgeving van verschillende periodes te zien. Sommige kun je als voorbijganger op straat al bekijken!

De naam van het castellum bij Rijswijk in Gelderland blijft onduidelijk. Lange tijd is de naam Levefanum hieraan toegeschreven omdat dit op de Peutinger Kaart het eerste fort ten oosten van “Fletio” is. De cijfers op de kaart impliceerden een afstand van 8 mijlen, meende men, maar nieuwer onderzoek wijst uit dat men naar het verkeerde cijfer keek en de afstand tussen Fletio en Levefanum veel groter zou moeten zijn. Levefanum is dus vast en zeker niet de naam van castellum Rijswijk. Hoe dit wel heette zal de tijd ons moeten leren…

Fectio: het Romeins bolwerk bij Vechten

042Het gebied ten zuiden en oosten van de stad Utrecht is rijkelijk gevuld met nederzettingen uit de Oudheid en de Limesweg loopt ook weer door deze streek. De weg leidde uiteindelijk naar het castellum Fectio, dat net ten zuiden van de A12 lag, vlakbij Fort Vechten. Het is één van de oudste en meest belangrijke forten langs de Rijn, al ligt het tegenwoordig opvallend ver bij diezelfde rivier vandaan. Fectio lag echter uiterst strategisch en ook beduidend groter dan de meeste castella langs de Rijn. Met haar grote belang is het opvallend dat het fort niet op de Peutingerkaart vermeld staat, al is er geopperd dat de naam Fletio een verschrijving ervan zou kunnen zijn, of dat dit zelfs de juiste naam van Fectio is.

Vechten-Fectio
Fectio was een opvallend groot castellum, dat plaats aan bijna twee keer zoveel manschappen bood als gebruikelijk was.

Fectio is vermoedelijk al in het eerste decennium van de 1e eeuw gebouwd, in 4 of 5 na Chr., toen Tiberius als opperbevelhebber de Germaanse grensdistricten leidde. Omdat de plek waar het castellum werd gesticht niet ver van de Vecht lag, had het een uiterst strategische positie, wat waarschijnlijk een rol speelde in de stichting ervan. Tijdens de regering van keizer Augustus waren de oorlogen in Germania immers in volle gang. Vanuit Fectio kon dus al varend naar het noorden getrokken worden, naar het land van de Frisii, al dan niet via het Flevomeer. Mogelijk was het dus een uitvalbasis voor de vloot tijdens de strafexpedities in Germania. Het is dus één van de weinige castella in ons land die gesticht zijn vóór het bezoek van keizer Caligula, rond het jaar 40, waarbij Fectio waarschijnlijk ook werd aangedaan. Toen keizer Claudius in 47 na Chr. de Rijn als definitieve noordgrens besloot aan te houden en gouverneur Corbulo opdracht kreeg om zich meer op defensie te concentreren, zodat de rol van Fectio enigszins wijzigde. De strategische positie van het fort was echter niet minder bruikbaar op deze manier, dus bleef het bestaan. 22 jaar later viel het aan de Bataafse opstand ten prooi, maar werd spoedig daarna herbouwd.

De principia van Fectio. In de contouren zijn de kantoortjes en het heiligdom voor de vaandels te herkennen.
De principia van Fectio. In de contouren zijn de kantoortjes en het heiligdom voor de vaandels te herkennen.

De precieze bezetting van Fectio verschilt door de tijd heen. Eind eerste eeuw zaten hier infanterie en cavalerie van Cohors I Flavia Hispaniorum  en II Brittanorum gelegerd. Eind tweede en begin derde eeuw zat de Ala I Thracum, een ruiterafdeling uit Thracië, in Fectio. Het is sowieso het enige castellum in West-Nederland waarvan bekend is dat het een volledige afdeling cavalerie heeft bevat. Gezien de grootte en strategische ligging van het fort wordt er ook vermoed dat Fectio een station van de Classis Germanica, de Romeinse marine van Germania, bevatte. Concreet bewijs hiervoor ontbreekt echter.

Het arriveren van de Kanaalvloot en het 14e legioen was een ernstige bedreiging voor de rebellen in de Rijndelta.
Concreet bewijs dat Fectio de thuisbasis van de Rijnvloot of Classis Germanica was, is er niet. Maar het idee is erg interessant.

Wel is het zo dat Fectio plaats aan ongeveer duizend manschappen bood, wat pakweg tweemaal zo groot is als de meeste andere Limesforten in ons land. Of elke versie van het fort zo groot is geweest, is ook niet geheel zeker, maar het gaat in elk geval op voor de achtste fase, waarin de hoofdgebouwen en castellummuren in tufsteen werden gebouwd. Deze fase moet tussen 211 en 235 gebouwd zijn, voor aanvang van de Crisis van de Derde Eeuw. Vermoedelijk was er al eerder in steen gebouwd, tijdens de regering van Antoninus Pius, dus middenin de tweede eeuw.

Contouren van dorpswoningen uit de canabae (het kampdorp) rondom Fectio.
Contouren van dorpswoningen uit de canabae (het kampdorp) rondom Fectio.

