De Stichting van de Stad (771 t/m 753 v. Chr.)

lupaVolgens de mythen en legenden over het ontstaan van Rome, stamden de stichters van de stad af van Aeneas en daarmee weer van de goden. Aeneas’ zoon Ascanius liet het door Aeneas gestichte Lavinium uiteindelijk aan zijn stiefmoeder Lavinia over, terwijl hijzelf de nieuwe stad Alba Longa stichtte, 19 kilometer ten zuidoosten van de plek waar Rome gesticht zou worden. Volgens Vergilius werd Ascanius ook wel Iulus genoemd – dit ter bevestiging van de claim dat het Julische huis van keizer Augustus af zou stammen van Aeneas. Als koning van Alba Longa werd hij opgevolgd door Silvius, volgens de ene versie van het verhaal zijn zoon maar volgens de andere versie zijn halfbroer, die door Lavinia voor hem in het woud verborgen werd, wat hem de naam Silvius (Silva = bos) opleverde. Na een dispuut over Ascanius’ opvolging werd Silvius als kleinzoon van Latinus tot koning verkozen, terwijl Ascanius’ zoon Julus het hogepriesterschap kreeg. De opvolgers van Silvius namen allemaal zijn naam aan als cognomen.

Romulus en Remus zouden zijn verwekt door de god Mars. (Beeld uit de 1e eeuw, gevonden bij het Forum van Nerva.)
Romulus en Remus zouden zijn verwekt door de god Mars. (Beeld uit de 1e eeuw, gevonden bij het Forum van Nerva.)

De twaalfde koning van Alba Longa, Procas, had uiteindelijk twee zoons. Toen hij stierf verdeelde hij zijn nalatenschap: zijn troon liet hij na aan zijn oudste zoon Numitor maar zijn rijkdommen aan de jongste zoon Amulius. Dat bleek een misrekening, want Amulius aasde op de troon en wist zijn rijkdommen aan te wenden voor een staatsgreep. Numitor werd afgezet en verbannen, zijn zoons werden gedood en zijn dochter Rhea Silvia werd gedwongen om Vestaalse Maagd te worden, zodat Numitor geen mannelijke erfgenamen zou krijgen. Toen Rhea Silvia een tweeling bleek te hebben gekregen – naar eigen zeggen van de oorlogsgod Mars – werd zij zoals elke Vestaalse Maagd die niet meer rein bleek gruwelijk gestraft: met gebonden handen en voeten werd zij in de Tiber geworpen. De riviergod redde echter haar leven en nam haar tot vrouw.

rubens
Faustulus ontdekt Romulus en Remus in veilige handen van de wolvin. Riviergod Tiberinus en Rhea Silvia kijken met een gerust hart toe. (Schilderij door Peter Paul Rubens.)

Dat verklaarde ook de redding van de baby’s, die op last van Amulius in een mand in de rivier werden geworpen. Amulius had opdracht gegeven de kinderen te verdrinken, maar zijn dienaren kregen last van hun geweten en lieten de tweeling in een mand wegdrijven. De riviergod had het goed met hen voor, zodat de Tiber buiten zijn oevers trad en zich daarna naar zijn bedding terugtrok: het mandje belandde zo op de oever, onder een vijgenboom. Daar werden de baby’s gezoogd door een wolvin, die als de Lupa Capitolina nog steeds als symbool van Rome geldt. Niet lang daarna werden ze gevonden door de herder Faustulus en zijn vrouw Acca Larentia, die de tweeling opvoedde als zijn eigen zoons. Toen één van hun twaalf zoons stierf nam Romulus zijn plaats in bij de jaarlijkse ceremonie rondom de akkers.

Altaar uit Ostia waarop de herders (herkenbaar aan hun staf) Romulus en Remus bij de wolvin ontdekken. Tiberinus kijkt toe.
Altaar uit Ostia waarop de herders (herkenbaar aan hun staf) Romulus en Remus bij de wolvin ontdekken. Tiberinus kijkt toe.

Uiteindelijk kwam het alsnog tot een confrontatie met Amulius. Bij het hoeden van de kuddes kwamen Romulus en Remus in botsing met de herders van hun oudoom, waarop Remus gevangengenomen werd en voor Amulius werd geleid. Romulus slaagde erin om een militie van herders te verzamelen viel Alba Longa aan. Amulius werd in dit conflict gedood, maar niet alvorens Remus herkend te hebben. De tweelingbroers gaven de troon van de stad terug aan hun grootvader Numitor. Zij besloten echter ook met hun volgelingen een nieuwe stad te stichten, vlakbij de plaats waar Faustulus hen jaren geleden gevonden had. Daarbij kwam er voor het eerst een scheur in hun relatie. Romulus wilde de stad stichten op de Palatijnse heuvel, terwijl Remus de voorkeur aan de Aventijnse gaf. Ook werden zij het niet eens over wie de stad zou leiden.

