Het einde van de Theodosiaanse dynastie: een stabiel oosten en chaotisch westen

avitusWaar waren we gebleven? De dood van keizer Honorius liet de westelijke troon vacant, waarna Iohannes deze innam. De oostelijke keizer Theodosius II liet het hier niet bij zitten en begon een oorlog om Honorius’ neefje Valentinianus de troon te bezorgen. Zo bleef de Theodosiaanse dyanstie aan de macht in beide rijkshelften. Maar de moeilijkheden in het westen zouden ernstig toenemen, terwijl het rijkere oosten, dat zijn defensie meer op orde had, veel minder ernstig zou lijden.

Buste van keizer Theodosius II. Hij was niet zo'n bekwame keizer als zijn naamgenoot.
Buste van keizer Theodosius II. Hij was niet zo’n bekwame keizer als zijn naamgenoot.

Theodosius II was geboren in 401 als zoon van keizer Arcadius. Al het jaar daarop had Arcadius hem mede-keizer gemaakt, zodat hij derhalve de jongste persoon aller tijden is die deze titel voerde. Hij werd daadwerkelijk keizer op zijn 7e, toen Arcadius in 408 overleed. Arcadius was een zwak bestuurder geweest die in zijn laatste levensjaren vooral afhankelijk was geweest van de Praetoriaanse Prefect Anthemius (wiens rang in deze periode te vergelijken valt met eerste minister). Anthemius was een bekwaam regent en trouw aan de dynastie. Hij overzag onder andere de constructie van de Theodosiaanse muren rondom Constantinopel. Toch werd Anthemius in 414 door Theodosius ontslagen, op aansturen van Pulcheria, de oudere zus van Theodosius. Pulcheria kreeg hierop de titel van Augusta en nam Anthemius’ plaats als regentes in. Zelfs toen Theodosius in 416 meerderjarig werd verklaard bleef haar invloed sterk. Onder de invloed van Pulcheria groeide Theodosius’ christelijke geloof, wat hem in 421 deed besluiten om een oorlog te beginnen tegen de Sassanidische Perzen, die christenen vervolgden. De oorlog eindigde echter in een patstelling en ondertussen bedreigden de Hunnen Constantinopel, zodat er in 422 vrede werd gesloten zonder wijzigingen in de status quo. Het was ook in 421 dat Theodosius trouwde met een Griekse vrouw genaamd Athenaïs, die na haar doop Aelia Eudocia heette, en in de Griekse kerk ook bekend staat als Sint-Eudocia.

Solidus van keizer Iohannes. Het oosten erkende hem niet, wat in de 5e eeuw wel voor meer westelijke keizers gold.
Solidus van keizer Iohannes. Het oosten erkende hem niet, wat in de 5e eeuw wel voor meer westelijke keizers gold.

Valentinianus III was in deze periode nog een kind. Op 2 juli 419 was hij geboren als zoon van Galla Placidia, de zuster van keizer Honorius, en Flavius Constantius, die later korte tijd de macht met Honorius had gedeeld als keizer Constantius III. Het keizerschap van Constantius werd in het oosten in eerste instantie niet erkend en op dezelfde manier had Constantinopel ook moeite met de benoeming van Valentinianus tot Nobelissimus, één van de allerhoogste titels in die tijd, in 421. Constantius zelf stierf dat jaar en waarschijnlijk was het in 423 dat Placidia met haar zoontje naar Constantinopel vluchtte. Als dit gebeurde voor de dood van Honorius kunnen de geruchten over diens incestueuze affectie voor Placidia een rol hebben gespeeld. Vond de vlucht hierna pas plaats, dan was het waarschijnlijk omdat Honorius’ minister Iohannes de macht had gegrepen. Het oosten ging in elk geval niet akkoord met deze machtswisseling, want Theodosius zag liever een familielid op de troon. Schoorvoetend erkende hij Constantius III postuum als keizer en benoemde Valentinianus tot Caesar van het westen op 23 oktober 425. Er volgde een oorlog tussen het oosten en het westen, waarbij Iohannes uiteindelijk verslagen werd, zodat Valentinianus een jaar na zijn benoeming tot Caesar officieel keizer van het westen gemaakt werd.

Flavius Aëtius kwam met de troonsbestijging van Valentinianus op een zeer hoge positie. Later werd hij de machtigste man van het rijk.
Flavius Aëtius kwam met de troonsbestijging van Valentinianus op een zeer hoge positie. Later werd hij de machtigste man van het West-Romeinse rijk.

Zolang Valentinianus niet meerderjarig was nam Placidia het regentschap waar. Verder moesten alle posten tactisch verdeeld worden. Flavius Felix werd benoemd tot magister militum van het West-Romeinse rijk. Diens rivaal, Flavius Aëtius, moest echter ook zoet worden gehouden en werd derhalve opperbevelhebber van Gallië gemaakt. Dat hij tot een hoop in staat was, was wel gebleken, want hij was destijds door Iohannes uitgezonden om hulp te halen bij de Hunnen, die hij in 425 had meegebracht naar Italië. Dat was te laat om Iohannes te hulp te komen, maar vooralsnog gevaarlijk genoeg om snel de onderhandelingen te openen. Dat de Hunnen gevaarlijk waren was algemeen bekend: het jaar daarvoor had Constantinopel hen voorlopig af weten te kopen door hen jaarlijks een schatting van 350 Romeinse ponden in goud te betalen. Het westen had zulke afspraken niet gemaakt en kon zich financieel ook minder veroorloven. Uiteindelijk kwam men echter in Ravenna overeen dat de Hunnen Italië en Pannonia Valeria zouden verlaten, wat een flink opluchting voor het westen moet zijn geweest. Felix kon zich nu in alle rust wijden aan het herstel van de verdedigingswerken aan de Donau. Het leek in die eerste vijf jaar weer wat de goede kant op te gaan voor Ravenna. Er werden namelijk ook nog enkele overwinningen behaald op de Visigoten en de Franken. Toch was het lang niet alleen rozengeur en maneschijn, want Spanje werd geteisterd door Vandalen, Alanen en Sueben, evenals door grote boerenopstanden.

11e-eeuws miniatuur waarop Theodosius II de relikwieën van de door hem gerehabiliteerde Johannes Chrysostomos ontvangt.
11e-eeuws miniatuur waarop Theodosius II de relikwieën van de door hem gerehabiliteerde Johannes Chrysostomos ontvangt.

In het oosten was er ondertussen maar weinig sprake van gewapende strijd en richtte Theodosius zich ook op meer religieuze en culturele zaken. In 425 richtte hij de Universiteit van Constantinopel op en in 429 stelde hij een commissie aan om alle wetten te verzamelen die sinds de regering van Constantijn de Grote waren vervaardigd. Pas in 438 zou deze Codex Theodosianus klaar zijn. Een meer lastige dobber had Theodosius aan een godsdienstige kwestie, namelijk de vraag of in Jezus God zelf als mens geboren was. Aanhangers van dit idee stonden erop om Maria Theotokos te noemen, wat zoveel betekent als “moeder van God” (letterlijk “zij die God baart”). Anderen zagen dit als ketterij. In 428 benoemde Theodosius de monnik Nestorius, die hij in Syrië had ontmoet, tot aartsbisschop van Constantinopel. Nestorius trachtte een compromis te vinden door te benadrukken dat Maria toch in elk geval moeder van Christus was en derhalve Christotokos genoemd kon worden. Hierop werd dit nestoriaans gedachtegoed ketterij genoemd en werd Nestorius ervan beschuldigd dat hij de goddelijke en menselijke aard van Jezus trachtte te scheiden, alsof er twee Christussen waren. In 431 belegde de keizer op verzoek van Nestorius dan ook het Eerste Concilie van Efeze. Hoewel Theodosius achter Nestorius stond, werd de aartsbisschop wegens ketterij verbannen en ging men akkoord met de titel van Theotokos. Toen het geschil jaren later echter opnieuw uitbrak belegde Theodosius een nieuw concilie in Efeze in 449. Hierbij werd de vergadering echter geïntimideerd door keizerlijke soldaten binnen te laten, waarop dit concilie ook wel bekendstaat als de Roverssynode.

Geiseric, koning der Vandalen en Alanen, afgebeeld op een siliqua.
Geiseric, koning der Vandalen en Alanen, afgebeeld op een zilveren siliqua.

Het westen kampte ondertussen met veel ernstigere politieke problemen. Felix was in botsing geraakt met Bonifacius, de opperbevelhebber van Africa. Bonifacius was door Felix van verraad beschuldigd, maar weigerde terug te keren naar Italië om terecht te staan. Nadat hij het leger van Felix versloeg, was deze te zwak om zich nog te verweren tegen zijn rivaal Aëtius, die zijn positie in 429 overnam. Het jaar daarop werd Felix vermoord. In dit politieke tumult speelde de oversteek van de Vandalen wellicht een rol: in 429 trokken zij onder hun koning Geiseric vanuit Spanje naar Mauretania Tingitana (huidig Marokko) wat zeer ernstige gevolgen had voor de West-Romeinse schatkist. Spanje en de Afrikaanse provincies waren de laatste paar eeuwen veel minder hard getroffen door allerlei invallen dan Gallië, zodat er nu een vrij rijk grondgebied verloren ging. Het gevolg was een stijgende belastingdruk, wat de economie meer kwaad dan goed deed. Ondertussen was de rest van Africa bovendien onder controle van Bonifacius de opstandeling. Deze slaagde er echter niet in om het leger dat Placidia gestuurd had te verslaan en zocht derhalve hulp bij de Vandalen, met wie hij overeenkwam om Africa te verdelen. Zodra dat nieuws het hof in Ravenna bereikte deed men er alles aan om de banden met Bonifacius te herstellen. Dat lukte en in 430 keerde Bonifacius zich weer tegen Geiseric. In 431 werden zijn legers echter verslagen door de Vandalen en kon Bonifacius niet anders dan vluchten naar Italië.

Het rijk der Hunnen rond het jaar 450. Grote aantallen Germanen waren onderworpen of vazal, terwijl het machtsbereik van de Hunnen tot binnen de Romeinse grenzen kwam.
Het rijk der Hunnen rond het jaar 450. Grote aantallen Germanen waren onderworpen of vazal, terwijl het machtsbereik van de Hunnen tot binnen de Romeinse grenzen kwam.

Aëtius had zich ondertussen niet zo populair gemaakt aan het hof, waar men erg bezorgd was over de enorme macht die hij in handen had. Vooral Placidia had hier erg veel moeite mee. In 431 werd Aëtius dan ook afgezet en vervangen door Bonifacius. Aëtius pikte dit niet en verzamelde zijn troepen om zijn machtspositie met geweld terug te veroveren. Bij Ravenna werd hij verslagen door Bonifacius, die echter zelf aan zijn verwondingen overleed. Aëtius sloeg op de vlucht naar zijn oude bondgenoten, de geduchte Hunnen. Die waren de laatste jaren wat minder gevaarlijk, door hun onderlinge verdeeldheid. De Hunnen waren altijd meer een verbond van volkeren dan een echte eenheid, wat nu handig was uitgebuit door de Romeinen. Maar uiteindelijk had ene Ruga of Rua rond deze tijd het Hunnenrijk weten te herenigen, zodat dit weer een realistische dreiging werd. In 433 werd de schatting die het Oost-Romeinse rijk betaalde al verdubbeld en in 434 wist Aëtius voor elkaar te krijgen dat de Hunnen, die inmiddels werden geregeerd door de broers Attila en Bleda, hem weer op zijn positie terug hielpen. Daarbij kregen de Hunnen Pannonia Savia toegewezen, een provincie midden op de Balkan en ruim binnen het rijk, zodat de dreiging eerder groter dan kleiner werd. Valentinianus en Placidia konden niet anders dan vrede sluiten met de Vandalen, die hun veroverd gebied in Africa mochten behouden in ruil voor een jaarlijkse schatting.

Solidus ter ere van het huwelijk tussen Valentinianus III en Licinia Eudoxia.
Solidus ter ere van het huwelijk tussen Valentinianus III en Licinia Eudoxia.

In 437 werd Valentinianus III meerderjarig en trouwde met Licinia Eudoxia, de dochter van Theodosius II, met wie hij al sinds jonge leeftijd verloofd was. Het regentschap van Placidia kwam ten einde, maar in feite lag alle macht nog altijd bij Aëtius. Aëtius focuste zich in deze woelige tijden vooral op het gemakkelijke bereikbare Gallië, waar de Visigoten in 439 toch weer een overwinning op de Romeinen behaalden. Desondanks behaalde Aëtius wel overwinningen op de Franken, Bourgonden, Sueben en de Bagaudae (boeren-opstandelingen). Aan de zaken in Africa was veel minder te doen. Geiseric had zich weinig aangetrokken van het vredesverdrag en veroverde steeds meer grond, tot in 439 ook Carthago viel. Een zeer ernstige zaak, want samen met de belastingopbrengsten van deze provincies ging hiermee ook een zeer belangrijke graanleverancier voor Rome ten onder. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was begonnen Vandaalse piratenvloten de Middellandse Zee en vooral Sicilië te teisteren.

In de loop der eeuwen waren de Vandalen, zoals wel meer Germanen, veel door het noorden van Europa getrokken. In de 5e eeuw trokken ze langs de Rijn en vielen Gallië binnen om daarna naar Spanje uit te wijken. Hun oversteek naar het tot dan toe kalmere Afrika was een ramp voor Rome.
In de loop der eeuwen waren de Vandalen, zoals wel meer Germanen, veel door het noorden van Europa getrokken. In de 5e eeuw trokken ze langs de Rijn en vielen Gallië binnen om daarna naar Spanje uit te wijken. Hun oversteek naar het tot dan toe kalmere Afrika was een ramp voor Rome.

Aëtius sloeg uiteindelijk de handen ineen met Theodosius II en beide Romeinse rijken stuurden troepen naar Sicilië in de hoop Carthago te ontzetten. Om dergelijk enorme legers te verzamelen was echter de oude fout gemaakt om hiervoor troepen van de grenzen weg te trekken, waar de Perzen en de Hunnen meteen dankbaar gebruik van maakten. Zo snel men kon werden de plannen voor Africa geschrapt en de troepen teruggestuurd. Het was wel duidelijk dat er niet veel aan de Vandalen te doen viel, zodat men wel moest onderhandelen. In ruil voor teruggave van Mauretania en Tripolitana zouden de Vandaalse veroveringen in 442 worden erkend. Opnieuw lapte Geiseric dit echter al snel aan zijn laars en veroverde Mauretania gewoon weer. Aëtius trachtte het conflict op een andere manier op te lossen, nu door middel van huwelijksdiplomatie. Hij probeerde Valentinianus zover te krijgen zijn dochter Eudocia te laten trouwen met Huneric, de zoon van Geiseric, die echter al getrouwd bleek met de dochter van de koning der Visigoten. Spanje raakte ondertussen steeds verder onder controle van de Sueben, zodat de belastingdruk van het West-Romeinse rijk steeds verder opliep. Zelfs de keizer moest nu inkomsten inleveren!

