Diocletianus en de Tetrarchie: een nieuwe orde

Diocletian_bustVijftig jaar lang had het Romeinse rijk in chaos verkeert. Een stabiele dynastie was er niet geweest. Zelfs als een keizer door zijn zoon of broer was opgevolgd, was deze al kort daarna afgezet of gesneuveld. Slechts een enkele dynastie had het langer dan 10 jaar volgehouden, en op Gallienus na wist niet één keizer meer dan 10 jaar te overleven. Pas in 284 zou er een keizer aan de macht komen die de macht geruime tijd wist te behouden, een natuurlijke dood stierf en werd opgevolgd door de opvolger die hij zelf verkozen had. Na een halve eeuw wist er eindelijk iemand een stabiel bewind te creëren, zodat het Romeinse rijk de kans kreeg om voorlopig te herstellen. Deze heerser zou daarom misschien wel als een redder van het Romeinse rijk beschouwd kunnen worden, althans voor zijn eigen periode. En deze redder was keizer Diocletianus.

Het amfitheater van Salona, de geboorteplaats van Diocletianus.
Het amfitheater van Salona, de geboorteplaats van Diocletianus.

Diocletianus was afkomstig uit Salona in Dalmatia (nu Solin, in Kroatië). Over zijn vroege leven is weinig zeker. Zijn precieze geboortedatum is onzeker, al wordt 22 december 244 vermoed. Bij geboorte heette hij Diocles of Diocles Valerius en was hij van bescheiden afkomst, al is het niet duidelijk uit wat voor milieu. Beweringen dat hij een vrijgelatene of zoon van een vrijgelatene was, zijn vooral van de hand van schrijvers die hem geen warm hart toedragen. In elk geval volgde zijn vroege leven het scenario van de soldatenkeizer: een eenvoudig man die opklimt binnen het leger tot hij een hoge bevelhebber is. Joannes Zonaras (een Byzantijns geschiedschrijver uit de 11/12e eeuw) zegt dat Diocles dux (aanvoerder van een veldleger van meerdere detachementen) van de provincie Moesia was, aan de benedenloop van de Donau. De Historia Augusta beweert dat hij ook in Gallië diende, maar gezien de zeer beperkte betrouwbaarheid van de tekst negeren veel historici dit. In 282 werd hij benoemd tot commandant van de Protectores domestici, het keurkorps van ruiters dat met het keizerlijk hof meereisde. Deze benoeming kreeg hij van keizer Carus, één van de laatste soldatenkeizers.

Keizer Diocletianus vermoordt Aper, Reinier Vinkeles, 1804. De tekenaar lijkt niet op de hoogte van de sterk veranderde mode van eind 3e eeuw, en leunt in plaats daarvan op de stereotype uitbeelding van Romeinen. (Bron: Rijksmuseum)
Keizer Diocletianus vermoordt Aper, Reinier Vinkeles, 1804. De tekenaar lijkt niet op de hoogte van de sterk veranderde mode van eind 3e eeuw, en leunt in plaats daarvan op de stereotype uitbeelding van Romeinen. (Bron: Rijksmuseum)

In die hoedanigheid ging Diocles dan ook mee met Carus naar Mesopotamië, om daar de Perzen te bevechten. Carus kwam hier op geheimzinnige wijze om het leven, volgens het verhaal omdat zijn tent door de bliksem geraakt werd. Zijn zoon Carinus verbleef op dat moment in Gallië, en ging zodra het nieuws bekend was naar Rome. Carus’ andere zoon Numerianus bleef in het oosten, maar keerde uiteindelijk terug naar wens van zijn soldaten. Het moet een vredige terugtocht zijn geweest, want de Perzen verkeerden in chaos en konden geen leger sturen. In maart 284 bereikten de Romeinen Emesa (Homs), waar Numerianus nog in goede gezondheid geweest moet zijn. Daarna kwam er echter slecht nieuws. Lucius Flavius Aper, de prefect van de Praetoriaanse Garde en schoonvader van Numerianus, liet weten dat de jonge keizer een ernstige oogontsteking had en zich derhalve terugtrok in een gesloten koets. Tegen de tijd dat de stoet in Bithynië (nu het westen van Turkije) was aangekomen, merkten de soldaten een vreemde geur op, die uit de koets leek te komen. Het bleek een lijklucht: Numerianus bleek bij het openen van de koets al geruime tijd dood te zijn. In Nicomedia maakte Aper dit nieuws officieel bekend. De generaals kwamen bijeen om de opvolging van Numerianus te bespreken. Aper trachtte een greep naar de troon te doen, maar blijkbaar zag men meer in Diocles, die unaniem verkozen zou zijn. Diocles nam het zwaard in de hand ten overstaan van de troepen en zwoer een eed, waarbij hij verklaarde niets te maken te hebben met de dood van Numerianus. In plaats daarvan beschuldigde hij Aper en doodde hem ter plekke. Niet lang daarna nam hij een naam aan die minder Grieks en meer Romeins klonk: Gaius Aurelius Valerius Diocletianus. De moord op Aper zou later verbonden worden aan een legende dat Diocles in het land van de Tungriërs (noordoost-België) een voorspelling zou hebben gehoord dat hij keizer zou worden als hij een wild zwijn (aper) had gedood.

Antoninianus van Diocletianus, met zonnekroon.
Antoninianus van Diocletianus, met zonnekroon.

