De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 5: Maastricht-Nijmegen en Nijmegen-Rijngrens

Reisgids Maas WestNadat we in het vorige hoofdstuk in het zuiden van Limburg geëindigd zijn, gaan we nu weer noordwaarts. We trekken vanuit Maastricht, ditmaal langs de linkeroever van de Maas, waarna we bij Cuijk oversteken en naar Nijmegen reizen, om uiteindelijk weer bij de Rijn te eindigen.

Maastricht-Cuijk

©Kleon33; CC BY-SA 4.0
©Kleon33; CC BY-SA 4.0

1. Traiectum ad Mosam (Maastricht)
 Locatie: Binnenstad Maastricht, ten zuiden van de Servaasbrug
– Alternatieve namen: Pons ad Mosam (waarschijnlijk na de bouw van een brug); Mosae Traiectum (middeleeuwse bronnen)
Romeins Maastricht had het economische voordeel dat het aan een kruising van meerdere wegen lag. Niet alleen lag het aan de oever van de Maas, vanwaar vrachtschepen af en aan voeren, maar ook lag het aan de Via Belgica, een heel belangrijke handelsweg die Keulen verbond met Tongeren en uiteindelijk met de havenstad Boulogne. Alsof dat nog niet genoeg was liep er vanuit Maastricht ook een weg naar Aken en eentje langs de Maas naar het noorden. Toen Nijmegen in de loop van de tweede en derde eeuw economisch begon te verzwakken, werd Maastricht één van de rijkste plaatsen in Romeins Nederland.
– Speciaal in de Romeinenweek: Citygame “Het geheim van Julius Caesar”(elke dag); Ommetje binnenstad Maastricht (29 april, 14:00-16:30)

De kruik uit Feresne. ©Hans Erren; CC BY-SA 3.0
De kruik van Ferenius. ©Hans Erren; CC BY-SA 3.0

2. Feresne (Dilsen?)
Locatie: onzeker, misschien Dilsen “de Kommel”
Feresne staat op de Peutinger kaart vermeld tussen Tongeren en Catualium. De exacte locatie ervan is echter nog lang niet duidelijk. Een andere aanwijzing voor het bestaan van de plaats is een potscherf uit Heerlen, met de naam Lucius Ferenius erop. De vondst van een vicus in het Belgische Dilsen doet vermoeden dat Feresne hier gelegen kan hebben. Het betrof een straatdorp, met huizen aan weerszijden van een Romeinse weg. Toch is Dilsen niet per se de enige kandidaat, zeker niet nadat in het nabijgelegen Mulheim sporen van een tempel ontdekt werden.

3. Catualium (Heel?)
– Locatie: mogelijk rondom de Stefanuskerk van Heel
Ook Catualium staat op de Peutinger kaart. Heel is de kandidaat omdat er sporen van een vicus gevonden zijn rondom de Stefanuskerk, zoals op de Panheelderweg. De locatie ligt bij een kronkelig deel van de Maas. Juist daarom is het niet ondenkbaar dat er bij Catualium ook een castellum kan zijn gebouwd, al dan niet in de Laat-Romeinse tijd. Gevonden is het echter nog niet. Het ligt bovendien niet ver van Roermond, ten oosten waarvan Mederiacum gelegen zou kunnen hebben.

4. Tempel Roermond
Locatie: onzeker
In 1960 werden er brokken zuil en een votiefsteen opgevist uit de Maas. De steen was gewijd aan de godin Rura. Samen met de andere brokstukken duidt dit dus op de aanwezigheid van een tempel, die blijkbaar door de Maas overstroomd is. Rura was waarschijnlijk een riviergodin, namelijk die van de Ruhr. De steen is in het Historiehuis van Roermond te bekijken.

© Toem Doesborg; CC BY-SA 3.0
© Toem Doesborg; CC BY-SA 3.0

5. Blariacum (Blerick?)
Locatie: vermoedelijk de Garnizoenweg in Venlo-Blerick
Blerick, het stadsdeel van Venlo ten westen van de Maas, zou het op de Peutinger kaart vermelde Blariacum geweest kunnen zijn, dat op de kaart tussen Catualium en Ceuclum vermeld wordt. Een reden waarom dit vaak wordt aangenomen is de sterke gelijkenis tussen beide namen, al mag je daar natuurlijk niet volledig op vertrouwen. De suggestie dat er een brug over de Maas liep bij Blerick is niet bewezen. Er zou dan waarschijnlijk ook een castellum moeten liggen, maar ook dat is niet gevonden. Wel lag er ter hoogte van de Garnizoenweg een Romeinse weg die haaks op de Maas stond, hetgeen een oversteekpunt impliceert. Ook is er een groot gebouw gevonden dat een herberg zou kunnen zijn. Dan zou Blariacum in plaats van een castellum misschien een statio zijn geweest.
Bezienswaardigheden: markering Romeinse weg tegenover de Venrayseweg

©Rijksdienst voor cultureel erfgoed; CC BY-SA 3.0
©Rijksdienst voor cultureel erfgoed; CC BY-SA 3.0

6. Statio van Lottum
Locatie: onzeker
Tussen Blariacum en Ceuclum wordt op de Peutinger kaart geen plaats meer genoemd, al laat deze kaart wel vaker namen en routes weg. Ongeveer 10 kilometer ten noorden van Venlo ligt bijvoorbeeld Lottum (voor zover bekend géén Romeinse naam!) waar sporen zijn gevonden die duiden op een statio, een militair wegstation. Twee altaarstenen met namen van soldaten erop doen dit vermoeden. Een gevonden bouwwerk zou de statio kunnen zijn, maar misschien ook niet: wellicht is dit de tempel waar de soldaten hun votiefstenen lieten plaatsen. Van de andere kant lag er dicht in de buurt al een inheems heiligdom. Lottum zou bovendien een geschikte oversteekplaats kunnen zijn voor wie vanuit Xanten sneller naar Maastricht wilde, dus wie weet…

pijler7. Ceuclum (Cuijk)
Locatie: Maasboulevard en Waalstraat, Cuijk
Zoals eerder besproken was Cuijk ook een religieuze plaats en een knooppunt voor handelaren. De Maas stroomt er langs, terwijl reizigers over land er konden oversteken. Bijvoorbeeld om naar Nijmegen of Xanten te gaan vanuit het zuiden. De afstand tussen Ceuclum en Catualium is vrij groot, dus is het niet onmogelijk dat er nog andere stationes tussen lagen die op de Peutinger kaart en in het Itinerarium Antonini vergeten zijn.
– Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse dag Cuijk (elke dag); Via Valentinana (elke dag)