De beruchte Attila de Hun ging in 451 op oorlogspad tegen het West-Romeinse rijk. (De afbeelding is fantasie, want niemand weet hoe hij eruit zag.)
De beruchte Attila de Hun ging in 451 op oorlogspad tegen het West-Romeinse rijk. (De afbeelding is fantasie, want niemand weet hoe hij eruit zag.)

De Hunnen leken ondertussen niet te stuiten en in 443 vernietigden zij twee legers. De vrede kon alleen worden afgekocht onder zeer vernederende voorwaarden, waaronder een jaarlijkse schatting 2100 Romeinse ponden aan goud (ongeveer 687 kg.)! In 447 trokken de Hunnen echter alsnog plunderend over de Balkan, waarbij zij onder meer Serdica (Sofia) verwoestten en tot vlak aan Constantinopel oprukten. Intussen was de relatie tussen Attila en Aëtius bekoeld. Het overlijden van de Frankische koning Chlodio had namelijk meerdere pretendenten opgeleverd (in de Germaanse koninkrijken gingen kronen niet altijd simpelweg over van vader op oudste zoon) en Attila en Aëtius hadden beiden een andere kandidaat gesteund. Wellicht werd Attila ook omgekocht door Geiseric om zijn oude vriend niet langer te steunen, maar in ieder geval zat Attila te azen op een aanleiding om het West-Romeinse rijk aan te vallen. Die aanleiding kwam in 449 of 450, toen Valentinianus’ zuster Honoria tegen haar zin werd uitgehuwelijkt aan senator Bassus Herculanus. Honoria zag dit niet zitten en vroeg Attila om hulp door haar verlovingsring op te sturen. Attila interpreteerde dit als een aanzoek (al dan niet omdat hem dat goed uitkwam) en vroeg om het halve West-Romeinse rijk als bruidsschat. Toen dit uitkwam was het alleen de invloed van moeder Placidia die voorkwam dat Valentinianus zijn zuster ter dood bracht. Wel werd zij verbannen en schreef de keizer aan de Hunnenkoning dat dit huwelijksvoorstel totaal onwettig was.

Attila's verwoestende veldtocht door Gallië. Ook het tegenwoordige België was de klos.
Attila’s verwoestende veldtocht door Gallië. Ook het tegenwoordige België was de klos.

In 451 arriveerde er een heraut van Attila in Ravenna, met de boodschap dat Honoria geen blaam trof en dat de Hun zou nemen wat hem toekwam. Toen men niet op de eis inging viel hij Gallië binnen. Het Hunnenleger trok verwoestend van stad naar stad, terwijl Attila’s vazallen en bondgenoten door Belgica trokken en ook de Franken bevochten toen deze zich weigerden aan te sluiten. Slechts enkele steden, zoals Parijs, weerstonden beleg. Aëtius had echter zijn legers verzameld en de Visigoten en Bourgonden overgehaald om zich bij het verbond tegen de Hunnen aan te sluiten. Twee legers van tienduizenden manschappen troffen elkaar op de Catalaunische Velden op 20 juni 451. Het dodental is onbekend, maar het was zwaar genoeg om Attila over te halen te vertrekken. Toch gaf de Hun nog niet op. Het jaar daarop viel hij Italië binnen. Aquileia werd verwoest en ook Verona en Vincentia werden ingenomen. De vijand was gevaarlijk dicht bij Ravenna en het keizerlijk hof week derhalve uit naar Rome. Eigenlijk geen slimme zet, want Aëtius had geen troepen in Italië om Rome te verdedigen, zodat Valentinianus nu eigenlijk kwetsbaarder was. Maar er kwam hulp.

De ontmoeting tussen Leo de Grote en Attila. (Fresco door Raphael.) Volgens de legende zouden de heiligen Petrus en Paulus plotseling met getrokken zwaard boven paus Leo verschenen zijn, waarop de Hunnen zich in angst terugtrokken. Leo I is hier afgebeeld als portret van de toenmalige paus Leo X.
De ontmoeting tussen Leo de Grote en Attila. (Fresco door Raphael.) Volgens de legende zouden de heiligen Petrus en Paulus plotseling met getrokken zwaard boven paus Leo verschenen zijn, waarop de Hunnen zich in angst terugtrokken. Leo I is hier afgebeeld als portret van de toenmalige paus Leo X.

Theodosius was op het moment van de inval allang overleden. In 450 was hij na een val van zijn paard gestorven en omdat er geen zoon beschikbaar was, had de oostelijke opperbevelhebber Aspar een huwelijk geregeld tussen Pulcheria, die al jaren daarvoor door Theodosius was weggestuurd en sindsdien in een klooster leefde, en een zekere Flavius Marcianus. Marcianus, geboren in 392 in Thracië of Illyricum, was de zoon van een soldaat en een veteraan van Theodosius’ oorlog tegen de Perzen. Ook had hij enige tijd gevangen gezeten in Afrika bij de Vandalen. Aspar, zelf van Germaanse oorsprong, had voor elkaar gekregen dat zijn protegé tot senator verheven was. Als vertrouweling van Aspar was hij dus een geschikte kandidaat. Als keizer stopte hij vrijwel meteen met de betalingen aan Attila, wetende dat de Hunnen Constantinopel toch niet in konden nemen. Vandaar dat Attila zijn vijandschap voorlopig op het westen had gericht. Tijdens de veldtocht in Italië ontmoette Attila hier een gezantschap onder leiding van paus Leo I, om zich niet veel later terug te trekken. Dit leverde de paus de bijnaam Leo de Grote op, maar in werkelijkheid speelde er meer factoren mee dan alleen zijn pleidooi: er was nieuws gekomen dat Marcianus het rijk van de Hunnen zou aanvallen. Bovendien werd het leger van Attila geplaagd door ziekte. Attila schijnt zich hierna te hebben opgemaakt om het Oost-Romeinse rijk opnieuw te beoorlogen, maar zijn plotselinge dood in 453 voorkwam dit. Attila’s zoons gingen onderling ruziënd ten onder, zodat het rijk der Hunnen al snel uiteen viel.

Solidus van de Oost-Romeinse keizer Marcianus. Hij was de laatste Theodosiaanse keizer en eigenlijk alleen aangetrouwd.
Solidus van de Oost-Romeinse keizer Marcianus. Hij was de laatste Theodosiaanse keizer en eigenlijk alleen aangetrouwd.

Afgezien van deze gebeurtenis liet Marcianus zich weinig in met de zaken van het westen. Belangrijker vond hij het de financiën te hervormen en de oostgrens te verdedigen. Tijdens de veldtochten van Attila kwam hij in eerste instantie niet te hulp. Wel zijn er vermoedens dat Marcianus zich achter de schermen wel degelijk met het westen bezighield en een vinger in de pap had bij de dood van Attila. Desondanks greep Marcianus niet in toen het helemaal fout liep met het westen. Valentinianus maakte namelijk de fout om Aëtius uit te schakelen. Waarschijnlijk was hij al lange tijd niet op zijn gemak bij het idee dat de opperbevelhebber zoveel macht had en bovendien stond hij bloot aan de inblazingen van zijn kamerheer Heraclius (een eunuch) en senator Petronius Maximus, die een persoonlijke vijandschap had jegens Aëtius. Op 21 september 454 presenteerde Aëtius een financieel verslag aan de keizer, die echter plotseling overeind sprong en hem beschuldigde van dronkenschap en samenzwering. Ook gaf Valentinianus Aëtius de schuld van de huidige staat van het West-Romeinse rijk. Valentinianus trok zijn zwaard en stortte zich samen met Heraclius op Aëtius. De keizer pochte later dat hij er goed aan had gedaan om zijn generaal op deze manier op te ruimen. Een raadsman zou hierop geantwoord hebben dat de keizer zijn rechterhand had afgehakt met behulp van de linker.

Een solidus van Valentinianus III. Hij is nogal veroordeeld als een verwend kereltje dat amper in staat was te regeren en makkelijk onder invloed van anderen viel. Dat laatste werd zijn ondergang.
Een solidus van Valentinianus III. Hij is nogal veroordeeld als een verwend kereltje dat amper in staat was te regeren en makkelijk onder invloed van anderen viel. Dat laatste werd zijn ondergang.

Inderdaad was het geen slimme zet, maar dan vooral omdat de ambities van Petronius Maximus nu geen rem meer hadden. Maximus had gehoopt nu hogerop te komen en het opperbevel toegewezen te krijgen, maar Valentinianus had dit geweigerd, onder waarschuwingen van Heraclius. Bovendien koesterde Maximus wrok jegens de keizer, die zijn vrouw Lucina zou hebben verkracht. Volgens Johannes van Antiochië was de moord op Aëtius opgezet door Maximus zodat deze in alle rust wraak kon nemen op de keizer. Op 16 maart 455 reed Valentinianus over de Campus Martius en steeg af om boogschietoefeningen te gaan doen. Optelas en Thraustelas, twee Scythen die volgelingen van Aëtius waren geweest, sprongen plotseling op de keizer af. Optelas sloeg hem tegen de zijkant van het hoofd. Valentinianus was totaal verrast en draaide zich om, om zijn aanvaller te zien, waarna Optelas de genadeslag uitdeelde. Thraustelas maakte Heraclius ondertussen van kant. De volgende dag al werd Petronius Maximus, die de daders waarschijnlijk had betaald, uitgeroepen tot keizer van het westen, nadat hij hen een enorm donativum had beloofd. Zijn rivalen konden daar met geen mogelijkheid tegenop. Licinia Eudoxia, de weduwe van Valentinianus, werd door de schurk gedwongen tot een huwelijk.

De schurkachtige keizer Petronius Maximus maakte er zo'n puinhoop van dat hij het nog geen kwartaal volhield.
De schurkachtige keizer Petronius Maximus maakte er zo’n puinhoop van dat hij het nog geen kwartaal volhield.

Het hof in Constantinopel weigerde Maximus als keizer te erkennen. Om zijn positie derhalve te versterken benoemde Maximus ene Eparchius Avitus tot magister militum. Avitus was een Gallo-Romeinse edelman die zich onder Aëtius onder andere verdienstelijk had gemaakt als diplomaat, waarbij hij de Visigotische koning Theodorik I had overgehaald om zich aan te sluiten bij het verbond tegen Attila. Theodorik was inmiddels overleden en opgevolgd door zijn zoon, Theodorik II, met wie Avitus al eerder een ontmoeting had gehad in Toulouse. Derhalve werd Avitus nu naar Toulouse gestuurd om de steun van de Visigoten te winnen, terwijl het oude plan om prinses Eudocia uit te huwelijken aan Huneric werd geschrapt. Dit laatste was tegen het zere been van Geiseric, en toen Licinia in haar wanhoop zijn hof contacteerde had hij genoeg aanleiding om aan te vallen. Na slechts twee maanden keizerschap van Maximus kwam het nieuws dat de Vandalen en Alanen in aantocht waren, waarop een groot deel van de bevolking van Rome vluchtte. Maximus besefte dat het zonder de versterkingen van Avitus onmogelijk zou zijn om de hoofdstad te verdedigen en maakte zich op om te vluchten. Op 31 mei 455 reed hij de stad uit, verlaten door zijn lijfwacht en gevolg, welke in blinde paniek er al vandoor waren gegaan. Maximus bleek opnieuw dom te zijn geweest, want een woedende menigte sleurde hem van zijn paard en vermoordde hem, waarna zijn lijk in de Tiber gesmeten werd. Hij 78 dagen geregeerd.

De beruchte plundering van Rome duurde twee weken en zou de oorsprong van het woord vandalisme zijn. Toch had de schade veel erger kunnen zijn.
De beruchte plundering van Rome duurde twee weken en zou de oorsprong van het woord vandalisme zijn. Toch had de schade veel erger kunnen zijn.

Op 2 juni 455, drie dagen na de dood van Petronius Maximus, bereikte Geiseric Rome. Twee weken lang sloegen zij aan het plunderen, veel grondiger dan de Visigoten 45 jaar daarvoor hadden gedaan. Toch werd de stad niet verwoest: er vonden relatief zeer weinig brandstichtingen, verkrachtingen en moordpartijen plaats. Paus Leo had voor elkaar gekregen dat dit zo min mogelijk gebeurde. Wel roofden de Vandalen praktisch alles van waarde dat ze te pakken konden krijgen. Ook werden keizerin Licinia Eudoxia en haar dochters meegevoerd. Eudocia werd alsnog uitgehuwelijkt aan Huneric. Rome was kaalgeplukt en de troon was vacant. Maar in Toulouse riep Theodorik II op 9 juli Avitus tot keizer uit. Op 5 augustus volgde de erkenning door de Senaat, nog voor Avitus Rome bereikt had. Ook hij hield het niet lang vol. Zijn voorkeur voor Gallo-Romeinen zette kwaad bloed bij de Romeinse elite en de bevolking van Rome leed ernstig onder de gevolgen van de plundering en een havenblokkade door de Vandalen. Avitus moest zijn Visigotische lijfwacht al snel ontslaan onder druk van de publieke opinie en kon zijn lege schatkist alleen aanvullen door bronzen beelden om te smelten. In de herfst van 456 moest hij naar Gallië vluchten om troepen te verzamelen tegen een opstand die begonnen was door de Germaanse generaal Ricimer en Majorianus, de officier van de garde, die de Senaat hadden bewogen om Avitus af te zetten. Na een treffen bij Placentia (Piacenza) werd het leger van Avitus verslagen. Hij sleet zijn laatste dagen als bisschop van de stad, waarbij de bronnen elkaar tegenspreken over de omstandigheden van zijn dood. Majorianus besteeg de troon van het westen. De oostelijke keizer Marcianus, die zich buiten al dit tumult had gehouden, stierf in 457 aan gangreen. In tegenstelling tot Avitus en Petronius Maximus was hij een populaire keizer en hij ging ook beter de geschiedenisboeken in dan Theodosius II of Valentinianus III. Maar waarschijnlijk heeft hij vooral geluk gehad dat het oosten zoveel leed bespaard bleef.

Honorius en Arcadius: lakse keizers in woelige tijden

honoriusmuntMet de dood van keizer Theodosius was de splitsing van het Romeinse rijk een feit. Oost en west zouden steeds meer uit elkaar groeien als aparte regeringen. Het rijkere oosten zou de woelige vijfde eeuw overleven en later zelfs nog een bloeiperiode doormaken. Het westen, zwak en arm geworden door al het onderling knokken, was echter niet bestand tegen de vijandige invallen. De keizers in deze eeuw stelden weinig voor, wat in het bijzonder geldt voor de zeer zwakke opvolgers van Theodosius de Grote: zijn zoons Honorius en Arcadius.

Keizer Honoriius, door Jean Paul Laurens (1880). Het schilderij benadrukt de tragische rol van Honorius als kind-keizer.
Keizer Honoriius, door Jean Paul Laurens (1880). Het schilderij benadrukt de tragische rol van Honorius als kind-keizer.