Een Romeinse augur of vogelwichelaar, toga over het hoofd en lituus in de hand. Vogelwichelarij was zeer gebruikelijk bij de Romeinen.
Een Romeinse augur of vogelwichelaar, toga over het hoofd en lituus in de hand. Vogelwichelarij was zeer gebruikelijk bij de Romeinen.

Zij besloten hun meningsverschil te beslissen aan de hand van vogelwichelarij. Dat loste uiteindelijk echter helemaal niets op: Remus zag vanaf de Aventijn zes gieren, maar Romulus zag er vervolgens twaalf vanaf de Palatijn. Remus zag dus als eerste een voorteken, maar Romulus zag een groter teken. Het resultaat was dat de partijstrijd nog feller oplaaide. Romulus begon met zijn volgelingen een muur of greppel aan te leggen rondom de Palatijn. Remus zou de stad bespot hebben door over het nog erg lage muurtje heen te springen, waarna Romulus hem doodde met de woorden dat het iedere binnendringende vijand zo zou vergaan. Volgens andere versies van het verhaal werd Remus niet door zijn broer gedood, maar door diens rechterhand. Romulus liet zijn broer in elk geval op berouwvolle wijze begraven.

Via een ingewikkelde stamboom gingen Romulus' voorouders terug op de oergoden. Bekende namen zijn Dardanus, de stamvader van de Dardanen of Trojanen, Ilus en Tros, de naamgevers van Troje of Ilion, en koning Priamus van Troje. Volgens Geoffrey van Monmouth was Brutus van Troje de eerste koning van Brittannia en de naamgever van het eiland.
Via een ingewikkelde stamboom gingen Romulus’ voorouders terug op de oergoden. Bekende namen zijn Dardanus, de stamvader van de Dardanen of Trojanen, Ilus en Tros, de naamgevers van Troje of Ilion, en koning Priamus van Troje. Volgens Geoffrey van Monmouth was Brutus van Troje de eerste koning van Brittannia en de naamgever van het eiland.

Hiermee was de stad Rome gesticht, genoemd naar haar eerste koning. Dit zou hebben plaatsgevonden op 21 april 753 v. Chr. Tegenwoordig viert men in Rome op 21 april Dies natalis Romae, ofschoon de datum van 21 april natuurlijk onmogelijk aantoonbaar is. Wat het jaartal 753 v. Chr. betreft: dit is zowel te vroeg als te laat. Te laat omdat de heuvels rondom de moerassige dalen van de Tiber al rond 1000 v. Chr. bewoond werden door stammen van vissers en boeren. Tegelijkertijd is het jaartal te vroeg omdat Rome waarschijnlijk pas anderhalve eeuw later een echte fatsoenlijke stad begon te worden. In de mythe van Romulus en Remus beroepen de Romeinen zich op een soort heilige band met de Tiber en op goddelijke interventie bij de stichting van de stad. De eerste koning is een halfgod, met al even halfgoddelijke voorouders, terwijl Rhea Silva voor hetzelfde geld gewoon “zondig” geweest was. Het zogen door een wolvin is niet minder dubbelzinnig: lupa kan namelijk ook staan voor een prostituee.

De grootheid van Rome voorzegd: Aeneas’ aankomst in Italië

aeneasHet beroemdste gedeelte van Vergilius’ Aeneis is zonder twijfel de onmogelijke liefde van Dido en Aeneas, maar daar houdt het verhaal nog lang niet op. Na zijn vertrek uit Carthago gaat Aeneas noordwaarts en keert terug naar Sicilië, waar spelen worden gehouden ter ere van zijn overleden vader Anchises. Vervolgens behandelt Vergilius de aankomst van Aeneas in Italië, waar de Aeneaden al snel vrienden en vijanden maken. In het laatste geval moeten zij vechten om hun plaats op het schiereiland te verkrijgen.

De sibille van Cumae, zoals afgebeeld op het plafond van de Sixtijnse kapel door Michelangelo.
De sibille van Cumae, zoals afgebeeld op het plafond van de Sixtijnse kapel door Michelangelo.