Diocletianus was in de eerste plaats militair en had weinig ervaring met bestuurszaken. Hij was zelf echter zo wijs om die zwakheid in te zien en benoemde zo snel hij kon niet alleen zichzelf maar ook een zekere Lucius Caesonius Bassius tot consul. Bassius kwam uit een senatoriale familie uit Campania. Hij was eerder consul geweest en had als proconsul de provincie Africa bestuurd, zodat hij zijn sporen wel verdiend had. De benoeming was niet alleen een slimme zet vanwege Bassius’ bestuurlijke ervaring, maar ook vanwege zijn afkomst, waarmee Diocletianus de Senaat trachtte te paaien, zodat hij sneller op hun steun kon rekenen bij een mars naar Rome. Hiermee werd het bestuur van Carinus in Rome dus feitelijk verworpen, zodat Diocletianus vanaf dit moment als tegenkeizer gezien kon worden. Via de Balkan trok hij op naar Rome. Het leger van Carinus was al in de buurt, daar het kort daarvoor had afgerekend met een tegenkeizer die Noord-Italië en Pannonia onder controle had gehad. De confrontatie vond plaats aan de rivier de Margus (Morava) in Moesia. Mogelijk vond de slag in mei plaats tussen de Mons Aureus (Seone) en Viminacium (een toen zeer belangrijke maar nu niet meer bestaande stad, in de buurt van Kostolac, op zo’n 100 kilometer van Belgrado). Mogelijk was de gouverneur van Dalmatia, Constantius Chlorus, al vroeg in het voorjaar overgelopen naar Diocletianus. Bij de Slag aan de Margus liep Aristobulus, de prefect van de Praetorianen, ook over. Het resultaat was een grote overwinning voor Diocletianus en de dood van Carinus. Diocletianus was nu de alleenheerser van het rijk.

Romeinse troepen uit de tijd van Diocletianus, herkenbaar aan hun dekkende helm met neusbeschermer, naar Perzisch voorbeeld, evenals hun Germaanse schildknoppen. (foto: pinterest)
Romeinse troepen uit de tijd van Diocletianus, herkenbaar aan hun dekkende helm met neusbeschermer, naar Perzisch voorbeeld, evenals hun Germaanse schildknoppen. (foto: pinterest)

Natuurlijk betekende dit nog niet dat de Crisis van de Derde Eeuw automatisch voorbij was. Er was geen garantie dat er geen nieuwe tegenkeizers het gezag van Diocletianus zouden betwisten, dus moest hij alles doen om te voorkomen dat hij niet hetzelfde lot als veel van zijn voorgangers zou ondergaan. Diocletianus besefte dat de burgeroorlogen het rijk flink verzwakt hadden en er ondertussen van twee kanten een grote externe dreiging was. De Germaanse invasies waren de laatste jaren flink verminderd en de Perzen verkeerden in chaos, maar voor hoe lang nog? Aan beide gevaren moest het hoofd kunnen worden geboden, maar zoals de politieke cultuur in de 3e eeuw was, werd de keizer geacht zelf aan dergelijke campagnes deel te nemen. Met een enorm rijk en twee ver bij elkaar vandaan liggende fronten leek dat eigenlijk totaal niet haalbaar en als beide vijanden toevallig tegelijkertijd zouden toeslaan, zou de chaos weer niet te overzien zijn. Alsof dat nog niet genoeg was, was het nog steeds onrustig in tal van provinciën. De structuur van het rijk was ontstaan toen deze problemen nog nauwelijks speelden, dus moest dit worden aangepast. Diocletianus’ meende dat het rijk gewoon te groot was voor één keizer, maar in tegenstelling tot keizers als Marcus Aurelius, Valerianus of Carus, had hij geen zoons om hem terzijde te staan. In 285 benoemde hij zijn generaal Maximianus daarom tot Caesar, onderkeizer en troonopvolger, om hem een jaar later zelfs tot Augustus te verheffen. Om hun verhouding in religieuze termen te versterken noemde Diocletianus zichzelf Iovius, naar de oppergod Jupiter, en noemde Maximianus zich Herculius, naar Jupiters zoon Hercules. Dit benadrukte in feite dat Diocletianus vooralsnog een stapje hoger stond dan Maximianus. Tegelijkertijd vertegenwoordigden de twee keizers hiermee de goden op Aarde. Juist deze ietwat theocratische rol verminderde de aandacht op de militaire belangen, zodat het leger wat aan kracht verloor.

Munt van Carausius, van het Britse Keizerrijk. Net als zijn opvolger Allectus en Constantius Chlorus, die Brittannië heroverde, is hij opgenomen in de legendarische Britse koningslijst van Geoffrey of Monmouth.
Munt van Carausius, van het Britse Keizerrijk. Net als zijn opvolger Allectus en Constantius Chlorus, die Brittannië heroverde, is hij opgenomen in de legendarische Britse koningslijst van Geoffrey of Monmouth. Ook Geta en Caracalla staan in deze lijst.

Dat kon geen kwaad want hier en daar staken er nog wel eens onlusten de kop op. Een voorbeeld hiervan is het verhaal van Carausius, een Romeins-Menapische vlootaanvoerder die Saksische en Frankische piraten in het Kanaal en de Noordzee bestreed. Toen Carausius van piraterij en het verduisteren van de buit werd beschuldigd, veroordeelde Maximianus hem ter dood, waarop Carausius in 286 uitweek naar Brittannia en zichzelf tot keizer uitriep. Het Brits-Romeinse keizerrijk van Carausius was geen lang leven beschoren, want al in 293 werd hij vermoord. Weliswaar had hij getracht zich neer te zetten als een derde keizer, in vrede met Maximianus en Diocletianus, maar van vrede was geen sprake geweest. Wel had het de benoeming van Maximianus tot Augustus versneld: Maximianus nam de titel aan zonder dat Diocletianus hierbij was, wat zelfs de vraag doet rijzen of Maximianus soms zelf het initiatief nam en Diocletianus dit maar zo liet om burgeroorlog te vermijden. Het is echter ook niet ondenkbaar dat Diocletianus met de benoeming zijn band met Maximianus wilde versterken. Maximianus voerde in elk geval oorlog rondom de Rijn, om Carausius’ Frankische bondgenoten mores te leren.

Diocletianus' vriend en uiteindelijke medekeizer Maximianus. De westelijke keizer moest zich toch vaak plooien naar de wil van zijn "meerdere" in het oosten, maar deed dit niet altijd van harte.
Diocletianus’ vriend en uiteindelijke medekeizer Maximianus. Hij moest zich toch vaak plooien naar de wil van zijn “meerdere”, maar deed dit niet altijd van harte.