Van de twee broers was Flavius Arcadius de oudste. Hij was in 377 of 378 geboren in Hispania, waar zijn vader op dat moment een teruggetrokken leven leidde. Al in 383 maakte Theodosius hem Augustus en mede-keizer van het oosten. Pas het jaar daarop werd Flavius Honorius geboren, op 9 september. Ook Honorius kreeg op jonge leeftijd al allerlei titels toebedeeld. Op zijn 2e werd hij al tot consul benoemd en in 393 benoemde Theodosius de Grote de 8-jarige jongen tot Augustus en mede-keizer van het westen. Toen Theodosius in 395 stierf op 48-jarige leeftijd, waren Arcadius en Honorius respectievelijk 18 en 10 jaar oud. Net als bij Valentinianus II kwam Honorius dan ook onder controle te staan van zijn magister militum, oftewel militair opperbevelhebber, die als regent optrad. Dit was Flavius Stilicho, een militair die onder Theodosius was opgeklommen en uitgegroeid tot een grote vertrouweling van de keizer. Stilicho had zich nuttig gemaakt door naar Perzië te gaan om te onderhandelen met koning Shapur III en mocht rond die tijd ook in het huwelijk treden met Theodosius’ geadopteerde nicht Serena. Daarna was hij tot generaal gepromoveerd en had de taak gekregen om de Goten te bestrijden. In 392 voerde hij het leger aan in de strijd tegen de usurpator Eugenius en de veel te ambitieus geworden magister militum Arbogast. Deze strijd kostte Theodosius veel energie en derhalve had hij na afloop Stilicho tot de voogd van Honorius benoemd. Arcadius stond op zijn beurt onder controle van Flavius Rufinus, die door Theodosius tot prefect van het oosten benoemd was.

Alarik trekt Athene binnen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken waren de Gotische legers geen horde woestelingen in beestenvellen, maar echte professionele soldaten.
Alarik trekt Athene binnen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken waren de Gotische legers geen horde woestelingen in beestenvellen, maar echte professionele soldaten.

Meteen in 395 deden zich ernstige problemen voor, in de persoon van Alarik. Alarik stamde uit een Gotisch koningsgeslacht en was de zoon van een hoofdman. Nadat een deel van de Goten de status van foederati had gekregen had hij carrière gemaakt in het Gotische en later het Romeinse leger. In 391 had Alarik al een leger van verschillende Goten en bondgenoten geleid bij een plundertocht in Thracië, waar Stilicho hen op de knieën gewerkt had. Het resultaat was dat de twee aanvoerders als kameraden deelnamen aan de veldtocht tegen Eugenius en Arbogast. Maar ondanks het grote aantal doden aan Gotische zijde hadden Alarik en zijn foederati naar hun smaak te weinig erkenning gekregen, zodat Alarik het leger wrokkig had verlaten. Nu was hij verkozen tot reiks of koning van het nieuwe verbond der Visigoten en marcheerde hij met zijn troepen plunderend door Thracië! Omdat het leger van de strijd tegen Arbogast echter nog gemobiliseerd was, kon Stilicho ingrijpen en de Visigoten gaan bevechten. Nu kwam echter het oude vijandschap tussen Stilicho en Rufinus boven: op aansturen van Rufinus riep Arcadius het oostelijk deel van het leger terug naar Constantinopel. Zo hield Stilicho te weinig manschappen over om Alarik effectief te kunnen bestrijden. Rufinus werd kort na de terugkeer van de soldaten vermoord door een afdeling van Gotische huurlingen in het oostelijk leger. Het is niet bewezen dat Stilicho verantwoordelijk is voor de moord, al is het in een dergelijk politiek klimaat niet ondenkbaar. Voor de machtspositie van de zwakke Arcadius maakte dit weinig verschil: in plaats van aan Rufinus liet hij zich nu volledig bespelen door zijn kamerheer, de eunuch Eutropius.

Stilicho afgebeeld op een tweeluik met zijn vrouw en kind. Vanwege de afkomst van zijn vader wordt hij vaak "de Vandaal Stilicho" genoemd, ondanks dat hij zichzelf waarschijnlijk als Romein beschouwde.
Stilicho afgebeeld op een tweeluik met zijn vrouw en kind. Vanwege de afkomst van zijn vader wordt hij vaak “de Vandaal Stilicho” genoemd, ondanks dat hij zichzelf waarschijnlijk als Romein beschouwde.

Pas in 397 wist Stilicho de Visigoten te verslaan in Macedonië, al wist Alarik te ontkomen. Hij zou een behoorlijke lastpost blijven voor Stilicho, die verder nog met een opstand in Africa en een inval van de Vandalen te maken kreeg. Om zijn band met Honorius te versterken regelde Stilicho in 398 dat de jonge keizer met zijn dochter Maria trouwde. Maar de Visigoten lieten al snel weer van zich horen. In 401 vielen zij Italië binnen en Milaan leek niet langer veilig voor de keizer. Honorius week derhalve uit naar Ravenna, dat omgeven werd door moerassen en een ring van versterkingen, zodat het veel moeilijker in te nemen was. De stad zou nog ruim 70 jaar de residentie van de westelijke regering blijven. De ligging van Ravenna aan de oostkust maakte tegelijkertijd echter de verdediging van de rest van Italië moeilijker en Rome lag behoorlijk open. Stilicho wist de invasies van Alarik in 402 bij Verona te verslaan, maar wel met grote verliezen. Vooralsnog wist Alarik een vrije aftocht te verkrijgen. In 405 viel opnieuw een troep Goten, onder leiding van de heidense Radagaisus, Italië binnen en richtte hier een hoop schade aan, alvorens Stilicho hen in 406 versloeg en in zijn eigen gelederen opnam.

Buste van keizer Arcadius. Net als zijn broer was hij niet veel meer dan een marionet.
Buste van keizer Arcadius. Net als zijn broer was hij niet veel meer dan een marionet.

Aan het oostelijk hof waren nog altijd tal van intriges aan de gang. Arcadius was al in 395 getrouwd met Aelia Eudoxia, de dochter van de vroegere opperbevelhebber Bauto. Naarmate de tijd verstreek ging Eudoxia haar man meer domineren en in 399 wist zij voor elkaar te krijgen dat hij Eutropius ontsloeg. Eutropius, die nota bene het huwelijk tussen Arcadius en Eudoxia had geregeld, was steeds machtiger geworden en had in 399 zelfs het consulaat bereikt. Nog binnen datzelfde jaar viel hij uit de gratie, om na enige maanden van aarzeling geëxecuteerd te worden. Eudoxia ontplooide zich nu als de macht achter de troon. Haar grootste tegenstander hierin was Johannes Chrysostomus, de patriarch van Constantinopel, die tegen de executie van Eutropius was geweest. In 404 wendde zij dan ook haar invloed aan om Chrysostomus af te zetten, waarna zij echter in datzelfde jaar nog overleed. Vanaf dit moment was Arcadius vooral afhankelijk van Anthemius, de Prefect van het Oosten, die in elk geval in mindere mate een dubbele agenda lijkt te hebben gehad dan alle andere vertrouwelingen van Arcadius. Anthemius kreeg voor elkaar dat het conflict dat Stilicho sinds 395 met het oostelijk hof had min of meer beëindigd werd.

Nadat de Goten eind 4e eeuw het rijk via de Balkan waren binnengekomen, volgden in 406-407  o.a. de Vandalen en Alanen die de Rijn overstaken en tot in Spanje doorkwamen. Ondertussen hielden de Visigoten huis in Italië.
Nadat de Goten eind 4e eeuw het rijk via de Balkan waren binnengekomen, volgden in 406-407 o.a. de Vandalen en Alanen die de Rijn overstaken en tot in Spanje doorkwamen. Ondertussen hielden de Visigoten huis in Italië.

De problemen met de Goten en de politieke worstelingen maakten dat Stilicho geen tijd had om zich bezig te houden met de verdediging van de toch al aardig verwaarloosde Rijngrens. Op 31 december 406 verloren de Franken een grote veldslag bij Mainz, waarna de Bourgonden, Alanen, Sueven en Vandalen massaal de bevroren Rijn over trokken en Gallië binnenvielen. Dit was een zeer ernstige ontwikkeling voor het West-Romeinse rijk, waarbij overigens vermeld moet worden dat het daarvoor al in een zwakke toestand verkeerde en de grootscheepse inval dus eerder gevolg dan oorzaak van de zwakte was. Stilicho kon niet veel nuttigs doen terwijl de invallers door Gallië naar het zuiden trokken en in 409 tot in Hispania doordrongen, al werd hem door zijn tegenstanders vooral verweten dat hij meer bezig was met zijn eigen positie. Inderdaad trachtte hij zijn invloed aan het hof te versterken. Nadat Maria in 407 overleden was, kreeg Stilicho voor elkaar dat zijn tweede dochter Thermantia trouwde met Honorius. In 408 voorkwam Stilicho echter wel een nieuwe invasie van de Visigoten, door af te dwingen dat de Romeinse Senaat 4000 pond goud aan Alarik betaalde als afkoopsom. De crisis greep onderwijl ernstig om zich heen, want de troepen in Brittannia waren sinds 406 ook niet meer loyaal aan Honorius en steunden meerdere keren een tegenkeizer, waarvan Constantijn III vanaf 407 de geduchtste was en zelfs Gallië binnenviel. De Romeinen zouden hierna nooit meer de controle over Brittannia terugkrijgen.

Theodosius II.
Theodosius II.

Terwijl Stilicho de Goten afkocht was Honorius onderweg naar Ticinum. In Bononia kwam er echter nieuws over zijn broer: Arcadius was op slechts 31-jarige leeftijd overleden. Meteen wilde Honorius naar Constantinopel om de begrafenis van zijn broer bij te wonen, evenals de troonsbestijging van diens zoon Theodosius II. Theodosius was nog een kind, geboren in 401 en al binnen dat jaar mede-keizer gemaakt door Arcadius, zodat ook hij onder de voogdij van Anthemius viel. Stilicho adviseerde Honorius echter om niet te gaan en ging zelf. Dat bleek een fout, want andere intriganten kregen nu gemakkelijker controle over de keizer. Stilicho werd er door zijn vijanden van beschuldigd dat hij de nederlaag bij Mainz bekokstoofd had, waarbij zijn half-barbaarse afkomst (zijn vader was een Vandaal geweest) sterk werd benadrukt door de Romeinse elite, ondanks dat Stilicho zichzelf waarschijnlijk alleen maar als een Romein zag. Honorius was blijkbaar gemakkelijk te beïnvloeden. Stilicho werd bij zijn terugkomst in Ravenna uiteindelijk gearresteerd en wegens verraad ter dood gebracht, waarna ene Flavius Constantius het opperbevel overnam. Opvallend genoeg verzette Stilicho zich niet tegen de aanklacht, wellicht uit angst voor de gevolgen. De gevolgen van zijn executie waren echter dat zijn Gotische troepen massaal overliepen naar Alarik, zodat deze met weinig tegenstand Italië binnen kon vallen in het volgend jaar. Bij die inval belegerde Alarik Rome weer en riep Priscus Attalus, de Prefect van Rome, uit tot keizer.

De plundering van Rome door de barbaren in 410, door Joseph-Noël Sylvestre (1890)
De plundering van Rome door de barbaren in 410, door Joseph-Noël Sylvestre (1890). De schilder heeft de “barbaarse” plunderaars als stereotypen afgebeeld.

Het oosten trachtte Honorius te hulp te komen door zes legioenen te sturen (6000 man – de legioenen in deze periode bevatten “slechts” 1000 soldaten) maar tussen Ravenna en Rome werden zij aangevallen, zodat slechts een handjevol Rome bereikte. Het was duidelijk dat de gewapende strijd geen oplossing ging bieden. In plaats daarvan opende Honorius onderhandelingen met Alarik, die zijn steun aan Attalus opzegde. De onderhandelingen liepen echter spaak dankzij een plotselinge aanval door Sarus, een Gotische commandant in Romeinse dienst afkomstig uit een dynastie die Alarik vijandig gezind was. Woedend trok Alarik weer naar Rome en wist de stad totaal te verrassen. Op 24 augustus 410 werd de oude hoofdstad ingenomen, de eerste vijandelijke bezetting van Rome sinds 387 v. Chr.! Bij deze plundering werden weinig plaatsen gespaard. De mausolea van Augustus en Hadrianus werden binnengevallen en de urnen werden vernield. Hoewel bijna alle verplaatsbare goederen werden geroofd, werden er weinig gebouwen vernield en werden sommige kerken volledig gespaard. In de plundering van Rome werd ook Galla Placidia, de halfzus van Honorius, gevangengenomen. Volgens het verhaal moet Honorius op het bericht dat Rome gevallen of “gesneuveld” was zeer emotioneel gereageerd hebben, maar dan wel omdat de eunuch die zorgde voor het pluimvee hem dit vertelde, zodat Honorius zou hebben gemeend dat het nieuws zijn haan Roma betrof. Misschien niet meer dan een sterk verhaal, maar het benadrukt in elk geval de lage dunk die de geschiedenis van deze keizer had. Na de plundering trok Alarik zuidwaarts met het plan om naar Afrika te gaan, maar een storm verwoestte de schepen. Kort daarna stierf de Visigotische koning in Cosenza. Zijn lichaam zou volgens de overlevering begraven zijn onder de rivierbedding van de Busento.

Chaos in het West-Romeinse rijk in 410. Grote delen van Spanje zijn in handen van de Vandalen en Alanen, terwijl veel andere gebieden in handen van tegenkeizers zijn. De Visigoten zijn na de plundering van Rome zuidwaarts gegaan.
Chaos in het West-Romeinse rijk in 410. Grote delen van Spanje zijn in handen van de Vandalen en Alanen, terwijl veel andere gebieden in handen van tegenkeizers zijn. De Visigoten zijn na de plundering van Rome zuidwaarts gegaan.

Dit betekende nog niet dat de Visigoten verslagen waren. Alarik werd opgevolgd door zijn zwager Athaulf die zich in eerste instantie zeer anti-Romeins opstelde. Meer lichtpunt voor Honorius was de nederlaag van Constantijn III in Arles, in 411. De tegenkeizer en zijn zoon werden in september onthoofd en Gallië was nu weer gepacificeerd. Wellicht was dit de reden voor Athaulf om hiernaar uit te wijken, zoals Attalus hem adviseerde. Waarschijnlijk zette Constantius hier ook druk op, om de Visigoten in elk geval uit Italië weg te krijgen. Toen de Visigoten in Gallië arriveerden bleek hier een nieuwe usurpator te zijn opgestaan, wat nieuwe opties bood. Uiteindelijk koos deze Jovinus echter de kant van Sarus, waarop Athaulf de onderhandelingen afbrak en Sarus doodde in de strijd. Nu sloeg hij de handen ineen met Honorius en slaagde erin om Jovinus en de zijnen te verslaan. In 414 werd de alliantie bekrachtigd door een huwelijk tussen Athaulf en Galla Placidia.

