Leo I en de ondergangskeizers: het West-Romeinse rijk verbrokkelt

Leo IIn 455 werd keizer Valentinianus III, de laatste Theodosiaan, vermoord en Rome geplunderd door de Vandalen. Twee jaar later stierf keizer Marcianus, aangetrouwd lid van de dynastie die hiermee definitief ten einde kwam. In het oosten kwam een nieuwe keizer op de troon die zich ontpopte als een fanatiek heerser en een ruim aantal jaren stabiel regeerde. In het westen greep de chaos om zich heen. Het West-Romeinse rijk was steeds verder afgebrokkeld. De Germaanse koninkrijken in Gallië en Spanje leidden in feite een eigen leven, terwijl men Brittannië al een halve eeuw daarvoor had moeten opgeven en veel Afrikaanse gebieden nu ook als verloren moesten worden beschouwd. Het westen was door de eeuwen van interne strijd verzwakt en verarmd, zodat het niet langer in staat was geweest rondtrekkende vijanden te weerstaan, in tegenstelling tot het veel rijkere en moeilijker binnen te vallen oosten. Terwijl Leo I in Constantinopel op de troon zat ging het westen langzaam ten onder.

De Missiorum van Aspar (detail) waarop Ardabur Aspar is afgebeeld met zijn zoon.
De Missiorum van Aspar (detail) waarop Ardabur Aspar is afgebeeld met zijn zoon. Wie niet beter zou weten zou denken dat het hier om een echte monarch gaat.

Keizer Leo I was vermoedelijk in 401 als Leo Marcellus geboren in Thracië, wat de reden is dat zijn dynastie bekendstaat als de Thracische. In de loop der jaren werkte hij zich op middels een carrière in het leger, waarin hij het tot comes schopte. Na de dood van Marcianus werd hij op de troon gezet door Flavius Ardabur Aspar, de oostelijke magister militum. Aspar, die van Gotisch-Alaanse afkomst was, had al in 424 een cruciale rol gespeeld toen Valentinianus III op de westelijke troon geplaatst werd. In 450 had hij, na het overlijden van Theodosius II, een huwelijk geregeld tussen diens zuster Pulcheria en Marcianus, en deze zodoende op de troon weten te zetten. Na de dood van Marcianus werd diens schoonzoon als keizer overwogen, al zei men dat tijdens de 11 dagen durende vergadering de kroon ook aan Aspar was aangeboden, die geweigerd zou hebben. In plaats daarvan schoof Aspar zijn tribuun Leo naar voren als keizer Leo I, bijgenaamd “de Thraciër”. Hij werd in 457 als eerste Romeinse of Byzantijnse keizer gekroond door de patriarch van Constantinopel.

Keizer Majorianus
Keizer Majorianus

Het westen verkeerde onderwijl in chaos. Vlak voor de plundering van Rome was keizer Petronius Maximus, die middels de moord op Valentinianus III aan de macht gekomen was, door een woedende menigte gedood en zijn opvolger Avitus was door allerlei spanningen en geldproblemen ook in een lastig parket geraakt. Uiteindelijk was Avitus in 456 door de Senaat afgezet en verslagen. Deze opstand was begonnen door de bevelhebbers Ricimer en Majorianus. De Suebisch-Visigotische Ricimer was generaal van het leger in Italië en de kleinzoon van de Visigotische koning Wallia. Majorianus was ook van interessante komaf, want zijn grootvader was nog magister militum geweest onder Theodosius de Grote. Beide hadden onder Aëtius gediend en waren zo bevriend geraakt. Valentinianus III had nog overwogen zijn dochter Placidia uit te huwelijken aan Majorianus, in de hoop zo toch een mannelijke erfgenaam te hebben. Dergelijke ambities hadden hem niet populair gemaakt bij Aëtius, zodat hij tussen 450 en 454 zich even uit de spotlights had moeten terugtrekken. Na enkele goede overwinningen onder Avitus had deze hen naar hun topposities gepromoveerd. Wellicht was dat ook bedoeld om hen te paaien – hun erkenning van Avitus als keizer was niet van harte gegaan – maar nu begonnen zij juist dankbaar misbruik van hun positie te maken, mede omdat de oostelijke keizer Marcianus Avitus nooit erkend had. In 456 waren zij dan ook de opstand tegen hem begonnen. Tegen de tijd dat Avitus uitgeschakeld was, was Marcianus overleden en opgevolgd door Leo I, die Ricimer opperbevelhebber van het westen maakte en Majorianus het bevel over Italië gaf. De troon liet hij bewust vacant in de hoop zelf weer controle over het westen te krijgen. Want ondanks de plannen van Aspar was Leo een zelfbewuste heerser met een eigen wil.

Op deze kaart lijkt het West-Romeinse rijk nog grotendeels intact. Maar vergis u niet: de verliezen waren enorm en ook in Gallië, Spanje en Dalmatie was het gezag erg zwak.
Op deze kaart lijkt het West-Romeinse rijk nog grotendeels intact. Maar vergis u niet: de verliezen waren enorm en ook in Gallië, Spanje en Dalmatie was het gezag erg zwak.

De situatie in Italië was hiermee voorlopig weer even in balans, maar niet voor lang: een oude vijand diende zich aan in de vorm van de Alemannen. Majorianus greep in door een leger te sturen onder leiding van ene Burco. Die behaalde de overwinning, maar de soldaten schreven deze vooralsnog toe aan de beslissing van de bij hen zeer populaire Majorianus. Ricimer was evengoed populair, maar werd nu eenmaal beschouwd als zijnde van barbaarse afkomst. Op 1 april 457 riepen de troepen Majorianus dan ook uit tot keizer, terwijl Ricimer genoegen nam met de gebruikelijke vinger in de pap van de opperbevelhebber – althans dat dacht hij, maar uiteindelijk keek hij net als Aspar lelijk op zijn neus. Leo was hier ongetwijfeld niet overgelukkig mee, al waren er ook niet veel andere opties. Pas op 28 december kwam de erkenning vanuit Constantinopel binnen en beide keizers gingen het nieuwe jaar in als consuls. Voor Majorianus waren de belangrijkste kwesties op korte termijn het veiligstellen van Italië en het heroveren van Gallië, dat steeds verder aan Romeinse invloed ontworsteld werd, mede omdat Visigotische en Bourgondische veroveringen het afsneden van Italië. Bovendien erkende een groot deel van Gallië Majorianus niet. In de zomer van 458 werden de Romeinen er bovendien op pijnlijke wijze aan herinnerd dat Italië vanuit het zuiden bedreigd werd door de Vandalen, toen de zwager van Geiseric de monding van de Liri of de Garigliano plunderde.

Majorianus vocht als een leeuw om het West-Romeinse rijk te herstellen. Achteraf was het niet meer dan een laatste stuiptrekking.
Majorianus vocht als een leeuw om het West-Romeinse rijk te herstellen. Achteraf was het niet meer dan een laatste stuiptrekking.

Majorianus besloot het initiatief te nemen en leidde eind 458 persoonlijk de veldtocht in Gallië. Hij dreef de Visigoten terug uit Septimania (de zuidoostkust). Zijn overwinning op de Visigoten was zo groot dat zij hun Spaanse gebieden terug moesten geven en weer de status van foederati kregen. Ook werd het opstandige Lugdunum heroverd, maar de Gallo-Romeinse adel, die de kant van Avitus gekozen had, werd tegemoet gekomen. De veldtocht in Spanje verliep grotendeels goed, maar tegen de tijd dat hij Cartagena bereikte ging er iets ernstig fout. De bedoeling van de veldtocht was geweest om middels de herovering van Spanje de “achterdeur” naar Afrika open te zetten. Toen Majorianus bij Cartagena kwam werd zijn vloot, die niet ver daarvandaan voor anker lag, door de vijand vernietigd met behulp van verraders. Majorianus kon zijn plannen nu niet meer uitvoeren en moest met hangende pootjes de gezanten van Vandalenkoning Geiseric ontvangen, met wie hij een nieuw verdrag sloot. In Rome sloeg het nieuws van de nederlaag erg slecht aan. Hoewel Majorianus de senatoriale elite altijd met respect behandeld had, wist Ricimer na het slechte nieuws blijkbaar de Senaat tegen de keizer op te zetten. Door de groeiende onafhankelijkheid van Majorianus was de relatie met de magister militum ernstig bekoeld, zodat de laatste niet aarzelde om zich op opportunistische wijze tegen zijn oude vriend te keren. De naar huis terugkerende Majorianus werd door Ricimer en een detachement soldaten tegemoet gereisd, maar niet bij wijze van eervolle ontvangst. Majorianus werd opgepakt en op 3 augustus 461 afgezet. Vier dagen later werd hij onthoofd.