Aangekomen op het Italiaanse vasteland ontmoet Aeneas de sibille van Cumae. Een sibille is in de klassieke oudheid in feite een soort zieneres of vrouwelijke profeet, waarschijnlijk een concept dat invloed uit het Midden-Oosten kent. De sibille ontvangt in extase visioenen van de toekomst, spontaan en ongevraagd, die zij voorspelt in zesvoetige verzen (hexameters). Hoewel de Grieken in eerste instantie slechts van één sibille spraken (waarbij Sibylla in feite een persoonsnaam zou zijn) was het aantal op den duur flink gegroeid. Volgens de Romeinse geleerde Varro waren er tien, waaronder die van Cumae, een stad ten westen van Napels. Volgens Vergilius heette zij Deïphobe.

Aeneas en de sibille dalen af in de Onderwereld.
Aeneas en de sibille dalen af in de Onderwereld.

Als de sibille Aeneas via de nabije krater Avernus meeneemt naar de Onderwereld, blijken opnieuw de propagandistische motieven van de auteur. In de Onderwereld ontmoet Aeneas zijn vader Anchises weer, die hem meebrengt naar de Lethe, de rivier die herinneringen wegneemt. Zielen die deze gunst krijgen na een eeuwenlange straf of zuivering zullen herboren worden. Anchises toont Aeneas enkele belangrijke toekomstige nakomelingen, die zullen regeren over de stad Alba Longa. Vervolgens komen er grote namen uit de Romeinse geschiedenis: Romulus en de andere koningen van Rome, Lucius Junius Brutus, de Gracchi, Julius Caesar en Augustus. Augustus wordt hierbij in bijna messianistische stijl als een beloofde redder neergezet en de grote Romeinse veroveringen worden aangekondigd.

Aeneas landt op de Italiaanse kust. Naast hem zijn zoontje Ascanius die hij aan de hand meeneemt. Een zeug wijst hem de plek waar hij zijn nieuwe stad moet bouwen.
Aeneas landt op de Italiaanse kust. Naast hem zijn zoontje Ascanius die hij aan de hand meeneemt. Een zeug wijst hem de plek waar hij zijn nieuwe stad moet bouwen. (Reliëf uit de 2e eeuw.)

De rest van de Aeneis bevat de strijd in Italië. Aangekomen in Latium worden de Trojanen hartelijk ontvangen door koning Latinus, een zoon van de natuurgod Faunus en de sterfelijk Marica. Al voor Aeneas’ komst is zijn dochter Lavinia in een groot wonderteken door vlammen omringd, hetgeen haar grote plaats in de geschiedenis zou hebben voorzegd. Een orakel ontraadde hierop Lavinia’s geplande huwelijk met Turnus, de koning van de Rutuli, met de voorspelling dat Lavinia met een vreemdeling zou trouwen. Latinus schenkt haar hand dan ook prompt aan Aeneas. Koningin Amata zag echter meer in Turnus, opgehitst door de wraakgodin Alecto, die gestuurd is door Juno om roet in het eten te gooien. Ook Turnus wordt van goddelijke hand opgestookt. Het resultaat is dus een oorlog.

De Tiber adviseert Aeneas om vriendschap te zoeken bij Euander.
De Tiber adviseert Aeneas om vriendschap te zoeken bij Euander.

De god van de Tiber raadt Aeneas echter aan een verbond te sluiten met Euander, een vorst afkomstig uit Arcadia die lang voor de Trojaanse oorlog naar Italië is uitgeweken. Hier stichtte hij op de linkeroever van de Tiber, aan de voet van een heuvel zijn nederzetting Pallanteum, genoemd naar zijn woonplaats in Arcadië of naar zijn zoon Pallas. De heuvel zelf zal later bekendstaan als de Palatijn. Het verbond met Euander creëert een vriendschapsband tussen Pallas en Aeneas. Als Aeneas terugkeert met Etruskische bondgenoten staat de strijd er voor hem heel wat minder slecht voor, zeker nadat zijn moeder Venus hem een wapenrusting heeft gegeven die door Vulcanus gesmeed is. Pallas wordt echter door Turnus gedood, tot grote woede van Aeneas. Turnus kan nog maar net ontkomen.

Aeneas verslaat Turnus (olieverfschilderij door Luca Giordano)
Aeneas verslaat Turnus (olieverfschilderij door Luca Giordano)

Na een wapenstilstand en een krijgsraad wordt besloten om de strijd middels een tweekamp tussen Turnus en Aeneas te beslissen. Als Turnus wint moeten de Trojanen vertrekken, maar als Aeneas wint zal er een eeuwigdurend verbond tussen de Trojanen en Latijnen komen. Aeneas is echter zo duidelijk sterker dan Turnus dat de Italiërs het bestand verbreken en er weer een veldslag uitbreekt, mede dankzij de intriges van Juno en Turnus’ zuster Juturna, de echtgenote van de god Janus. Uiteindelijk slaagt Aeneas erin om Latium zelf aan te vallen. Amata beseft dat alles verloren is en pleegt zelfmoord, waarna Aeneas Turnus alsnog tot een tweekamp dwingt. Turnus wordt verslagen en is aan de genade van Aeneas overgeleverd. Hoewel Aeneas even aarzelt, drijft de aanblik van Turnus in Pallas’ wapenrusting hem tot woede en doodt hij zijn tegenstander.