Standbeeld van de Visigotische koning Athaulf in Madrid, door Felipe de Castro.
Standbeeld van de Visigotische koning Athaulf in Madrid, door Felipe de Castro.

Constantius gooide echter roet in het eten en bedierf de relaties met Athaulf, waarna hij toestemming kreeg om de Middellandse Zeehavens van Gallië te blokkeren. Athaulf reageerde door Attalus opnieuw tot keizer uit te roepen in 414, maar dat had uiteraard geen effect op de blokkade. Toen die niet te verhelpen bleek weken de Visigoten opnieuw uit: Athaulf trok met zijn volgelingen naar Aquitanië en het noorden van Spanje. Attalus werd in de steek gelaten. Hij viel in handen van Constantius en werd in 416 meegevoerd in de triomftocht voor Honorius in Rome. Als straf werden zijn rechterwijsvinger en -duim afgehakt, wat hijzelf had gedreigd uit te halen met Honorius. Daarna werd hij verbannen naar de Eolische Eilanden. Placidia ging wel met Athaulf mee, maar hun zoontje overleed op jonge leeftijd. Als er nieuwe kinderen waren gekomen had er alsnog een bloedlijn kunnen ontstaan, maar zover kwam het niet. Athaulf werd nog hetzelfde jaar vermoord door een oudgediende van Sarus, die hij in dienst had genomen zonder te beseffen dat de man op wraak zon. Sarus’ broer werd hierop koning, maar werd na een week al vermoord. De nieuwe koning, Wallia, trachtte de relaties met de Romeinen te herstellen en stuurde Galla Placidia in terug naar Ravenna, waar ze in 417 hertrouwde met Constantius. Dit was op initiatief van Honorius, want zelf had ze er absoluut geen trek in. Hoewel Constantius bekendstond als de gezworen vijand van de Visigoten was Honorius niet van plan de herstelde vrede overboord te gooien. Een nieuw verdrag wees in 418 Aquitanië toe aan de Visigoten, al zou de provincie onder directe invloed van Ravenna blijven.

Afbeelding van Honorius als consul. Deze titel had allang niet meer de militaire functie van vroeger. Honorius was net zo slecht in legerzaken als in civiel bestuur.
Afbeelding van Honorius als consul. Deze titel had allang niet meer de militaire functie van vroeger. Honorius was net zo slecht in legerzaken als in civiel bestuur.

Ondertussen verzuurden de relaties met het oosten helaas. De bloedband die met het huwelijk tussen Placidia en Constantius was gelegd, leidde uiteindelijk tot Constantius’ verheffing tot Honorius’ mede-keizer in 421. De macht van de magister militum in het westen was altijd al groot geweest en was onder Honorius boven die van de keizer uitgestegen. Nu was de opperbevelhebber tot keizer verheven als bevestiging van zijn grote macht. In Constantinopel dacht men er echter anders over. De regering van Theodosius II weigerde de generaal te erkennen als keizer Constantius III. Constantius was woedend en begon zich nu daadwerkelijk op een oorlog tegen het Oost-Romeinse rijk voor te bereiden. Maar voor hij die plannen uit kon voeren overleed hij, na slechts zeven maanden keizerschap. Placidia bleef achter als weduwe met haar zoontje Valentinianus, maar begon nu ook in conflict te raken met Honorius. Volgens de overlevering zou Honorius een incestueuze affectie voor zijn halfzus hebben ontwikkeld, al denken moderne historici vaak aan een schandaal ten gevolge van een uit de hand gelopen roddel. Hoe het ook zij, Placidia ging er uiteindelijk samen met Valentinianus vandoor naar Constantinopel. Honorius bleef eenzaam achter in Ravenna, waar hij op 15 augustus 423 stierf, 38 jaar oud.

Reliëf dat mogelijk Aëtius voorstelt. Zijn carrière bereikte zijn hoogtepunt door de crisis na de dood van Honorius.
Reliëf dat mogelijk Aëtius voorstelt. Zijn carrière bereikte zijn hoogtepunt door de crisis na de dood van Honorius.

Een opvolger was er niet en men aarzelde in Constantinopel wat te doen, wat het westelijk hof de gelegenheid gaf zelf te reageren. Ene Johannes, de primicerius notariorum (hoogste notaris) werd uiteindelijk op de troon gezet. Over zijn afkomst is niets bekend, maar het moet een zachtaardig en tolerant persoon zijn geweest. Het West-Romeinse rijk ging akkoord, op Africa na. Ook de hoogste militairen, waaronder Flavius Aëtius, steunden Johannes. Theodosius II dacht er anders over en riep zijn neefje Valentinianus tot keizer uit. Aëtius werd naar de Hunnen gestuurd om hulp te halen. Ardabur, de leider van de Oost-Romeinse invasiemacht, werd door Johannes gevangengenomen maar verder gespaard. Een misstap. Ardabur stookte het westelijke leger op tegen Johannes, die hierop gevangengenomen en onthoofd werd. Drie dagen later arriveerde Aëtius met de Hunnen. Uiteindelijk kwam hij met Placidia overeen dat de Hunnen zouden worden afgekocht en dat Aëtius zelf magister militum van het westen werd.  Valentinianus werd keizer en zo werd de Theodosiaanse dynastie voortgezet. Maar oost en west waren verder uit elkaar gegroeid dan ooit. Brittannia en de Rijnprovincies waren opgegeven en in grote delen van Gallië en Hispania had de West-Romeinse regering ook niet veel meer in te brengen. Maar het ergste moest nog komen.

 

Theodosius de Grote: de laatste eenwording

theodosiusDe komst van de Hunnen rond 370 was voor veel stammen en federaties in Oost-Europa een aanleiding om hun oude aanvallen op het verzwakte Romeinse rijk te vernieuwen. Rome was geen regeringszetel meer en het rijk werd geregeerd door meerdere keizers, waarvan de grootste militair echter in de chaos ten onder ging. Tot zich een nieuwe keizer aandeed die orde in de chaos wist te scheppen en nog heel even in zijn eentje het rijk regeerde, als allerlaatste. De keizer die het christendom staatsgodsdienst maakte. Theodosius de Grote. 

Theodosius maakte een aantal belangrijke stappen in zijn carrière op de Balkan. Moesia is geel omrand.
Theodosius maakte een aantal belangrijke stappen in zijn carrière op de Balkan. Moesia is geel omrand.

Flavius Theodosius werd geboren op 11 januari 347 in Gallaecia, de Romeine provincie die nu ongeveer samenvalt met Galicië. Hij droeg de naam van zijn vader, een militair en grootgrondbezitter, afkomstig uit een Niceens christelijke familie. Over de jeugd van Theodosius, wiens naam zoveel betekent als “door God gegeven”, is vooral bekend dat hij zich bezighield met historische studies. Daarna maakte hij militaire carrière tegen de invallende Germanen, mede dankzij zijn vader, aan wiens zijde hij in eerste instantie werkte, zoals in 368 toen de oude Theodosius naar Brittannia ging om het Romeins gebied aldaar te redden. In 370, toen zijn vader al magister equitum, opperbevelhebber van de cavalerie, nam de jonge Theodosius deel aan de oorlog tegen de Alemannen. Op de Balkan bestreed hij in 372 en 373 de invallende Sarmaten en kreeg hij uiteindelijk de aanstelling van dux (bevelhebber) over de provincie Moesia Superior. Waarschijnlijk was dit aan de invloed van vaderlief te danken, want in die tijd een gebruikelijke manier was om carrière te maken. Ook in 374 versloeg Theodosius de Sarmaten.

Aelia Flavia Flaccilla, de eerste vrouw van Theodosius. Ze werd maar 30 jaar oud. Ze stierf in 386, net als hun dochter Pulcheria.
Aelia Flavia Flaccilla, de eerste vrouw van Theodosius. Ze werd maar 30 jaar oud. Ze stierf in 386, net als hun dochter Pulcheria.

In 373 ging vader Theodosius naar Africa om hier een opstand neer te slaan. De opstand was uitgebroken door de grote ontevredenheid over de corruptie van de gouverneur Romanus. Toen Theodosius senior ook een onderzoek naar Romanus instelde, werd hij echter plotseling gearresteerd en begin 376 in Carthago ter dood gebracht. De reden voor deze veroordeling is niet duidelijk, maar mogelijk spelen politieke intriges na de dood van Valentinianus I, een paar maanden eerder, hier een rol in. Na de executie van zijn vader brak Theodosius in 376 abrupt zijn carrière af, al dan niet gedwongen, en trok zich terug op zijn landgoederen in Hispania. Daar trouwde hij met Aelia Flaccilla, met wie hij in 377 een zoon kreeg die Arcadius genoemd werd. Verder hield Theodosius zich in die tijd vooral bezig met het beheer van zijn landgoed. Het leek erop dat zijn rol in het leger was uitgespeeld. En toen gebeurde het… Op 9 augustus 378 werden de troepen van de oostelijke keizer Valens bij Adrianopel verpletterend verslagen door de Visigoten en hun bondgenoten. Met Valens ging twee derde van het inlandse leger ten onder, zodat de Romeinse Balkan open lag voor de Goten en alle anderen die het rijk in wilden. Alleen de snelle formatie van een burgermilitie wist te voorkomen dat Constantinopel gevaar liep.

Het Romeinse rijk was eind 4e eeuw opgedeeld in vier prefecturen, die elk weer waren opgedeeld in enkele diocesen.
Het Romeinse rijk was eind 4e eeuw opgedeeld in vier prefecturen, die elk weer waren opgedeeld in enkele diocesen.

De westelijke keizer Gratianus was militair onbekwaam en durfde de strijd niet aan. In plaats daarvan droeg hij de ervaren Theodosius op zijn wapenrusting uit de mottenballen te halen en de strijd aan te voeren, als opperbevelhebber van de Balkan. Opnieuw versloeg Theodosius daar de Sarmaten. Ergens rond die tijd werd hij uitgeroepen tot keizer van het oosten. De omstandigheden zijn onduidelijk: het is mogelijk dat Theodosius zichzelf tot keizer uitriep, maar in elk geval steunde Gratianus hem, ook omdat er geen betere kandidaat beschikbaar was. Er was nog wel een andere keizer in de vorm van zijn broertje Valentinianus II, maar dit was nog een kind en dus niet in staat om het woelige oosten te beheersen. Gratianus verhief Theodosius op 19 januari 379 tot Augustus, waarbij Theodosius echter wel ondergeschikt zou blijven aan de Valentiniaanse broers. Kort daarna kreeg Theodosius niet alleen de Balkan, maar ook de prefectuur van het Oosten toegewezen. Om strategische redenen vestigde de verse keizer zich in deze tijd nog in Thessaloniki, van waaruit hij het oostelijke leger kon hervormen. Het percentage barbaarse huurlingen werd verhoogd, al bleef het grootste deel van de troepen Romeins. Dat wilde niet zeggen dat de oorlog van een leien dakje ging. Hoewel zijn campagne tegen de Goten in 380 eerst goed verliep, leed Theodosius uiteindelijk een nederlaag. Hij vroeg hulp aan Gratianus, die zijn Frankische generaals Bauto en Flavius Arbogastes, alias Arbogast stuurde, waarbij Theodosius enkele Balkangebieden weer aan Gratianus overdroeg. Datzelfde jaar werd Theodosius ziek en vreesde voor zijn leven, zodat hij zich snel liet dopen.

Romeinse soldaat in de 4e eeuw. Wie herkent hier het stereotype legionair nog in?
Romeinse soldaat in de 4e eeuw. Wie herkent hier het stereotype legionair nog in?

Met veel moeite wist men in 382 een verdrag met de Visigoten van Fritigern te sluiten, waarna zij alsnog de status van foederati kregen, oftewel van in het rijk wonende bondgenoten die deel zouden nemen aan de grensbewaking. Zij zouden zich ten zuiden van de Donau vestigen. Een belangrijke opmerking bij dit zogenaamde Gotenvertrag, dat in de loop der eeuwen vaak als een keerpunt en ernstige misrekening is afgedaan, is dat er geen contemporaine bronnen voorhanden zijn, wat de vraag doet rijzen of er sprake is van een daadwerkelijk verdrag op papier. Hoewel de Goten nu in het rijk woonden werden hen nog wel bepaalde beperkingen opgelegd, zodat de militaire kracht van het rijk niet verzwakte. Het was ook de beste optie, want de Goten waren bijna onmogelijk nog te verdrijven. Theodosius ging regeren vanuit Constantinopel, dat nu definitief de hoofdstad van het oosten werd.

Keizer Magnus Maximus. Naar aanleiding van legenden uit Wales is hij als Britse koning opgenomen in Geoffrey van Monmouths Historia Regum Brittanniae.
Keizer Magnus Maximus. Naar aanleiding van legenden uit Wales is hij als Britse koning opgenomen in Geoffrey van Monmouths Historia Regum Brittanniae.

Als Theodosius’ keizerschap is ontstaan door een greep naar de macht is het wel opvallend dat Gratianus ermee akkoord ging, misschien omdat het de enige manier was om de Balkan weer onder controle te krijgen. Bovendien verbleef Gratianus in Gallië en was er waarschijnlijk ook een bestuurder in het oosten nodig. Maar in 383 deed een nieuwe pretendent zich aan, in de vorm van Magnus Maximus. Deze generaal was geboren in Spanje en was destijds met Theodosius’ vader naar Africa gegaan. Ook had hij in 376 aan de Donau gediend om oog te houden op de migratie van de Goten. Rond 380 was Maximus benoemd tot comes van Brittannia, waar hij de Scoten en de Picten versloeg. Dit maakte hem populair bij zijn troepen, die steeds minder tevreden waren over Gratianus. Dat Gratianus zich met Alanen omringde was ook tegen het zere been en in 383 werd Maximus door zijn soldaten tot keizer uitgeroepen. Hij viel Gallië binnen en zijn leger ontmoette dat van Gratianus bij Parijs. Toen bleek wel hoe impopulair de militair onkundige keizer was, want zijn eigen leger liep prompt over naar Maximus! Gratianus sloeg op de vlucht, maar men zette de achtervolging in en doodde hem in Lyon. Maximus beheerste nu Brittannia en Gallië, terwijl ook Hispania zich bij hem aansloot. Hij trok naar Trier, dat al eerder hoofdstad geweest was, en richtte hier zijn regering in, waarna hij voorbereidingen begon te maken om Italië binnen te vallen en ook af te rekenen met Valentinianus II. Bisschop Ambrosius van Milaan, die een sterke invloed had op Valentinianus, ging echter met Maximus onderhandelen, terwijl Bauto, die inmiddels magister militum (algeheel opperbevelhebber) was, de Alpenpassen versterkte. Men kwam uiteindelijk overeen dat alle partijen de status quo zouden erkennen. Waarschijnlijk had Maximus tevergeefs gehoopt dat Theodosius zich bij hem zou aansluiten, Maximus’ band met zijn vader indachtig. Theodosius benoemde zijn 6-jarig zoontje Arcadius echter tot medekeizer, waarmee hij aangaf dat hij van plan was zijn dynastie voort te zetten. Maximus reageerde door in 384 zijn zoontje ook tot keizer te benoemen.