Libius Severus, een vrij machteloze marionet van Ricimer.
Libius Severus, een vrij machteloze marionet van Ricimer, op de troon gezet om de tragische Majorianus te vervangen.

De actie van Ricimer was tegen het zere been van veel militairen: de commandanten van Gallië en Dalmatia keerden zich nu openlijk tegen hun meerdere. Dat konden zij gemakkelijk doen, want in de praktijk regeerden zij hun gebieden zo goed als onafhankelijk. Ricimer zelf probeerde net zo goed zelf zijn machtsgebied te besturen zonder keizer, maar Geiseric dacht er ondertussen anders over. De Vandalenkoning zag de ideale kandidaat in Anicius Olybrius, een Romeinse edelman die in 455 naar Constantinopel gevlucht was en die was getrouwd met Placidia, de dochter van Valentinianus III. Daar Geiserics zoon Huneric met een zus van Placidia getrouwd was, wist Geiseric dat hij via Olybrius gemakkelijk invloed uit zou kunnen oefenen op Rome. Geiseric verklaarde derhalve het verdrag met Majorianus ongeldig en begon de Italiaanse kusten aan te vallen om druk te leggen op Ricimer. Deze kreeg van de kant van de Senaat ook steeds meer kritiek, zodat hij na drie maanden toch een keizer benoemde. Zijn keuze viel op Libius Severus, een senator met een nogal bescheiden curriculum vitae. Zo werd de Italiaanse aristocratie tevreden gehouden en bleef Ricimer alsnog de machtigste man in het West-Romeinse rijk. De bestuurders van de Gallische en Dalmatische gebieden die nog niet in Germaanse handen waren weigerden echter om Libius te erkennen, zodat het machtsbereik van de keizer en Ricimer erg beperkt bleef. Leo I erkende hem ook niet, al wist hij Marcellinus, de generaal van Dalmatia, over te halen om niet naar Rome te marcheren, waarmee de Balkan in feite op het Oost-Romeins gezag overging. Aegidius, de generaal van Gallië, werd met Gotische hulp door zijn vervanger verslagen. De zwakke keizer overleed in 465, volgens sommigen door toedoen van Ricimer.

Ariadne, dochter van keizer Leo I, trouwde met Tarasicodissa, die later als Zeno op de troon kwam.
Ariadne, dochter van keizer Leo I, trouwde met Tarasicodissa, die later als Zeno op de troon kwam.

In het Oost-Romeinse rijk was er niet een dergelijk legitimiteitsprobleem, maar aan het hof vonden de nodige intriges plaats. Aspar had al snel gemerkt dat Leo I een sterke wil had en onmogelijk als marionet gebruikt kon worden. Omdat de spanningen met de magister militum ernstig opliepen begon Leo zijn heil te zoeken bij andere bondgenoten. Om niet te afhankelijk te zijn van Germaanse troepen richtte hij zich op de Isauriërs, een volk van niet helemaal duidelijke komaf dat in Klein-Azië woonde. Leunen op Germanen was gevaarlijk, want op militair terrein was de eigenzinnige Leo nu ook weer niet zo goed als hij zichzelf waande. De Ostrogoten hielden tijdens zijn regering hevig huis op de Balkan, nadat hun jonge leider Theodorik de Grote in botsing gekomen was met de keizer. Theodorik was opgevoed aan het hof in Constantinopel en kende derhalve alle Romeinse tactieken. Toch kon hij deze stad niet innemen, dankzij de enorme Theodosiaanse muren. Er moesten dus meer betrouwbare bondgenoten worden gezocht. In 466 liet Leo zijn dochter Ariadne trouwen met Tarasicodissa, het hoofd van de Isauriërs. Aspar zag hiermee uiteraard zijn positie ernstig in gevaar komen en probeerde in 469 om Tarasicodissa te vermoorden, hetgeen bijna lukte. Een paar jaar later kreeg Leo de aanleiding om Aspar op te ruimen toen zijn zoon Ardabur betrokken bleek een samenzwering tegen Leo. Vader en zoon werden in 471 door de eunuchen vermoord, volgens een plan dat keurig was opgezet door de keizer en de Isauriërs.

Een Tremissis van keizer Anthemius. Ook hij kwam om door verraad van Ricimer.
Een Tremissis van keizer Anthemius. Ook hij kwam om door verraad van Ricimer.

Leo oefende ook nog steeds invloed uit over het West-Romeinse rijk. Na de dood van Libius Severus wachtte Ricimer braaf tot Leo een nieuwe keizer benoemde, zelfs al bracht dit een interregnum van 18 maanden met zich mee. Geiseric probeerde opnieuw Olybrius op de troon te krijgen, wat Ricimer politiek buitenspel zou hebben gezet. Om de druk op keizer Leo op te voeren liet Geiseric zijn mensen steeds vaker Italië en Sicilië aanvallen en ook bewoners van de Balkan en Griekenland terroriseren. Leo reageerde echter door in 467 Procopius Anthemius, een bevelhebber op de Balkan en de schoonzoon van wijlen keizer Marcianus, tot keizer te benoemen. Ricimer trouwde op zijn beurt met Anthemius’ dochter Alypia. Door Anthemius’ connectie met Marcianus was hij een potentiële pretendent voor het oostelijk keizerschap, dus op deze manier kwam Leo mooi van hem af, terwijl er vooralsnog een bekwaam militair op de westelijke troon kwam. De verhoudingen tussen oost en west gingen er hierdoor behoorlijk op vooruit. Om Ricimer in toom te houden moest deze voortaan het opperbevel delen met Marcellinus – een machtsdeling die in het oosten heel gebruikelijk was.

Kaap Bon, in het huidige Tunesië. De latere Byzantijnse keizer Bailiscus leed hier een verpletterende nederlaag.
Kaap Bon, in het huidige Tunesië. De latere Byzantijnse keizer Bailiscus leed hier een verpletterende nederlaag.

Zowel de Oost- als West-Romeinen maakten zich in 468 op om gezamenlijk een veldtocht naar Afrika te houden. Het grootste deel van de vloot, onder leiding van Leo’s zwager Basiliscus, was hierbij bekostigd door het oosten. Dat mocht niet baten. Bij Kaap Bon werd de vloot vernietigend verslagen. Anthemius stond er nu ineens zeer slecht voor: de schatkist was zo goed als leeg en zijn bondgenoten lieten hem in de steek. Kort daarna werd Marcellinus ook nog vermoord. Derhalve ging Anthemius zich richten op Gallië, waar de Visigoten dankbaar gebruik hadden gemaakt van de verzwakking. Pogingen om hen te verslaan liepen op fiasco’s uit. Zowel deze miskleunen als zijn Griekse afkomst maakten hem erg impopulair bij de Italiaanse elite. Hoewel hij pogingen deed om dit te sussen, kon Anthemius niet voorkomen dat Ricimer zich aan het hoofd van de oppositie schaarde. Dit laaide enkele keren flink op en in 472, toen Anthemius zich onder het mom van ziekte schuilhield in de basiliek van Sint-Pieter, stuurde Leo Olybrius naar Rome om te bemiddelen in het conflict. Olybrius en Ricimer sloten echter de handen ineen. Volgens de 6e-eeuwse historicus Johannes Malalas zou Ricimer een brief onderschept hebben waarin Leo Anthemius aanspoorde om Olybrius te doden. Ricimer riep Olybrius tot keizer uit en belegerde de stad met zijn barbaarse legereenheden.

Olybrius was jarenlang Geiserics troonpretendent voor het West-Romeinse rijk. Maar uiteindelijk regeerde hij nog geen jaar.
Olybrius was jarenlang Geiserics troonpretendent voor het West-Romeinse rijk. Maar uiteindelijk regeerde hij nog geen jaar.