©Fred Hage; CC BY-SA 3.0
©Fred Hage; CC BY-SA 3.0

8. Wachttoren Heumensoord
– Locatie: Heumensoord, Malden
Bij Heumensoord werd vanaf de derde eeuw een wachttoren of wachtpost opgericht om de route tussen Cuijk en Nijmegen beter te bewaken. Dat was nodig omdat Germania Inferior vanaf die eeuw beduidend onveiliger was geworden door Frankische invallen en een verzwakt grensleger. De toren was ongeveer 8 meter hoog en waarschijnlijk van hout. In de vierde eeuw werd hij in brand gestoken waarna men een iets kleinere nieuwe post bouwde. Het terrein van de toren is nu met gaas afgedekt om het te beschermen.
Bezienswaardigheden: zichtbaar gemaakte grachten van de wachttoren

Nijmegen Valkhof9. Romeins Nijmegen
– Locatie: Valkhof (oude stad, Laat-Romeins fort); Hunnerberg (castra en amfitheater); Kopse Hof (castellum Kops Plateau); Nijmegen-West (Noviomagus)
Alternatieve namen: Batavodurum (stad Valkhof); Oppidum Batavorum (stad Valkhof); Castra Herculis (mogelijke naam castra Hunnerberg of Laat-Romeins castellum Valkhof); Ulpia Noviomagus Batavorum (stad Nijmegen-West)
Romeins Nijmegen is een complexe locatie, die we echter al in hoofdstuk 2 behandeld hebben. De weg vanuit Cuijk (en eigenlijk ook uit Maastricht) eindigde hier, waarschijnlijk bij het Valkhof, waar oorspronkelijk het Bataafse bestuurscentrum door de Romeinen ingericht was. Van daaruit kon je oost- of westwaarts. In het oosten lag het militaire zwaartepunt. Na enkele tijdelijke kampen zat hier lange tijd een ruiterfort op het Kops Plateau. In de Opstand der Bataven (69-70 na Chr.) sneuvelden de stad en het fort, waarna op de Hunnerberg een castra voor Legio X Gemina werd opgericht. Een nieuwe stad verrees in het westen. De Nijmeegse economie floreerde de rest van de eeuw, maar kreeg een gevoelige klap toen rond 103 het legioen vertrok. Rond 180 werd de castra voorgoed ontruimd. Een eeuw later liep de verpauperde stad leeg toen de Crisis van de Derde Eeuw de handel de nek omdraaide. In de vierde eeuw concentreerde de boel zich weer op het Valkhof, waar een kleine handelsstad aan de Waaloever verrees en een nieuw castellum werd gebouwd op de heuvel.
– Speciaal in de Romeinenweek: “Nacht van de Romeinen” in Museum het Valkhof (28 april, 19:30-2:00); Layar-wandeling “Oudste stad van Nederland” (hele week); GPS Romeinen tocht (elke dag behalve 30 april en 1 mei; 11:00-17:00); “Romeinenwerkplaats” in Museum het Valkhof (29 april, 1-6 mei, 11:00-17:00)

Nijmegen Gelderse Vallei10. Brug over de Waal
Locatie: mogelijk ter hoogte van de Snelbinder, Nijmegen
Dat de Romeinen bij Nijmegen een brug over de Waal maakten ligt vast, al is het niet zeker of de gevonden brug ook echt de Romeinse is of toch een middeleeuwse. De Waal was niet onbelangrijk voor de Romeinen, maar de Rijn zelf had meer de voorkeur. Door een dam bij de aftakking van de Waal, bij Tolkamer, te maken werd de Rijn dieper en dus beter te bevaren (en minder makkelijk over te steken). Deze dam sneuvelde in het jaar 70 toen de rebellen van de Bataafse opstand zich achter de Waal terugtrokken. Ook de brug bij Nijmegen moest het ontgelden, maar gezien de belangrijke positie ervan is deze vast en zeker weer opgebouwd na de opstand. Of dat ook met de dam gebeurde is nog maar de vraag.

21111. Tempels en vicus van Elst
Locatie: Grote Kerk, Elst
Mogelijke naam: Helisthe
Al in de IJzertijd lag er waarschijnlijk een heiligdom bij Elst, maar dit zal niet meer dan een open plaats zijn geweest. In de eerste helft van de 1e eeuw zal hier voor het eerst een Gallo-Romeinse tempel, een mengeling van Romeinse en inheemse invloeden, zijn verrezen. De eerste tempel was vrij sober om te zien: niet meer dan een rechthoekig gebouw met een trapeziumvormig dak. In de tweede eeuw werd op dezelfde plek echter een nieuwe tempel neergezet. Deze had veel meer allure en was opvallend genoeg wel 17 meter hoog. In stijl van Gallo-Romeinse tempels werd de nieuwe tempel volledig door een porticus of zuilengalerij omgeven, met het terrein daaronder iets verheven boven de grond. Ook lag er om de tempel een ommuurd terrein. Hoewel we niet weten voor welke godheid te tempel was, doen de grootte en gevonden offers vermoeden dat het een belangrijke was. Hercules Magusanus, een mengeling van de Romeinse Hercules en de Bataafse oppergod, is geopperd. De tempel moet zo aantrekkelijk zijn geweest voor handeltjes dat er vanzelf een vicus omheen verrees, misschien wel met badhuis!
Bezienswaardigheden: Zichtbare fundering rondom en onder de Grote Kerk
Speciaal in de Romeinenweek: Rondleiding Tempel | Kerk Museum Elst (weekenden, 14:30)

De tempel van Elst-Westeraam, met bijbehorende waterput.
De tempel van Elst-Westeraam, met bijbehorende waterput.