Een belangrijke vertrouweling van Theodosius was Stilicho, hier op een tweeluik afgebeeld met zijn gezin.
Een belangrijke vertrouweling van Theodosius was Stilicho, hier op een tweeluik afgebeeld met zijn gezin.

Theodosius richtte zich in alle rust op het bestuur van zijn deel van het rijk. Hij bestreed de corruptie, maar slaagde er niet in om de bureaucratie volledig onder controle te krijgen. Een grote hervorming van economie of belasting kreeg hij er ook niet door. Toch werd een deel van de administratie wat efficiënter gemaakt. Om hier zo gemakkelijk mogelijk mensen voor te werven bevoordeelde hij de aristocratie, ongeacht godsdienst. Constantinopel maakte een grote bloei door, waarbij paleis en forum flink werden uitgebreid. Met oorlog hield hij zich in deze periode zo min mogelijk bezig. Ondanks zijn eerdere overwinningen nam hij geen erenaam zoals Gothicus aan. De vrede waarborgen voor zolang het duurde was hem blijkbaar liever. Waarschijnlijk was het in 387 dat hij tot een verdrag over Armenië kwam met de Sassaniden, waarbij slechts een vijfde deel van het land Romeins werd en de rest naar Perzië ging. Dat was slimmer dan het leek, omdat het de oostgrens toch meer veiligstelde. Dat jaar hertrouwde Theodosius, want zijn eerste vrouw was al in 385 overleden. Hij nam Flavia Galla, de zus van Valentinianus II, tot vrouw.

Replica van de schijf van Theodosius.
Replica van de schijf van Theodosius.

De vrede duurde niet eeuwig. Magnus Maximus kon blijkbaar toch niet overweg met de ongemakkelijke overeenkomst die hij met Valentinianus en Theodosius gesloten had en viel in het najaar van 387 alsnog Italië binnen. Valentinianus vluchtte naar Constantinopel, en Theodosius kon nu niet langer afwachten. In een grote veldslag bij de Sava werd het leger van Maximus verslagen en werd de tegenkeizer gevangengenomen, waarna hij ter dood gebracht werd. Hiermee ging de laatste machtige keizer van het westen ten onder. Valentinianus werd weliswaar weer op de troon gezet, maar Theodosius stuurde Arbogast naar het westen als magister militum, om het beleid waar te nemen. In 389 hield Theodosius een triomf in Rome, waar Valentinianus heel nadrukkelijk geen deel aan nam. In Rome trachtte Theodosius goede banden op te bouwen met de senatoriale kringen, want ondanks dat de raad buiten de stad vrijwel niets in te brengen had waren deze families nog erg belangrijk. Om hen te paaien deelde hij enkele benoemingen uit. Tot 390 bleef hij in Rome, daarna vertrok Theodosius naar Milaan, waar hij echter al snel in botsing kwam met Ambrosius.

Sint-Ambrosius en keizer Theodosius, door Anthoon van Dyck. De schilder werd niet gehinderd door kennis van historische klederdracht. De kleding van de keizer en zijn gevolg lijkt uit een eerdere periode, die van de bisschop en zijn gevolg van een veel latere.
Sint-Ambrosius en keizer Theodosius, door Anthoon van Dyck. De schilder werd niet gehinderd door kennis van historische klederdracht. De kleding van de keizer en zijn gevolg lijkt uit een eerdere periode, die van de bisschop en zijn gevolg van een veel latere.

Ambrosius had zich intensief met de regering van Gratianus en Valentinianus II bemoeid, wat voor Theodosius uiteindelijk een reden was om laatstgenoemde uit Milaan weg te zenden. Wellicht verklaart dat de spanning tussen keizer en bisschop, temeer daar Ambrosius niet aarzelde om Theodosius op de vingers te tikken. Daar was dan ook een reden voor. In 390 liep het in Thessaloniki ernstig mis nadat hier generaal Butherik vermoord was. De Gotische Butherik had een populaire wagenmenner ter dood gebracht nadat deze seksuele omgang met een schenker van Butherik zou hebben gehad. Butherik was hierop door woedende supporters vermoord en Theodosius dat Butheriks Gotische troepen opdracht gegeven de moordenaars te doden. De vergelding liep echter volledig uit de hand: volgens de overlevering werden er wel 7000 mensen gedood. Hoewel dat wel erg veel lijkt, staat vast dat er sprake was van een bloedbad. Ambrosius wierp hem dit voor de voeten en droeg hem op boete te doen. Zolang de keizer hier niet aan toe kwam zo hij uitgesloten worden van de eucharistie, het nuttigen van het heilig brood en de heilige wijn in de kerk. Theodosius nam de boetedoening echter zo deemoedig als hij kon op zich, precies zo dat zijn waardigheid neit werd aangetast. Dat gaf hem een behoorlijk aanzien onder de christelijke gemeenschap.

Reliëf aan de voet van de obelisk van Theodosius, in het hippodroom van Constantinopel waarop de keizer de eventuele winnaar een krans aanbiedt. De Olympische Spelen spaarde hij echter niet.
Reliëf aan de voet van de obelisk van Theodosius, in het hippodroom van Constantinopel waarop de keizer de eventuele winnaar een krans aanbiedt. De Olympische Spelen spaarde hij echter niet.

Theodosius was lange tijd tolerant gebleven ten opzichte van niet-christelijke ereplaatsen en cultussen, ook uit politieke overwegingen. Maar na de boetedoening veranderde zijn houding. Vanaf 392 verbood Theodosius alle heidense godsdiensten, evenals het uitoefenen van openbare ambten door heidenen. Het christendom werd staatsgodsdienst – het Niceense christendom dat geloofde in de Heilige Drieëenheid wel te verstaan, want in tegenstelling tot zijn voorgangers begunstigde Theodosius het Arianisme niet. Juridisch gezien kon voortaan zelfs het bezit van een klein huisaltaartje of godenbeeldje al tot de doodstraf leiden. In de praktijk pakte Theodosius echter de niet-Niceense christenen vooral erg hard aan, zoals de aanhangers van het Arianisme. Wel werden tal van tempels vernietigd of tot kerken omgedoopt. De jaarlijkse Olympische Spelen, die officieel ter ere van de Griekse oppergod Zeus werden gehouden en dus heidens waren, werden in 393 formeel afgeschaft. Formeel, want de spelen werden enerzijds al enkele jaren flink belemmerd door een toename in oorlogen op de Balkan, terwijl er anderzijds ook bewijs is gevonden dat bepaalde sporten ook na het verbod nog wel degelijk beoefend werden.

Eugenius, de laatste tegenkeizer van Theodosius.
Eugenius, de laatste tegenkeizer van Theodosius.

Misschien is die verandering te wijten aan de politiek van 392. Datzelfde jaar werd Valentinianus dood aangetroffen in zijn paleis in Vienne, waarbij het onduidelijk blijft of hij zichzelf had opgehangen of dat dit in scène is gezet door Arbogast, die in conflict met de jonge keizer gekomen was. Wel verzocht Arbogast Theodosius om een nieuwe keizer in het westen te benoemen. Toen Theodosius dit niet deed riep Arbogast een hofbeambte genaamd Eugenius uit tot keizer. De christelijke bisschoppen, onder leiding van Ambrosius, gingen niet met hem in zee, waarop Eugenius meer toenadering zocht tot de senatoren, die nog altijd grotendeels heidens waren. De sterke christelijke politiek valt hier dus uit te verklaren, mede omdat de heidense aristocratie in Rome er nog altijd voor lobbyde om de invloed van de christenen te verminderen, ondanks dat Eugenius zich totaal niet anti-christelijk opstelde. Ook deed Eugenius zijn best om door Theodosius erkend te worden, waarbij hij munten met de beeltenis van Theodosius liet slaan, in een poging deze als zijn meerdere te erkennen. Na enige bedenktijd ging Theodosius echter toch niet akkoord.

De obelisk van Theodosius in Istanboel. Van oorsprong was dit een obelisk van farao Toetmozes III (1481-1425 v. Chr.) die door Theodosius naar Constantinopel werd verplaatst.
De obelisk van Theodosius in Istanboel. Van oorsprong was dit een obelisk van farao Toetmozes III (1481-1425 v. Chr.) die door Theodosius naar het hippodroom van Constantinopel werd verplaatst.

Op 23 januari 393 stelde Theodosius zijn jongere zoon Honorius aan als keizer van het westen. Hij trok naar het westen met een groot leger, inclusief Gotische huurlingen en Theodosius’ speciale vertrouweling Stilicho. Begin september kwam het tot een treffen in de Vipava-vallei, in het tegenwoordige Slovenië. De overwinning van Theodosius werd nadien dan ook gezien als een overwinning van het christendom op het heidendom. Eugenius werd geëxecuteerd en Arbogast pleegde zelfmoord. Het West-Romeinse leger kreeg een klap die het nooit meer te boven zou komen. Door de overlevende troepen van Eugenius vergiffenis en een deel van de buit te bieden, in ruil voor hun trouw, wist Theodosius de politieke wonden echter te helen. Ook met de heidense elite in Rome wist hij zich te verzoenen door wat tactische ambten te verlenen. Zo werd hij de enige keizer in het Romeinse rijk, de eerste sinds jaren, maar ook de laatste van allemaal. Theodosius zelf stierf in 395 aan hartfalen. Het rijk werd, zoals zijn wens was geweest, verdeeld onder zijn zoons Honorius en Arcadius. Niemand zag aankomen dat dit een definitieve splitsing zou betekenen. Laat staan dat het niet het oosten, maar juist het westen was dat binnen een eeuw ten onder zou gaan.

De Valentiniaanse keizers: een rumoerige opkomst en een roemloze ondergang

valentinianus iNa de dood van Julianus Apostata bleef het Romeinse rijk met een lege troon achter. Er was van tevoren geen opvolger aangewezen en er was ook geen naaste verwant die voor de hand lag. Uiteindelijk verkoos men daarop een notabel Romein uit als nieuwe keizer, in de vorm van Jovianus. Jovianus regeerde echter nog geen heel jaar, waarna de Valentiniaanse dynastie zich aandeed.

Keizer Jovianus kwam even verrassend aan de macht als hij ten onder ging.
Keizer Jovianus kwam even verrassend aan de macht als hij ten onder ging.

Ook Flavius Jovianus, die in 331 geboren was in Singidunum (Belgrado), had een christelijke opvoeding gehad. Zijn vader was comes domesticorum, hoofd van het korps der protectores domici, een soort keizerlijke lijfwacht, waaruit de officieren voor de elite-eenheden werden gerekruteerd. Jovianus diende ook in dit korps en werd in 363 commandant van de protectores domici, onder Julianus. Al twee jaar daarvoor had hij de leiding gehad over de lijkstoet van Constantius II. Een opvallende benoeming, want Julianus gaf de voorkeur aan niet-christelijke officieren. In die hoedanigheid nam Jovianus dan ook deel aan Julianus’ noodlottige veldtocht tegen de Sassanidische Perzen. Nog op 26 juni, de dag van de dood van Julianus, kwamen enkele hoge officieren bijeen om te vergaderen wie de meest geschikte opvolger zou zijn. Jovianus maakte geen deel uit van deze bijeenkomst, evenmin als Salutius, de praetoriaanse prefect (in deze tijd een soort eerste minister) van het oosten, die als eerste het keizerschap kreeg aangeboden. Vanwege zijn hoge leeftijd bedankte Salutius voor het aanbod, waarna men zich tot Jovianus wendde. Dit vanwege de goede reputatie van zowel hemzelf als zijn vader. De 4e-eeuwse historicus Ammianus Marcellinus, die deelnam aan de veldtocht, benadrukt echter dat de keuze van het leger nogal een verrassing was. Volgens hem is het mogelijk dat Jovianus werd verward met een naamgenoot of dat de soldaten zijn naam verwarden met Julianus zelf.

De veldtocht in Perzië was bij aanvang van Jovianus' regering jammerlijk mislukt, zodat er fors ingeleverd moest worden.
De veldtocht in Perzië was bij aanvang van Jovianus’ regering jammerlijk mislukt, zodat er fors ingeleverd moest worden.

Bij zijn aantreden als keizer bevond Jovianus zich meteen in een benarde positie, daar hij zich met het leger nog altijd ver binnen het Perzisch grondgebied bevond. Koning Shapur II aarzelde niet om de aanvallen op het Romeinse leger op te voeren, waarop Jovianus zich genoodzaakt zag tot onderhandelingen. In ruil voor vijf door Diocletianus veroverde provincies aan de oever van de Tigris, een groot stuk van Armenië en drie vestingsteden mocht Jovianus ongehinderd vertrekken. Eenmaal terug in het rijk trok Jovianus naar Antiochië en begon zich nu met interne politiek bezig te houden. Bepalingen van Julianus die de christenen beperkten werden teruggedraaid, al werd de godsdienstvrijheid voor de heidenen ook gewaarborgd. Na deze bepalingen trok de nieuwe keizer door naar Constantinopel. Op 17 februari 364 werd hij ’s ochtends dood in bed aangetroffen in het dorp Dadastana (bij Ankara). Aangezien er geen bewijs was van een moord vermoedt men tegenwoordig dat het om een koolmonoxidevergiftiging of andere luchtproblemen gaat. Opnieuw zat men dus met de handen in het haar. De keizer was plotseling overleden, in dit geval na nog geen 8 hele maanden geregeerd te hebben, terwijl er geen opvolger benoemd was. En opnieuw viel het oog op een vooraanstaande officier, genaamd Valentinianus.

Buste van Valens, die in 373 door zijn oudere broer tot medekeizer werd benoemd.
Buste van Valens, die in 364 door zijn oudere broer tot medekeizer werd benoemd.

