Imperium: een zeer geslaagde vertelling over het politieke gekonkel van de Late Republiek

RobertHarris_ImperiumOndergetekende kreeg enkele maanden geleden de roman Imperium, geschreven door Robert Harris, in handen. Het werk werd mij aangeraden (of eigenlijk voor mijn verjaardag cadeau gegeven) door mijn broer, die lang niet zo fanatiek geïnteresseerd is in de Romeinen als ikzelf, wat al een erg goed voorteken leek. Het boek stelde inderdaad helemaal niet teleur.

Buste die Cicero voorstelt uit de 1e eeuw na Chr.
Buste die Cicero voorstelt uit de 1e eeuw na Chr.

De Engelse schrijver van deze roman is Robert Harris (geb. 1957), die in 1992 doorbrak met Fatherland, een detectiveroman die zich afspeelt in een alternatieve geschiedenis waarin de Nazi’s de Tweede Wereldoorlog gewonnen hebben. Voor die tijd hield hij zich bezig met non-fictie en uit Imperium blijkt ook dat hij over een uitgebreide feitenkennis beschikt. Sinds Harris zich heeft toegelegd op fictie spitst zijn werk zich regelmatig toe op politieke samenzweringen en andere duistere geheimen. Imperium (geschreven in 2006) sluit hier op aan. De roman vertelt over het veelbewogen politieke leven van Marcus Tullius Cicero, de wereldberoemde redenaar uit de 1e eeuw v. Chr. Het verhaal wordt verteld door de ogen van Tiro, Cicero’s slaaf en privésecretaris, aan wie de uitvinding van een zeer handig Romeins steno wordt toegewezen. De roman wordt gepresenteerd in de vorm van een tekst welke Tiro op zijn oude dag, lang na zijn vrijlating en lang na de dood van Cicero, zou schrijven. Juist de vinding om het verhaal via een dergelijke ooggetuige te vertellen is een goede vondst: als slaaf is Tiro vaak niet meer dan een toeschouwer, maar juist door zijn functie als secretaris is hij vrijwel overal bij aanwezig. Ook vergeet Harris niet om erop te wijzen dat een slaaf in een dergelijke positie heel anders af was dan een slaaf in een mijn of steengroeve: regelmatig wordt er gewezen op Tiro’s spaargeld en hoe Cicero hem uiteindelijk vrij zou laten. Laatstgenoemde gebeurtenis komt overigens niet voor in het boek, want het behandelt Cicero’s carrière tot en met 64 v. Chr.

De cursus honorum. Cicero kwam uit de middelste stand, die van de equites, maar wist op te klimmen tot consul.
De cursus honorum. Cicero kwam uit de middelste stand, die van de equites, maar wist op te klimmen tot consul. (Klikken om te vergroten)

De Romeinse politiek van de 1e eeuw v. Chr. speelt in feite samen met Cicero de hoofdrol in het werk. Enige voorkennis lijkt bruikbaar, want allerlei termen en politieke gebeurtenissen worden niet in voetnoten toegelicht. Van de andere kant wordt er binnen het verhaal wel een hoop op vrij subtiele wijze uitgelegd, zodat het nooit onbegrijpelijk wordt. Het bevat de verschillende delen van de Romeinse maatschappij en hoe deze hun weerklank vinden in de politiek. Cicero, geboren in Arpinum als lid van een ridderlijke familie, heeft als hoogste ambitie in het leven om het ambt van consul te bereiken en moet hiervoor de cursus honorum volgen. Na het ambt van quaestor te hebben uitgeoefend op Sicilië komt hij in de Senaat, maar als homo novus of “nieuwe man” (senator zonder voorouders in de Senaat) wordt hij daar door met name zijn collega’s van adellijke rang met minachting bekeken, temeer daar hij Arpinum komt en in hun elitaire ogen dus geen “echte” Romein is. Binnen de Senaat worden dus ook de verschillende klassen niet vergeten, evenmin als alle politieke intriges en crises die aan het verhaal voorafgingen, zoals de moord op de Gracchen, de hervormingen van Marius en de staatsgreep door Sulla die de macht van de adel alsnog herstelde.