Maximianus was net als Diocletianus van eenvoudige komaf: vermoedelijk was hij rond 250 in Sirmium geboren als zoon van een winkelier, waarna hij een militaire carrière had gemaakt en bevriend was geraakt met Diocletianus. Er werden twee hoofdsteden ingericht: Milaan voor Maximianus en Nicomedia voor Diocletianus. Rome was gewoon te ver verwijderd van de grenzen. De invloed van de Senaat was hiermee bekeken. De raad had al onder het Principaat natuurlijk al sterk aan macht ingeboet, door de groeiende positie van de keizer en de opkomst van het reizende hof. In de 3e eeuw was dat verergerd door de opkomst van de soldatenkeizers, waarbij senatoriale rang dus niet meer vereist was, en door maatregelen van Gallienus, die had bepaald dat senatoren geen legioenen meer mochten leiden. Nu was het hof definitief van Rome verwijderd en was de Senaat in feite gereduceerd tot een soort gemeenteraad. Rome was politiek oninteressant geworden en moest dat maar eens leren inzien. De keizer is misschien zelf heel even in Rome geweest, maar liet zich uiteindelijk zelden in de stad zien. Ook stelde hij nieuwe keizerlijke lijfwachten in: de Ioviani voor hemzelf en de Herculiani voor Maximianus, om de macht van de Praetorianen te breken.

Militair uitgegeven munt van Diocletianus. De keizer was een fanatiek hervormer, die daarmee de ondergang van het rijk voor lange tijd wist te voorkomen.
Militair uitgegeven munt van Diocletianus. De keizer was een fanatiek hervormer, die daarmee de ondergang van het rijk voor lange tijd wist te voorkomen.

Andere hervormingen bleven ook niet van de lucht. In november 301 vaardigde Diocletianus een edict uit over de prijzen van koopwaren. De geldwaarde van munten werd vastgesteld en alle verantwoordelijken voor de hyperinflatie van de afgelopen 50 jaar werden vergeleken met barbaren. Het werd handelaren verboden te handelen met het buitenland en vervoerskosten mochten niet in de prijs worden doorgerekend. Op schuld aan inflatie werd de doodstraf ingesteld en voor meer dan duizend producten werd een maximumprijs bepaald. Deze harde maatregelen moesten de losgeslagen, chaotische economie aan banden leggen, zodat er in elk geval geen nieuwe ellende zou ontstaan. Het leger werd opgedeeld in grenstroepen en mobielere veldtroepen in het achterland. De grenstroepen bevonden zich dan ook in forten langs de limes, terwijl het veldleger, de comitatenses, erop was ingericht om bij eventueel gevaar snel uit te rukken en elders versterking te bieden. De officier van de comitatenses werd comes genoemd, waar het Romaanse woord voor graaf (bv. comte in het Frans) van is afgeleid. Door al deze militaire en monetaire hervormingen, waren er ook ingrijpende veranderingen in belasting en bestuur. De provincies werden ook heringedeeld. Het oude Gallia Belgica werd bijvoorbeeld opgedeeld in Belgica Prima en Belgica Secunda. Germania Inferior bleef één geheel, maar werd sindsdien wel Germania Secunda genoemd.

Het Romeinse rijk in vieren opgedeeld. De hoofdsteden waren hierbij afhankelijk van waar welke keizer woonde. Trier was dus eerst het centrum van de westelijke Caesar, tot deze tot Augustus verheven werd.
Het Romeinse rijk in vieren opgedeeld. De hoofdsteden waren hierbij afhankelijk van waar welke keizer woonde. Trier was dus eerst het centrum van de westelijke Caesar, tot deze tot Augustus verheven werd.

De belangrijkste bestuurlijke hervorming van Diocletianus is echter de invoering van de tetrarchie: “de vier heersers” (tettares is Grieks voor vier). Maximianus en Diocletianus bleven allebei Augustus, oftewel keizer, maar stelden ook allebei een Caesar aan als onderkeizer en opvolger. De titel Caesar had sinds de tweede eeuw vooral gediend om troonopvolgers aan te wijzen, maar nu kreeg de drager van deze titel ook echt het bevel over een deel van het rijk. Diocletianus gaf een deel van het oosten aan Galerius en Maximianus droeg een deel van het westen over aan zijn schoonzoon Constantius Chlorus. In 293 werd dit bestuursstelsel ingesteld, zodat Constantius zich kon bezighouden met Carausius. Constantius bestuurde Gallië en Brittannië, met Trier als zijn hoofdstad. Na de moord op Carausius in 293 hield de moordenaar en usurpator Allectus het nog drie jaar uit. Het rijk was nu in feite een eenheid door opdeling. Daarmee waren de oorlogen uiteraard nog niet van de lucht. De Tetrarchie van Diocletianus kreeg het nog aan de stok met Sarmaten op de Balkan, onrusten in Egypte en een grote oorlog met Perzië. Toen het Romeinse leger een grote nederlaag leed tegen de Perzen aarzelde Diocletianus niet om Galerius als zondebok neer te zetten en hem te vernederen: Galerius moest een hele mijl aan het hoofd van de keizerlijke karavaan lopen. Een Romeinse tegenaanval had meer succes en leidde tot de gevangenneming van de harem, koningin en kinderen van koning Narseh. Het gevolg was een gunstig vredesverdrag voor de Romeinen, met een grote invloedssfeer in het Midden-Oosten.

Diocletianus in gevecht met Narseh. Detail van de Boog van Galerius in Thessaloniki, waar Galerius meestal zetelde.
Diocletianus in gevecht met Narseh. Detail van de Boog van Galerius in Thessaloniki, waar Galerius meestal zetelde.