12. Tempel van Elst-Westeraam
Locatie: Noorderlicht, Elst
Ondanks de grote belangrijke tempel onder de Grote Kerk, was Elst nog een tempel rijk in het oosten. Deze was een stuk kleiner en net als de grote tempel rond het jaar 100 gebouwd. Wel heeft ook hier vermoedelijk eerder een heiligdom gestaan, waarschijnlijk in de vorm van een houten gebouw. Ook het terrein van deze tempel was ommuurd, maar dan waarschijnlijk met hout en greppels. Naast de tempel lag een waterput. Rond het jaar 200 begon de tempel waarschijnlijk in verval te raken.

216 -Driel13. Castellum Driel
Locatie: zeer onzeker
De vondst van een weggedeelte ten zuiden van Driel maakt duidelijk dat er waarschijnlijk vanuit Elst direct een weg naar de Rijn liep. Driel is, zoals besproken in hoofdstuk 1, de kandidaat voor een castellum, maar het bestaan ervan is erg onzeker. Als het om een kruispunt ging schept dit echter wel interessante mogelijkheden.

 

De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 4: Xanten-Aken en de Via Belgica

Het vorige hoofdstuk van onze Romeinse Reisgids is geëindigd in het noorden van Limburg. Van hieruit zullen we onze route vervolgen. De twee wegen die we vandaag behandelen lopen beide door Limburg. De eerste is een weg tussen Colonia Ulpia Traiana, oftewel Xanten, en Aqua Granni, oftewel Aken. Deze weg loopt voor een groot deel door Nederlands Limburg, langs de oostzijde van de Maas. De tweede weg is de Via Belgica, die ook door Zuid-Limburg loopt.

Xanten – Aken

reisgids Maas oostXanten of Colonia Ulpia Traiana, de hoofdstad van de Cugerni, is één van de paar steden in Germania Inferior die zich mogen beroepen op de status van colonia, een daadwerkelijke Romeinse stad. De stad sloot aan op de Limesweg, maar had ook een zuidelijke route richting de Maas, zodat reizigers in die richting niet hoefden om te reizen.

De herberg van Xanten. ©René Voorburg: CC BY-SA 3.0
De herberg van Xanten. ©René Voorburg: CC BY-SA 3.0

1. Colonia Ulpia Traiana (Xanten)
Locatie: Archeologisch Park Xanten
Alternatieve namen: Cibernodurum, Castra Vetera (nabijgelegen legioenskamp); Tricensimae (Laat-Romeinse vestingstad)
Bewoners: Legio XVIII en/of Legio XVII (vóór de Varusslag); Legio V Alaudae en Legio XXI Rapax (na de Varusslag); Legio XV Primigenia (43-70 na Chr., ter vervanging van XXI Rapax); Legio XXII Primigenia (70 na Chr.-begin 2e eeuw); Legio VI Victrix (begin 2e eeuw); Legio XXX Ulpia Victrix (ca. 275 na Chr.)
Xanten was bij het begin van de Romeinse tijd de plaats waar de Romeinen een legioenskamp bouwden genaamd Castra Vetera, dat groot genoeg was voor twee legioenen. Ook werd hier de het bestuurscentrum ingericht voor de plaatselijke bevolking, de Cugerni. De stad heette aanvankelijk dan ook Cibernodurum. Bij de Bataafse opstand werd Vetera, dat door Romeinse burgeroorlog zwaar onderbezet was, meerdere keren belegerd om uiteindelijk roemloos ten onder te gaan. Na de opstand werd er een nieuw legioensfort gebouwd. De stad bleef intussen groeien en werd een echte Romeinse colonia, met een naam die naar keizer Trajanus verwees. De welvaart kreeg ernstige klappen in de woelige derde eeuw: de meeste Trajanensen verlieten de stad, maar het fort bleef in gebruik. Begin 4e eeuw werd de orde hersteld: de stad werd herbouwd tot een stevige vesting, die in crisistijd als burcht gebruikt kon worden. In de 5e eeuw werd het nieuwe fort opgegeven en verlaten. Op de plek van Traiana staat nu een archeologisch park.
Bezienswaardigheden: Park Xanten, Römermuseum, Amfitheater Castra Vetera

2. Mediolanum (Geldern-Pont?)
Locatie: Vermoedelijk de Bundesstraße in Pont
Mediolanum wordt in het Itinerarium Antonini genoemd als plaats tussen Sablones en Colonia Ulpia Traiana. De vondst van een nederzetting en een grafveld bij Pont, in Geldern, doen vermoeden dat de plaats hier gelegen zou kunnen hebben. Een fort is er niet opgedoken, maar het is natuurlijk mogelijk dat Mediolanum, dat zijn naam overigens deelt met het Romeinse Milaan, een statio oftewel militair wegstation geweest kan zijn. De naam Pont wordt door sommigen gezien als een verbastering van pons, een brug.

Foto van de opgraving van de kelder in de Hakkesplaats. ©Tom Doesborg: CC BY-SA 3.0
Foto van de opgraving van de kelder in de Hakkesplaats. ©Tom Doesborg: CC BY-SA 3.0

3. Sablones (Venlo?)
Locatie: Mogelijk in Venlo aan de oostoever van de Maas of in Kaldenkirchen.
Het is niet met zekerheid te zeggen waar Sablones, de volgende plaats uit het Itinerarium Antonini, lag. Venlo is echter een populaire kandidaat, mede vanwege de vondsten die hier gedaan zijn. Wellicht was het punt een belangrijke oversteekplaats omdat Blariacum aan de overkant van de Maas lag. Er zijn resten gevonden van Romeinse kelders, werkplaatsen en aardewerk. Zekerheid dat Venlo Sablones was is er daarmee echter nog lang niet.
Bezienswaardigheden: Limburgs Museum
Speciaal in de Romeinenweek: Van neanderthaler tot stedeling (elke dag, 11:00-17:00)

4. Tegula
Locatie: misschien bij Tegelen
Veel concreet bewijs voor een Romeinse nederzetting in Tegelen is er niet, maar het vermoeden is aanwezig. De plaats ligt echter vrij dicht bij de mogelijke locaties van Venlo, dus zou het geen erg logische zet zijn om er vlakbij nog een wegstation te bouwen.