Flavus Valentinianus was in 321 geboren in Cibalis (nu Vinkovci in Kroatië) als zoon van een respectabel generaal. In de tijd dat Julianus als Caesar in Gallië opereerde was hij cavalerieaanvoerder geweest, maar nadat Julianus en Constantius rivalen waren geworden had de laatstgenoemde Valentinianus ontslagen. Jovianus had hem echter weer teruggehaald in het leger. Op 26 februari was men eruit en werd Valentinianus officieel benoemd. Zijn moedig voorkomen had veel indruk gemaakt op de troepen, maar hij was zo wijs te snappen dat het rijk vrij onrustig was en dus moeilijk onder controle te houden in zijn eentje. Het Romeinse rijk werd opnieuw verdeeld in twee helften met een eigen keizer: Valentinianus benoemde op 28 maart zijn 7 jaar jongere broer Flavius Iulius Valens tot medekeizer, waarbij Valentinianus echter wel de belangrijkste zou blijven. Valens had lang niet zo’n glansrijke carrière als Valentinianus gehad, al had hij wel samen met Valentinianus deelgenomen aan de veldtocht in Perzië. Via Adrianopel trokken de keizerlijke broers naar Sirmium, waar zij hun personeel verdeelden. Valens kreeg het oosten en Valentinianus het westen: de eerste bereikte in december 364 Constantinopel, terwijl de ander vanuit Milaan regeerde. Hierna was het vooral belangrijk dat Valens erin slaagde de oostgrens opnieuw veilig te stellen. Maar toen hij in de herfst van 365 aankwam in het Cappadocische Caesarea (Kayseri, in Turkije), kwam er bericht dat in Constantinopel ene Procopius zich tot keizer had uitgeroepen.

Procopius, de neef van wijlen Julianus, maakte het Valens behoorlijk lastig als tegenkeizer.
Procopius, de neef van wijlen Julianus, maakte het Valens behoorlijk lastig als tegenkeizer.

Procopius was een neef van Julianus, van moederskant, en vond dan ook dat hij volkomen recht had op het keizerschap. Hij had echter niet de kans gehad dit op te eisen, door de snelle benoeming van Jovianus. Tijdens de oorlog met Perzië had Procopius een noordelijke afdeling geleid, die er niet in geslaagd was Julianus tijdig te hulp te schieten. Daardoor had hij zich niet bij de officieren kunnen voegen om het keizerschap op te eisen. Hoewel hij een potentiële pretendent was had Jovianus zich mild naar hem opgesteld, maar onder Valens was men Procopius gaan wantrouwen en was hij enige tijd ondergedoken. Nu was hij ineens opgedoken in de hoofdstad en had doortrekkende troepen overgehaald om hem tot keizer uit te roepen. Hij sloot de stad af van de buitenwereld en verspreidde het verhaal dat Valentinianus dood zou zijn. Door zijn band met de Constantijnse dynastie te benadrukken werd hij populair bij het leger. Het nieuws van dit alles kwam dan ook hard aan bij Valens, die zelfs troonsafstand en zelfmoord schijnt te hebben overwogen. Er waren al veel troepen naar de oostgrens gegaan, dus de usurpator bevechten was erg lastig. Twee legioenen werden gestuurd, maar die liepen gewoon over. Valentinianus stak ondertussen geen vinger uit om zijn broer te helpen: op 1 november kreeg hij zowel bericht van Procopius’ opstand als van een inval van de Alemannen. Pas in het voorjaar kon Valens met een grote hoeveelheid troepen westwaarts trekken en de legers van Procopius verslaan of omkopen. Op 27 mei 366 werd de tegenkeizer geëxecuteerd, waarna zijn hoofd naar Valentinianus in Trier gestuurd werd.

Gratianus werd als kind meegenomen op veldtochten door zijn vader en tot keizer benoemd. Maar een goed militair werd hij nooit, tot onvrede van het leger.
Gratianus werd als kind meegenomen op veldtochten door zijn vader en tot keizer benoemd. Maar een goed militair werd hij nooit, tot onvrede van het leger.

De reden dat Valentinianus zich daar bevond en zijn broer niet te hulp kwam, was ten dele te wijten aan zijn strijd met de Germanen. Vooral de Bourgonden, Saksen en Alemannen vormden zijn doelwit. Dit was iets dat Valentinianus zijn hele regering zou doen. In 365 vielen de Alemannen namelijk voor de zoveelste maal Gallië binnen, welk nieuws Valentinianus bereikte toen op 1 november, toen hij onderweg was naar Parijs. Hij stuurde twee generaals vooruit, waaronder Charietto, de Frank die al aan de zijde van Julianus had meegevochten. Beide generaals sneuvelden echter roemloos. Pas in 366 wist een generaal genaamd Jovinus de Alemannen Gallië uit te krijgen. Begin 367 was Valentinianus derhalve druk bezig met een strafexpeditie in Germania. Toen kwam er slecht nieuws: Schotse stammen zoals de Picten, Scoten en Atacotti hadden de handen ineen geslagen en de belangrijkste bevelhebbers op Brittannia verslagen en gedood, terwijl de Franken en Saksen de noordkust van Gallië bedreigden zodat het Kanaal niet kon worden overgestoken om hulp te zenden. Het leek erop dat de Romeinen Brittannia zouden verliezen! Bezig met de crisis werd Valentinianus echter hevig ziek en was op sterven na dood. Er brak al een opvolgingsstrijd uit tussen Severus, het hoofd van de infanterie, en Rusticus Julianus, de magister memoriae. Zodra Valentinianus hersteld was benoemde hij zijn zoontje Gratianus (geboren in 359) tot medekeizer, waarschijnlijk om zich van zijn opvolging te verzekeren. Toch was dit een stap waar veel generaals veel aarzeling bij voelden. Het leger morde, want naarmate de jaren verstreken zou Gratianus maar een matig militair blijken, ondanks de vele inspanningen van zijn vader.

De 5,11 meter hoge Colossus van Barletta, stelt mogelijk Valentinianus I voor, al zijn er meer opties.
De 5,11 meter hoge Colossus van Barletta, stelt mogelijk Valentinianus I voor, al zijn er meer opties.

Uiteindelijk bedong men de crisis in Brittannia door ene Flavius Theodosius te sturen als de nieuwe Comes Brittanniarum. Onderwijl concentreerde Valentinianus zich op de Alemannen. De oorlog in Germania kostte veel moeite, maar leverde zeker wat op. Op de westoever van de Rijn werden nieuwe forten gebouwd, evenals een fort aan de oostkant ter hoogte van het tegenwoordige Heidelberg. De Alemannen stuurden afgezanten om te protesteren tegen de bouw van dat fort en vernietigden het toen de onderhandelingen niets opleverden. In 370 werd ook een overwinning behaald op de Saksen. Dit Germaanse verbond was ontstaan in het noorden van Duitsland en werd voor het eerst vermeld in 356, in een tekst van Julianus, die hen een bondgenoot noemt van de vroegere tegenkeizer Magnentius. De Saksen drongen zich ook op in ons land en waren vooral beruchte zeerovers, waarvoor men een sterke verdedigingslinie aan weerszijden van het Kanaal had opgebouwd. Toen de Saksen in 370 nieuwe aanvallen op het noorden van Gallië begonnen grepen enkele generaals van Valentinianus in en versloegen de plunderaars, die in ruil voor een vrije aftocht een aantal troepen afstonden. Valentinianus concentreerde zich tegelijkertijd op de Bourgonden of Bourgondiërs, een Oost-Germaanse stam waar al vaker problemen mee waren geweest, maar die bittere tegenstanders van de Alemannen waren. Valentinianus trachtte hen over te halen om op te trekken tegen Macrianus en zijn Alemannen. Hij stelde zich echter te hooghartig op door te weigeren de Bourgondische afgezanten persoonlijk te ontmoeten. Het gerucht van het bondgenootschap bleek echter al genoeg om de Alemannen in paniek te doen raken, waarop Flavius Theodosius, inmiddels opperbevelhebber van de cavalerie, hen aanviel en versloeg. Een groot aantal werd gevangengenomen en werd gedwongen in de Po-vallei te gaan wonen. Nog vier jaar bevocht Valentinianus Macrianus, zonder hem echter te pakken te krijgen. De ironie wilde dat hij een hoop andere Alemannen, van niet-vijandige gezindte, rekruteerde in zijn eigen leger.

Het Aquaduct van Valens in Istanboel (destijds de Oost-Romeinse hoofdstad Constantinopel).
Het Aquaduct van Valens in Istanboel (destijds de Oost-Romeinse hoofdstad Constantinopel).

In dezelfde periode richtte Valens zich ook op een oude vijand, namelijk de Goten. In 367 stak hij de Donau over nadat hij had gehoord dat Athanarik, de koning van de Tervingi, een Gotische stam, bezig was met het organiseren van een opstand. Omdat de Goten op de vlucht sloegen naar de Karpaten kwam het niet tot een gevecht, zodat Valens zich eerst ging richten op de aanleg van vestingwerken. De Tervingi werden, samen met wat andere stammen, verslagen in 369. In het vredesverdrag werden de Goten zoveel mogelijk geïsoleerd, middels het beperken van hun handel met het Romeinse rijk en het stoppen van de rekrutering van Gotische troepen in het Romeinse leger. Dat laatste bleek achteraf een misrekening omdat de Romeinse troepen hiermee veel mankracht verloren. Een betere vrede had Valens echter niet af kunnen dwingen omdat de toestand aan de oostgrens verslechterde. Shapur II deed alles wat hij kon om de Romeinse positie in de regio te verzwakken ten gunste van zijn eigen macht, waarbij de Armeense koning afgezet werd en zijn zoon Papas naar de Romeinen vluchtte. Het resultaat was een nieuwe oorlog vanaf 370, toen Valens besloot Papas op de Armeense troon te zetten. Papas ontpopte zich als koning helaas tot een ongeleid projectiel en eiste zelfs controle over enkele Romeinse steden op, zodat Valens zich uiteindelijk van dit opgewonden standje moest ontdoen. Nieuwe opstanden in het Midden-Oosten maakten de strijd er ondertussen niet eenvoudiger op.

De onrustige Balkanprovincies in de 4e eeuw. Het bedwingen van de plaatselijke invallen deed de ster van Theodosius rijzen.
De onrustige Balkanprovincies in de 4e eeuw. Het bedwingen van de plaatselijke invallen deed de ster van Theodosius rijzen.

Theodosius was in elk geval een schot in de roos. Hij bedwong in 372 een opstand in Afrika, waar onrusten waren uitgebroken door corruptie van de gouverneur Romanus, waarbij Firmus, een Romeinse officier en zoon van een Berberse vorst, zich tot keizer had uitgeroepen. Theodosius versloeg Firmus, maar aarzelde ook niet om Romanus en zijn handlangers te arresteren. Ernstiger was een crisis aan de Donaugrens, vanaf 373. Ook hier werden namelijk forten aan de niet-Romeinse zijde van de rivier beschouwd, op wat de daar wonende Quaden als hun grondgebied beschouwden. Onderhandelingen leverden weer weinig op en de woede kwam tot een uitbarsting op een vredesbanket waar gouverneur Marcellianus de Quadische koning Gabinius doodde. De Quaden en hun Sarmatische bondgenoten richtten ernstige verwoestingen aan op het platteland in Pannonia, terwijl twee legioenen verslagen werden de Sarmaten ook Moesia binnenvielen. Hier werden zij pas gestuit door de plaatselijke dux, de gelijknamige zoon van Theodosius. Pas laat in 374 hoorde Valentinianus wat er allemaal aan de hand was op de Balkan, maar sloeg terug met een harde strafexpeditie in het land van de Quaden. Op 17 november 375 ontving Valentinianus Quadische afgezanten, met wie hij een vrede wist te regelen in ruil voor de levering van nieuwe rekruten. Vlak voor hun vertrek werd de gezanten toegestaan om de keizer te ontmoeten. Zij verzekerden hem echter dat de Romeinen de oorlog aan henzelf te danken hadden en dat de Quadische individuen zich niet per se gebonden zouden voelen aan de verdragen die hun leiders sloten. Valentinianus ontstak in woede, maar werd prompt onwel en stierf, volgens de overlevering doordat de driftaanval een ader in zijn hoofd deed barsten.

De noodlottige veldslag bij Adrianopel, waar de opstandige Fritigern Valens' leger in de pan hakte.
De noodlottige veldslag bij Adrianopel, waar de opstandige Fritigern Valens’ leger in de pan hakte.

Het overlijden van Valentinianus betekende dat Gratianus nu een grotere rol zou spelen in de politiek, tot grote ontevredenheid van het leger, waar de militair onbekwame Gratianus niet populair was. Na vijf dagen riep het leger een ander zoontje uit tot keizer, de vierjarige Valentinianus II. Gratianus moest schoorvoetend akkoord gaan om de vrede te bewaren. In feite stond de piepjonge Valentinianus onder controle van zijn moeder Iustina, de stiefmoeder van Gratianus. Valens moet dit alles met lede ogen aangezien hebben. Ondertussen zat hij met ernstige tekorten nadat diverse troepen in 374 naar het westen verplaatst waren. Toen kwam er onverwacht nieuws. Een nieuwe groep nomaden was vanuit het oosten Europa binnengetrokken en had de Goten op de vlucht weten te jagen: dit waren de Hunnen. In 376 stonden er dan ook pakweg een miljoen Goten, waaronder de Tervingi, aan de Donau met het verzoek in het rijk te mogen komen wonen. Dat zich hier 200.000 krijgers bij bevonden, die zowel kwantitatief als kwalitatief een aanvulling waren, was een buitenkansje. Toch moest er voorzichtig worden opgetreden. Valens liet alleen de volgelingen Fritigern, een oude bondgenoot in de strijd met Athanarik, toe in het rijk. Er waren echter te weinig troepen om de toestroom tegen te houden, daar een hoop andere Goten alsnog het rijk binnen wilden en er ook tal van andere volkeren stonden te popelen om dit voor elkaar te krijgen. Tot overmaat van ramp kwamen de toegelaten Goten van Fritigern ook nog in opstand. Valens’ adviseurs drukten hem op het hart voorzichtig te zijn en te wachten op de versterkingen van Gratianus, maar Valens sloeg dat in de wind. Het resultaat was de beruchte Slag bij Adrianopel in 378, waar Fritigern het met zijn Goten, Alanen en Hunnen opnam tegen Valens. De keizer raakte in de knoei en werd gewond ondergebracht in een houten hut, die de Goten, zonder te weten dat de keizer daar lag, in brand staken. Twee derde van het Oost-Romeinse leger werd vernietigd!

Bisschop Ambrosius van Milaan (Sint-Ambrosius) had een zeer sterke invloed op Gratianus en Valentinianus II.
Bisschop Ambrosius van Milaan (Sint-Ambrosius) had een zeer sterke invloed op Gratianus en Valentinianus II.