Cicero's slaaf Tiro zou een eigen steno hebben uitgevonden. Dit teken heet nog altijd de "Tironische et" (staat voor het woord "en").
Cicero’s slaaf Tiro zou een eigen steno hebben uitgevonden. Dit teken heet nog altijd de “Tironische et” (staat voor het woord “en”).

Cicero raakt in de politieke spelletjes verwikkelt als een wanhopige oude vriend uit Sicilië hem contacteert om hem te vertellen dat de huidige gouverneur, Gaius Verres, hem van zijn bezittingen beroofd heeft. Geleidelijk aan komt het balletje aan het rollen en melden meer Sicilianen zich bij Cicero, die tevens advocaat is, waarop dus in feite een politiek schandaal bovenkomt dat menig lezer de haren te berge zal doen rijzen. Het probleem met de kwestie is dat Cicero al snel op tegenstand stuit in de vorm van de edelen Catulus en Hortensius, waarvan de laatstgenoemde de beste advocaat van Rome genoemd wordt. Cicero moet enkele gewaagde stappen zetten om de rechtszaak op gang te krijgen, zoals zelf de rol van aanklager spelen, wat indertijd best een risico was. Het resultaat, gebaseerd op Cicero’s eigen redevoeringen, is echter schitterend. Cicero doet een aantal meesterlijke zetten waar Verres en zijn advocaat Hortensius niet op berekend blijken en wint zodoende de zaak.

Cicero keert zich tegen Catilina, fresco door Cesare Maccari
Cicero keert zich tegen Catilina, fresco door Cesare Maccari

Het tweede deel van het boek focust zich op een periode van enkele jaren later, als Cicero het ambt van praetor behaald heeft. De zaden voor de gebeurtenissen uit dit deel zijn al gezaaid in het eerste deel van de roman, waarin Cicero al kennismaakt met de gehaaide Crassus, die immers net het leger van Spartacus verslagen heeft, en met diens rivaal Pompeius. Om de slachtoffers van Verres te beschermen en de rechtszaak erdoor te krijgen, moet Cicero tot zijn spijt in het krijt staan bij Pompeius. In het tweede deel is hij derhalve betrokken in het opzetten van de Lex Manilia, een besluit dat Pompeius opperbevelhebber met speciale bevoegdheden van een enorm deel van de Middellandse Zee maakte, naar aanleiding van de steeds driestere strooptochten van de Cilicische piraten. Cicero blijkt doorslaggevend in het verzinnen van een slimme strategie om de aanstelling erdoor te krijgen. Zijn ambitie om consul te worden stuit op een onaangename verrassing als blijkt dat de uiterst gewelddadige Lucius Sergius Catilina, die ook consul wil worden, om praktisch dezelfde redenen als Verres (maar dan erger) voor het gerecht gesleept wordt. Catilina kan zijn vrijspraak ongetwijfeld regelen, maar zal hierdoor wel worden opgehouden, zodat hij zich pas kandidaat zal stellen in hetzelfde jaar als Cicero. Maar de waarheid blijkt nog veel erger. Enorme hoeveelheden kiezers blijken omgekocht: veel meer dan Catilina ooit zelf zou kunnen regelen. Zo komt een hele samenzwering aan het licht.

De extreem rijke Crassus speelt een allerminst sympathieke rol in het boek. (Buste in het Louvre)
De extreem rijke Crassus speelt een allerminst sympathieke rol in het boek. (Buste in het Louvre)