©Romaine; CC0 1.0
©Romaine; CC0 1.0

5. Romeinse weg Swalmen
Locatie: ten zuiden van de Bosstraat, langs Boukoul
Bij Swalmen is een deel van de weg Xanten-Aken daadwerkelijk nog te volgen. Op de plekken waar de weg met moderne bospaden kruist is de Romeinse weg goed te zien omdat de grond ervoor opgehoogd en met grind bedekt werd. Tot aan Boukoul is de weg daadwerkelijk juist, ten zuiden daarvan is het wat speculatiever.

6. Mederiacum (Melick?)
Locatie: onbekend
Ten zuiden van Sablones zou volgens het Itinerarium Antonini een plaats moeten liggen die Mederiacum heet. Een hoop fraaie vondsten in Melick hebben ertoe geleid dat dit dorp als locatie van Mederiacum wordt geopperd, al is het nog lang niet zeker. Sommige sporen in de omgeving duiden namelijk op een villacomplex of zelfs een nederzetting.

7. Teudurum (Tüddern?)
Locatie: onduidelijk
Alternatieve namen: Theudurum, Teuderion (vermelding door Ptolemaeus van Alexandrië)
Teudurum wordt ook vermeld in het Itinerarium Antonini aan de Romeinse weg tussen Xanten en Aken. De locatie ervan is nog niet duidelijk. Het Duitse Tüddern, maast Sittard, wordt vaak genoemd, en is qua naam wel een opvallende match. Waarschijnlijk ging het om een nederzetting met een statio.

Zo zou het thermencomplex van Coriovallum eruit gezien kunnen hebben. Het witte koepeltje bevatte de sauna.
Zo zou het thermencomplex van Coriovallum eruit gezien kunnen hebben. Het witte koepeltje bevatte de sauna.

8. Coriovallum (Heerlen)
Locatie: Coriovallumstraat, Heerlen
Bewoners: misschien Legio V
Coriovallum is vooral beroemd om het voor Nederland opvallend grote thermencomplex dat in 1940 ontdekt werd. Het is de enige Romeinse ruïne die daadwerkelijk te bekijken is in Nederland. De plaatsnaam komt zowel voor in het Itinerarium Antonini als op de Peutinger kaart. De naam zou kunnen duiden op een versterkte hof (“Cortovallum”) of op een dal met huidenhandel of leerlooiers (corium en vallis). De plaats zou gesticht kunnen zijn toen Legio V er een tijdelijk kamp oprichtte. Hoewel Coriovallum geen officiële colonia was, moet het een bloeiende handelsnederzetting zijn geweest door te liggen aan een kruispunt. Een recente visie is dat Coriovallum zelfs niet zoveel kleiner dan Romeins Keulen zou zijn geweest! De plaats telde meer dan 40 pottenbakkersovens, en meerdere stadsvilla’s.  In de vierde eeuw werd er blijkbaar een militaire post in de stad gebouwd.
Bezienswaardigheden: Thermenmuseum
Speciaal in de Romeinenweek: Het Badhuis ontwaakt! (elke dag m.u.v. 30 april, 12:00-17:00); Romeinse Badhuisdag (29 april, 12:00-17:00)

©Rijksmuseum van Oudheden: CC BY-SA 3.0
©Rijksmuseum van Oudheden: CC BY-SA 3.0

9. Sarcofaag van Simpelveld
Locatie: Stampstraat
De beroemde Sarcofaag van Simpelveld staat vandaag de dag in het Rijksmuseum van Oudheden. De sarcofaag was niet zozeer een doodskist, maar een kist waarin de as van een overledene werd bewaard. De kist werd in 1930 ontdekt samen met twee anderen, maar was als enige niet geplunderd. De kist bevatte aardewerk, sieraden, een spiegel en glazen flesjes. Verder is op de binnenkant in reliëf het huis van de overledenen afgebeeld. De dode was waarschijnlijk een vroeg overleden dame. 7 jaar later vond men in de Remigiusstraat, 150 meter verderop, een villa. De dame van Simpelveld zou hier gewoond kunnen hebben.
Speciaal in de Romeinenweek: Gidstocht door de Romeinse vallei (28-29 april en 2, 4 en 6 mei, 12:00); Ezeltocht door de Romeinse vallei (30 april en 1, 3 en 5 mei, 12:00); Via Belgica Experience Tour (30 april 10:00-15:30); Ommetje Romeinse vallei (6 mei 14:00-16:30)

10. Aquae Granni (Aken)
Aken kende ook al een nederzetting in de Romeinse tijd. De naam verwijst naar Grannus, de Keltische god van de genezing. De reden dat de stad zo heette was dat er zwavelrijke waterbronnen in de omgeving zaten, wat een geneeskrachtige werking had. Dit water werd met een aquaduct aangevoerd. Behalve rijke badhuizen kende Aquae Granni ook een herberg en een tempel. In de Laat-Romeinse tijd werd hier ook een stenen fort in opvallend ronde vorm aan toegevoegd.

A. Roerstreekmuseum
Locatie: Kerkplein 10, Sint-Odiliënberg
Het Roerstreekmuseum bevat meerdere Romeinse vondsten uit de streek, zoals een Jupitersteen uit Melick en vondsten uit een Romeins crematiegraf in Linne.

Via Belgica en de weg Aken-Maastricht, in Zuid-Limburg

reisgids Via BelgicaDe Via Belgica was een zeer belangrijke Romeinse weg die Colonia Claudia Ara Agrippinensium, oftewel Keulen, verbond met Gesoriacum, Boulogne-sur-Mer. Als hoofdstad van Germania Inferior was Keulen niet alleen bestuurlijk maar ook economisch erg belangrijk, waarbij vergeleken de steden in Romeins Nederland maar kleine plaatsjes waren. Over de Via Belgica was het mogelijk om naar de Gallische kust te reizen, zodat de weg ook voor de Romeinse handel extreem belangrijk was. De Via Belgica loopt hierbij ook door Zuid-Limburg, waar het in de Romeinse tijd wemelde van de villa’s. Een welvarende streek dus. De Via Belgica kruiste er met enkele wegen uit het noorden. Tussen Aken en Maastricht liep echter ook een directe weg. De Via Belgica is ook online te verkennen op viabelgica.nl en op viabelgicadigitalis.nl

rimburg1. Vicus van Rimburg
Locatie: grens Nederland-Duitsland bij Rimburg
Rimburg bevatte in de Romeinse tijd al een straatdorp aan de Via Belgica. De langwerpige huizen keken met hun smalle voorkant uit op de weg. Het was een economisch aantrekkelijke plek omdat er een brug over de Worm lag. Aan de Duitse kant van de Worm lagen pottenbakkerijen en aan de Nederlandse kant lagen smederijen. Ook andere ambten als een beenwerker, timmerman en leerlooier moeten aanwezig zijn geweest. Een bronzen diploma duidt op aanwezigheid van een soldaat uit Hongarije. De brug werd pas na 250 gebouwd, in de woelige Crisis van de Derde Eeuw. Begin 4e eeuw kreeg hij een grote opknapbeurt.