Aeneas wordt door Venus opgenomen op de Olympus. (Schilderij door Peter Candid.)
Aeneas wordt door Venus opgenomen op de Olympus. (Schilderij door Peter Candid.)

Zo eindigt de Aeneis nogal abrupt en open. Hoewel Vergilius nog revisies gepland had, overleed hij in 19 v. Chr. voor hij hier de kans toe kreeg. Zijn laatste wens was zelfs dat het onvoltooide epos zou worden vernietigd. Keizer Augustus was het hier (gelukkig) niet mee eens en gaf opdracht het gedicht te publiceren met zo min mogelijk aanpassingen. Over het verdere verloop van Aeneas’ leven verhaalt de tekst niet, noch over de stichting van een stad door de Trojaanse vluchtelingen. Andere schrijvers lichten echter tipjes van deze sluier op. Volgens Livius stichtte Aeneas een stad die hij Lavinium noemde, naar zijn tweede echtgenote. Toen Aeneas daar uiteindelijk stierf, kreeg Venus toestemming van Jupiter om haar zoon te vergoddelijken door hem nectar en ambrozijn te geven. Volgens Livius werd Aeneas’ sterfelijke lichaam begraven aan de oever van de Numicus. Volgens Ovidius spoelde deze rivier al zijn sterfelijke lichaamsdelen weg. Andere versies verhalen dat Aeneas in de rivier verdronken was tijdens de strijd of dat hij na een laatste veldslag tegen de Rutuli nooit meer teruggevonden werd, wat zijn vergoddelijking zou aantonen. Als Jupiter Indiges of Pater Indiges werd hij onder de goden opgenomen als voorvader van het Romeinse volk.

De tragische liefde van Dido en Aeneas

Dido en AeneasVergilius’ Aeneis vertelt over de zwerftochten van de Trojaanse vluchtelingen onder leiding van Aeneas, de voorvader van de stichters van Rome. In navolging van Homerus’ Odyssee vertelt Vergilius het verhaal niet in geheel chronologische volgorde. Bij aanvang van het eerste van de twaalf zangen of boeken vertrekt Aeneas met zijn vloot uit Sicilië, waarna hij verrast wordt door de stormwinden die Aeolus op last van Juno heeft vrijgelaten. De schepen worden op de Noord-Afrikaanse kust geworpen en de Aeneaden gaan aan land om de boel te verkennen en hulp te zoeken. Zo stuiten zij op de stad Carthago, geregeerd door koningin Dido.

Dido ontvangt Aeneas en de zijnen in haar paleis en neemt Cupido, vermomt als Ascanius, op haar schoot.
Dido ontvangt Aeneas en de zijnen in haar paleis en neemt Cupido, vermomt als Ascanius, op haar schoot.

Dido of Elissa zou afkomstig zijn uit Tyrus, de havenstad van de Phoeniciërs. De Phoeniciërs waren Kanaänieten, die woonden in het tegenwoordige Libanon. Rond 1200 v. Chr. was een groot deel van het oosten van de Middellandse Zee overrompeld door de zogenaamde Zeevolken (waaronder mogelijk de Filistijnen), maar de Phoeniciërs hadden dit overleefd en groeiden na de val van Minoïsch Kreta uit tot de grootste zeevaarders van het Middellandse Zeegebied. Het is bekend dat Carthago volgens de overlevering inderdaad gesticht werd door Phoeniciërs, zij het rond 814 v. Chr., enkele eeuwen na de legendarische Trojaanse oorlog. Volgens de legende zou Dido zelf de stad gesticht hebben. Dido zou uit Tyrus gevlucht zijn voor haar afgunstige broer, koning Pygmalion, waarbij haar rijke echtgenoot Sichaeus om het leven was gekomen. Aangekomen op de Noord-Afrikaanse kust stond de daar regerende Mauretanische koning Hiarbas haar toe een stuk grond te nemen, zo groot als zij met een koeienhuid kon omlijnen. Dido was hem te slim af door de huid in dunne repen te snijden en zo een aanzienlijk gebied op te eisen. Hiarbas was onder de indruk en vroeg Dido’s hand, maar zij weigerde dit uit respect voor Sichaeus.