Ja, de politiek van de 1e eeuw v. Chr. wordt heel open en duidelijk neergezet door Harris. “Politiek is geen roeping, het is een beroep,” zo luidt het devies. In de sfeer van dit verhaal wordt dat pijnlijk duidelijk. Persoonlijke wrijving en ambities spelen een veel grotere rol dan het algemeen belang. Crassus biedt Cicero meerdere keren zijn vriendschap aan, maar overduidelijk alleen uit eigenbelang. Pompeius heeft net zo goed de “vriendschap” van anderen nodig, maar beloont zijn medestanders nauwelijks voor alle hulp die zij hem bieden. Ook Cicero is in de roman niet vrij van enig beroepsmatig opportunisme: waar hij Verres eerst aanklaagt, verdedigt hij later iemand die van soortgelijke fraude verdacht wordt. Maar van de andere kant zijn er ook grenzen aan zijn geweten. Cicero twijfelt regelmatig aan waar hij mee bezig is en weet ook wanneer iets hem te ver gaat om eraan mee te doen. De gruweldaden van Catilina kan hij met geen mogelijkheid steunen. Verder wordt duidelijk dat zowel in de Senaat als in rechtszaken de kunst van het redevoeren cruciaal is. Niet alleen omdat Cicero een goede redenaar is, maar ook omdat enkele van zijn hardnekkigste tegenstanders vooral gebruik maken van hun mogelijkheid om zaken te rekken met ellenlange redevoeringen en protesten, wat des te gemakkelijker gaat als iemand van hogere rang is binnen de Senaat. Verder worden, zoals gezegd, de verschillende klassen van de Romeinse maatschappij niet vergeten. Van de armste plebejers, die zich dagelijks als cliënten bij het huis van Cicero verdringen, tot de meest elitaire senatoren. De ridders of equites worden overigens wel opvallend nobel neergezet, wat nogal eenzijdig aandoet. Een andere belangrijke kwestie is het kiesrecht, waarbij de verkiezingen per “centurie” (in dit geval een soort kiesdistrict) verlopen. Ook wordt erop gewezen dat Sicilianen in principe geen stemrecht hebben, evenals de mensen ten noorden van de Po. Cicero’s echtgenote, Terentia, wordt neergezet als een adellijke dame met scherpe tong, die niet aarzelt om haar man snibbig toe te spreken en hem om de oren te slaan met zijn afkomst, maar met wie hij toch een speciale band heeft.

Cover van de Nederlandse editie (ontworpen door Studio Jan de Boer)
Cover van de Nederlandse editie (ontworpen door Studio Jan de Boer)

Geeft het boek een keurig beeld van de geschiedenis? Welnu, zoals de schrijver zelf betoogt leunt hij zoveel mogelijk op feiten. Daar waar hij geen zekerheid had heeft hij vooral geprobeerd de situatie te beschrijven zoals dit gebeurd zou kunnen zijn. In zijn nawoord aarzelt hij niet om op te merken dat hij zich op glad ijs begeeft als hij zegt ervan uit te gaan dat alle beschreven gebeurtenissen niet aantoonbaar onjuist zijn, hetgeen een verstandige opmerking is. Ondergetekende kan in elk geval niet met zekerheid zeggen wat er wel of niet verzonnen is, al zal het vaststaan dat de meeste dialogen sowieso verzonnen zijn, maar niet zonder kwaliteit overigens. De roman geeft in elk geval een erg sterk beeld van politiek en samenleving uit de Late Republiek, waarvoor Cicero de aangewezen hoofdpersoon lijkt. Hier en daar wordt er alvast gezinspeeld op latere gebeurtenissen die in het verhaal niet aan de orde komen, bijvoorbeeld als Tiro opmerkt dat hij zich nauwelijks kan voorstellen dat de politici en ambities van toen nu “as zijn”, of als er opmerkingen worden gemaakt over Caesar (die in het verhaal nog een bescheiden bijrol heeft) of over de toestanden tijdens de regering van Augustus, waarin Tiro leeft als hij het verhaal opschrijft. Voor wie graag in de Nederlandse taal leest is er bij uitgeverij Cargo een vertaling beschikbaar door Janneke Zwart en Miebeth van Horn. Deze vertaling is van aardige kwaliteit in leesbare omgangstaal, waarin veel “vernederlandste” termen netjes worden gebruikt, zoals “aediel” in plaats van aedilus. Hier en daar zijn woorden iets te letterlijk vertaald, zoals wanneer er gesproken wordt van “pathetisch” (“pathetic”) hetgeen in een dergelijke context beter vertaald had kunnen worden als “verachtelijk” of “triest”.

Al met al is Imperium een erg boeiende roman om te lezen. In tegenstelling tot veel populaire werken over de Romeinen word je (godzijdank) niet doodgegooid met seks en geweld, maar toch is er sprake van een spannend verhaal, een legal thriller, zoals dat heet. Harris heeft er nog twee vervolgen op geschreven, getiteld Lustrum en Dictator. Als die net zo goed zijn als het eerste deel, zijn die zeker aan te raden!