Die invloedssfeer van Diocletianus droeg ironisch genoeg bij aan de kerstening van Armenië. Ironisch genoeg omdat Diocletianus als één van de felste beoefenaars van christenvervolging onder de Romeinse keizers te boek staat. Ook al is dat misschien wat overdreven, al in 302 liet hij de Manicheeërs, aanhangers van een inmiddels uitgestorven Perzische religie, vervolgen. Dit zowel vanwege hun religieuze non-conformisme als vanwege hun steun aan Perzië. Hierna werden de christenen zijn doelwit. In 302 meende hij nog dat de christenen uitsluiten van bestuur en leger voldoende was, maar Galerius overtuigde hem dat uitroeiing noodzakelijk was, zeker na een uitspraak van het orakel van Delphi. Op 24 februari, een dag na het bevel om de kerk in Nicomedia af te breken, vaardigde hij een edict tegen de christenen uit. Nog voor het eind van de maand werd het paleis door een brand verwoest. Galerius was er zeker van dat de christenen dit gedaan hadden. De daders werden echter niet gevonden en na een tweede brand week Galerius uit naar Rome. Er volgden meer edicten die de arrestatie van christelijke priesters en een verbod op kerkdiensten afkondigden. Ondanks de naam van een felle vervolger wisten de meeste christenen echter aan Diocletianus’ maatregelen te ontkomen. Maximianus en Constantius deden er namelijk weinig mee en lieten de christenen in hun rijksdeel ongemoeid. Op de Balkan kreeg Diocletianus er echter een slechte naam door, die hij nog altijd heeft.

Standbeeld van de tetrarchen, elkaar omhelzend als vaders en zoons. Het beeld werd in 1204 uit een Byzantijns paleis geroofd en staat nu in Venetië. Let op de mantels, lange mouwen en de Dacische hoofddeksels, allen typerend voor de Laat-Romeinse tijd.
Standbeeld van de tetrarchen, elkaar omhelzend als vaders en zoons. Het beeld werd in 1204 uit een Byzantijns paleis geroofd en staat nu in Venetië. Let op de mantels, lange mouwen en de Dacische hoofddeksels, allen typerend voor de Laat-Romeinse tijd.

De nogal wrede houding jegens bepaalde godsdiensten is misschien te verklaren vanuit het nogal theocratische keizerschap dat onder Diocletianus begon. Onder invloed uit Perzië was het hofprotocol in deze tijd veel deftiger aan het worden. De monarchie werd niet langer verhuld en op munten noemde Diocletianus zich dominus et deus, heer en god. Vandaar dat men vanaf 284 ook wel spreekt van het Dominaat. Het Romeinse rijk was nu een openlijke monarchie, waarbij de keizer niet langer gelijk was aan een opgeklommen politicus of militair, maar de wil van de goden uitvoerde op Aarde. In plaats van na zijn dood werd hij bij zijn leven blijkbaar al vergoddelijkt, terwijl senator en consul niet meer dan eretitels waren. De keizer verscheen niet veel meer in het openbaar en als hij dit deed hield hij nog zoveel mogelijk afstand van het volk. En de enkeling die bij hem op audiëntie kwam moest diep knielen en de zoom van het gewaad van de keizer kussen. Zijn kleding was, net als zijn schoenen, met allerlei edelstenen en fraaie patronen versierd. De stijl van de keizers uit het Principaat mag dan in de popcultuur afgeschilderd worden als protserig en decadent, maar vergeleken met het Dominaat kleedden de klassieke keizers zich toch vrij eenvoudig. Deze rol van de keizer als ultieme machthebber zag Diocletianus graag benadrukt. Op 20 november 303 was Diocletianus weer in Rome, waar hij samen met Maximianus de twintigste verjaardag van zijn regering en de tiende verjaardag van de tetrarchie vierde. Diocletianus vond dat hij in Rome met te weinig waardigheid en veel te veel gelijkheid behandeld werd. Hij vertrok dan ook al snel uit de stad en hield de ceremoniën voor zijn nieuwe consulaat in Ravenna.

Reconstructie van het versterkte paleis waar Diocletianus zich na zijn aftreden terugtrok. (Tekening door Ernest Hébrard)
Reconstructie van het versterkte paleis waar Diocletianus zich na zijn aftreden terugtrok. (Tekening door Ernest Hébrard)

Vanuit Ravenna trok de keizer oostwaarts en voerde een veldtocht aan de Donau, waarbij hij ziek werd. Het was niet ernstig, maar het verergerde naarmate hij verder oostwaarts ging. In Nicomedia opende hij op 20 november het circus naast zijn paleis, maar stortte kort daarna in. De hele winter kwam hij het paleis niet uit en er begonnen geruchten te gaan dat de keizer overleden was. Half december begon men zelfs te rouwen in de stad, tot er bericht kwam dat de geruchten onjuist waren. Pas op 1 maart verscheen hij weer in het openbaar, vermagerd en bijna onherkenbaar veranderd. Kort daarna voegde Galerius zich bij hem. Op 1 mei 305 riep Diocletianus zijn generaals en andere vertegenwoordigers van de legioenen bij zich. De ontmoeting vond 5 kilometer buiten de stad plaats, op de heuvel waar hij in 284 tot keizer was uitgeroepen. Daar sprak hij de menigte toe met tranen in zijn ogen. Hij vertelde hen dat hij de kracht niet meer had om te besturen en dat het tijd was dat hij het keizerschap aan een sterker iemand toevertrouwde. Diocletianus deed in feite iets ongelooflijks: hij was de eerste Romeinse keizer die uit vrije wil troonsafstand deed! Op dezelfde dag deed Maximianus blijkbaar ook afstand van de troon. Constantius en Galerius zouden nu de Augusti worden. Maar in tegenstelling tot wat iedereen verwachtte, waren het niet hun zoons Constantinus en Maxentius die tot Caesar werden benoemd: in plaats daarvan werden Severus en Maximinus onderkeizer gemaakt. Diocletianus overhandigde zijn purperen mantel aan Maximinus op de heuvel bij Nicomedia, terwijl Maximianus de zijne in Milaan overhandigde aan Severus.

Het paleis van Diocletianus in Dalmatia is tegenwoordig het centrum van de Kroatische stad Split.
Het paleis van Diocletianus in Dalmatia is tegenwoordig het centrum van de Kroatische stad Split.