Fectio moet in deze tijden het belangrijkste militaire punt in de Rijndelta zijn geweest: de vesting bij Nijmegen had na het vertrek van het Tiende Legioen sterk aan betekenis verloren en was rond 175 volledig verlaten. Toch was de rivieroever nabij Fectio al rond de tijd van de Bataafse opstand aan het dichtslibben: dit effect is in de loop der eeuwen zodanig geweest dat de Kromme Rijn zelfs enigszins van koers veranderd is en nu op een kilometer van het fort verwijderd. Tegen 200 was dit al zodanig gebeurd dat Fectio al niet meer direct over water te bereiken was. Als het fort dus als marinebasis diende, was dat tegen die tijd niet erg praktisch meer. De Crisis van de Derde Eeuw deed Fectio uiteindelijk de das om. Zoals de meeste Limesforten werd het tussen 270 en 275 verlaten. Er moet toen brand gewoed hebben. De restanten werden als bouwmateriaal voor de eerste kerken in het land gebruikt.

Replica van de grafsteen van Valens in de Thesaurus Fectio.
Replica van de grafsteen van Valens in de Thesaurus Fectio.

De eerste onderzoeken bij Fectio vonden al plaats in 1828, toen hier een palissade, brug en een deel van de weg werden ontdekt. In 1893 werd er een Romeinse patrouilleboot opgegraven. Het was 12 meter lang en in mediterrane stijl gebouwd, dus met veren en deuvels. Ook werden er grafstenen in de omgeving gevonden, zoals die van Iulius Bio, een kapitein van een Romeins oorlogsschip. De grafvelden lagen ter hoogte van de wal van het Fort Vechten en nog wat verderop aan de Marsdijk. In de laatste is de grafsteen van soldaat Valens gevonden, waaruit de aanwezigheid van de Ala I Thracum blijkt.

Replica van de altaarsteen van Viradecdis, zichtbaar aan de Koningsweg.
Replica van de altaarsteen van Viradecdis, zichtbaar aan de Koningsweg.

Een andere grafsteen uit de omgeving behoort aan de vrijgelatene (dus ex-slavin) Salvia Fledimella, waarschijnlijk uit de vicus ten noorden van het grafveld. Enkele godsdienstige vondsten uit de omgeving zijn een amulet van Mercurius en een grote altaarsteen voor de godin Viradecdis. De altaarsteen werd in 1869 gevonden bij de aanleg van Fort Vechten en is opmerkelijk omdat deze godin waarschijnlijk van de Tungri, uit het land rondom Tongeren, afkomstig was. Een vergelijkbare steen werd namelijk ontdekt aan de muur van Hadrianus, waar een Tungrisch cohort gelegerd was.

De wachttoren bij Fectio. Het is onwaarschijnlijk dat wachttorens zo dichtbij de forten stonden, maar het blijft een fraaie replica.
De wachttoren bij Fectio. Het is onwaarschijnlijk dat wachttorens zo dichtbij de forten stonden, maar het blijft een fraaie replica.

De altaarsteen van Viradecdis is nagemaakt en te vinden aan de Koningsweg, net buiten Utrecht. Wie Fort Vechten bezoekt, mag echter het vlakbij gelegen Fectio niet overslaan, want dit is tegenwoordig zichtbaarder en toegankelijker dan ooit. De contouren van de gebouwen van het fort zijn verbeeld in de Thesaurus Fectio (‘Schatkamer Fectio’): een betonnen plint dekt de ruïnes onder de grond veilig af, terwijl daar bovenop de contouren zichtbaar zijn. Teksten en kopieën van grafstenen, wapens en andere voorwerpen vertellen de geschiedenis van Fectio en de Romeinen in Nederland. Ook zijn alle gebouwen aangegeven, waarvan de principia (hoofdkwartier) het duidelijkst van allemaal. Buiten het castellum zijn ook enkele burgerwoningen uit de vicus of canabae aangegeven.

Romeinse soldaten in de 4e eeuw worden gekenmerkt door hun ronde schilden en opvallend dekkende pantsers. Het beroemde platenharnas heeft dan allang afgedaan.
Fectio is tevens de naam van de enige Nederlandse re-enactmentgroep die de Laat-Romeinse tijd uitbeeldt. Zij duiken dan ook regelmatig bij het gelijknamige fort op.

Delen van de weg naar de Rijn en de Limesweg naar het oosten zijn ook aangegeven. Wie vanuit het fort zuidwaarts loopt naar de Marsdijk en van daaruit naar Fort Vechten gaat, komt vrijwel meteen een replica van een houten Romeinse wachttoren tegen, hoewel die niet op deze plek gestaan zal hebben omdat dit overdreven dichtbij was. Aan deze weg staat ook een mijlpaal, neergezet in 1997. Dergelijke mijlpalen zijn op veel plekken langs de Limesweg in Nederland te vinden en wijzen je de weg als je de route probeert te volgen. Die route volgen wij verder naar het oosten, waar de Limes heel wat minder duidelijk gedefinieerd zal zijn.

