Bodegraven: het geheimzinnige castellum

bodegraven fortAls volgende stop langs de Limes komen we voor het eerst aan een plek die niet met een Romeinse naam geassocieerd wordt: Bodegraven. Uiteraard weten we niet van elk fort langs de Limes honderd procent zeker of de eraan toegeschreven Romeinse naam juist is (Lugdunum is eeuwenlang ten onrechte als Leiden aangemerkt) maar in Bodegraven stuiten we werkelijk op een castellum zonder bekende naam. Toch lag er wel degelijk een castellum in Bodegraven, want in 1995 werd in de Willemstraat een houten poortgebouw ontdekt door de AWN-Rijnstreek.

De Willemstraat, waar het poortgebouw van het castellum werd ontdekt.
De Willemstraat, waar het poortgebouw van het castellum werd ontdekt. Op de sokkel staat een replica van een ruiterhelm.

Met behulp van dendrochronologie is het poortgebouw gedateerd op het jaar 61 na Chr., dus nog voor de Bataafse Opstand. Veel castella in ons land kenden hun eerste bouw in de jaren 40 van de eerste eeuw of juist na de Bataafse Opstand. Vondsten rondom het castellum, zoals munten en houten beschoeiingen van de rivieroevers, geven een duidelijkere indicatie van de periode waarin het fort in kwestie in gebruik was. Waarschijnlijk is het al tussen 40 en 50 na Chr. gebouwd, dus in dat geval zou het kunnen dat het poortgebouw rond  het jaar 61 is herbouwd of gerepareerd. Het castellum was op een strategische plek gebouwd, namelijk waar de Oude Bodegrave, een zijstroompje, in de Oude Rijn uitmondde. Er zaten dan ook beschoeiingen aan de oevers van beide rivieren. Over de Oude Bodegrave lag vast en zeker een brug. Gezien de relatieve onbekendheid van het fort is er geopperd dat het om een mini-fort ging, al zijn er verder geen soortgelijke voorbeelden van gevonden langs de Nederlandse Limes, wat het idee twijfelachtig maakt.

Het castellum van Bodegraven lag bij een zijstroom, zoals te zien op de app van Timetravel.world.
Het castellum van Bodegraven lag bij een zijstroom, zoals te zien op de app van Timetravel.world. Hierbij is niet uitgegaan van een mini-fort, omdat dit idee niet meer zo sterk wordt geaccepteerd.

Een brandlaag in de grond toont aan dat ook dit castellum is afgebrand tijdens de Bataafse opstand, maar waarschijnlijk is het wel na 70 na Chr. herbouwd. De beschoeiingen en muntvondsten doen namelijk vermoeden dat het fort van Bodegraven tot ongeveer 270 in gebruik kan zijn geweest, zoals voor de meeste castella het geval is. Over de bezetting van het fort is nauwelijks iets bekend, al zijn er dakpannen in Bodegraven gevonden die door het Legio X Gemina geproduceerd waren, waarschijnlijk in de periode dat dit legioen in Nijmegen zat (70-102 na Chr.). Een andere dakpan toont de aanwezigheid van het Cohors II Asturum, uit Noord-Spanje, aan. Vermoedelijk werden er echter ook soldaten uit het Donau-gebied gelegerd in Bodegraven. Wanneer deze verschillende eenheden elkaar hebben afgewisseld is onbekend. Het is ook mogelijk dat de eenheid in naam nog steeds de Spaanse was, zonder dat hier qua invulling nog sprake van was.

Vervloeking uit Bodegraven
Het vervloekingsplaatje uit Bodegraven.

De aanwezigheid van soldaten uit verschillende gebieden blijkt uit de vondst van het beroemde vervloekingstabletje in 2000: op een loden tabletje van 17 bij 6,5 tot 7,5 centimeter waren de namen van 21 soldaten gekerfd met een vervloeking voor hen erbij, waarna het tabletje was opgerold en waarschijnlijk in het kampement verstopt omdat dit de vervloeking zou doen uitkomen. Het woord “Avern” duidt waarschijnlijk op de onderwereld, waar het meer van Averno toegang tot zou bieden. De plaat bevat namen als Ingenuus, Placidus, Priscus, Lupus en Pastor. De namen lijken uit meerdere delen van het rijk te komen. De plaat is tegenwoordig in Museum het Valkhof te vinden.

Een Romeinse soldaat middenin Bodegraven.
Een Romeinse soldaat middenin Bodegraven.

De vicus van het fort kan aan vrijwel elke kant van het fort hebben gelegen, met uitzondering van de noordzijde waar de Rijn stroomde. Een exacte positie van de nederzetting is helaas niet te bepalen, want er is niet veel concreets van teruggevonden, behalve wat lemen vloeren en mogelijke funderingen. Aan de Oud-Bodegraafseweg is in 1964 wel een hoop Romeins en inheems aardewerk uit de 2e eeuw aangetroffen, zodat het mogelijk is dat hier ook nog een nederzettinkje lag.

rmo_helm_bodegraven
De ruiterhelm die ten oosten van Bodegraven gevonden is.