Diocletianus trok zich terug in Dalmatia, zijn oude thuisland, waar hij zijn laatste jaren wilde slijten in een enorm paleis, dat nu de historische stadskern van Split in Kroatië vormt. Maximianus trok zich op zijn beurt terug in het zuiden van Italië. Zo bleven ze ver van de hoofdsteden, maar konden ze wel onderling contact houden. Galerius zocht Diocletianus in 308 nog eens op voor advies en beide oud-keizers waren op 11 november dat jaar in Carnuntum aanwezig bij de benoeming van Licinius als Galerius’ nieuwe Caesar. Er was namelijk onrust ontstaan omdat Maximianus’ zoon Maxentius zich gepasseerd had gevoeld en een greep naar de macht deed. Ook Maximianus was blijkbaar niet tevreden met de koers van de laatste jaren en trachtte opnieuw de troon te bestijgen. Bij de ontmoeting in 308 gaf Diocletianus hem echter het bevel voorgoed af te treden. Hier smeekten meerdere mensen Diocletianus om de troon opnieuw te bestijgen en af te rekenen met Maxentius. Zijn antwoord luidde: ‘Als jullie de kool die ik met mijn eigen handen geplant heb jullie keizer zouden tonen, dan zou zelfs die niet durven suggereren dat ik de vrede en het geluk van deze plaats zou vervangen door de stormen van een onvervulbare hebzucht.’ Nog drie jaar leefde de keizer een rustig leven, waarbij hij de meeste tijd in zijn tuinen doorbracht. Het moet geen gelukkige tijd zijn geweest. De tetrarchie was ten onder gegaan aan de zelfzuchtigheid van zijn opvolgers. Zijn oude vriend Maximianus nam hier ook aan deel, wat uiteindelijk leidde tot zijn gedwongen zelfmoord en damnatio memoriae. Diocletianus stierf op 3 december 311. Gezien de bittere omstandigheden kan het zelfmoord geweest zijn. Toch liet hij een vernieuwd rijk achter, dat nog meer dan een eeuw zou blijven bestaan.

Commodus, de keizer met twaalf namen

CommodusHij was de tweede keizer die zijn vader opvolgde en de eerste die geboren werd toen zijn vader al keizer was. Helaas bleek onder zijn regering dat erfopvolging ook zijn nadelen kan hebben. Na zijn dood zou het Romeinse Rijk tijdelijk afglijden naar chaos, maar nooit meer helemaal teruggaan naar de oude stabiliteit. En hij zag het eerste licht op 31 augustus 161 in Lanuvium, als zoon van keizer Marcus Aurelius en Faustina de Jongere. Lucius Aurelius Commodus.

Een jonge Commodus. (Romeins-Germaans Museum, Keulen)
Een jonge Commodus. (Romeins-Germaans Museum, Keulen)

Commodus was bij zijn geboorte de jongste van een tweeling, maar zijn tweelingbroer Titus stierf al in 165. Het jaar daarop werd Commodus met zijn broertje Marcus tot Caesar (troonopvolger) gemaakt, maar de dood van Marcus in 169 maakte Commodus de enige erfgenaam van zijn vader. Commodus overleefde zijn jeugd onder de uiterst nauwkeurige medische zorg van de Griekse arts Galen. Hij kreeg een uitgebreide Stoïcijnse opvoeding met tal van intellectuele leraren. In 172 was de 11-jarige Commodus aanwezig op het militaire hoofdkwartier van zijn vader in Carnuntum, waar hij de titel Germanicus kreeg. Zijn publieke carrière begon in 175 toen hij in het College van Pontifices werd opgenomen. Toen de Syrische gouverneur Avidius Cassius in dat jaar in opstand kwam tegen Marcus Aurelius, maakte de pas meerderjarige Commodus zich op om de strijd tegen de usurpator aan te voeren. Voor hij de kans kreeg werd Avidius door één van zijn eigen centurio’s vermoord. Wel mocht Commodus daarna met zijn vader mee op reis door de oostelijke provincies.

Joaquin Phoenix speelt een meedogenloze Commodus in de film Gladiator (2000), die met getrokken zwaard in volle wapenrusting in de Senaat zit. In werkelijkheid had Commodus een volle baard. Dat was mode en paste ook goed bij zijn vereenzelviging met Hercules.
Joaquin Phoenix speelt een meedogenloze en incestueuze Commodus in de film Gladiator (2000), die met getrokken zwaard in volle wapenrusting in de Senaat zit. In werkelijkheid had Commodus een volle baard. Dat was mode en paste ook goed bij zijn vereenzelviging met Hercules. Zijn zuster Lucilla overleeft hem in de film en lijkt gecombineerd te worden met zijn maîtresse Marcia. (Foto: DreamWorks Pictures)

Het is duidelijk dat Marcus Aurelius alle intentie had om Commodus als zijn opvolger te nemen. In 176 kreeg Commodus de titel van Imperator, een jaar later gevolgd door die van Augustus. Dat maakte dat vader en zoon officieel het keizerschap deelden. Bovendien deelden zij een triomftocht in Rome en kreeg Commodus al allerlei ambten. Zijn consulaat in 177 was het meest opvallend omdat Commodus toen nog 15 was (dergelijke ambten gingen in vanaf 1 januari) wat hem de jongste consul ooit maakte. Om van nageslacht verzekerd te zijn trouwde Commodus ook vrij vroeg, in 178, met de drie jaar jongere Bruttia Crispina – een matig huwelijk dat geen kinderen zou opleveren. Datzelfde jaar voegde Commodus zich opnieuw bij zijn vader aan de Donau. Op 17 maart 180 overleed de 58-jarige Marcus Aurelius vrij plotseling. Commodus, pas 18 jaar oud, was ineens de enige keizer van het hele Romeinse Rijk.

Commodus' ongelukkige vrouw Crispina. Hun huwelijk leverde geen erfgenaam op, mogelijk door impotentie of gewoon gebrek aan affectie.
Commodus’ ongelukkige vrouw Crispina. Hun huwelijk leverde geen erfgenaam op, mogelijk door impotentie of gewoon gebrek aan affectie.