Aeneas en Dido vluchten tijdens een jachtpartij voor het onweer een grot in, waar zij elkaars liefde bekennen. (Detail van een gobelin in de Burgerzaal, stadhuis Nijmegen.)
Aeneas en Dido vluchten tijdens een jachtpartij voor het onweer een grot in, waar zij elkaars liefde bekennen. (Detail van een gobelin in de Burgerzaal, stadhuis Nijmegen.)

Vergilius maakt zijn eigen versie van het verhaal door Dido een rol te geven in zijn epos over Aeneas. Venus manipuleert de ontmoeting tussen Aeneas en Dido door haar zoontje Cupido de plaats van Ascanius, Aeneas’ zoon, in te laten nemen. Zo maakt Cupido eerst de moederlijke gevoelens van Dido los en vervolgens laat hij haar verliefd worden op Aeneas, die haar van al zijn omzwervingen vertelt. Venus doet dit vooral om zeker te weten dat Aeneas geen gevaar zal lopen aan Dido’s hof, maar Juno sluit zich met heel andere motieven bij het plan aan. Het is immers Aeneas’ lotsbestemming om een stad in Italië te stichten die ooit tot een enorme macht zal uitgroeien, wat Juno, die nog altijd wrok koestert jegens de Trojanen, niet ziet zitten. Op deze manier hoopt Juno Aeneas dus weg te houden uit Italië. Maar Fama, de godin van de geruchten, verspreidt het nieuws sneller dan een modern roddelblad. Hiarbas, die volgens Vergilius een zoon van Jupiter en een nimf is, richt zich in gebed tot zijn goddelijke vader en spreekt zijn boosheid uit over het in zijn ogen grote onrecht hiervan. Jupiter besluit in te grijpen en stuurt Mercurius, die Aeneas overhaalt om alsnog te vertrekken. Dido is verbolgen en gebroken. Ze laat een grote brandstapel oprichten waarop ze alles laat plaatsen wat aan Aeneas herinnert: achtergelaten wapens, voorwerpen en kleren, maar ook het bed waarin zij samen geslapen hebben. Dido vervloekt Aeneas en de zijnen en voorspelt een eeuwige haat tussen haar stad en de afstammelingen van Troje. Vervolgens neemt ze plaats op het bed en steekt zichzelf dood met Aeneas’ zwaard. Aeneas ziet uit de verte de gloed van de brandstapel wanneer die ontstoken is.

De Dood van Dido, door Augustin Cayot.
De Dood van Dido, door Augustin Cayot.

Vergilius heeft het tragische verhaal van Dido zoals gezegd niet zelf bedacht, maar hier wel zijn eigen draai aan gegeven. In de losstaande mythe was het de trouw aan Sichaeus die haar noodlottig werd. Hiarbas eiste Dido op als zijn vrouw en dreigde met oorlog. Als vredesvoorwaarde stelde hij dat iemand uit Carthago bij Hiarbas moest gaan wonen om hem de Phoenicische cultuur te leren. Maar uiteraard zal geen enkele Carthager bij de Afrikaanse barbaren willen gaan wonen, of wel soms? Dido besluit zich mild en eerzaam te tonen en zegt dat eenieder bereid zou moeten zijn iets dergelijks te doen om de stad te redden: sterker nog, iedere Carthager zou bereid moeten zijn om zijn eigen leven op te offeren voor de stad! Maar dan pas vertellen haar herauten dat Hiarbas slechts één persoon uit Carthago in zijn gezelschap wenst: Dido. Zo heeft Dido zichzelf klem gezet: trouwen met Hiarbas is de enige manier om de stad te redden, maar dit wil zij zelf niet, terwijl zij iedereen die zou weigeren zichzelf op te offeren voor de stad heeft veroordeeld. Dido’s brandstapel is in deze versie van het verhaal niet voor vernietiging van de herinnering aan Aeneas, maar onder het mom van dodenoffers voor Sichaeus. Op die manier lijkt het alsof zij zich opmaakt om met Hiarbas te trouwen. Uiteindelijk beklimt Dido de brandstapel en verkondigt nu naar haar echtgenoot te gaan, waarna zij zichzelf doodsteekt.

De Carthaagse godin Tani, hier afgebeeld met leeuwenkop, was mogelijk een inspiratie voor Dido.
De Carthaagse godin Tanit, hier afgebeeld met leeuwenkop, was mogelijk een inspiratie voor Dido.