Reisverslag zaterdag 7 mei: van Neder-Rijn naar Kromme Rijn

Dag 9 7 meiVos saluto, amici! Het is een behoorlijk warme dag geweest, maar ik ben toch ver gekomen, zodat ik nu niet heel ver meer ben van mijn eindbestemming die ik morgen bereiken moet. Vanmorgen vroeg ontwaakte ik in Ommeren. Aanvankelijk was het mijn plan om zo snel mogelijk te vertrekken, maar toen kwam mij het bericht ter ore dat er in het plaatselijke Streekmuseum Baron van Brakell een Romeins evenement was. Omdat ik benieuwd was of ik daar collegae zou tegenkomen, die misschien meer wisten van de geruchten over naderende noorderlingen, bleef ik dus nog even wachten. Het evenement begon namelijk pas om 11 uur.

Collegae in Ommeren.
Collegae in Ommeren.

Kort voor elven kreeg ik eindelijk wat kameraden te spreken. Zij wisten in ieder geval niets over een mogelijke aanval op Fletio en leken ervan uit te gaan dat het allemaal wel mee zou vallen. Wel dook er een Bataaf op die niet begrepen leek te hebben dat de opstand allang afgelopen was (heeft zich zeker jarenlang schuilgehouden) maar dat probleem werd gemakkelijk opgelost. Het Streekmuseum zelf ging van start met allerlei Romeinse spellen en archeologische workshops die zeker de moeite leken.

Vlakbij de grafvelden van Maurik.
Vlakbij de grafvelden van Maurik.

Helaas was mijn tijd kostbaar en moest ik nu toch echt verdergaan. Ik volgde de Limesweg naar het noorden want de Rijn maakt hier een flauwe bocht zodat de weg niet geheel parallel meer loopt. Bij Ingen (andermaal de vindplaats van zo’n mooie villa) sloeg de weg weer linksaf en liep ik weer vrij dichtbij de Rijn. Dat de loop van een rivier aardig veranderen kan blijkt wel uit wat ik ontdekte toen ik vlakbij Eck en Wiel was: een nabije versterking lag aan de andere kant van de Rijn! De versterking van Elst-’t Speijk zal oorspronkelijk vast op de zuidoever gestaan hebben, waarna de rivier in de loop der eeuwen langzaam opgeschoven is. Waarschijnlijk betrof het hier niet zo’n groot fort. Bij Maurik lag dan waarschijnlijk een volwaardig castellum, dat misschien Mannaricium heette.

Wellicht de locatie van Levefanum?
Wellicht de locatie van Levefanum?

Na een lunchpauze in het rustige, waterrijke gebied ten westen van Maurik, vervolgde ik mijn weg over de Rijnbandijk en kwam zo in de buurt van Rijswijk (Gld.). Mogelijk lag daar in de buurt, vlak aan de zuidoever van de Rijn, het Romeinse castellum Levefanum. Daar moet ik bij vermelden dat er nog geen fort is opgegraven in de regio. Bovendien weten we niet zeker of de naam Levefanum wel echt bij een fort in deze buurt hoorde. Rijswijk is ook het punt waar de Lek zich van de Rijn afsplitst: in jullie tijd is de Lek de hoofdstroom zodat er na deze splitsing nog maar een smalle, kabbelende Kromme Rijn verdergaat. In de Romeinse tijd was de Lek echter niet meer dan een zijriviertje, zodat de Rijn een stuk breder was en dus een meer logische grens.

Museum Dorestad.
Museum Dorestad.

De Lek stak ik over per veerpont, waarna ik in Wijk bij Duurstede terecht kwam, in de provincie Utrecht. Het fort Levefanum zou in theorie ook hier gestaan kunnen hebben, maar opnieuw is dat onzeker. Wel zeker zijn we van de Romeinse vondsten die hier in Museum Dorestad te zien zijn. Ik kon het niet laten om er toch even een snelle blik op te werpen. Ook werd er in het museum aandacht besteed aan wat nieuwe boeken over ons. De tijd begon echter te dringen, want het was al na vieren en ik wilde vanavond Fectio zien te bereiken. Dus ploeterde ik voort in de warmte, blij met de zonnehoed op mijn hoofd terwijl mijn helm aan een koord bungelde. Zo kwam ik langs Cothen, de vindplaats van een Romeins schip, en langs Werkhoven, waar een groot en indrukwekkend grafmonument is gevonden.

vechten-wachttorenUiteindelijk wist ik ’s avonds om 10 voor 8 Fectio (Vechten) te bereiken. Dit castellum was extra groot en bevatte mogelijk ook het hoofdkwartier van de Rijnvloot, de Classis Germanica. Er is inderdaad een schip teruggevonden dat vermoedelijk bij deze vloot hoorde, evenals een groot militair grafveld. De funderingen van het castellum zelf zijn goed zichtbaar aangegeven en bovendien staat er ook nog een wachttoren met mijlpaal! Onder deze omstandigheden voel ik me hier wel thuis.  Wel ben ik benieuwd of iemand hier iets weet over de toestand morgen in Hoge Woerd. Het zal wel weer een warme dag worden, maar ik hoop dat het er verder niet warm aan toe zal gaan…

Lucius Octavius Barbatus

twitter.com/OctaviusRomein