2. Coriovallum (Heerlen)
Zie boven.

Voerendaal3. Villa Voerendaal-Ten Hove
Locatie: Steinweg
De villa van Voerendaal-Ten Hove kan rustig als een landgoed omschreven worden. Naast het hoofdgebouw en een lange zuilengalerij bevatte het complex meerdere bijgebouwen die als schuren en werkplaatsen konden dienen. Groesbeek-Plasmolen mag dan de grootste villa genoemd worden, maar villa Ten Hove heeft het grootste complex. Oorspronkelijk was het niet meer dan een vakwerkboerderij, waar rond 50 na Chr. een stenen gebouw op geplaatst werd. In de tweede eeuw kreeg het huis een hoop bijgebouwen, een graanschuur en een grote zuilengalerij: blijkbaar boerden de eigenaren dus goed in de loop der jaren. Toen het Romeinse rijk in de derde eeuw onrustiger en labieler werd, nam de landbouw op de villa een beetje af: er was gewoon minder om te verkopen. Zoals meer villa’s werd Ten Hove wat versterkt tegen eventuele plunderaars en rovers, in dit geval door een stenen toren toe te voegen. Na de Romeinse tijd bleef de hoeve in gebruik, om pas na acht eeuwen bewoning in verval te raken!
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse Kunradersteen ontdekken (5 mei, 14:00-16:00)

walem4. Wachttoren Walem-Goudsberg
Locatie: Goudsberg
In 1916 werden er sporen van een stenen wachttoren ontdekt van 8,8 bij 12,2 meter, omgeven door een 90 centimeter dikke muur. Hij zal oorspronkelijk van hout zijn geweest om later door een stenen variant vervangen te zijn, zoals ook bij veel forten aan de Rijn het geval was. In het geval van de Via Belgica is dergelijke bewaking met forten en wachtposten des te belangrijker na de Crisis van de Derde Eeuw, waarin de weg zelfs een tijdje de officieuze noordgrens van het rijk was toen de forten aan de Rijn zo goed als leeg stonden. De Romeinen konden zich dus niet veroorloven dat deze belangrijke weg gevaar zou lopen. Vanuit het Geuldal was de toren moeilijk te bereiken voor eventuele aanvallers. De andere kant werd beveiligd met een stevige wal en greppel.
Speciaal in de Romeinenweek: Bezoek de Romeinse hortus van Villa de Proosdij (in de weekenden, 11:00-18:00); Ommetje Goudsberg (5 mei, 14:00-16:30)

5. Villa Meerssen-Onderste Herkenberg
Locatie: Herkenberg
Er zijn drie villa’s ontdekt in het Geuldal bij Meerssen, maar die van de Herkenberg is één van de grootste uit heel Romeins Nederland en werd ontdekt in 1865. Hij was wel 8 ha groot bevatte een kelder en badgebouw. In de omgeving bevonden zich nog meerdere bijgebouwen en wat kalksteenmijnen. Het badgedeelte bevatte geen vloerverwarming, maar wel mozaïeken, schilderingen en reliëfs als versiering. Niet ver ervandaan lag waarschijnlijk een volledig badhuis. De twee andere villa’s lagen niet zo ver weg, aan de Putsteeg en het Proosdijpark. De landerijen van de villa’s – want Romeinse villa’s waren bijna altijd luxe boerderijen – zullen dus niet zo groot zijn geweest. Villa Herkenberg bevatte ook een skelet: misschien een slachtoffer van een vijandige overval rond 176?
Speciaal in de Romeinenweek: Ommetje Meerssen (1 mei, 14:00-16:30)

De Jupitertempel onder Hotel Derlon. ©René Voorburg: CC BY-SA 3.0
De Jupitertempel onder Hotel Derlon. ©René Voorburg: CC BY-SA 3.0

6. Traiectum ad Mosam (Maastricht)
Locatie: Binnenstad Maastricht, ten zuiden van de Servaasbrug
Alternatieve namen: Pons ad Mosam (waarschijnlijk na de bouw van een brug); Mosae Traiectum (middeleeuwse bronnen)
De exacte Romeinse naam voor Maastricht is niet geheel duidelijk, maar gelegen bij een oversteekpunt over de Maas moet de plaats al snel van groot belang zijn geweest. Doordat er meerdere wegen bij elkaar komen (namelijk de Via Belgica, de weg vanuit Cuijk en de weg vanuit Aken) was Maastricht dus knooppunt voor allerlei kooplui en andere reizigers. Van oorsprong was het oversteekpunt een doorwaadbare plaats, een voorde, maar al in de eerste eeuw moet er een brug gebouwd zijn. Een belangrijke tempel met Jupiterzuil stond op de plek waar nu Hotel Derlon en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek staan. Het badhuis lag ten noorden daarvan. Vanwege het economisch en strategisch belang zal er ook wel een statio, een militaire post, geweest zijn. In de Crisis van de Derde Eeuw viel Maastricht ten prooi aan Frankische plunderaars. Om Maastricht beter te beschermen werd de brug in 333 in steen herbouwd en op de plek van de tempel en het badhuis werd een stenen fort gebouwd. Het fort had een opvallend langwerpige vorm en was lichtjes gekromd, wat in het stratenpatroon van het Stokstraatkwartier nog een beetje te zien is. Aan de overkant van de Maas werd een tweede fort gebouwd om de brug zo veilig mogelijk te houden. De castella en de brug overleefden een paar Frankische opstanden in de 4e eeuw. Servatius van Tongeren bouwde op de plek van de oude tempel uiteindelijk de eerste kapel van Maastricht. Fort en brug bleven nog tot ver in de middeleeuwen in gebruik.
Bezienswaardigheden: Tempelresten in de kelder van Hotel Derlon; peiler met leeuw ter hoogte van de Romeinse brug
– Speciaal in de Romeinenweek: Citygame “Het geheim van Julius Caesar”(elke dag); Ommetje binnenstad Maastricht (29 april, 14:00-16:30)