De strijd duurde vijf maanden. De troepen in Gallië kregen verzoeken om hulp van beide partijen. Hun leider, de Bourgondiër Gundobad, koos de kant van Ricimer, die zijn oom was. Een groep Gallische loyalisten trachtte Anthemius te ontzetten, maar werden verslagen. Anthemius trachtte de Germanen af te kopen, maar haalde zich hiermee blijkbaar de woede van het volk op de hals. Zijn mannen werden door de vijand afgeslacht en de keizer probeerde vermomd als bedelaar de stad te ontvluchten. Hij werd echter ontdekt en gevangengenomen, waarna Gundobad of Ricimer hem op 11 juli ter dood bracht. Ricimer kon niet lang genieten van de overwinning en overleed al een maand later, waarna Gundobad de magister militum werd. Ook Olybrius leefde niet lang meer en stierf al na zeven maanden keizerschap. Toch duurde het nog een paar maanden voor er een nieuwe keizer benoemd werd. Toen Euric in 473 met zijn Visigoten Italië binnenviel, besloot Gundobad niet langer af te wachten en zette de nogal onbekende Glycerius op de troon. Glycerius was waarschijnlijk comes domesticorum, het hoofd van de keizerlijke lijfwacht.

Keizer Leo I. Op het einde van zijn leven was hij impopulair bij het volk door zijn verbod op niet-christelijke feesten.
Keizer Leo I. Op het einde van zijn leven was hij impopulair bij het volk door zijn verbod op niet-christelijke feesten. Toch bracht hij het er beter van af dan zijn hele lijst westelijke tijdgenoten.

Over de regering van Glycerius is weinig bekend, al wist hij de inval in Italië te stuiten (of dit te laten doen door zijn officieren). Wel nam Euric Arles en Marseille in. Uit het oosten naderden ondertussen de Ostrogoten, wat uiteraard het schrikbeeld van een gecombineerde Gotische strijdmacht opriep. Door de Ostrogotische koning Widimir af te kopen en hem te overtuigen dat de Italiaanse gebieden die hij wilde al bezet werden door de Ostrogoten, boog deze af naar Gallië. Zo ontstond er in elk geval geen dubbele invasiemacht. Toch was dit een oplossing op korte termijn, want de Visigoten en Ostrogoten waren nu wel buren geworden. Veel meer is er niet bekend over de korte regering van Glycerius. Kort, want al in juni 474 kwam deze tot een einde. Leo I had Glycerius namelijk nooit erkend en benoemde derhalve Julius Nepos, de bevelhebber van Dalmatia, tot keizer. De enige reden dat het nog een jaar duurde voordat deze Italië bereikte, was dat de beslissing traag genomen was, zodat Nepos niet uit kon varen voor de winter, waarin de havens gesloten waren. In januari 474 stierf de 73-jarige Leo I aan dysenterie. Tarasicodissa benoemde hierop zijn zoontje, Flavius Leo Iunior, tot keizer Leo II. Glycerius zette dan ook alles op alles om de verhoudingen met Constantinopel te lijmen. Hij benoemde met opzet geen consul zodat Leo II als enige consul zou zijn. Het baatte niet. In het voorjaar van 474 stak Nepos de Adriatische Zee over en ging in juli aan land. Zonder enige veldslag wist hij Glycerius af te zetten. Het blijft een raadsel waarom Glycerius geen verzet bood. Wellicht stonden de adel en Senaat niet achter hem. Het is ook mogelijk dat Gundobad naar Gallië was gegaan om versterkingen te zoeken, zodat Glycerius achterbleef zonder de sterke man van het leger. Nepos stuurde Glycerius naar Dalmatia, waar hij bisschop van Salonae gemaakt werd. Later zouden zij elkaar hier weer ontmoeten…

Het einde van de Theodosiaanse dynastie: een stabiel oosten en chaotisch westen

avitusWaar waren we gebleven? De dood van keizer Honorius liet de westelijke troon vacant, waarna Iohannes deze innam. De oostelijke keizer Theodosius II liet het hier niet bij zitten en begon een oorlog om Honorius’ neefje Valentinianus de troon te bezorgen. Zo bleef de Theodosiaanse dyanstie aan de macht in beide rijkshelften. Maar de moeilijkheden in het westen zouden ernstig toenemen, terwijl het rijkere oosten, dat zijn defensie meer op orde had, veel minder ernstig zou lijden.

Buste van keizer Theodosius II. Hij was niet zo'n bekwame keizer als zijn naamgenoot.
Buste van keizer Theodosius II. Hij was niet zo’n bekwame keizer als zijn naamgenoot.

Theodosius II was geboren in 401 als zoon van keizer Arcadius. Al het jaar daarop had Arcadius hem mede-keizer gemaakt, zodat hij derhalve de jongste persoon aller tijden is die deze titel voerde. Hij werd daadwerkelijk keizer op zijn 7e, toen Arcadius in 408 overleed. Arcadius was een zwak bestuurder geweest die in zijn laatste levensjaren vooral afhankelijk was geweest van de Praetoriaanse Prefect Anthemius (wiens rang in deze periode te vergelijken valt met eerste minister). Anthemius was een bekwaam regent en trouw aan de dynastie. Hij overzag onder andere de constructie van de Theodosiaanse muren rondom Constantinopel. Toch werd Anthemius in 414 door Theodosius ontslagen, op aansturen van Pulcheria, de oudere zus van Theodosius. Pulcheria kreeg hierop de titel van Augusta en nam Anthemius’ plaats als regentes in. Zelfs toen Theodosius in 416 meerderjarig werd verklaard bleef haar invloed sterk. Onder de invloed van Pulcheria groeide Theodosius’ christelijke geloof, wat hem in 421 deed besluiten om een oorlog te beginnen tegen de Sassanidische Perzen, die christenen vervolgden. De oorlog eindigde echter in een patstelling en ondertussen bedreigden de Hunnen Constantinopel, zodat er in 422 vrede werd gesloten zonder wijzigingen in de status quo. Het was ook in 421 dat Theodosius trouwde met een Griekse vrouw genaamd Athenaïs, die na haar doop Aelia Eudocia heette, en in de Griekse kerk ook bekend staat als Sint-Eudocia.

Solidus van keizer Iohannes. Het oosten erkende hem niet, wat in de 5e eeuw wel voor meer westelijke keizers gold.
Solidus van keizer Iohannes. Het oosten erkende hem niet, wat in de 5e eeuw wel voor meer westelijke keizers gold.

Valentinianus III was in deze periode nog een kind. Op 2 juli 419 was hij geboren als zoon van Galla Placidia, de zuster van keizer Honorius, en Flavius Constantius, die later korte tijd de macht met Honorius had gedeeld als keizer Constantius III. Het keizerschap van Constantius werd in het oosten in eerste instantie niet erkend en op dezelfde manier had Constantinopel ook moeite met de benoeming van Valentinianus tot Nobelissimus, één van de allerhoogste titels in die tijd, in 421. Constantius zelf stierf dat jaar en waarschijnlijk was het in 423 dat Placidia met haar zoontje naar Constantinopel vluchtte. Als dit gebeurde voor de dood van Honorius kunnen de geruchten over diens incestueuze affectie voor Placidia een rol hebben gespeeld. Vond de vlucht hierna pas plaats, dan was het waarschijnlijk omdat Honorius’ minister Iohannes de macht had gegrepen. Het oosten ging in elk geval niet akkoord met deze machtswisseling, want Theodosius zag liever een familielid op de troon. Schoorvoetend erkende hij Constantius III postuum als keizer en benoemde Valentinianus tot Caesar van het westen op 23 oktober 425. Er volgde een oorlog tussen het oosten en het westen, waarbij Iohannes uiteindelijk verslagen werd, zodat Valentinianus een jaar na zijn benoeming tot Caesar officieel keizer van het westen gemaakt werd.

Flavius Aëtius kwam met de troonsbestijging van Valentinianus op een zeer hoge positie. Later werd hij de machtigste man van het rijk.
Flavius Aëtius kwam met de troonsbestijging van Valentinianus op een zeer hoge positie. Later werd hij de machtigste man van het West-Romeinse rijk.