Commodus voerde als keizer weinig oorlog. Vrijwel meteen na zijn aantreden gaf hij de door Marcus Aurelius veroverde provincies weer op: de Germanen en Sarmaten waren verslagen en zouden in zijn ogen geen nieuwe bedreiging vormen. Hij bleef enige tijd bij het leger aan de Donau en bewerkstelligde een vredesverdrag met de verslagen vijanden, gevolgd door een triomftocht in oktober. Men moet zich hierdoor echter niet laten misleiden: de Romeinse elite kwam al snel bedrogen uit toen Commodus’ gedrag steeds excentrieker, grilliger en willekeuriger werd. In feite hield hij zich vooral bezig met vermaak en luxe, terwijl het echte bestuur werd overgelaten aan een handjevol vertrouwelingen, zoals de kamerheer Saoterus, een vrijgelatene. Door zich vrijgevig te tonen en tal van gladiatorengevechten te houden bleef Commodus echter wel populair bij het leger en het volk. Veel van het geld dat hiervoor nodig was verzamelde hij echter door belasting te heffen bij de senatoriale elite. Het was een kwestie van tijd voordat de ontevredenheid in de hogere klassen zo groot was dat er couppogingen zouden volgen. Al in 182 vond er een samenzwering plaats, op initiatief van Commodus’ zuster Lucilla, de weduwe van keizer Lucius Verus. Lucilla, die naar het schijnt de positie van keizerin Crispina zeer benijdde, kreeg twee belangrijke heren genaamd Quadratus en Quintianus zo ver dat ze de keizer in een theater probeerden te doden. Ze werden echter gegrepen en later geëxecuteerd, waarna Lucilla werd verbannen naar Capri, waar Commodus haar later alsnog liet doden. Eén van de twee Praetoriaanse Prefecten, Paternus, was ook betrokken geweest in het plan, maar wist nog lange tijd onder de verdenking uit te komen. Samen met zijn collega Perennis wist hij echter wel de dood van de gehate Saoterus te bewerkstelligen. Perennis maakte hier gebruik van om zichzelf hogerop te werken. Hij beschuldigde Paternus van een tweede samenzwering en kreeg zijn executie voor elkaar. Ook met Crispina liep het niet goed af. Commodus beschuldigde haar in 188 ten onrechte van overspel en verbande haar naar Capri, waar ze in 191 vermoord werd. Commodus trouwde niet opnieuw maar begon een relatie met Marcia, de weduwe van Quadratus.

Christopher Plummer als Commodus in de film the Fall of the Roman Empire (1964). In deze film blijkt de boosaardige Commodus tot zijn schrik een buitenechtelijk kind van keizerin Faustina en een gladiator, een gerucht dat tijdens het echte leven Commodus ook ging.
Christopher Plummer als Commodus in de film the Fall of the Roman Empire (1964). In deze film blijkt de boosaardige Commodus tot zijn schrik een buitenechtelijk kind van keizerin Faustina en een gladiator, een gerucht dat tijdens het echte leven Commodus ook ging.

Commodus vatte de dood van Saoterus zeer zwaar op en trok zich na de aanslagen op zijn eigen leven terug uit Rome. Meestal verbleef hij in Lanuvium, op het landgoed van zijn familie, waar hij zich vooral bezighield met sporten als paardrijden, wagenrennen en gevechten. Dit niet alleen privé maar soms ook in het openbaar. Zijn showgevechten in de arena werden door de elite als zeer schandelijk beschouwd: gladiatoren waren in hun ogen qua status gelijk aan acteurs en prostituees. Een keizer hoorde hier alleen naar te kijken, niet eraan deel te nemen. De publieke gevechten waren niet veel meer dan schijngevechten waarin zijn tegenstanders zich vaak snel overgaven aan de keizer. In privégevechten doodde Commodus zijn tegenstanders veel liever. Wel doodde hij in de arena vaak genoeg ook gewonde soldaten of mensen die een been of voet misten, waarbij een als Hercules verklede Commodus hen met een knots doodsloeg, handelend alsof hij met reuzen vocht. Verder bevocht hij allerlei exotische dieren, wat ook als een schandelijke aanfluiting werd gezien.  Een keer doodde hij wel honderd leeuwen op één dag, een andere keer wel drie olifanten en ook nog een keer een giraffe, wat het publiek eerder zielig dan stoer vond. Toen Commodus met een speciaal ontworpen werpspies een rennende struisvogel had onthoofd, bracht hij de kop en zijn bebloede wapen naar de bank van de senatoren, alsof hij hiermee een dreigende boodschap wilde geven. Volgens Cassius Dio vonden de senatoren in kwestie dit zo lachwekkend dat ze op laurierbladeren kauwden om hun lachen in te houden. Tot overmaat van ramp stuurde Commodus voor elk openbaar optreden in de arena een rekening van een miljoen sestertiën aan Rome, wat de economie van de stad ernstige schade toebracht.

In Gladiator komt Commodus gruwelijk aan zijn einde in de arena. Het gevecht en de manier waarop het personage vals speelt, is ongetwijfeld gebaseerd op de bizarre schijngevechten die Commodus tegen weerloze mannen hield.
In Gladiator komt Commodus gruwelijk aan zijn einde in de arena. Het gevecht en de manier waarop het personage vals speelt, is ongetwijfeld gebaseerd op de bizarre schijngevechten die Commodus tegen weerloze mannen hield. (DreamWorks Pictures)

Perennis was ondertussen degene die het rijk daadwerkelijk bestuurde, hetgeen hij volgens Cassius Dio overigens nog best goed deed. Op den duur verrezen er echter steeds meer negatieve geluiden jegens Perennis. Toen hij er op het laatst van werd beschuldigd dat hij zijn eigen zoon keizer wilde maken, liet Commodus hem ter dood brengen. Hierop volgde een golf van processen en executies. Kamerheer Cleander, in feite de moordenaar van Saoterus, had de hand gehad in de lasterpraat over Perennis en probeerde nu zelf de macht naar zich toe te trekken. Hij was echter nadrukkelijk corrupter en verkocht allerlei hoge ambten aan de hoogste bieders. Het gevolg was een toename van spanningen die al onder Perennis begonnen waren, onder meer in Gallië en Brittannië, waar legeropstanden en desertie niet uitbleven. In 187 volgden nog een paar moordpogingen en Commodus verscheen bijgevolg bijna helemaal niet meer in het openbaar.