Wie in Bodegraven goed zoekt en de Willemstraat weet te vinden komt hier nog een klein kunstwerkje ter herinnering aan het geheimzinnige castellum tegen. Dit in de vorm van een voetstuk met hierop een replica van een Romeinse ruiterhelm. De werkelijke helm is in 1937 bij zandwinning tussen Nieuwerbrug en Wierickerschans aangetroffen, op de plek waar nu de Put van Broekhoven ligt. (Wie vanuit Bodegraven de zuidoever van de Rijn volgt komt langs de plek, voorbij Fort Wierickerschans.) De helm is van verguld en verzilverd brons, met uitgebreide ornamenten. Hij is gedateerd op 175-225 na Chr. en bevindt zich tegenwoordig in het Rijksmuseum van Oudheden.

Vervloekingen in Bodegraven

In 2000 is er door een amateurarcheoloog een bijzondere vondst gedaan in het tegenwoordige Bodegraven, namelijk een Romeins vervloekingstablet. In de noordwestelijke hoek van het veronderstelde Romeinse legerkamp kwam een opgerold loden plaatje naar boven. De vinder heeft vervolgens het plaatje zelf uitgerold. Het bleek te gaan om een 2mm dik, rechthoekig plaatje lood van ongeveer 17 bij 6,5-7,5cm, met driehoekige uitsteeksels aan de korte zijden. Op het plaatje was vluchtig tekst ingekrast, welke in eerste instantie onleesbaar leek. Restaurator H.J.H Meijers van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek heeft de plaat vervolgens schoongemaakt en geconserveerd.

De plaat met de mysterieuze tekst, verdeeld in drie kolommen, is vervolgens naar wijlen professor Haalebos (van de Radboud Universiteit Nijmegen) gegaan om te onderzoeken. Een dag voor zijn onverwachte overlijden, op 5 maart 2001, ontcijferde professor Haalebos de tekst. Hij herkende het woord ‘AVERN’, welke hij in verband bracht met een meer bij Cumae, ‘Avernus Lagus’, gelegen in het Italiaanse Campanië. Voor de Romeinen was dit een toegang naar de duistere onderwereld.

Dit woord, samen met het gebruik van lood en de opgerolde context van het plaatje, tonen aan dat we te maken hebben met een vervloekingsplaat. Hoewel dit soort platen vaker voorkomen in het Romeinse Rijk, was dit de eerste ontdekking in Nederland. Een vervloekingstablet, ofwel een tabula defixionum (of een devotionum of exsecratio), bevatte dikwijls verwensingen, bezweringen of toverteksten, welke bedoeld waren om iemand te laten treffen door bovennatuurlijke krachten. Soms waren de tabletten echter bedoeld om doden te helpen in het hiernamaals. Het tablet (meestal van lood) werd doorgaans beschreven en vervolgens opgerold, zodat slechts de goden deze nog konden lezen. Het opgerolde tablet kon men vervolgens ergens vastspijkeren of verbergen.

Voorbeeld van een opgerold vervloekingstablet.
Voorbeeld van een opgerold vervloekingstablet.

De plaat uit Bodegraven bevat de namen van 21 soldaten, verdeeld met 8 of 9 namen per kolom. Het is niet duidelijk of de vervloeking is opgesteld door een soldaat (wat kan wijzen op interne spanningen), of door een burger. Hoewel de inscriptie ons op dit gebied niet veel wijzer maakt, vertellen de namen ons wel meer over de herkomst of etnische oorsprong van de mannen. Sommige namen komen vaker voor in bepaalde Provincies dan in anderen.

Vermoedelijk zat in Bodegraven tussen 70 en 100 n.C. een Spaans garnizoen gelegerd, het cohors II Asturum uit Hispania Citerior Tarraconensis. De namen van de vervloekte soldaten wijzen echter op een minder eenvormige samenstelling. De soldaten kwamen uit diverse regio’s, waaronder Hispania, het Donaugebied en het Mediterrane gebied. Slechts vijf namen wijzen op een Spaanse oorsprong, waardoor het er op lijkt dat de Spaanse afdeling alleen in naam nog Spaans was.

De soldatennamen, welke afgeleid zijn van Latijnse woorden, duiden dikwijls op karaktereigenschappen, hobbies of geven op een andere wijze inzicht in het leven van de persoon. De Bodegraafse plaat bevat namen als:

  • Ingenuus (vrijgeboren)
  • Placidus (bedaard)
  • Pricus (ouderwets)
  • Lupus (wolf)
  • Pastor (herder)

Er zijn drie regels van het tablet nog niet vertaald.