Gratianus durfde het niet aan om zelf in te grijpen daar hij geen militair was, dus stuurde hij Theodosius junior naar het oosten. Theodosius was zo succesvol dat Gratianus hem op 18 januari 379 tot keizer benoemde en het oosten aan hem overliet, waarna zij gezamenlijk de Balkan pacificeerden. Daarna keerde Gratianus terug naar het westen en ging zich hier vooral bezighouden met jacht en andere pleziertjes. Hij was nooit een bekwaam militair geweest, maar nu begon ook de meer burgerlijke kant van zijn bestuur te verzwakken, waardoor hij in feite een marionet werd van de Frankisch-Romeinse generaal Merobaudes en bisschop Ambrosius van Milaan. Bij het leger was hij nooit populair geweest, maar nu maakte hij een aantal fouten die het nog veel erger maakten: hij nam Alanen in dienst en verscheen in het openbaar in een Scythische uitrusting. Een legeropstand bleef dan ook niet uit en in 383 riepen de troepen in Brittannia hun comes, die sindsdien bekend staat als Magnus Maximus, uit tot keizer. Maximus viel Gallië binnen en trok naar Gallië om Gratianus te confronteren. Gratianus’ troepen lieten hem in de steek en hij vluchtte naar Lyon, waar hij echter werd verraden en uitgeleverd aan de opstandige troepen. Op 25 augustus 383 werd Gratianus gedood. Valentinianus II, nog een kind, was de laatste telg van de dynastie geworden. Zo snel men kon werden de Alpenpassen versterkt, terwijl bisschop Ambrosius naar Gallië ging om te onderhandelen. Het resultaat was dat Maximus, die zich in Trier gevestigd had, als keizer erkend werd. Hij werd zelfs een populaire keizer, al trad hij hard op tegen al wie hij als ketter beschouwde.

Keizer Valentinianus II werd op 4-jarige leeftijd al keizer. Oud werd hij vooralsnog niet, net zo min als zijn dynastie.
Keizer Valentinianus II werd op 4-jarige leeftijd al keizer. Oud werd hij vooralsnog niet, net zo min als zijn dynastie.

Het was echter een kwestie van tijd voor de bom zou barsten. Maximus had gehoopt dat Theodosius, wiens vader een band met Maximus had gehad, hem zou steunen. In plaats daarvan had Theodosius zijn zoontje Arcadius tot medekeizer benoemd. Maximus had op zijn beurt zijn zoontje Flavius Victor tot keizer benoemd in 384. Theodosius begon een leger op te bouwen voor een burgeroorlog, maar Maximus trachtte hem voor te zijn door in 387 Italië binnen te vallen. Valentinianus werd verjaagd, maar zocht hulp bij Theodosius. Bij de Sava, vlakbij Emona (Ljubljana) werd Maximus verslagen, waarna hij op 28 juli 388 werd geëxecuteerd. Valentinianus was nu weer de enige keizer in het westen, maar in feite had Theodosius nu de broek aan. Valentinianus nam geen deel aan Theodosius’ triomftocht en zijn regering werd naar de Gallische stad Vienne verplaatst, ver van de invloed van Ambrosius. Daar Iustina allang overleden was, wierp Theodosius zich op als voogd van de jonge keizer en maakte de Frank Arbogastes opperbevelhebber van het westen. Valentinianus bleef in Vienne terwijl Arbogastes zich met de oorlog bezighield: Arbogastes verbood de keizer zelfs om met de Gallische legers naar Italië te gaan om het te verdedigen. Toen Valentinianus hem ontsloeg verscheurde Arbogastes deze brief met de woorden dat Valentinianus hem niet benoemd had. Het was de eerste maal dat de macht in feite niet bij de keizer maar bij de magister militum lag, en zeker niet de laatste. Valentinianus schreef brieven aan Theodosius en Ambrosius, waarin hij klaagde over deze gang van zaken. Hij nodigde Ambrosius uit hem te komen dopen, om zo zijn Arianisme te verwerpen en katholiek te worden. Maar zover kwam het niet. Op 13 mei 392 werd Valentinianus dood aangetroffen in zijn paleis in Vienne, opgehangen. Arbogastes benadrukte zoveel hij kon dat het om zelfmoord ging, maar de 6e-eeuwse Byzantijnse historicus Zosimus verdenkt de Frank van moord. Ambrosius bleef in zijn begrafenisrede voor de keizer vaag, want zelfmoord paste niet in de toenmalige christelijke deugden. Hoe het ook zij, de Valentiniaanse dynastie was ten onder.

Constantijn de Grote: herstel van alleenheerschappij en godsdienstige hervorming

constantinusDe door Diocletianus geschapen tetrarchie was bedoeld om het rijk bestuurbaarder te maken. Deze nieuwe orde was echter maar van korte duur. Na het aftreden van Diocletianus en Maximianus in 305 braken er nieuwe burgeroorlogen uit. Totdat er uiteindelijk nog maar één keizer overbleef. Hij herstelde de orde en onder zijn regime vond misschien wel de beroemdste godsdiensthervorming van de Romeinse tijd plaats. Deze sterke man was Constantinus I, beter bekend als Constantijn de Grote.

Keizer Constantius Chlorus, de vader van Constantijn de Grote. (Pushkin Museum, kopie van een origineel uit Berlijn)
Keizer Constantius Chlorus, de vader van Constantijn de Grote. (Pushkin Museum, kopie van een origineel uit Berlijn)

Toen de Augusti Diocletianus en Maximianus in 305 troonsafstand deden, werden zij opgevolgd door hun Caesars: Galerius en Constantius. Galerius was de zoon van een Thracische vader, die herder was, en een Dacische moeder. Na een tijdje herder geweest te zijn was hij onder de keizers Aurelianus en Probus soldaat geweest, al is er weinig bekend over zijn loopbaan voordat Diocletianus hem in 293 Caesar maakte. Toen dat zover was scheidde hij van zijn vrouw en trouwde de dochter van Diocletianus. Over de afkomst van Constantius, bijgenaamd Chlorus (“de bleke”) is ook niet veel bekend. Verhalen dat zijn moeder Claudia familie zou zijn van keizer Claudius II zijn waarschijnlijk propaganda, al was zijn vader Eutropius wellicht een zwager van Maximianus. Mogelijk werkte Constantius in zijn jonge jaren een tijdje in een herberg. Onder Aurelianus was hij lid van de keizerlijke lijfwacht en onder Carus werd hij gouverneur van Dalmatia. In 288 benoemde Maximianus hem tot Praetoriaanse prefect. Net als Galerius scheidde hij van zijn vrouw en trouwde de dochter van zijn keizer, Theodora, met wie hij nog zes kinderen kreeg. Hij dit al in 289, vier jaar voor zijn benoeming tot Caesar. Opvallend is dat bij het aantreden van Galerius en Constantius als volwaardige keizers, Constantius’ zoon Constantijn en Maximianus’ zoon Maxentius niet tot Caesars benoemd werden, terwijl dit eerder wel het plan lijkt te zijn geweest. Waarschijnlijk had Galerius Diocletianus van gedachte doen veranderen, mede om zijn eigen positie sterker te maken tegenover Constantius, die als oudste van de twee als belangrijkste keizer zou gelden. In plaats daarvan werden deze posities gegeven aan Severus II en Maximinus II Daia. Severus was een opgeklommen militair die net als Galerius uit Illyricum kwam, maar waar verder heel weinig over bekend is. Meer weten we over Maximinus, die uit Dacia kwam als zoon van een schaapherder.

Standbeeld voor Constantijn in York, waar hij tot keizer werd uitgeroepen.
Standbeeld voor Constantijn in York, waar hij tot keizer werd uitgeroepen.

Constantijn was bij deze gebeurtenissen al volwassen en waarschijnlijk ongeveer 25 jaar oud. Hij was de zoon van Constantius en diens eerste vrouw of concubine Helena. Constantijn was goed opgeleid en was erg bekwaam in de Griekse taal en de filosofie. Hij zou goed zijn onderwezen in de kardinale deugden zoals gerechtigheid, kracht en behoedzaamheid. Zowel zijn afkomst als zoon van de keizer als zijn knappe doch ingetogen imago hadden hem een logische kandidaat voor het keizerschap gemaakt, wat hij in 305 tot zijn grote teleurstelling aan zijn neus voorbij zag gaan. Sip verliet hij Nicomedia en ging naar zijn vader in Gallië, wat hij voor elkaar kreeg middels een verzoek van Constantius, die Galerius liet weten dat Constantijn ziek was. Hetzelfde jaar nog staken vader en zoon over naar Brittannia om de Picten te bevechten, waar Constantius de overwinning opeiste en zich Brittanicus Maximus noemde. De winter brachten zij daar door in Eboracum (York), maar toen sloeg het noodlot toe. Op 25 juli 306 stierf keizer Constantius Chlorus, waarop het leger zich achter Constantijn schaarde. Gallië en Brittannia sloten zich aan bij deze aanspraak op de troon, maar Galerius was het hier als overgebleven Augustus niet mee eens en benoemde in plaats daarvan Severus tot Augustus van het westen. Wel stond hij toe dat Constantijn de titel van Caesar kreeg. Meteen verliet Constantijn Brittannië om in het noorden van Gallië aan het werk te gaan. Hij nam intrek in Trier, de hoofdstad van zijn vader, en zette van hieruit diens werk aan het herstel van de Rijngrens voort. De opstandige Franken werden bestreden en bij Keulen werd in de paar jaar hierna zelfs een permanent fort ten oosten van de Rijn gebouwd. Constantijn moet in de lange loop van zijn regering ook verantwoordelijk zijn geweest voor een aantal nieuwe of herbouwde forten in ons land, zoals een castellum op het Valkhof in Nijmegen.

Een buste van Maxentius. (Pushkin Museum, kopie van een origineel uit Dresden)
Een buste van Maxentius. (Pushkin Museum, kopie van een origineel uit Dresden)

Er was echter nog een speler op het toneel die helemaal niet gelukkig met de gang van zaken was. Maxentius, de zoon van Maximianus, had zich net als Constantijn gepasseerd gevoeld toen hij niet tot Caesar benoemd was in 305. Nu zag hij dat Constantijn de titel wel had weten te krijgen en besloot hij om ook op te eisen wat hem in zijn ogen rechtens toekwam. Dit kwam mede door de Praetoriaanse Garde, die een gerucht had gehoord dat Constantijn van plan was om de garde op te heffen als hij Augustus werd. De Garde wendde zich tot Maxentius en riep hem op 28 oktober 306 in Rome tot keizer uit, waarbij Maxentius zichzelf op tactische wijze geen Caesar of Augustus noemde, maar princeps, het oude ambt van de eerste keizers. Begrijpelijkerwijs accepteerde Galerius dit al helemaal niet en stuurde Severus er met een leger op af. Maxentius voorzag een groot gevaar en contacteerde zijn vader Maximianus door hem keizerlijke gewaden op te sturen en hem te begroeten als “Augustus voor de tweede maal”. Maxentius slaagde erin om Severus’ leger, dat gediend had onder Maximianus, om te kopen. Severus moest maken dat hij wegkwam en trok zich terug in de versterkte stad Ravenna, waar Maximianus hem opzocht voor onderhandelingen. Toen Severus akkoord ging en de stad verliet, werd hij echter gevangengenomen en kreeg arrest in een villa in Rome. In het najaar trachtte Galerius de oude hoofdstad opnieuw in te nemen, maar slaagde hier niet in. Mogelijk is de executie van Severus in september 307 hieraan te wijten. Het kan echter ook zijn dat de inval een vergelding hiervoor was. Galerius benoemde Licinius, een officier uit een Dacische boerenfamilie, tot Severus opvolger als Augustus van het westen. In 307 ging Maximianus dan ook naar Gallië, waar hij met Constantijn een overeenkomst sloot. Constantijn zou met Maximianus’ dochter Fausta trouwen en Maxentius steunen, zonder deel te nemen aan de strijd met Galerius. In ruil werd Constantijn de titel van Augustus gegeven.

Licinius en Constantijn wisten bij Galerius af te dwingen dat zij als volwaardige keizers erkend werden. Maar uiteindelijk zouden de bondgenoten slaags raken.
Licinius en Constantijn wisten bij Galerius af te dwingen dat zij als volwaardige keizers erkend werden. Maar uiteindelijk zouden de bondgenoten slaags raken.

De verhouding tussen Maximianus en Maxentius was echter niet goed. Maximianus had het nieuwe keizerschap eigenlijk geaccepteerd met de hete adem van Maxentius in zijn nek, terwijl hij zijn zoon in de praktijk bijna alle macht zelf uitoefende en zijn vader als pion behandelde. In het voorjaar van 308 keerde hij zich tegen Maxentius en verweet hem de regering verzwakt en verziekt te hebben. Toen hij steun zocht bij het leger koos dit echter voor Maxentius en moest Maximianus Italië verlaten. Op 11 november dat jaar vond er op initiatief van Galerius een soort keizervergadering plaats, waarbij ook Diocletianus aanwezig was. Maximianus werd gedwongen om weer af te treden en Constantijn werd “gedegradeerd” tot Caesar. Zowel Constantijn als Maximinus Daia waren niet erg gelukkig met deze zaken, noch met de benoeming van Licinius als Augustus van het westen. Galerius probeerde dit te sussen door hen officieel “Zoons van de Augusti” te noemen, maar zij weigerden en noemden zich alsnog Augustus, waar Galerius in 310 akkoord mee ging. Er waren nu vier erkende keizers in het hele rijk!

Maximinus Daia deelde uiteindelijk de macht in het oosten met Licinius, maar niet van harte. (Pushkin Museum, kopie van een origineel uit Caïro)
Maximinus Daia deelde uiteindelijk de macht in het oosten met Licinius, maar niet van harte. (Pushkin Museum, kopie van een origineel uit Caïro)

Maximianus was na het debacle van 308 uitgeweken naar het hof van Constantijn, het enige keizerlijke hof waar hij nog welkom was. In 310, terwijl Constantijn zich weer met de Franken bezighield, werd Maximianus naar het zuiden gestuurd om een aanval van Maxentius af te slaan. In Arles probeerde Maximianus zich ineens tot keizer uit te roepen, onder het mom dat Constantijn dood zou zijn. Het leger trapte hier echter niet in en Maximianus moest vluchten. Constantijn reisde onmiddellijk af naar het zuiden en kreeg de verrader te pakken in Marseille, dat haar poorten gewoon openzette voor de keizer. Maximianus werd voor de laatste maal afgezet en hing zichzelf op in juli, op aansturen van Constantijn. Maxentius trachtte hier gebruik van te maken door zijn vader op munten af te beelden. Constantijn daarentegen beweerde aan ieder die het maar horen wilde dat Maximianus gratie had gekregen, maar zelfmoord had gepleegd na een mislukte moordpoging op Constantijn. Hij kondigde een damnatio memoriae over de oude keizer af. In mei 311 stierf ook Galerius, aan een natuurlijke dood, ofschoon de Romeinse historici zeggen dat het een gruwelijke ziekte betrof, zoals gangreen of koudvuur. Wel gaf dit nieuwe spanningen tussen Licinius en Maximinus Daia, die elkaar niet konden luchten of zien. Ondanks hun vijandschap kwamen zij overeen het oosten te verdelen, waarbij de Bosporus als grens tussen hun rijksdelen diende.

De Boog van Constantijn in Rome, opgericht ter herdenking van zijn overwinning op Maxentius.
De Boog van Constantijn in Rome, opgericht ter herdenking van zijn overwinning op Maxentius.