Zolang Valentinianus niet meerderjarig was nam Placidia het regentschap waar. Verder moesten alle posten tactisch verdeeld worden. Flavius Felix werd benoemd tot magister militum van het West-Romeinse rijk. Diens rivaal, Flavius Aëtius, moest echter ook zoet worden gehouden en werd derhalve opperbevelhebber van Gallië gemaakt. Dat hij tot een hoop in staat was, was wel gebleken, want hij was destijds door Iohannes uitgezonden om hulp te halen bij de Hunnen, die hij in 425 had meegebracht naar Italië. Dat was te laat om Iohannes te hulp te komen, maar vooralsnog gevaarlijk genoeg om snel de onderhandelingen te openen. Dat de Hunnen gevaarlijk waren was algemeen bekend: het jaar daarvoor had Constantinopel hen voorlopig af weten te kopen door hen jaarlijks een schatting van 350 Romeinse ponden in goud te betalen. Het westen had zulke afspraken niet gemaakt en kon zich financieel ook minder veroorloven. Uiteindelijk kwam men echter in Ravenna overeen dat de Hunnen Italië en Pannonia Valeria zouden verlaten, wat een flink opluchting voor het westen moet zijn geweest. Felix kon zich nu in alle rust wijden aan het herstel van de verdedigingswerken aan de Donau. Het leek in die eerste vijf jaar weer wat de goede kant op te gaan voor Ravenna. Er werden namelijk ook nog enkele overwinningen behaald op de Visigoten en de Franken. Toch was het lang niet alleen rozengeur en maneschijn, want Spanje werd geteisterd door Vandalen, Alanen en Sueben, evenals door grote boerenopstanden.

11e-eeuws miniatuur waarop Theodosius II de relikwieën van de door hem gerehabiliteerde Johannes Chrysostomos ontvangt.
11e-eeuws miniatuur waarop Theodosius II de relikwieën van de door hem gerehabiliteerde Johannes Chrysostomos ontvangt.

In het oosten was er ondertussen maar weinig sprake van gewapende strijd en richtte Theodosius zich ook op meer religieuze en culturele zaken. In 425 richtte hij de Universiteit van Constantinopel op en in 429 stelde hij een commissie aan om alle wetten te verzamelen die sinds de regering van Constantijn de Grote waren vervaardigd. Pas in 438 zou deze Codex Theodosianus klaar zijn. Een meer lastige dobber had Theodosius aan een godsdienstige kwestie, namelijk de vraag of in Jezus God zelf als mens geboren was. Aanhangers van dit idee stonden erop om Maria Theotokos te noemen, wat zoveel betekent als “moeder van God” (letterlijk “zij die God baart”). Anderen zagen dit als ketterij. In 428 benoemde Theodosius de monnik Nestorius, die hij in Syrië had ontmoet, tot aartsbisschop van Constantinopel. Nestorius trachtte een compromis te vinden door te benadrukken dat Maria toch in elk geval moeder van Christus was en derhalve Christotokos genoemd kon worden. Hierop werd dit nestoriaans gedachtegoed ketterij genoemd en werd Nestorius ervan beschuldigd dat hij de goddelijke en menselijke aard van Jezus trachtte te scheiden, alsof er twee Christussen waren. In 431 belegde de keizer op verzoek van Nestorius dan ook het Eerste Concilie van Efeze. Hoewel Theodosius achter Nestorius stond, werd de aartsbisschop wegens ketterij verbannen en ging men akkoord met de titel van Theotokos. Toen het geschil jaren later echter opnieuw uitbrak belegde Theodosius een nieuw concilie in Efeze in 449. Hierbij werd de vergadering echter geïntimideerd door keizerlijke soldaten binnen te laten, waarop dit concilie ook wel bekendstaat als de Roverssynode.

Geiseric, koning der Vandalen en Alanen, afgebeeld op een siliqua.
Geiseric, koning der Vandalen en Alanen, afgebeeld op een zilveren siliqua.

Het westen kampte ondertussen met veel ernstigere politieke problemen. Felix was in botsing geraakt met Bonifacius, de opperbevelhebber van Africa. Bonifacius was door Felix van verraad beschuldigd, maar weigerde terug te keren naar Italië om terecht te staan. Nadat hij het leger van Felix versloeg, was deze te zwak om zich nog te verweren tegen zijn rivaal Aëtius, die zijn positie in 429 overnam. Het jaar daarop werd Felix vermoord. In dit politieke tumult speelde de oversteek van de Vandalen wellicht een rol: in 429 trokken zij onder hun koning Geiseric vanuit Spanje naar Mauretania Tingitana (huidig Marokko) wat zeer ernstige gevolgen had voor de West-Romeinse schatkist. Spanje en de Afrikaanse provincies waren de laatste paar eeuwen veel minder hard getroffen door allerlei invallen dan Gallië, zodat er nu een vrij rijk grondgebied verloren ging. Het gevolg was een stijgende belastingdruk, wat de economie meer kwaad dan goed deed. Ondertussen was de rest van Africa bovendien onder controle van Bonifacius de opstandeling. Deze slaagde er echter niet in om het leger dat Placidia gestuurd had te verslaan en zocht derhalve hulp bij de Vandalen, met wie hij overeenkwam om Africa te verdelen. Zodra dat nieuws het hof in Ravenna bereikte deed men er alles aan om de banden met Bonifacius te herstellen. Dat lukte en in 430 keerde Bonifacius zich weer tegen Geiseric. In 431 werden zijn legers echter verslagen door de Vandalen en kon Bonifacius niet anders dan vluchten naar Italië.

Het rijk der Hunnen rond het jaar 450. Grote aantallen Germanen waren onderworpen of vazal, terwijl het machtsbereik van de Hunnen tot binnen de Romeinse grenzen kwam.
Het rijk der Hunnen rond het jaar 450. Grote aantallen Germanen waren onderworpen of vazal, terwijl het machtsbereik van de Hunnen tot binnen de Romeinse grenzen kwam.

Aëtius had zich ondertussen niet zo populair gemaakt aan het hof, waar men erg bezorgd was over de enorme macht die hij in handen had. Vooral Placidia had hier erg veel moeite mee. In 431 werd Aëtius dan ook afgezet en vervangen door Bonifacius. Aëtius pikte dit niet en verzamelde zijn troepen om zijn machtspositie met geweld terug te veroveren. Bij Ravenna werd hij verslagen door Bonifacius, die echter zelf aan zijn verwondingen overleed. Aëtius sloeg op de vlucht naar zijn oude bondgenoten, de geduchte Hunnen. Die waren de laatste jaren wat minder gevaarlijk, door hun onderlinge verdeeldheid. De Hunnen waren altijd meer een verbond van volkeren dan een echte eenheid, wat nu handig was uitgebuit door de Romeinen. Maar uiteindelijk had ene Ruga of Rua rond deze tijd het Hunnenrijk weten te herenigen, zodat dit weer een realistische dreiging werd. In 433 werd de schatting die het Oost-Romeinse rijk betaalde al verdubbeld en in 434 wist Aëtius voor elkaar te krijgen dat de Hunnen, die inmiddels werden geregeerd door de broers Attila en Bleda, hem weer op zijn positie terug hielpen. Daarbij kregen de Hunnen Pannonia Savia toegewezen, een provincie midden op de Balkan en ruim binnen het rijk, zodat de dreiging eerder groter dan kleiner werd. Valentinianus en Placidia konden niet anders dan vrede sluiten met de Vandalen, die hun veroverd gebied in Africa mochten behouden in ruil voor een jaarlijkse schatting.

Solidus ter ere van het huwelijk tussen Valentinianus III en Licinia Eudoxia.
Solidus ter ere van het huwelijk tussen Valentinianus III en Licinia Eudoxia.

In 437 werd Valentinianus III meerderjarig en trouwde met Licinia Eudoxia, de dochter van Theodosius II, met wie hij al sinds jonge leeftijd verloofd was. Het regentschap van Placidia kwam ten einde, maar in feite lag alle macht nog altijd bij Aëtius. Aëtius focuste zich in deze woelige tijden vooral op het gemakkelijke bereikbare Gallië, waar de Visigoten in 439 toch weer een overwinning op de Romeinen behaalden. Desondanks behaalde Aëtius wel overwinningen op de Franken, Bourgonden, Sueben en de Bagaudae (boeren-opstandelingen). Aan de zaken in Africa was veel minder te doen. Geiseric had zich weinig aangetrokken van het vredesverdrag en veroverde steeds meer grond, tot in 439 ook Carthago viel. Een zeer ernstige zaak, want samen met de belastingopbrengsten van deze provincies ging hiermee ook een zeer belangrijke graanleverancier voor Rome ten onder. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was begonnen Vandaalse piratenvloten de Middellandse Zee en vooral Sicilië te teisteren.