10405242_10153809536222911_313042256083666525_n7. Atuatuca Tungrorum (Tongeren)
Locatie: centrum Tongeren
Alternatieve namen: Atuatuca (mogelijk); Municipium Tungrorum (2e eeuw)
De naam Atuatuca zou “burcht” betekenen, maar lijkt te verwijzen naar de Atuatuci, een stam waar Julius Caesar het in de Gallische Oorlog mee aan de stok kreeg. Caesar noemt de naam Atuatuca echter als hoofdstad van de Eburonen, die hij ook uitschakelde na de opstand van Ambiorix. Of deze plaats of plaatsen werkelijk bij Tongeren lagen is niet zeker. Wel werd hier enkele decennia later het bestuurscentrum van de Tungri, die tegen die tijd Belgisch Limburg en omstreken domineerden, hier ingericht, zodat hier net als bij Batavodurum een eigen stad ontstond. Atuatuca leed hevig onder de Bataafse opstand, toen de inwoners zich niet bij de rebellen aansloten en deze in reactie de stad verwoestten. Na de opstand herstelde Atuatuca. De stad kreeg stevige stenen muren en bevatte een tempel met Jupiterzuil en een badhuis. Atuatuca overleefde de Crisis van de Derde Eeuw maar kreeg nadien wel dikkere muren met torens en werd een garnizoensstad, van waaruit ruitereenheden de troepen aan de Rijn te hulp konden snellen. In de vierde eeuw onderhandelde onderkeizer Julianus er met de Franken en stichtte Servatius de eerste kerk van Tongeren.
Bezienswaardigheden: Standbeeld Ambiorix op de Grote Markt; Gallo-Romeins Museum; restant stadsmuur aan de Cesarlaan; site tempelcomplex aan de Keversstraat

©René Voorburg: CC BY-SA 3.0
©René Voorburg: CC BY-SA 3.0

8. Oude Akerweg
Locatie: Heerstraat, gemeente Valkenburg
Het tracé van de Romeinse weg tussen Maastricht en Aken werd in de middeleeuwen nog gebruikt. Benamingen hiervoor zijn de Oude Akerweg of Oude Heerweg. Waarschijnlijk liep de Romeinse weg gelijk met straten die nu zo heten. De naam van het dorp Heerstraat geeft ook te denken.

9. Villa en tempel Gulpen
Locatie: Landsraderweg
Op het terrein van de Landsraderweg zijn resten van een villa-complex ontdekt. Er vlakbij zijn graven ontdekt in 1922, wat leidde tot verder onderzoek. De gevonden gebouwresten zouden een tempel kunnen zijn, al is dit niet hard gemaakt.

De catacomben van Valkenburg.
De catacomben van Valkenburg.

A. Museum Romeinse Katakomben
Locatie: Plenkerstraat 55, Valkenburg aan de Geul
In Museum Romeinse Katakomben is een uiterst zorgvuldige replica van de catacomben in Rome te bezichtigen. Deze catacomben dienden als begraafplaatsen voor de eerste christenen, maar soms ook voor Romeinse en Joodse overledenen. In de 4e eeuw werden ze uitvoerig beschilderd en versierd. In 1910 werden de in een mergelgrot nagebootste catacomben geopend voor het publiek.
Speciaal in de Romeinenweek: Paradisum in Museum Romeinse Katakomben (28-19 april en 2-6 mei, 15:00-16:00); Capella Greca in restauratie (idem dito); “Reflections” (idem dito)

Sablones en Blariacum: de Romeinen in en om Venlo

blariacumWe vervolgen onze tocht langs Romeinse plaatsen aan de Maas. Na ons bezoek aan Ceuclum is de eerste plaats die we tegenkomen op de Peutinger kaart Blariacum, dat dus ook op de linkeroever van de Maas gelegen moet hebben. Deze plaatsen lagen aan een weg die vanuit Noviomagus leidde naar de Via Belgica, de handelsroute tussen het huidige Keulen en Boulogne. Tegelijkertijd liep er ten oosten van de Maas waarschijnlijk een tweede weg, die vanuit Colonia Ulpia Traiana (Xanten) naar de Via Belgica liep. Het Itinerarium Antonini, een bekende Romeinse reisgids, vermeldt als eerste stop na Xanten een plaats genaamd Mediolanum (vermoedelijk Geldern-Pont, in Duitsland), gevolgd door Sablones. Vermoedelijk lagen Blariacum en Sablones niet ver van elkaar, aan weerszijden van de Maas bij Venlo: Blariacum te Blerick, het stadsdeel in het westen van Venlo, en Sablones in het oosten van Venlo of ten oosten daarvan in het Duitse Kaldenkirchen.

Lottum bevat vandaag de dag een veerpont over de Maas. Was er in de Romeinse tijd al een oversteek?
Lottum bevat vandaag de dag een veerpont over de Maas. Was er in de Romeinse tijd al een oversteek?

Het noorden van Limburg en het daaraan grenzende deel van Noord-Brabant is een rijke omgeving als het gaat om Romeinse en inheemse vondsten. We stuiten er op tal van villa’s, nederzettingen en muntvondsten, bijvoorbeeld in de omgeving van Venray. De eerste maal dat we aan een vermoede Romeinse plaats komen is bij Lottum, op meer dan 10 km ten noorden van Venlo. Vondsten van twee altaren van militairen doen de aanwezigheid van een statio, een Romeinse militaire pleisterplaats, vermoeden. Vondsten in 1986 toonden inderdaad funderingen aan, maar niet per se van een statio. Het zou ook kunnen dat er een tempel stond waaraan de altaarstenen als votief geschonken waren. Slechts op een paar kilometer afstand, te Lomm, bevond zich namelijk een heiligdom uit de IJzertijd. Van de andere kant zou Lottum een goed punt zijn voor een statio op de weg tussen Nijmegen en Tongeren en een interessante oversteekplaats richting bovengenoemd Mediolanum.