Het werkelijk bestaan van Dido zelf is nogal een discussiepunt. Het is niet geheel duidelijk wie als eerste het verband legde tussen Dido en de voorouders van Rome, al heeft Vergilius dit in elk geval zodanig gedaan dat het verhaal wereldberoemd is geworden. Carthago zelf kan rond 1250 v. Chr. nog niet als echte stad bestaan hebben: vermoedelijk werd de stad in 814 v. Chr. pas gesticht. Pompeius Trogus plaatst Dido’s stichting van de stad op 72 jaar voor de stichting van Rome, dus in 825 v. Chr. Dido zou na haar zelfdoding zijn vergoddelijkt en het is inderdaad niet ondenkbaar dat zij gebaseerd is op de Carthaagse godin Tanit. Vergilius, die met zijn Aeneis een propagandistische agenda had, heeft met de tragedie van Dido uiteraard een mythologische oorzaak voor de Punische Oorlogen gecreëerd. Als Aeneas haar later in de onderwereld weer tegenkomt kijkt ze van hem weg. Een ander belangrijk verschil met de losstaande versie van de mythe is de trouw aan wijlen haar man: waar in het origineel deze trouw de hele motivator voor het verhaal is en Dido hier nimmer van afwijkt, is Vergilius’ versie van Dido veel complexer. Ze is een gekwelde, tragische vrouw, die de trouw aan haar overleden man opgeeft ten gunste van Aeneas, maar hier uiteindelijk aan ten onder gaat.

Vergilius en Dante zien de wellustigen in de tweede kring van de hel (Inferno, canto 5). Ets door Gustave Doré.
Vergilius en Dante zien de wellustigen in de tweede kring van de hel (Inferno, canto 5). Ets door Gustave Doré.

Het verhaal van Dido is dankzij Vergilius zo beroemd geworden dat het nog menig kunstenaar heeft geïnspireerd. Vanaf de 17e eeuw heeft het meerdere opera’s geïnspireerd, evenals toneelstukken en andere literaire werken. In de 14e eeuw plaatst Dante Alighieri haar, in zijn Goddelijke Komedie, in de tweede kring van de hel, waar de wellustigen in een eeuwige wervelwind gevangen zitten. (Dante wordt in zijn gedicht overigens door hel en vagevuur rondgeleid door Vergilius.) Blijkbaar zag Dante zelfmoord gedreven door liefde als een teken van zeer ernstige onmatigheid, ofschoon hij zelfmoord als zodanig ook veroordeelde. De Italiaanse fascisten onder Mussolini demoniseerden haar als een anti-Romeinse figuur, die bovendien stond voor Noord-Afrikaanse beschaving en een sterke vrouw was, hetgeen allemaal niet in hun plaatje paste. Over het algemeen wordt Dido echter vooral als een sympathieke, tragische figuur gezien, die in feite het slachtoffer van een goddelijke intrige was.

Nikolaos Myriotis de Wonderdoener

sintHet is alweer bijna 5 december en alle drukte rondom het Sinerklaasfeest loopt weer hoog op. Het gebruik om in december, rond het begin van de winter, dergelijke festiviteiten met lekker eten en cadeautjes te hebben, komt in tal van landen voor. In veel landen is de rol van Sint-Nicolaas eigenlijk een gekerstende vorm van de rol die Wodan in dergelijke winter- en joelfeesten speelde. Maar Sint-Nicolaas heeft een oorsprong die teruggaat op legenden die in de Laat-Romeinse tijd spelen.

Wodan als aanvoerder van de Wilde Jacht. Na de kerstening in de middeleeuwen werd Wodan in deze folklore vervangen door heiligen als Sint-Maarten of Sint-Nicolaas. Ook ander goden en historische personen worden genoemd.
Wodan als aanvoerder van de Wilde Jacht. Na de kerstening in de middeleeuwen werd Wodan in deze folklore vervangen door heiligen als Sint-Maarten of Sint-Nicolaas. Ook andere goden en historische personen worden genoemd.

De media verspreiden veel verhalen over de historische en etnische afkomst van de Goede Sint, soms als pure fictie, dan weer als cultuurhistorische uitleg. Maar ook de laatste variant valt regelmatig ten prooi aan overhaaste conclusies, verkeerde verbanden en onnodige fouten. Laten we vooropstellen dat de Sinterklaas die we hier elk jaar zien weinig met de heilige te maken heeft. Zijn rol als ruiter met een witte baard en rode mantel is ongetwijfeld afgeleid van Wodan, die ook vaak gekenmerkt wordt door een witte staf (maar dan van hout) en het in de gaten houden van mensen. In december zou Wodan op stormachtige nachten aan het hoofd van de Wilde Jacht door het luchtruim galopperen, een rol die in de folklore op den duur ook aan Sint-Nicolaas werd toebedeeld. De Wilde Jacht zou vaak rond de zonnewende verschijnen en in landen als Slovenië, Oostenrijk en sommige delen van Duitsland verschijnt Sint-Nicolaas soms meer rond die periode, dus vlakbij de kerst. Dat de kerstman (Santa Claus) beïnvloed is door onze Sinterklaas, gecombineerd met de Britse Father Christmas, is vrij duidelijk. Maar wist u dat men vroeger in Amerika ook wel sprak van Saint Nick?