Tentoonstellingsreview: Rome. De droom van keizer Constantijn. Kunstschatten uit de Eeuwige Stad.

Rome. De droom van keizer Constantijn. Kunstschatten uit de Eeuwige Stad. – Nieuwe Kerk, Amsterdam, 3 oktober tot 7 februari.

Door: Patricia Kret.

‘Zeldzame kunstschatten uit onder andere de Vaticaanse Musea komen in het najaar van 2015 vanuit Rome naar De Nieuwe Kerk Amsterdam voor de tentoonstelling Rome. De droom van keizer Constantijn. Kunstschatten uit de Eeuwige Stad.’

Nieuwe Kerk, Amsterdam

De Nieuwe Kerk in Amsterdam heeft zich eraan gewaagd een tentoonstelling over Constantijn de Grote te maken. Een persoon waar in de geschiedschrijving van de laatste jaren veel discussie over is. Was deze keizer nu wel of niet Christelijk? Zette hij een traditie van de pagane (niet-christelijke) Romeinse keizers voort of zorgde hij als eerste Christelijke keizer voor vernieuwing? De Nieuwe Kerk is een samenwerking aangegaan met de professoren dr. Eric Moormann en dr. Sible de Blaauw, twee belangrijke auteurs over Constantijn, en heeft belangrijke bruiklenen tot haar beschikking gekregen. Onder andere uit de Musei Vaticani, Museo Nazionale Romano en Musei Capitolini. Dit schepte hoge verwachtingen en met enige voorkennis ben ik dan ook naar de tentoonstelling geweest.

Foto Janiek Dam, Nieuwe Kerk, Amsterdam (2)
Bij binnenkomst. Foto, Janiek Dam.

Nog voor je de deur van de Nieuwe Kerk door bent sta je al oog in oog met het kolossale hoofd van Constantijn. Door de glazen deuren en de houten triomfboog heb je een mooie doorkijk op de reproductie van het beeld. Zodra je de deur door bent, wordt duidelijk dat de tentoonstelling een ‘beleving’ zal zijn. De tentoonstelling is opgezet als een reis door Rome. De plattegrond van de tentoonstelling die je krijgt, is tegelijkertijd ook een plattegrond van Rome. Je begint op het ‘Piazza del Colosseo’, bij de boog van Constantijn en kan vervolgens vier zalen door. Iedere zaal heeft een eigen ‘stadsgids’, met uitzondering van de vierde zaal die er twee heeft. Aan de hand van een podcatcher, een audiotour, neemt de stadsgids je mee op reis door de zaal en door Rome. Iedere zaal heeft een eigen kleur en eigen symbolen, passend bij het onderwerp van de zaal. Ik zal de zalen niet tot in detail bespreken, de tentoonstelling is het zeker waard om zelf te gaan kijken!

De stadsgidsen en plattegrond van Rome met topstukken die in de Nieuwe Kerk staan.
De stadsgidsen en plattegrond van Rome met topstukken die in de Nieuwe Kerk staan.

Stadsgisten, Nieuwe Kerk, Amsterdam

Om de tentoonstelling te betreden loop je onder de triomfboog van Constantijn door: Net als de Romeinen destijds, maakt de tentoonstellingsbezoeker zijn eigen entree onder deze boog, het hart van het vroeg-vierde-eeuwse Rome in.’ Aldus de tentoonstelling zelf. Er wordt een context geschetst waarin het christendom van Constantijn ontstond aan de hand van een aantal -belangrijke- objecten. Dit wordt deels gedaan door zowel een context van het dagelijks leven als van het religieuze leven te geven. Zo is er een beroemd laat-Romeins mozaïek te zien uit het Palazzo Massimo waarop de paardenrennen in het Circus Maximus te zien zijn. Ook zijn er verschillende religieuze objecten en grafinscripties te zien van mensen die al een sterke neiging hadden om slechts één godheid te vereren, of één godheid als de aller belangrijkste te zien. (De genius van de keizer moet natuurlijk wel vereerd worden.) Zo wordt er aandacht besteed aan de Mithras- en Sol Invictus-cultus, maar ook aan het in Rome aanwezige jodendom en christendom. Met een reconstructie van het hoofd van Constantijn wordt deze keizer vervolgens neergezet als de man die mede mogelijk maakte dat Rome: ‘in de vierde eeuw transformeerde van multireligieuze keizerlijke hoofdstad vol tempels met kolossale keizerbeelden tot pauselijk centrum gedomineerd door kerken met kruisen.’