Publius Helvius Pertinax, een senator die onder Commodus meerdere ambten en in 192 ook het consulaat kreeg. Als stadsprefect van Rome stond hij bekend als een integer man. Zijn bescherming van het rellende volk had een aandeel in de val van Cleander. Na Commodus' werd Pertinax keizer gemaakt, maar regeerde maar een paar maanden.
Publius Helvius Pertinax, een senator die onder Commodus meerdere ambten en in 192 ook het consulaat kreeg. Als stadsprefect van Rome stond hij bekend als een integer man. Zijn bescherming van het rellende volk had een aandeel in de val van Cleander. Na Commodus’ dood werd Pertinax keizer gemaakt, maar regeerde maar een paar maanden.

In 188 was Cleander machtiger dan ooit. Hij had zichzelf hoofd van de Praetoriaanse Garde weten te maken door de creatie van een nieuwe rang, de pugione, die boven de twee prefecten stond. Een hongersnood in 190 bracht echter zijn ondergang. Er was een ernstig graantekort in Rome en de verantwoordelijke ambtenaar schoof de schuld af op Cleander. Toen een groep burgers in Circus Maximus tegen Cleander demonstreerde stuurde die de Praetorianen om de rel neer te slaan, maar Pertinax, de integere stadsprefect, stuurde de Vigiles Urbani, de Romeinse stadswacht om dit tegen te houden. Cleander vluchtte naar Commodus in Laurentum, maar de woedende menigte volgde en schreeuwde om Cleanders hoofd, hetgeen Commodus hen gaf. Dit op aansturen van zijn maîtresse Marcia. Opnieuw volgde er een kort schrikbewind waarbij meerdere kopstukken het leven verloren. Maar ditmaal was er iets veranderd. Alle samenzweringen en intriges hadden Commodus elke keer doen besluiten fel op te treden, maar nu leek hij grotere plannen te hebben. Al sinds het begin van zijn keizerschap trachtte Commodus zichzelf als minstens een halfgod neer te zetten, waarbij hij zich vaak liet afbeelden als Hercules. Al eerder had hij haast alle beleidsplannen en adviseurs van zijn vader verworpen en zich niets meer aangetrokken van de Stoïcijnse scholing waarmee hij was opgevoed. Nu leek het er steeds meer op dat Commodus zichzelf ook daadwerkelijk de reïncarnatie van Hercules en dus de zoon van Jupiter waande. Hij zette zichzelf steeds meer neer als een uniek persoon, in plaats van als de zoon van Marcus Aurelius. Hij begon nu eindelijk de touwtjes in handen te nemen, maar op een buitengewoon dictatoriale wijze, waarbij hij zichzelf als een brenger van een nieuwe orde leek te zien, die het hele Romeinse rijk zou herbouwen. Zijn voornaamste vertrouwelingen die hij hierbij gebruikten waren Marcia, de nieuwe kamerheer Eclectus en de nieuwe Praetoriaanse prefect Laetus.

De Colossus van Nero was op zich al een vrij megalomaan beeld waarmee een labiele keizer zich als een god had laten afbeelden. Commodus liet het beeld, zoals vele andere zaken, naar zichzelf omvormen.
De Colossus van Nero was op zich al een vrij megalomaan beeld waarmee een labiele keizer zich als een god had laten afbeelden. Commodus liet het beeld, zoals vele andere zaken, naar zichzelf omvormen.

In 191 woedde er een paar dagen een hevige brand in Rome, die de stad ernstige schade toebracht. De dictatoriaal geworden Commodus greep dit aan om zichzelf nog unieker te maken. Begin 192 noemde hij zichzelf de nieuwe Romulus. Hij hield een ritueel waarbij hij Rome formeel opnieuw stichtte en de stad Colonia Lucia Annia Commodiana noemde, tot afgrijzen van de Senaat. Ook zijn eigen naam, die hij al regelmatig had laten veranderen, was nu een ware weerspiegeling van zijn grootheidswaan geworden. Hij noemde zich Lucius Aelius Aurelius Commodus Augustus Herculeus Romanus Exsuperatorius Amazonius Invictus Felix Pius, waarbij meerdere namen verwezen naar Jupiter en Hercules. Alle maanden van het jaar moesten worden omgedoopt naar één van deze twaalf namen. De legioenen werden Commodianae genoemd en de vloot die graan van Alexandrië naar Rome bracht werd  omgedoopt tot de Alexandria Commodiana Togata. Zelfs de Senaat ontsprong de dans niet en zou voortaan de naam van Commodus dragen, terwijl de dag waarop dit alles werd verkondigd voortaan de Dies Commodianus moest heten. De Colossus van Nero, een enorm beeld naast het Colosseum dat Nero uitbeeldde als de zonnegod, kreeg het hoofd van Commodus, in combinatie met een knots en een leeuw. In november dat jaar hield de megalomane keizer weer tal van spelen, waarbij hij in de ochtend honderden dieren doodde en elke middag als gladiator vocht. Uiteraard won hij alle prijzen.

Commodus gewurgd door de atleet Narcissus, gravure door G. Mochetti. (1781-1835)
Commodus gewurgd door de atleet Narcissus, gravure door G. Mochetti. (1781-1835)