In de loop der eeuwen waren de Vandalen, zoals wel meer Germanen, veel door het noorden van Europa getrokken. In de 5e eeuw trokken ze langs de Rijn en vielen Gallië binnen om daarna naar Spanje uit te wijken. Hun oversteek naar het tot dan toe kalmere Afrika was een ramp voor Rome.
In de loop der eeuwen waren de Vandalen, zoals wel meer Germanen, veel door het noorden van Europa getrokken. In de 5e eeuw trokken ze langs de Rijn en vielen Gallië binnen om daarna naar Spanje uit te wijken. Hun oversteek naar het tot dan toe kalmere Afrika was een ramp voor Rome.

Aëtius sloeg uiteindelijk de handen ineen met Theodosius II en beide Romeinse rijken stuurden troepen naar Sicilië in de hoop Carthago te ontzetten. Om dergelijk enorme legers te verzamelen was echter de oude fout gemaakt om hiervoor troepen van de grenzen weg te trekken, waar de Perzen en de Hunnen meteen dankbaar gebruik van maakten. Zo snel men kon werden de plannen voor Africa geschrapt en de troepen teruggestuurd. Het was wel duidelijk dat er niet veel aan de Vandalen te doen viel, zodat men wel moest onderhandelen. In ruil voor teruggave van Mauretania en Tripolitana zouden de Vandaalse veroveringen in 442 worden erkend. Opnieuw lapte Geiseric dit echter al snel aan zijn laars en veroverde Mauretania gewoon weer. Aëtius trachtte het conflict op een andere manier op te lossen, nu door middel van huwelijksdiplomatie. Hij probeerde Valentinianus zover te krijgen zijn dochter Eudocia te laten trouwen met Huneric, de zoon van Geiseric, die echter al getrouwd bleek met de dochter van de koning der Visigoten. Spanje raakte ondertussen steeds verder onder controle van de Sueben, zodat de belastingdruk van het West-Romeinse rijk steeds verder opliep. Zelfs de keizer moest nu inkomsten inleveren!

De beruchte Attila de Hun ging in 451 op oorlogspad tegen het West-Romeinse rijk. (De afbeelding is fantasie, want niemand weet hoe hij eruit zag.)
De beruchte Attila de Hun ging in 451 op oorlogspad tegen het West-Romeinse rijk. (De afbeelding is fantasie, want niemand weet hoe hij eruit zag.)

De Hunnen leken ondertussen niet te stuiten en in 443 vernietigden zij twee legers. De vrede kon alleen worden afgekocht onder zeer vernederende voorwaarden, waaronder een jaarlijkse schatting 2100 Romeinse ponden aan goud (ongeveer 687 kg.)! In 447 trokken de Hunnen echter alsnog plunderend over de Balkan, waarbij zij onder meer Serdica (Sofia) verwoestten en tot vlak aan Constantinopel oprukten. Intussen was de relatie tussen Attila en Aëtius bekoeld. Het overlijden van de Frankische koning Chlodio had namelijk meerdere pretendenten opgeleverd (in de Germaanse koninkrijken gingen kronen niet altijd simpelweg over van vader op oudste zoon) en Attila en Aëtius hadden beiden een andere kandidaat gesteund. Wellicht werd Attila ook omgekocht door Geiseric om zijn oude vriend niet langer te steunen, maar in ieder geval zat Attila te azen op een aanleiding om het West-Romeinse rijk aan te vallen. Die aanleiding kwam in 449 of 450, toen Valentinianus’ zuster Honoria tegen haar zin werd uitgehuwelijkt aan senator Bassus Herculanus. Honoria zag dit niet zitten en vroeg Attila om hulp door haar verlovingsring op te sturen. Attila interpreteerde dit als een aanzoek (al dan niet omdat hem dat goed uitkwam) en vroeg om het halve West-Romeinse rijk als bruidsschat. Toen dit uitkwam was het alleen de invloed van moeder Placidia die voorkwam dat Valentinianus zijn zuster ter dood bracht. Wel werd zij verbannen en schreef de keizer aan de Hunnenkoning dat dit huwelijksvoorstel totaal onwettig was.

Attila's verwoestende veldtocht door Gallië. Ook het tegenwoordige België was de klos.
Attila’s verwoestende veldtocht door Gallië. Ook het tegenwoordige België was de klos.

In 451 arriveerde er een heraut van Attila in Ravenna, met de boodschap dat Honoria geen blaam trof en dat de Hun zou nemen wat hem toekwam. Toen men niet op de eis inging viel hij Gallië binnen. Het Hunnenleger trok verwoestend van stad naar stad, terwijl Attila’s vazallen en bondgenoten door Belgica trokken en ook de Franken bevochten toen deze zich weigerden aan te sluiten. Slechts enkele steden, zoals Parijs, weerstonden beleg. Aëtius had echter zijn legers verzameld en de Visigoten en Bourgonden overgehaald om zich bij het verbond tegen de Hunnen aan te sluiten. Twee legers van tienduizenden manschappen troffen elkaar op de Catalaunische Velden op 20 juni 451. Het dodental is onbekend, maar het was zwaar genoeg om Attila over te halen te vertrekken. Toch gaf de Hun nog niet op. Het jaar daarop viel hij Italië binnen. Aquileia werd verwoest en ook Verona en Vincentia werden ingenomen. De vijand was gevaarlijk dicht bij Ravenna en het keizerlijk hof week derhalve uit naar Rome. Eigenlijk geen slimme zet, want Aëtius had geen troepen in Italië om Rome te verdedigen, zodat Valentinianus nu eigenlijk kwetsbaarder was. Maar er kwam hulp.

De ontmoeting tussen Leo de Grote en Attila. (Fresco door Raphael.) Volgens de legende zouden de heiligen Petrus en Paulus plotseling met getrokken zwaard boven paus Leo verschenen zijn, waarop de Hunnen zich in angst terugtrokken. Leo I is hier afgebeeld als portret van de toenmalige paus Leo X.
De ontmoeting tussen Leo de Grote en Attila. (Fresco door Raphael.) Volgens de legende zouden de heiligen Petrus en Paulus plotseling met getrokken zwaard boven paus Leo verschenen zijn, waarop de Hunnen zich in angst terugtrokken. Leo I is hier afgebeeld als portret van de toenmalige paus Leo X.

Theodosius was op het moment van de inval allang overleden. In 450 was hij na een val van zijn paard gestorven en omdat er geen zoon beschikbaar was, had de oostelijke opperbevelhebber Aspar een huwelijk geregeld tussen Pulcheria, die al jaren daarvoor door Theodosius was weggestuurd en sindsdien in een klooster leefde, en een zekere Flavius Marcianus. Marcianus, geboren in 392 in Thracië of Illyricum, was de zoon van een soldaat en een veteraan van Theodosius’ oorlog tegen de Perzen. Ook had hij enige tijd gevangen gezeten in Afrika bij de Vandalen. Aspar, zelf van Germaanse oorsprong, had voor elkaar gekregen dat zijn protegé tot senator verheven was. Als vertrouweling van Aspar was hij dus een geschikte kandidaat. Als keizer stopte hij vrijwel meteen met de betalingen aan Attila, wetende dat de Hunnen Constantinopel toch niet in konden nemen. Vandaar dat Attila zijn vijandschap voorlopig op het westen had gericht. Tijdens de veldtocht in Italië ontmoette Attila hier een gezantschap onder leiding van paus Leo I, om zich niet veel later terug te trekken. Dit leverde de paus de bijnaam Leo de Grote op, maar in werkelijkheid speelde er meer factoren mee dan alleen zijn pleidooi: er was nieuws gekomen dat Marcianus het rijk van de Hunnen zou aanvallen. Bovendien werd het leger van Attila geplaagd door ziekte. Attila schijnt zich hierna te hebben opgemaakt om het Oost-Romeinse rijk opnieuw te beoorlogen, maar zijn plotselinge dood in 453 voorkwam dit. Attila’s zoons gingen onderling ruziënd ten onder, zodat het rijk der Hunnen al snel uiteen viel.