Overzicht van de eerste zaal, Janiek Dam
Overzicht van de eerste zaal, Janiek Dam

In de volgende zalen komen de christelijke kunst van voor Constantijn aan bod (de vondsten in Romeinse catacomben), de droom en het leven van Constantijn, de verandering van Rome tijdens en na Constantijn en de echo van de vroeg-christelijke kunst in de Middeleeuwen en Renaissance. In de zaal over de vroeg-christelijke catacomben is onder andere de Sarcofaag van Sabinus te zien. De verschillende verhalen die zijn afgebeeld worden door de stadsgids Antoine Bodar (priester en kunsthistoricus) verteld en verduidelijkt. Er wordt in de hele zaal aandacht besteed aan het feit dat de vormentaal van de vroeg-christelijke kunst is overgenomen van de Romeinse kunst. Wel hadden ze wat mij betreft nog wat aandacht kunnen besteden aan enkele interessante maar onbekende feiten. Bijvoorbeeld  dat Jezus in de vroeg-christelijke kunst vaak is afgebeeld met toverstaf.

Expositie Rome in de Nieuwe Kerk
Expositie Rome in de Nieuwe Kerk

In de laatste zaal wordt ten eerste aandacht besteed aan het christelijk Rome uit de tijd van Constantijn. En vervolgens aan de echo van de kunst van het vroege christendom in de Middeleeuwen en Renaissance. Eric Moormann besteed aandacht aan de groei van het christendom in Rome en Nelleke van der Krogt aan de echo van het vroege christendom. Dit gaat samen in een zaal die in een linker- en rechterhelft is ingedeeld. Dit zorgt voor enige verwarring. Nelleke van der Krogt bespreekt een lange periode waarin er veel keuze is uit topstukken om te laten zien, er is gekozen voor een aantal schilderijen.

De hand van Constantijn. Foto: Evert Elzinga
De hand van Constantijn. Foto: Evert Elzinga

De tentoonstelling wordt mooi afgesloten door de hand van Constantijn. Deze staat er letterlijk, het is een hand van een van de kolossale beelden van Constantijn (er zijn twee rechterhanden gevonden). Deze hand staat symbool voor de hand die Constantijn in de geschiedenis heeft gehad. Wat deze tentoonstelling goed laat zien is dat Constantijn een figuur was waaromheen de geschiedenis grote veranderingen maakte. Dit was een ontwikkeling die voor Constantijn al aan de gang was, maar die sneller veranderde met het keizerschap van Constantijn. Er wordt een beeld geschetst van het Rome voor Constantijn en na Constantijn aan de hand van topstukken uit belangrijke musea. Er is geen grote hoeveelheid aan objecten te zien, maar de stukken zijn van grote waarde en worden door de stadsgidsen uitgebreid behandeld en verduidelijkt. Het is een tentoonstelling die (dankzij de samenwerking met twee belangrijke professoren op het gebied van Constantijn) actueel is op het gebied van onderzoek naar Constantijn en daarbij heel toegankelijk en duidelijk voor degene die zonder enige voorkennis naar de tentoonstelling gaan. Aan veel details is gedacht waardoor de tentoonstelling een ‘beleving’ is. De stadsgidsen leidden je op een fijne, duidelijke manier rond door de tentoonstelling en door een veranderend Rome.

Meer lezen over Constantijn? Een interessant boek waar ook E. Moormann en S. de Blaauw aan hebben bijgedragen is: O. Hekster en C. Jansen (ed.), Constantijn de Grote, traditie en verandering (Nijmegen 2012).

Alle afbeeldingen en citaten komen van de website van de Nieuwe Kerk, met uitzondering van de afbeelding van de Sarcofaag van Sabinus. Bron staat in de afbeelding. Voor de afbeeldingen van de Nieuwe Kerk: <http://www.nieuwekerk.nl/nl/#/nl/pers/rome/beeldmateriaal.htm?m=99> [29-11-15]