De Romeinse wegen in het oosten van Germania Inferior. Sablones en Blariacum lagen aan weerszijden van de Maas.
De Romeinse wegen in het oosten van Germania Inferior. Sablones en Blariacum lagen aan weerszijden van de Maas.

Als we vanuit Lottum naar Venlo trekken komen we nog steeds villa’s en grafvelden tegen. De stad zelf is niet minder rijk aan vondsten. In Blerick, het westelijke stadsdeel, zou Blariacum gelegen kunnen hebben. Als Sablones werkelijk aan de overkant lag, kan er in de Laat-Romeinse tijd een brug bij Blerick zijn geweest. Van de andere kant zou er in die tijd dan ook een fort moeten zijn gebouwd, wat tot op heden niet ontdekt is. Sporen van een weg die haaks op de Maas staat ondersteunen de theorie echter een beetje. In 2012 vond men een groot gebouw uit de tweede eeuw van 20 bij 10 meter terug. Het zou een herberg kunnen zijn, zodat Blerick toch in elk geval een halteplaats geweest zou kunnen zijn. De omvang is namelijk dusdanig groot dat dit niet bij een kleine nederzetting past. Dit heeft de naam Blariacum al snel aan Blerick gekoppeld. Toch moeten we hier voorzichtig mee zijn, want ondanks de sterke gelijkenis in naam is het bewijs dat Blerick werkelijk Blariacum was nog niet geleverd. Meer naar het westen is de villa van Hout-Blerick gevonden.

Een bronzen Medusa gevonden in een beek bij Hout-Blerick.
Een bronzen Medusa gevonden in een beek bij Hout-Blerick.

In Venlo ten oosten van de Maas is ook het nodige aangetroffen, tot terra sigilata (duur Romeins aardewerk) uit de tijd van keizer Augustus aan toe, vaak met persoonsnamen en namen van legereenheden erin gekrast, wat impliceert dat er in die tijd soldaten in het gebied gelegerd waren. In 1950 werden er in de Hakkesplaats resten van een kelder aangetroffen, van 4,5 bij 7 meter. Een vreemde hoeveelheid dakpannen die in 1949 aldaar gevonden werden doen een zogenaamd tegelgraf vermoeden. In 1943 werd bij de aanleg van een schuilkelder op de Vleesstraat 51, een Romeinse oven gevonden. In 1935 werd op de Hulsterhof, waar nu de Venlose begraafplaats ligt, een dakpanoven ontdekt. Verder naar het zuiden vinden we trouwens ook een dakpanoven aan Krekelbergs Heide.

Foto van de opgraving van de kelder in de Hakkesplaats.
Foto van de opgraving van de kelder in de Hakkesplaats.

Zoals wel vaker met Romeinse plaatsen in Nederland is de exacte locatie van Sablones en Blariacum nog lang niet bepaald en is het nog maar de vraag of dat ooit zal lukken. Het koppelen van deze namen aan bestaande plaatsen in Nederland is een veelvoorkomende gewoonte, maar is vaak toch meer gebaseerd op aannames en wishful thinking. De Venlose stadsarcheoloog Maarten Dolmans was in 2013 dan ook zo voorzichtig om te benadrukken dat de koppeling van Blariacum aan Blerick verre van bewezen is. Om van Sablones nog maar helemaal te zwijgen. In elk geval bevindt zich in Venlo ook het Limburgs Museum, dat rijk is aan Romeinse vondsten uit de hele provincie.

Reisverslag woensdag 4 mei: Tungri, Cugerni en Bataven

Dag 6 4 meiSalvete, salvete! Deze Romein is vandaag weer een flink stuk opgeschoten. Zoals mijn trouwe volgers misschien nog weten ben ik mijn reis begonnen vanuit de civitas (administratief stamgebied) van de Tungri. Hoewel ik de grenzen van die civitates niet met zekerheid kan aanwijzen, weet ik wel zeker dat een groot deel van Limburg bij Tungrisch gebied hoort. Maar intussen heb ik wellicht al de civitas van de Bataven bereikt! Misschien ben ik daarbij intussen zelfs door het gebied van de Cugerni gekomen. De Cugerni wonen tussen Rijn en Maas in het oosten van Germania Inferior: deze groep is ontstaan toen de vijandige Sugambren door de Romeinen verslagen werden en een groot deel van de overlevenden naar de linkeroever van de Rijn verplaatst werd, waar ze met de plaatselijke bewoners versmolten. De hoofdstad van hun civitas is een echte Romeinse stad, namelijk Colonia Ulpia Traiana (Xanten). Om die reden worden zij ook wel Trajanensen genoemd.

Op de Veerweg in Lottum is geen spoor van de Romeinse statio meer te zien.
De Veerweg in Lottum. Helaas geen spoor van de statio.

Zover was het vanmorgen natuurlijk nog niet. Ik was op dat moment nog in Blariacum (Blerick, te Venlo), waar ik vol goede moed opstond om mijn reis langs de Maas voort te zetten, waarbij ik vandaag probeerde de westelijke Maasweg uit de Romeinse tijd te volgen. Om kwart voor tien bereikte ik Lottum. Hier zou een Romeinse statio (een rijksherberg of pleisterplaats) geweest moeten zijn, ongeveer ter hoogte van de Veerweg. Vandaar liep ik verder door naar het noorden, onderweg diverse plaatsen en dorpen tegenkomend. Ik besloot in Ooijen maar even te pauzeren.

In de omgeving van Wanssum stond ook een villa, compleet met bronzen vaatwerk.
In de omgeving van Wanssum stond ook een villa, compleet met bronzen vaatwerk.