Solidus van de Oost-Romeinse keizer Marcianus. Hij was de laatste Theodosiaanse keizer en eigenlijk alleen aangetrouwd.
Solidus van de Oost-Romeinse keizer Marcianus. Hij was de laatste Theodosiaanse keizer en eigenlijk alleen aangetrouwd.

Afgezien van deze gebeurtenis liet Marcianus zich weinig in met de zaken van het westen. Belangrijker vond hij het de financiën te hervormen en de oostgrens te verdedigen. Tijdens de veldtochten van Attila kwam hij in eerste instantie niet te hulp. Wel zijn er vermoedens dat Marcianus zich achter de schermen wel degelijk met het westen bezighield en een vinger in de pap had bij de dood van Attila. Desondanks greep Marcianus niet in toen het helemaal fout liep met het westen. Valentinianus maakte namelijk de fout om Aëtius uit te schakelen. Waarschijnlijk was hij al lange tijd niet op zijn gemak bij het idee dat de opperbevelhebber zoveel macht had en bovendien stond hij bloot aan de inblazingen van zijn kamerheer Heraclius (een eunuch) en senator Petronius Maximus, die een persoonlijke vijandschap had jegens Aëtius. Op 21 september 454 presenteerde Aëtius een financieel verslag aan de keizer, die echter plotseling overeind sprong en hem beschuldigde van dronkenschap en samenzwering. Ook gaf Valentinianus Aëtius de schuld van de huidige staat van het West-Romeinse rijk. Valentinianus trok zijn zwaard en stortte zich samen met Heraclius op Aëtius. De keizer pochte later dat hij er goed aan had gedaan om zijn generaal op deze manier op te ruimen. Een raadsman zou hierop geantwoord hebben dat de keizer zijn rechterhand had afgehakt met behulp van de linker.

Een solidus van Valentinianus III. Hij is nogal veroordeeld als een verwend kereltje dat amper in staat was te regeren en makkelijk onder invloed van anderen viel. Dat laatste werd zijn ondergang.
Een solidus van Valentinianus III. Hij is nogal veroordeeld als een verwend kereltje dat amper in staat was te regeren en makkelijk onder invloed van anderen viel. Dat laatste werd zijn ondergang.

Inderdaad was het geen slimme zet, maar dan vooral omdat de ambities van Petronius Maximus nu geen rem meer hadden. Maximus had gehoopt nu hogerop te komen en het opperbevel toegewezen te krijgen, maar Valentinianus had dit geweigerd, onder waarschuwingen van Heraclius. Bovendien koesterde Maximus wrok jegens de keizer, die zijn vrouw Lucina zou hebben verkracht. Volgens Johannes van Antiochië was de moord op Aëtius opgezet door Maximus zodat deze in alle rust wraak kon nemen op de keizer. Op 16 maart 455 reed Valentinianus over de Campus Martius en steeg af om boogschietoefeningen te gaan doen. Optelas en Thraustelas, twee Scythen die volgelingen van Aëtius waren geweest, sprongen plotseling op de keizer af. Optelas sloeg hem tegen de zijkant van het hoofd. Valentinianus was totaal verrast en draaide zich om, om zijn aanvaller te zien, waarna Optelas de genadeslag uitdeelde. Thraustelas maakte Heraclius ondertussen van kant. De volgende dag al werd Petronius Maximus, die de daders waarschijnlijk had betaald, uitgeroepen tot keizer van het westen, nadat hij hen een enorm donativum had beloofd. Zijn rivalen konden daar met geen mogelijkheid tegenop. Licinia Eudoxia, de weduwe van Valentinianus, werd door de schurk gedwongen tot een huwelijk.

De schurkachtige keizer Petronius Maximus maakte er zo'n puinhoop van dat hij het nog geen kwartaal volhield.
De schurkachtige keizer Petronius Maximus maakte er zo’n puinhoop van dat hij het nog geen kwartaal volhield.

Het hof in Constantinopel weigerde Maximus als keizer te erkennen. Om zijn positie derhalve te versterken benoemde Maximus ene Eparchius Avitus tot magister militum. Avitus was een Gallo-Romeinse edelman die zich onder Aëtius onder andere verdienstelijk had gemaakt als diplomaat, waarbij hij de Visigotische koning Theodorik I had overgehaald om zich aan te sluiten bij het verbond tegen Attila. Theodorik was inmiddels overleden en opgevolgd door zijn zoon, Theodorik II, met wie Avitus al eerder een ontmoeting had gehad in Toulouse. Derhalve werd Avitus nu naar Toulouse gestuurd om de steun van de Visigoten te winnen, terwijl het oude plan om prinses Eudocia uit te huwelijken aan Huneric werd geschrapt. Dit laatste was tegen het zere been van Geiseric, en toen Licinia in haar wanhoop zijn hof contacteerde had hij genoeg aanleiding om aan te vallen. Na slechts twee maanden keizerschap van Maximus kwam het nieuws dat de Vandalen en Alanen in aantocht waren, waarop een groot deel van de bevolking van Rome vluchtte. Maximus besefte dat het zonder de versterkingen van Avitus onmogelijk zou zijn om de hoofdstad te verdedigen en maakte zich op om te vluchten. Op 31 mei 455 reed hij de stad uit, verlaten door zijn lijfwacht en gevolg, welke in blinde paniek er al vandoor waren gegaan. Maximus bleek opnieuw dom te zijn geweest, want een woedende menigte sleurde hem van zijn paard en vermoordde hem, waarna zijn lijk in de Tiber gesmeten werd. Hij 78 dagen geregeerd.

De beruchte plundering van Rome duurde twee weken en zou de oorsprong van het woord vandalisme zijn. Toch had de schade veel erger kunnen zijn.
De beruchte plundering van Rome duurde twee weken en zou de oorsprong van het woord vandalisme zijn. Toch had de schade veel erger kunnen zijn.

Op 2 juni 455, drie dagen na de dood van Petronius Maximus, bereikte Geiseric Rome. Twee weken lang sloegen zij aan het plunderen, veel grondiger dan de Visigoten 45 jaar daarvoor hadden gedaan. Toch werd de stad niet verwoest: er vonden relatief zeer weinig brandstichtingen, verkrachtingen en moordpartijen plaats. Paus Leo had voor elkaar gekregen dat dit zo min mogelijk gebeurde. Wel roofden de Vandalen praktisch alles van waarde dat ze te pakken konden krijgen. Ook werden keizerin Licinia Eudoxia en haar dochters meegevoerd. Eudocia werd alsnog uitgehuwelijkt aan Huneric. Rome was kaalgeplukt en de troon was vacant. Maar in Toulouse riep Theodorik II op 9 juli Avitus tot keizer uit. Op 5 augustus volgde de erkenning door de Senaat, nog voor Avitus Rome bereikt had. Ook hij hield het niet lang vol. Zijn voorkeur voor Gallo-Romeinen zette kwaad bloed bij de Romeinse elite en de bevolking van Rome leed ernstig onder de gevolgen van de plundering en een havenblokkade door de Vandalen. Avitus moest zijn Visigotische lijfwacht al snel ontslaan onder druk van de publieke opinie en kon zijn lege schatkist alleen aanvullen door bronzen beelden om te smelten. In de herfst van 456 moest hij naar Gallië vluchten om troepen te verzamelen tegen een opstand die begonnen was door de Germaanse generaal Ricimer en Majorianus, de officier van de garde, die de Senaat hadden bewogen om Avitus af te zetten. Na een treffen bij Placentia (Piacenza) werd het leger van Avitus verslagen. Hij sleet zijn laatste dagen als bisschop van de stad, waarbij de bronnen elkaar tegenspreken over de omstandigheden van zijn dood. Majorianus besteeg de troon van het westen. De oostelijke keizer Marcianus, die zich buiten al dit tumult had gehouden, stierf in 457 aan gangreen. In tegenstelling tot Avitus en Petronius Maximus was hij een populaire keizer en hij ging ook beter de geschiedenisboeken in dan Theodosius II of Valentinianus III. Maar waarschijnlijk heeft hij vooral geluk gehad dat het oosten zoveel leed bespaard bleef.

De late Soldatenkeizers: herstel tussen aanhalingstekens

Soldaten uit de Crisis van de Derde Eeuw, herkenbaar aan hun ovalen schilden, langere zwaarden en meer dekkende Niederbieber-helmen.