Sint-Nicolaas, omgeven door een aureool, verschijnt en redt een schip van de storm. In het Grieks wordt hij ook wel Nikolaos Thaumaturgos ("de wonderdoener") genoemd
Sint-Nicolaas, omgeven door een aureool, verschijnt en redt een schip van de storm. In het Grieks wordt hij ook wel Nikolaos Thaumaturgos (“de wonderdoener”) genoemd

Dan nu de heilige Nicolaas zelf, wiens naamdag overigens niet op 5 maar op 6 december (Sint-Nicolaasdag) valt. Erg veel zekerheid over het leven of zelfs het bestaan van Nicolaas van Myra is er niet, omdat bijna alle informatie uit middeleeuwse Vitae (levensverhalen van heiligen) afkomstig is. Daar kunnen dus tal van legenden en fouten ingeslopen zijn. Er is eigenlijk vrijwel geen historisch bewijs voor het bestaan van Sint-Nicolaas, wat voor de katholieke kerk reden was om hem als officiële heilige te schrappen toen men in de jaren ’60 grote schoonmaak hield. De geboortedatum van Sint-Nicolaas wordt zelfs in de Vitae niet genoemd, maar wordt ergens rond 270 of 280 geschat. Nikolaos of Nicolaas was de zoon van een rijk christelijk echtpaar en werd vernoemd naar zijn oom, de bisschop van een naburige gemeente. Hij zou geboren zijn in de stad Patara, in Lycië, wat hem de naam Nikolaos Patara opleverde. In tegenstelling tot wat veel mensen denken maakt zijn geboorteplaats hem niet Turks, althans niet in etnisch opzicht. De Turken begonnen pas vanaf 11e eeuw aan hun opmars in Klein-Azië, en de cultuur van Lycië was vooral Grieks, wat mogelijk ook gold voor de etniciteit van de bewoners. Turks waren zij in elk geval zeker (nog) niet. Verder informatie over de jeugd van Nikolaos zijn vooral legenden en wonderverhalen. Zo zou hij vlak na zijn geboorte al hebben kunnen staan (in een biddende houding met zijn handen naar de hemel) en geweigerd te hebben om melk te drinken op woensdag en vrijdag, de vastendagen. Dat zijn onvruchtbaar lijkende moeder nog op vrij late leeftijd een zoon kreeg, naar haar belofte dat die zich aan God zou wijten, is duidelijk een parallel met het verhaal van de profeet Samuel.

Russisch icoon met Sint-Nicolaas en gebeurtenissen uit zijn leven (Nationaal Museum, Stockholm). Op Russische iconen heeft Nicolaas een opvallend bruine huid. De beroemde mijter ontbreekt, want deze werd in zijn tijd nog niet gedragen.
Russisch icoon met Sint-Nicolaas en gebeurtenissen uit zijn leven (Nationaal Museum, Stockholm). Op Russische iconen heeft Nicolaas een opvallend bruine huid. De beroemde mijter ontbreekt, want deze werd in zijn tijd nog niet gedragen.

Volgens Simeon de Vertaler zou Nikolaos zich al op zijn 19e tot priester hebben laten wijden en diende hij al op jonge leeftijd als gevolmachtigde van zijn oom toen die op reis was naar Jeruzalem. Bij zijn eigen reizen naar het Heilige Land zou Nikolaos steeds weer na een kort verblijf zijn teruggeroepen door een engel, omdat zijn parochie in gevaar was. Dat er gevaar dreigde is niet geheel ondenkbaar, want gezien de periode waarin hij leefde moet hij de felle christenvervolgingen van de tetrarchie nog hebben meegemaakt. Daar kwam verandering in na het Edict van Nicomedia in 311, toen keizer Galerius de vervolgingen stopzette en een hoop strenge maatregelen herriep. In 313 werd dit gevolgd door het Edict van Milaan, waarin keizers Licinius en Constantijn de Grote godsdienstvrijheid in het hele rijk afkondigden. Uiteindelijk zouden de twee keizers alsnog uit elkaar groeien en elkaar meerdere keren beoorlogen, waarbij de oostelijke keizer Licinius steeds weer aan het kortste eind trok. Uit wraak op Constantijn, die duidelijk een christelijke positie innam, begon Licinius maatregelen te nemen die weer nadelig voor christenen waren, tot het in 324 tot een nieuwe botsing kwam en Constantijn alleenheerser werd.