Op 28 oktober 312 vond de Slag aan de Milvische Brug plaats, vlakbij Rome. Constantijn was met een kwart van zijn legermacht – de Rijn werd nog steeds bedreigd – Italië binnengevallen om voorgoed af te rekenen met de usurpator. De slag was echter op initiatief van Maxentius, die voortekenen zou hebben ontvangen dat dit de gunstigste plek was. Die voortekenen moeten slecht gelezen zijn, want Maxentius verloor de slag jammerlijk en verdronk in de Tiber. Met Rome in handen was Constantijn nu de onbetwiste heerser van het westen, waarbij hij niet aarzelde om de Praetoriaanse Garde voorgoed op te heffen. Constantijn schreef de overwinning ook toe aan goddelijke interventie, maar dan wel op een vrij revolutionaire manier. Tijdens de slag droegen zijn soldaten een nieuw symbool op hun schilden en vaandels, namelijk het Chi-Rho-symbool ☧. Dit christelijke symbool zou volgens de verhalen in een droom aan Constantijn zijn verschenen, met het motto “in hoc signo vinces” (in dit teken zul je overwinnen). Constantijn bracht na de overwinning echter wel dankoffers aan traditionele Romeinse goden. Als hij op dat moment al christelijk was, kwam hij er in elk geval nog niet voor uit. Misschien uit politieke afwegingen, want zo snel hij kon sloot hij een alliantie met Licinius, wat zij in februari 313 bekrachtigden in Milaan. Toen Maximinus, op veldtocht in Syrië, hier van hoorde, keerde hij zo snel mogelijk westwaarts om in april 313 de Bosporus over te steken. Hoewel hij na een beleg van 11 dagen Byantion in wist te nemen, werd Maximinus op 30 april bij Adrianopel verslagen. Maximinus wist weg te komen, vermomd als slaaf en wist Nicomedia te bereiken. Van daaruit vluchtte hij naar Tarsus, waar hij in augustus overleed.

Het labarum, het vaandel met het chi-rho-teken, waar Constantijn zijn troepen mee uitrustte.
Het labarum, het vaandel met het chi-rho-teken, waar Constantijn zijn troepen mee uitrustte.

Het Edict van Milaan tussen Constantijn en Licinius was een belangrijke stap in de geschiedenis van de wereldgodsdiensten. Het bevatte namelijk de afkondiging van godsdienstvrijheid in het hele rijk. Daar moet bij gezegd worden dat men hierdoor vaak ten onrechte denkt dat het Edict aan Constantijn te danken is en dat het de christenen vrijheid schonk. Galerius had echter al in 311, vijf dagen voor zijn dood, middels het Edict van Nicomedia een einde had gemaakt aan de christenvervolgingen, zodat de christenen weer kerken mochten bouwen en de tot zware slavernij veroordeelde christenen werden vrijgelaten. Het Edict van Milaan waarborgde op dezelfde wijze de vrijheid van alle andere godsdiensten en cultussen in het rijk. Wel bekrachtigde het de godsdienstvrijheid voor de christenen. Bovendien kwam het initiatief niet van Constantijn maar van Licinius, die overigens ook in het huwelijk trad met Constantia, Constantijns zuster. Het Edict was wellicht bedoeld om Constantijn met zijn labarum (het christelijk vaandel) tegemoet te komen, maar de verhouding tussen beide keizers bleef niet lang goed. Al in 314 of 316 borrelde er weer conflict op, na een mislukte samenzwering tegen Constantijn. Eén van de vermoedelijke leiders ervan was Constantijns zwager Bassianus, wiens broer Senecio een officier was van Licinius. Omdat Licinius weigerde Senecio uit te leveren, kreeg Constantijn het idee dat Licinius achter de samenzwering zat. Het kwam tot een veldslag bij Cibalae (nu Vinkovci, in Kroatië), waarna Licinius in allerijl naar Thracië moest vluchten. Omdat het bij Adrianopel tot een patstelling kwam en de legers uitgeput waren, sloten de keizers uiteindelijk een verdrag. Licinius moest echter de hele Balkan ontruimen.

De Basilica van Constantijn in Trier. Oorspronkelijk heette het de Aula Palatina en was het de troonzaal van Constantijn. Het was bepleisterd en met mozaïeken versierd. Nadat de ruïne in de middeleeuwen herbouwd werd als burcht is het nu een kerkgebouw.
De Basilica van Constantijn in Trier. Oorspronkelijk heette het de Aula Palatina en was het de troonzaal van Constantijn. Het was bepleisterd en met mozaïeken versierd. Nadat de ruïne in de middeleeuwen herbouwd werd als burcht is het nu een kerkgebouw.

Licinius richtte zich nu vanuit Sirmium op de Goten, terwijl Constantijn vanuit Trier de Franken bevocht. Maar nieuwe spanningen bleven niet van de lucht. In feite werkten beide keizers aan een soort wapenwedloop, in de hoop de ander te kunnen verslaan als het weer knokken werd. En het werd knokken. In 317 benoemde Licinius ene Valens tot zijn medekeizer, als een lange neus naar Constantijn. Opnieuw verloor Licinius de oorlog. Valens werd op last van Constantijn geëxecuteerd, al werd Licinius’ zoon tot Caesar gemaakt, samen met Constantijns zoon Crispus. Licinius legde zich er dit keer echter niet bij neer en begon de maatregelen van het Edict van Milaan terug te draaien, waarbij hij christenvervolgingen hervatte om Constantijn uit te dagen. Constantijn reageerde door in 322 zijn residentie naar Thessalonica te verplaatsen, vlakbij het machtsgebied van Licinius. Een gewapende confrontatie liet niet lang op zich wachten. Het westelijk leger bestond uit Frankische huurlingen en voerde het labarum, het christelijk vaandel. Het oostelijk leger bestond uit Gotische huurlingen en stond voor de oude Romeinse goden. In 324 versloeg Constantijn (wiens leger in de minderheid zou hebben geleken) Licinius bij Adrianopel, de Hellespont en uiteindelijk bij Chrysopolis. Een dag na die laatste slag, op 19 september 324, werden Licinius en zijn medekeizer Martinianus afgezet en ter dood veroordeeld. Alleen Constantia’s smeekbeden stelden Licinius’ executie nog een halfjaar uit, waarna Constantijn hem ophing op beschuldiging van samenzwering. Constantijn gaf zichzelf de naam Victor (“overwinnaar”) en verwierp zijn eerdere erenaam Invictus (“onoverwinnelijk”) omdat dit deed denken aan de heidense zonnegod Sol Invictus.

Camee waarop Constantijn wordt gelauwerd door de personificatie van Constantinopel.
Camee waarop Constantijn wordt gelauwerd door de personificatie van Constantinopel.

Nu consolideerde Constantijn zijn macht. Nu hij alleenheerser was had de falende tetrarchie afgedaan. Crispus, die Caesar was gemaakt in 317, werd in 326 ter dood gebracht, niet lang daarna gevolgd door Constantijns vrouw Fausta. De reden is onduidelijk, maar mogelijk was Crispus opstandig omdat hij een machtiger positie ambieerde. Een andere theorie is een valse beschuldiging aan zijn adres namens Fausta, die ook door Constantijn gedood werd toen de beschuldiging vals bleek. In 330 zette Constantijn, die toch altijd op het westen geconcentreerd was geweest en vanuit Trier had geopereerd, een zeer grote stap door een nieuwe hoofdstad te stichten. Byzantion, de oude Griekse stad bij de Bosporus, werd herbouwd en uitgebreid en kreeg de naam Nova Roma. De stad kreeg een eigen Senaat en dezelfde bestuurlijke ambten als Rome. De symbolen van de oude goden werden niet gebruikt en vervangen door relikwieën als het Heilige Kruis, de staf van Mozes en nog tal van anderen. Er werden grote kerken gebouwd op de plaats van oude tempels. Wel werden in veel nieuwe bouwwerken nog wel heidense symbolen gebruikt. Volgens christelijke legenden zou Constantijn door een engel naar de stad geleid zijn in een visioen, maar het lijkt er vooral op dat Constantijn de stad uitkoos vanwege haar strategische ligging: dicht bij een verkeersknooppunt van waaruit de Donau en de oostgrens gemakkelijk te bereiken waren.

Zichtbare restanten van een Romeinse vloerverwarming op de Waalkade in Nijmegen. Constantijn liet een nieuw fort met Frankische huurlingen op het Valkhof bouwen, zodat er weer een kleine stadskern nabij het verlaten Noviomagus ontstond.
Zichtbare restanten van een Romeinse vloerverwarming op de Waalkade in Nijmegen. Constantijn liet een nieuw fort met Frankische huurlingen op het Valkhof bouwen, zodat er weer een kleine stadskern nabij het verlaten Noviomagus ontstond.

Als onbetwiste alleenheerser kon Constantijn zich in alle rust bezighouden met de grensverdediging. Bij de Donau versloeg hij in 332 de Goten en sloot een verdrag met hen, in 334 gevolgd door de Sarmaten. Constantijn moet over zijn hele carrière één van de succesvolste militairen onder de Romeinse keizers geweest zijn. De oude limes kreeg een hoop nieuwe forten, zoals bijvoorbeeld het genoemde fort op het Valkhof. Constantijn voltooide ook de legerhervormingen van Diocletianus, met de comitatenses (het mobiele veldleger in het achterland) en de limitanei (grensleger). Hij stelde het ambt in van één algehele opperbevelhebber over infanterie, cavalerie en vloot: de magister militum. Ook stelde hij nieuwe hofambten in zoals de magister officiorum (hoofd van de ambtenarij). Al vanaf Diocletianus waren er nieuwe hofambten ingevoerd, waarvan de meeste steeds vaker door eunuchen werden uitgevoerd, die namelijk niet golden als een potentiële dreiging. Als eunuch konden zij immers geen bastaards bij de keizerin verwekken of de macht grijpen en een eigen dynastie stichten, zo redeneerde men. In de praktijk zouden de eunuchen aan het Laat-Romeinse hof steeds meer de rol van grijze eminenties spelen, daar zij door hun hoge vertrouwensposities erg veel invloed op de keizer konden krijgen. De sacrale rol van de keizer werd door Constantijn ook zeer sterk benadrukt, niet zozeer als goddelijk maar wel des te meer als heilig. De toenemende binding van de boeren aan hun grond, wat in de middeleeuwen het lijfeigenschap zou worden, werd ook door hem versterkt.

Constantijn de Grote presenteert Constantinopel aan Maria. (Detail van een mozaïek uit de Hagia Sophia)
Constantijn de Grote presenteert Constantinopel aan Maria. (Detail van een mozaïek uit de Hagia Sophia)

Hoe en wanneer Constantijn precies christelijk is geworden blijft onduidelijk. Misschien kreeg hij dit al sinds zijn prilste jeugd mee van zijn moeder Helena. Vaststaat dat hij zijn overwinning op Maxentius aan de god van de christenen toeschreef. Meerdere historici beschouwen zijn bekering als een politiek berekende daad. In menig christelijk verhaal wordt hij zelfs omschreven als een keizer die de christenen haatte, maar het om een of andere reden goed met hen voor had. Dat nogal vreemde idee lijkt te kloppen met (onder meer in The Da Vinci Code beweerde) fabeltje dat Constantijn de christenen godsdienstvrijheid gaf om de rijkseenheid te bewaren. Dit lijkt echter zeer onwaarschijnlijk als men bedenkt dat de christenen nog een behoorlijke minderheid vormden. De rijkseenheid werd eerder bedreigd door de onderlinge burgeroorlogen. Als het dus om een politieke berekening gaat is zijn bekering misschien eerder gedaan om de christenen achter zich te scharen en/of om een duidelijke positie tegenover zijn rivalen in te nemen. Op de Boog van Constantijn in Rome zijn nog duidelijk heidense symbolen te zien. Maar als alleenheerser gaf hij de christenen diverse privileges, waarbij de bisschoppen vrijgesteld werden van belastingen en de wetten van hun kerkvergaderingen tot rijkswet verheven werden. Ook werden vanaf 324 de heidense muntemblemen afgeschaft en kregen christenen steeds meer belangrijke ambten. Constantijns beroemdste godsdienstige daad na het Edict van Milaan is wellicht het Eerste Concilie van Nicea, in 325. Dit was de eerste effectieve oecumenische kerkvergadering, waarbij de belangrijkste beslissing de verwerping was van het Arianisme, de leer van Arius van Alexandrië, die de heilige drie-eenheid verwierp en stelde dat Jezus “slechts” een primaire schepping van God was. Ook werd de katholieke geloofsbelijdenis hier opgesteld. Verder bouwde Constantijn tal van kerken, zoals de oude Sint-Pieterbasiliek in Rome (in de 15e eeuw vervangen door de huidige) en de Heilig Grafkerk in Jeruzalem. Het werd verboden om christenen tot het Jodendom te bekeren. De Donatio Constantini, waarin Constantijn het gezag over het westen aan de paus zou hebben overgedragen, is echter een vervalsing uit de 8e eeuw.

Een solidus met de beeltenis van Constantijn. Kenmerkend voor zijn tijd zijn de opvallend grote ogen en het met parels bezette diadeem waar de keizers mee worden afgebeeld.
Een solidus met de beeltenis van Constantijn. Kenmerkend voor zijn tijd zijn de opvallend grote ogen en het met parels bezette diadeem waar de keizers mee worden afgebeeld.

In 337 wilde Constantijn nog een veldtocht tegen de Perzen ondernemen, met als argument de christenen in dat rijk te willen beschermen. Wellicht was dat vooral de aanleiding en betrof het ware motief eerder de zo vaak voorkomende ambitie om in de voetsporen van Alexander de Grote te treden. Voor hij de kans kreeg werd hij ziek. Op zijn sterfbed, in Nicomedia, liet hij zich dopen door de (Ariaanse) bisschop Eusebius. Waarschijnlijk niet omdat hij nu pas christelijk werd of ervoor uit durfde te komen, maar omdat late doop toen zeer gebruikelijk was. Dat Constantijn zich nooit zou hebben bekeerd en tegen zijn zin werd gedoopt, is dus al helemaal niet waar. De doop werd gezien als het wegspoelen van de zonden, dus door je zo laat mogelijk te laten dopen, werd je ook geacht zo rein mogelijk te sterven. De christelijke keizer werd na zijn dood vooralsnog vergoddelijkt door de Senaat. Nova Roma werd omgedoopt tot Constantinopolis of Constantinopel. De stad zou uiteindelijk de val van Rome zelf overleven en de hoofdstad blijven van het oostelijke rijk, ook wel het Byzantijnse Rijk genoemd naar de Griekse oorsprong van de stad, die tegenwoordig Istanboel heet. Constantijn ging dankzij de christelijke geschiedschrijvers de geschiedenis in als de Grote. Behalve zijn aandeel in de opkomst van het christendom, is hij voor het Romeinse rijk vooral belangrijk door zijn hervormingen en krachtige bestuur, waarmee hij voorkwam dat de nieuwe burgeroorlogen een langdurige chaos werden. Zijn zoons verdeelden de macht, maar volgden uiteindelijk hetzelfde scenario als de opvolgers van Diocletianus.