Toen Commodus in december aankondigde dat hij van plan was om op 1 januari als consul én gladiator het nieuwe jaar in te luiden, ging hij definitief te ver. Een godsdienstige gebeurtenis op zo’n wijze inluiden stond gelijk aan heiligschennis.  Marcia had Commodus de avond voordat hij zijn gestoorde plan zou uitvoeren, 31 december 192, gesmeekt om voorzichtiger te zijn en de naam van Rome niet door het slijk te halen. Toen ook Eclectus en Laetus hadden geprobeerd om hem ervan af te brengen, zette hij hen alle drie met diverse senatoren op een dodenlijst. Terwijl Commodus in bad zat ontdekte zijn favoriete page, die niet voor niets de naam Philcommodus gekregen had, de tabula (tablet met bijenwas) waar de namen op stonden en bracht de lijst naar Marcia, die tot haar schrik haar eigen naam bovenaan zag staan. “Dit is een fijne beloning voor alle liefde en warmte die ik je gegeven heb en voor alle dronken beledigingen die ik al die jaren van je heb doorstaan,” zou ze in zichzelf hebben gezegd. “Maar een benevelde dronkaard zal een nuchtere vrouw niet te slim af zijn.” Zodra het drietal wist dat hun executie morgenochtend bevolen zou worden, begrepen zij dat er maar één ding op zat. Om te overleven moesten zij Commodus eerst vermoorden, waarna zij Pertinax op de troon zouden helpen. Het was gebruikelijk dat Marcia hem na zijn bad een beker wijn zo aanreiken, dus lag het voor de hand om de wreedaard op deze wijze te vergiftigen. Zodra Commodus echter de wijn had opgedronken, maakte het vergif hem zo ziek dat hij begon over te geven. De zaak dreigde hierdoor te mislukken, want de kans leek ineens heel groot dat Commodus al het vergif op die manier zou kwijtraken. Razendsnel namen de drie samenzweerders contact op met de worstelaar Narcissus, de sparringpartner van Commodus. Met een hoge beloning in het vooruitzicht trad hij binnen in de keizerlijke vertrekken, waar hij de dronken keizer in zijn bed of badkuip wist te wurgen.

Op de Vijf Goede Keizers volgde Commodus, en op Commodus volgde het Vijfkeizerjaar. Didius Julianus (hier op een sestertie) had in 172 de Chauken uit ons land geweerd en was daarna nog een tijdje gouverneur van Germania Inferior geweest. Hij bouwde extra forten langs de westkust van ons land.
Op de Vijf Goede Keizers volgde Commodus, en op Commodus volgde het Vijfkeizerjaar. Didius Julianus (hier op een sestertie) had in 172 de Chauken uit ons land geweerd en was daarna nog een tijdje gouverneur van Germania Inferior geweest. Hij bouwde in die tijd extra forten langs de westkust van ons land. Als keizer was hij zeer impopulair.

Zodra het nieuws van de moord op Commodus bekend was verklaarde de Senaat hem tot publieke vijand en begon een damnatio memoriae, waarbij zijn standbeelden werden neergehaald en de namen van Rome en al haar instituten weer in oude vorm werden hersteld. Marcia trouwde met Eclectus en Pertinax werd op de troon gebracht. Zijn regering was helaas van korte duur, want hij en Laetus slaagden er niet in de Praetoriaanse Garde te vriend te krijgen, zodat de integere Pertinax al op 28 maart 193 vermoord werd. Het keizerschap werd toen in feite bij opbod verkocht aan Didius Julianus, die onder Commodus al een tijd uit de gratie gevallen was, maar wonder boven wonder alle verdachtmakingen had overleefd. De manier waarop hij het keizerschap had gekocht wekte zoveel afkeer op bij vrijwel iedereen dat drie verschillende gouverneurs zichzelf tot keizer uitriepen en naar Rome marcheerden. Het jaar na de dood van Commodus wordt daarom ook wel het Vijfkeizerjaar genoemd. Eclectus, Marcia en Laetus overleefden dat niet, want Didius Julianus vertrouwde hen niet en bracht hen ter dood. Uiteindelijk kwam Septimius Severus als overwinnaar uit de strijd. Hij deed een zeer opvallende stap om de familie van Marcus Aurelius te vriend te houden: de zo gehate Commodus werd alsnog vergoddelijkt. De keizer die zichzelf in zijn grootheidswaanzin als een god had gepresenteerd, zou nu daadwerkelijk als god vereerd worden.

Antoninus Pius, de zenit van het Romeinse rijk

antoninus piusEen groot deel van de tweede eeuw na Christus staat bekend als de Gouden Eeuw van Rome, waarin het Romeinse rijk werd geregeerd door de Vijf Goede Keizers, ook wel de Adoptiefkeizers genoemd of de Antonijnse dynastie, omdat de keizers zelf weliswaar geen verwanten waren, maar wel connecties hadden via hun schoonfamilie. De naam Antonijns is terug te geleiden op de vierde Adoptiefkeizer: Antoninus Pius. In zijn tijd was het rijk op een hoogtepunt. Zijn voorganger Hadrianus had zich vooral ingezet om de grenzen te stabiliseren en zogenaamde imperial overstretch te voorkomen. Van systematische expansie was geen sprake meer, zonder dat dit problemen gaf: de Romeinen zaten niet in een daadwerkelijk defensief, maar oorlogen buiten het rijk kwamen neer op weinig anders dan strafexpedities, terwijl invallen eerder uitzondering dan regel waren. In de tijd van Antoninus Pius waren zelfs strafexpedities vrijwel nooit nodig. Het rijk was stabiel, welvarend en vooral vredig, op een paar opstanden in het noorden van Brittannia na. Verder lezen Antoninus Pius, de zenit van het Romeinse rijk

Hadrianus, de bouwende keizer

hadrianusHij was de tweede Adoptiefkeizerde eerste met een baard en bovenal meer van consolidatie dan van expansie. Zijn opvolging is misschien aan een politieke truc te wijten, maar hij was een zeer bekwaam bestuurder, die vooral kritiek heeft geoogst vanwege zijn privéleven. Hij gaf afgelegen gebieden op en bouwde een muur in Brittannia. Hij reisde het hele rijk door en gaf zijn naam aan de stad die nu Voorburg heet. Zijn naam was Publius Aelius Hadrianus.

Verder lezen Hadrianus, de bouwende keizer

De dominante Domitianus

domitianusDe na het Vierkeizerjaar aan de macht gekomen Flavische dynastie telt maar weinig keizers. Al met nummer drie komt er een einde aan de lijst. Maar dat was misschien ook aan het karakter en de regeringsstijl van deze keizer te weten, die veel harder, eigenzinniger en ijdeler was dan zijn vader en broer waren geweest. Zijn naam was Domitianus. Verder lezen De dominante Domitianus