Nicolaas valt Arius aan op het Concilie van Nicea. Volgens sommige versies van het verhaal kwam keizer Constantijn persoonlijk tussenbeide.
Nicolaas valt Arius aan op het Concilie van Nicea. Volgens sommige versies van het verhaal kwam keizer Constantijn persoonlijk tussenbeide.

Nu de dreigingen van buitenaf waren geneutraliseerd besloot Constantijn in 325 om de interne onrust binnen de kerk aan te pakken. Dit deed hij door middel van het Concilie van Nicea, een grote oecumenische bijeenkomst om onderlinge geschillen op te lossen. 318 bisschoppen namen er aan deel. Het grootste conflict ging over het Arianisme: de Alexandrijnse theoloog Arius verwierp namelijk de Heilig Drie-eenheid van het unitarisme en was van mening dat Christus en de Heilige Geest scheppingen van God de Vader moesten zijn. Misschien wel godgelijkend, hoger en heiliger dan al het andere, maar desalniettemin scheppingen. Daar de leer van Arius ook aanhang vond dreigde er nu een schisma. Volgens de legenden nam ook Nicolaas deel aan het Concilie van Nicea en was hij een zeer fel tegenstander van Arius, die hij zelfs geslagen zou hebben. Dat zou hem op gevangenschap hebben komen te staan, maar Maria zou hem volgens het verhaal bevrijd hebben, wat zowel zijn heiligheid als zijn gelijk zou bewijzen. In de zeer keurig bijgehouden verslagen van het concilie wordt echter niets over de vechtpartij teruggevonden en wordt Nicolaas op geen enkele manier vermeld. Het Arianisme werd in elk geval door het Concilie verworpen, ondanks dat het populair zou blijven en veel Germaanse koningen tot in de 7e eeuw ariaans zouden blijven.

16e eeuwe afbeelding van Sint-Nicolaas in Amsterdam, nog zonder baard maar wel met een anachronistische mijter. De Sint is beschermheilige van Amsterdam, die 4 Nicolaaskerken bevat.
16e-eeuwe afbeelding in Amsterdam van Sint-Nicolaas (nog zonder baard maar met mijter) en de drie kinderen. De Sint is beschermheilige van Amsterdam, die 4 Nicolaaskerken bevat.

Bisschop Nicolaas zou in 342 of 352 zijn overleden in Myra. In de 7e eeuw kwam de verering van hem als heilige zich steeds verder uit te breiden door Europa, waarbij tal van wonderverhalen de ronde deden. Nicolaas zou op wonderlijke wijze een storm tot bedaren hebben gebracht of drie vermoorde kinderen of studenten tot leven hebben gebracht. Door het op wonderbaarlijke wijze vermenigvuldigen van zakken graan zou hij Myra van de hongersnood hebben gered. Het verhaal van de drie arme meisjes zonder bruidsschat wordt nog altijd gezien als een oorsprong voor sommige Sinterklaas-gebruiken: Sint-Nicolaas werpt door de deur goudstukken naar binnen (het strooien) waarvan sommige misschien zelfs landen in schoenen. Op allerlei plekken in Europa verschenen Nicolaas-kerken, vooral in havensteden, daar hij als beschermer van de zeelui gold. Myra werd een bedevaartsoord, zelfs nadat een groep kooplui naar aanleiding van de steeds naderbij komende Turken de relieken in 1087 naar Bari, in Italië brachten. Ook daar staat een basiliek als bedevaartsoord. In orthodoxe kerken bekleedt Nicolaas tot op de dag van vandaag een hoge positie als heilige: in Rusland is hij de beschermheilige van handelaren. De katholieke kerk daarentegen schrapte Sint-Nicolaasdag in 1969 van de lijst met officiële naam- en feestdagen. Ook in Turkije wordt de christelijke heilige als een belangrijk deel van het cultureel erfgoed gezien, waarbij de regering al meerdere keren, tevergeefs, heeft gevraagd om teruggaven van de relieken. Sint-Nicolaasdag wordt nog gevierd in meerdere Europese en Noord-Amerikaanse landen. In Noord-Duitsland is het zetten van een schoen of laars op Sint-Nicolaasavond (5 december) nog heel gebruikelijk.