De Crisis van de 3e eeuw bereikte wellicht zijn hoogtepunt rond 260, onder keizer Gallienus. In slechts drie jaar verschenen er wel een stuk of tien tegenkeizers, waarbij de afscheidingen van Postumus en Zenobia nog niet eens meegerekend worden. Pas een decennium later, onder Aurelianus, zou de eenheid van het rijk hersteld worden. Maar de chaos was nog lang niet voorbij…

Aurelianus noemde zich "hersteller van de wereld", maar zo gemakkelijk ging dat niet.
Aurelianus noemde zich “hersteller van de wereld”, als onderdeel van zijn propaganda. In werkelijkheid was het nog steeds een chaos.

Lucius Domitius Aurelianus was in 214 of 215 geboren in Dacië, als de zoon van een colonus. Zijn moeder was mogelijk een priesteres van Sol Invictus. Hij was zijn militaire loopbaan vlak na de moord op Alexander Severus begonnen en boekte succes door zijn intelligentie en zijn kracht. Gallienus maakte hem uiteindelijk zijn rechterhand en benoemde hem tot dux equitum, het hoofd van de cavalerie. Zijn overwinning op de Goten bij Naissus was een grote daad, omdat hij hiermee een extreem gevaarlijke invasie afweerde. Over de moord op Gallienus beweert een enkele bron dat Aurelianus de aanstichter was van het complot, al laten veel andere teksten hem erbuiten. Wel steunde hij Claudius Gothicus toen deze aanspraak op de troon maakte. Twee jaar later stierf Claudius aan de pest. Het leger steunde diens broer niet als keizer en riep in 270 Aurelianus uit tot keizer. Zijn rivaal werd met gemak verslagen zodat Aurelianus in een mum van tijd erkend werd. Vervolgens beweerde hij dat Claudius hem op zijn sterfbed als opvolger had aangewezen en verkondigde daarom dat zijn regering begon op de sterfdag van Claudius. Quintillus werd dus als usurpator afgeschreven. Aurelianus was een meester in de propaganda. Ook bij zijn herovering van Gallië verspreidde hij zoveel mogelijk de boodschap dat het niet om een brute, allesverwoestende verovering ging. De Gallische keizer Tetricus besefte uiteindelijk geen kans te maken en ging door de knieën. Hij werd in Aurelianus’ triomftocht meegevoerd, gestoken in Gallische klederdracht om op een verslagen barbaar te lijken. Al net zo listig was Aurelianus’ besluit om Tetricus niet te doden, zodat Aurelianus genadig en eerlijk leek.

Bij het aantreden van Aurelianus lag het Romeinse rijk er verscheurd bij. De Rijngrens werd ook onder hem nog behoorlijk verwaarloosd.
Bij het aantreden van Aurelianus lag het Romeinse rijk er verscheurd bij. De Rijngrens werd ook onder hem nog behoorlijk verwaarloosd.

Alle propaganda ten spijt was Aurelianus nog lang niet de “hersteller van de wereld” (restitutor orbis) die hij zich noemde. Opnieuw bleef er een uitgedund grensleger achter, tot vreugde van de op buit beluste vijand. In ons land werden de forten langs de Rijn opnieuw en masse aangevallen. De meer zuidelijke garnizoenssteden die Postumus onder andere langs de Maas had opgericht konden hier nauwelijks iets tegen beginnen. De meeste castella langs de Rijn waren al rond 260 op last van Gallienus verlaten en nu was het niet veel beter. In feite was de Rijngrens tijdens deze fase van de crisis dus opgegeven: hoewel het Romeinse rijk nog steeds al het territorium tot aan de Rijn opeiste, was de invloed ten noorden van de handelsroute Keulen-Boulogne zeer beperkt. (Mogelijk verklaart dit zelfs de taalgrens tussen het Germaanse Nederlands en Romaanse Frans.) Germaanse coalities drongen diep in Gallië door en plunderden onder meer Parijs, Reims, Trier, Keulen en Maastricht. De Saksen zwierven als zeerovers langs de kust, terwijl veel van de kustforten verlaten waren. Aurelianus keek nauwelijks om naar al deze problemen. Integendeel, toen de boeren van de Noord-Gallische kust de handen ineen sloegen om zichzelf te verdedigen, werd dat afgedaan als rebellie, tot grote onvrede van de bevolking! Bijgevolg verdween het gevoel van trouw aan Rome zeer sterk en werden handel en politieke mentaliteit steeds meer lokaal gericht.

Sol Invictus (links, met zonnekroon) werd sterk gepopulariseerd door Aurelianus. Dit omdat de zon in bijna elke hoek van het rijk aanbeden werd.
Sol Invictus (links, met zonnekroon) werd sterk gepopulariseerd door Aurelianus. Dit omdat de zon in bijna elke hoek van het rijk aanbeden werd.

Deze problemen willen natuurlijk niet per definitie zeggen dat Aurelianus een slecht bestuurder was. Een aantal kwesties heeft hij wel degelijk getracht op te lossen. Bijvoorbeeld de zeer deplorabele financiën. De door Caracalla geïntroduceerde antoninianus was zo extreem gedevalueerd dat hij nog nauwelijks zilver bevatte: hij was officieel twee denariën waard, maar was qua metaalgehalte eigenlijk goedkoper! Na een opstand van de muntmeesters begreep Aurelianus dat het zo niet langer kon en hervormde het muntstelsel, door een nieuwe munt met iets meer zilver te introduceren. Een interessante godsdiensthervorming van zijn kant was zijn grote verering voor Sol Invictus, met de bedoeling om alle inwoners van het rijk in elk geval één centrale god te geven die door iedereen aanbeden kon worden: de zon. Juist in die visie was voor het christendom, waarin de zon slechts een schepping van God was, geen plaats. Maar ook zou Aurelianus misschien de andere goden hebben afgeschaft als hij de kans had gekregen. Ook op militair vlak was de keizer trouwens niet half zo laks als de toestand aan de noordgrens lijkt te impliceren, want hij verdedigde Italië tegen de Alemannen en bouwde de Muren van Aurelianus rondom Rome. Hij versloeg de Goten en werd daarom Gothicus Maximus genoemd. Wel gaf hij Dacia op, omdat dit ten noorden van de Donau lag en dus moeilijker te verdedigen was. Uiteindelijk maakte de keizer zich op om de Sassanidische Perzen te bevechten, daar hun rijk op dat moment ook in chaos verkeerde. Maar onderweg naar het oosten werd hij in 275 vermoord in Thracië. Naar het schijnt kwam dit omdat om één van zijn secretarissen, die de keizer over een kleine zaak had voorgelogen, bang was voor de gevolgen en met een valse dodenlijst de officieren van de Praetoriaanse Garde tegen hem opzette. Even wisten Aurelianus’ tegenstanders er een damnatio memoriae door te drukken, maar binnen een jaar werd dit herroepen en werd hij vergoddelijkt.

Een antoninianus van keizer Tacitus. De munt was door Aurelianus enigszins hersteld, maar echt waardevol was hij nog niet.
Een antoninianus van keizer Tacitus. De munt was door Aurelianus enigszins hersteld, maar echt waardevol was hij nog niet.

Op Aurelianus’ dood volgde een kort interregnum. Mogelijk regeerde zijn weduwe, Ulpia Severina, zelfs enige tijd. Uiteindelijk werd ene Marcus Claudius Tacitus (niet te verwarren met Gaius Cornelius Tacitus, de beroemde historicus) als nieuwe keizer gekozen. Het was de laatste maal dat de Romeinse Senaat zelf de opvolger uitkoos. Tacitus moet de Senaat dankbaar zijn geweest, want het lijkt erop dat hij de vergadering weer in een hoop regeringszaken wilde betrekken, hetgeen in de laatste decennia behoorlijk afgenomen was. Ook was hij degene die hen zover kreeg dat ze Aurelianus vergoddelijkten en liet hij de moordenaars arresteren en executeren. Een groot militair probleem waar hij mee kampte waren de barbaarse huurlingen die Aurelianus had geronseld voor de oorlog met Perzië, die sinds het afblazen van deze veldtocht plunderend door de oostelijke provincies zwierven. Nadat Tacitus deze muitende troepen in 276 verslagen had, keerde hij westwaarts om een inval van de Franken en Alemannen in Gallië te stuiten. Onderweg overleed hij echter. Volgens meerdere bronnen gaat het om een natuurlijke dood door een ziekte, waarbij hij vlak daarvoor al vreemd gedrag vertoonde, zoals een plan om alle maanden van naam te veranderen ter ere van hemzelf. Alleen Zosimus beweert dat Tacitus vermoord werd. Zijn halfbroer Florianus, die hem terzijde had gestaan tegen de huurlingen en de Goten, volgde hem op. Niet op initiatief van de Senaat, maar volgens de wens van de westelijke legioenen. Het leger in het oosten dacht er anders over en riep Marcus Aurelius Probus tot keizer uit. Florianus had het grootste leger, maar dat numeriek overwicht geen overwinning garandeert bleek toen zijn leger slecht voorbereid leek op het warme, droge klimaat in het oosten.