Rond een uur of 1 kwam ik in een regio waar weer opvallend veel nederzettingen, villa’s en munten gevonden zijn. Voorbeelden hiervan zijn Wanssum en Geysteren. Je vraagt je af hoe die munten daar terechtgekomen zijn… Dat hangt natuurlijk ook af van de hoeveelheid. Een enkele munt kun je nog verliezen, maar een groot aantal is andere koek! Misschien hebben mensen geld weggestopt voor slechte tijden of zelfs uit paniek? Als ze hun geld nooit meer hebben kunnen ophalen moeten die slechte tijden zeker aangebroken zijn. Of zouden de eigenaren in hun haast vergeten zijn waar ze het geld verstopt hadden?

Het landschap bij Maashees.
Het landschap bij Maashees.

Uiteindelijk kwam ik terecht in wat jullie de provincie Noord-Brabant noemen (nogmaals: voor mij valt dit alles onder één provincie), vlakbij de plaats Maashees. Niet ver daarvandaan moet ook een villa gestaan hebben: die van Boxmeer-Campagne. Het echte Boxmeer ligt een stuk verderop, dus kwam ik eerst nog een hoop andere dorpen tegen, zoals Vierlingsbeek, Groeningen en Vortum-Mullem. De laatste plaats is ook niet ver van zo’n Romeinse villa. Rond vijven bereikte ik Boxmeer.

Vannacht slaap ik in Boxmeer.
Vannacht slaap ik in het pittoreske Boxmeer.

Kortom, opnieuw een vrij rustige dag vandaag. Dat kan morgen wel eens anders worden. Eerst zal ik Ceuclum (Cuijk) bereiken en daar de Maas oversteken om verder naar het noorden te gaan. In de omgeving van Noviomagus is zat moois te zien en bovendien zal ik daar eindelijk mijn oom even opzoeken. Daarna moet ik voortmaken, want 8 mei moet ik mij melden op Castellum Hoge Woerd, dus ik heb nog best een tocht voor de boeg!

Lucius Octavius Barbatus

www.twitter.com/OctaviusRomein

Reisverslag dinsdag 3 mei: van Catualium naar Blariacum

Horn wijaltaarGoedenavond, beste barbaren! Net als gisteren heb ik al met al een rustig dagje gehad. Omdat ik weer een flink stuk af wilde leggen stond ik mooi op tijd op, zodat ik tijdig kon vertrekken vanuit Catualium, oftewel Heel. Van daaruit liep ik weer verder naar het noorden, langs de linkeroever van de Maas. Daar heeft waarschijnlijk ook een Romeinse weg gelegen. Na ruim een uur bereikte ik Horn. Hier zijn wijaltaren gevonden van Mercurius Arvernus en Mars of Halamarthus (zie de foto links). Waarschijnlijk gaat het hier om plaatselijke goden die met de Romeinse vereenzelvigd werden. Dat kwam wel meer voor in die polytheïstische tijden.

De steen van Rura
De steen van Rura

Vanuit Horn stak ik de Maas weer over, want ik wilde Roermond niet mislopen! Er moet in Roermond een tempel hebben gestaan voor de godin Rura. Ik ken haar niet erg goed, maar haar naam doet me vermoeden dat ze met de Ruhr te maken heeft. Wat denken jullie? De steen van Rura is daar in elk geval te zien in het Historiehuis, met nog wel meer vondsten uit de Romeinse tijd. Roermond kende dus een Romeinse nederzetting. Er is ook een grafveld gevonden in de omgeving, zoals je wel vaker aantreft bij Romeinse nederzettingen en forten.

De kerk van Asselt bevat Romeins materiaal!
De kerk van Asselt bevat Romeins materiaal!

Vanuit Roermond liep ik naar Asselt. In de kerk die daar staat zit nog Romeinse bouwmateriaal verwerkt, tot wat stukken beton aan toe! Geen wonder, want dat Romeinse beton is op een of andere manier veel duurzamer dan dat uit jullie tijd. Na Asselt kwam ik in de buurt van Swalmen, waar funderingen zijn gevonden. Misschien waren die wel van een Romeinse wachtpost. Wie zal het zeggen? Een uur later bereikte ik Beesel, waar een inheemse nederzetting gestaan had. Ik besloot mij daar ook even “neder te zetten”, want het middaguur was al voorbij.

Het Limburgs Museum in Venlo
Het Limburgs Museum in Venlo

Al doorlopend ging ik via Reuver vlak langs de Maas en kwam ik in een omgeving waar meerdere pannenovens gevonden zijn. Pannenovens? Ja, voor het vervaardigen van dakpannen. Op de Krekelbergse Heide stond er eentje die werd uitgebaat door soldaten van Legio XXX Ulpia Victrix, uit Xanten. Misschien is het geen toeval dat daar vlakbij een plaats ligt die Pannenberg genoemd wordt. Vlak ten noorden ervan lag Tegelen. Het zou kunnen dat hier al een nederzetting lag in de Romeinse tijd. Die zou dan Tegula heten. Vanuit Tegelen ben je snel in Venlo, waar in de Romeinse tijd vast ook een belangrijke plaats is geweest. Het zou kunnen dat de plaats Sablones hier lag, al is dat lang niet zeker: misschien lag Sablones wel in het gebied dat jullie Duitsland noemen. In elk geval lag in Venlo wel zo’n pannenoven. Het is ook de plaats van het Limburgs Museum, vol Romeinse vondsten.

Dag 5 3 meiDat Venlo vast en zeker een nederzetting kende, blijkt wel uit het feit dat hier waarschijnlijk een brug over de Maas lag. Waarschijnlijk ongeveer op de plek waar nu ook een brug ligt. Die brug stak ik over, want aan de westkant van de Maas ligt het Venlose stadsdeel Blerick, de plaats van het Romeinse fort Blariacum. Zo ben ik vandaag in elk geval van fort naar fort gekomen. Tweemaal ben ik de Maas overgestoken en beide keren met een goede reden! Morgen zal ik denk ik een lange tijd aan de linkerzijde blijven. Ik hoop tegen die tijd de civitas van de Bataven binnen te gaan en tot in Boxmeer te komen. Als dat lukt bereik ik overmorgen met gemak Noviomagus. Hopelijk haal ik van daaruit Fletio op tijd!

Lucius Octavius Barbatus

www.twitter.com/OctaviusRomein