Keizer Probus was een zeer bekwaam militair, die zijn manschappen ook voor vredestaken inzette. Dat laatste werd mogelijk zijn ondergang.
Keizer Probus was een zeer bekwaam militair, die zijn manschappen ook voor vredestaken inzette. Dat laatste werd mogelijk zijn ondergang.

Probus won en trok naar het westen. Onderweg versloeg hij de Goten. Probus was een succesvol militair en hield zich als keizer dan ook flink bezig met de oorlog. Hij bestreed Numidische invallers in Egypte en de Vandalen op de Balkan. In Gallië bevocht hij de Alemannen, terwijl zijn generaals zich bezighielden met de Franken. Voor het eerst sinds tijden was Gallië vrij van invallers, maar Probus liet zijn soldaten niet met hun voeten op tafel zitten: om de economie te herstellen werden ze ingezet voor taken als het planten van nieuwe wijngaarden en het droogleggen van moerassen. Ook was Probus zo gevat om Germanen van buiten het rijk toe te laten in de nogal verwoeste grensgebieden, als foederati. Dit was in ons land eerder gebeurd met de Franken, die onder Postumus in Batavia (het rivierengebied) mochten gaan wonen, en nu in een grotere aantal ook toegelaten werden in Toxandrië (Brabant). Helaas was ook deze vrede maar van korte duur. Er kwamen toch weer enkele tegenkeizers op het toneel, die verslagen moesten worden. Probus’ plannen voor een veldtocht in het oosten werden hierdoor opgehouden tot 282. Wellicht speelt ontevredenheid van het leger over de aan hen opgelegde vredestaken een rol. Volgens sommige bronnen was dit wat leidde tot de moord op Probus in 282, al zeggen anderen dat het motief voor de moord was dat de soldaten Marcus Numerius Carus, de prefect van de Praetorianen, verkozen als keizer. Carus zelf zou dit slechts met tegenzin hebben geaccepteerd en liet de moordenaars van Probus dan ook niet ongestraft. Als keizer zette hij de geplande veldtocht tegen de Perzen door, waarbij hij een flinke overwinning haalde. De Sassanidische koning Bahram II had gewoon de pech dat de Romeinse aanval plaatsvond terwijl hij het hoofd moest bieden aan interne oppositie en zijn leger bezig was in Afghanistan.

Keizer Carinus wordt in de Historia Augusta omschreven als een waardeloze keizer die wel 9 maal trouwde. Zijn enige daadwerkelijke vrouw wordt hierbij niet eens genoemd, dus waarschijnlijk is dit laster van zijn rivaal Diocletianus.
Keizer Carinus wordt in de Historia Augusta ten onrechte omschreven als een waardeloze keizer.

De dood van keizer Carus, in 283 ergens in Mesopotamië, is wellicht de geheimzinnigste of vreemdste van alle soldatenkeizers. Er wordt gesproken van ziekte of van een wond die hij in de veldtocht had opgelopen. De beroemdste versie van het verhaal zegt echter dat hij door de bliksem getroffen werd. Wat het ook was, zijn twee zoons waren klaar om hem op te volgen. De oudste, Carinus, was al in 282 door Carus tot medekeizer benoemd en deelde de macht nu met zijn broer Numerianus, die met Carus was meegegaan op zijn veldtocht. Het leger eiste echter terugkeer naar het rijk en Numerianus moest hier wel gehoor aan geven. Onderweg, in november 284 in Chalcedon, werd Numerianus echter dood aangetroffen in zijn koets. Volgens de staf was hij onderweg al ziek geworden en had hij daarom in zijn koets moeten blijven, tot de soldaten gealarmeerd werden door een sterke stank uit de koets. Ze rukten de gordijnen open en troffen een dode keizer aan, die al in staat van ontbinding was. Zijn officieren hielden een vergadering over de opvolging en verkozen hierop de leider van het ruiteronderdeel van de keizerlijke lijfwacht: Diocles. Het leger accepteerde hem zonder protest als keizer Diocletianus.

Keizer Diocletianus wist een einde te maken aan alle chaos. Niet alle veranderingen van zijn regering zijn abrupt: sommige zijn het gevolg van jarenlange ontwikkelingen.
Keizer Diocletianus wist een einde te maken aan alle chaos. Niet alle veranderingen van zijn regering zijn abrupt: sommige zijn het gevolg van jarenlange ontwikkelingen.

Diocletianus ontkende elk gerucht dat hij betrokken was bij de dood van Numerianus en beschuldigde zijn rivaal Aper, Numerianus’ schoonvader en de Praetoriaanse prefect, die ook een gooi naar het keizerschap had gedaan. Diocletianus doodde Aper zelf ten overstaan van het leger. Carinus bleef uiteraard niet stilzitten en verliet Rome om Diocletianus tegemoet te treden. In juli 285 troffen zij elkaar aan de Margus, een rivier in Moesia (Servië), waar het tot een veldslag kwam. Volgens het ene verslag won Carinus, maar werd hij vermoord door een tribuun wiens vrouw hij verleid had. Een ander verslag vertelt echter van een overwinning door Diocletianus. Die hield als keizer de Praetoriaanse prefect Aristobulus in dienst, wat inderdaad impliceert dat het leger was overgelopen. Er volgde een damnatio memoriae, waarschijnlijk gepaard met zeer negatieve propaganda, die Carinus als één van de slechtste Romeinse keizers neerzet. Hij zou 9 maal getrouwd zijn, volgens de (onbetrouwbare) Historia Augusta, die Carinus’ enige werkelijke vrouw onbesproken laat. Ondanks de nogal wrede manier waarop Diocletianus aan de macht kwam, zou er met hem iets veranderen in het Romeinse rijk. Het zou om te beginnen meer dan tien jaar duren voor er weer een tegenkeizer opstond, maar bovenal zou de orde hersteld worden door middel van enkele drastische, keiharde hervormingen. Het einde van een meer dan vijftig jaar durende chaos laat een heel ander Romeins rijk achter dan dat van de Vroege Keizertijd. Er zijn veel culturele invloeden gegroeid, zowel vanuit de Germanen als uit het Midden-Oosten, terwijl het bestuur ook flink veranderd is. Bovenal is het rijk militaristischer dan ooit en krijgt de keizer vanaf Diocletianus een veel hogere status dan hij ooit heeft gehad. De meer openlijke monarchie hebben we vaker gezien, al bij keizers als Caligula, Domitianus en Aurelianus. Nu wordt dat voor het eerst acceptabel en is de façade van de republiek voorgoed verdwenen. Niet alleen de Crisis van de 3e eeuw is voorbij, maar ook het Principaat eindigt hiermee. Het Dominaat is begonnen.

Romeinse kanalen in Nederland

kanaalNederland staat bekend als een natie van waterwerken, met een grote hoeveelheid polders, dijken en waterschappen. De relatie van Nederland met het water is eeuwenoud, wat ook te zien is aan het feit dat bepaalde waterschappen of hoogheemraadschappen nog geleid worden door een functionaris die dijkgraaf genoemd wordt. Dit gaat soms terug tot in de middeleeuwen. Maar er zijn nog veel oudere waterwerken in ons land. De Romeinen legden bij de steden en forten stevige kades aan (oude vrachtschepen werden zelfs afgezonken om als kadeversteviging te dienen, zoals bij Zwammerdam en Woerden gebeurd lijkt te zijn). En zij groeven de eerste grote kanalen in Nederland. Verder lezen Romeinse kanalen in Nederland