De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 9: Langs het Kanaal van Corbulo

Reisgids CorbuloDe belangrijkste Romeinse routes in Nederland zijn behandeld en we zijn diverse interessante spots van het noorden afgegaan. Je kunt natuurlijk in 9 dagen onmogelijk alles behandelen. Maar één vrij belangrijke route is nog niet aan de beurt geweest. Dwars door het westen van Zuid-Holland liep in de Romeinse tijd het kanaal van Corbulo. Corbulo werd in 47 na Chr. gouverneur van Germania Inferior en ging hard aan de slag om de zoetwaterpiraterij, die na de dood van zijn voorganger flink was opgelaaid, te bestrijden. Hij liet de waterwegen uitkammen en trok naar het noorden. Een veroveringsoorlog beginnen mocht hij echter niet, waarna Corbulo zich meer toelegde op het verbeteren van de defensie van zijn grensprovincie. Het aanleggen van een kanaal tussen de Rijn en de Maasmonding speelde hier een grote rol in. De Romeinse schepen konden hierdoor gemakkelijker van de ene rivier naar de andere zonder die verraderlijke Noordzee op te hoeven. Het kanaal werd aangelegd door meerdere stroompjes met elkaar te verbinden. Het werd een erg belangrijke handelsroute in het gebied.

©audiovisueel centrum Vrije Universiteit Amsterdam; CC BY-SA 3.0
©audiovisueel centrum Vrije Universiteit Amsterdam; CC BY-SA 3.0

1. Castellum Helinium (Naaldwijk?)
Locatie: onzeker
Helinium was de Romeinse naam van de Maasmonding en wellicht ook de naam van het Romeinse fort bij het punt waar het kanaal erin uitmondde. De bodem in deze omgeving bestond grotendeels uit kleigrond en een beetje strandwal. Als er bij Helinium een castellum en een nederzetting lagen, was het dus vast ook een vlootbasis.


mijlpaal2. Mijlpaal van Monster of Naaldwijk

Al rond 1500 werd er in Zuid-Holland een Romeinse mijlpaal teruggevonden. Dat is zo lang geleden dat de vindplaats vergeten is. Niet alleen de exacte plek, maar ook de plaats zelf. Het kan Naaldwijk of Monster geweest zijn! De tekst erop maakt echter wel duidelijk uit welke tijd de mijlpaal komt, namelijk uit het jaar 162, toen Lucius Verus en Marcus Aurelius het Romeinse rijk samen regeerden.

©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY 3.0
©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY 3.0

3. Diploma van Poeldijk
Er zijn ook langs het Kanaal van Corbulo meerdere villa’s gebouwd, soms uit hout, soms uit steen, soms eerst uit hout om later alsnog versteend te worden. Op een terrein aan de N464 in Poeldijk vond men tufstenen resten en afbraakpuin. Maar dat was nog niets vergeleken met de bronzen diploma die er later gevonden werd. De diploma is een bewijs van eervol ontslag dat verleend werd aan ene Amandus, een Cananefaat die er jarenlange dienst bij de eerste ruiterafdeling der Norici op had zitten.

4. Inheems heiligdom Den Haag
Locatie: vermoedelijk op de Uithof, Den Haag
Helemaal in de zuidelijkste delen van Den Haag zijn sinds de jaren ’60 veel vondsten gedaan op het terrein van de Uithof. De meeste hiervan waren voorwerpen, zoals het handvat van een bronzen kan. In 1994 vond men echter sporen van een vierkant terrein waarvan elke hoek naar een windstreek wees. Het lijkt op een cultusplaats uit de IJzertijd die in de Romeinse tijd in gebruik bleef.

0405. Mijlpalen van Wateringse Veld
Locatie: Oosteinde, Den Haag
In 1997 werden bij de aanleg van de wijk Wateringse Veld vier mijlpalen en sporen van de Romeinse weg ontdekt, allen opgedragen aan de keizer van hun tijd. De oudste van de vier is uit 151, de tijd van keizer Antoninus Pius. De tekst is bijna helemaal bewaard en daarom het meest bruikbaar. De keizer staat erom bekend dat hij nieuwe wegen liet aanleggen wat de plaatsing van de paal verklaart. De tweede paal is van 212 of 213, de regering van Caracalla. Deze is veel moeilijker leesbaar. Toch is hij veel beter bewaard gebleven dan de derde paal uit 242-244, de tijd van Gordianus III. Er is zo weinig over van de paal dat er weinig van te leren viel. De vierde was dan weer erg goed bewaard en komt uit 250 na Chr. toen Trajanus Decius keizer was. Germania Inferior ging toen moeizame tijden door, maar blijkbaar werd de weg nog onderhouden.
Bezienswaardigheden: Replica’s van de vier mijlpalen op het Oosteinde

0456. Villa van Rijswijk-De Bult
Locatie: Cananefatenpad, Rijswijk
De benaming “De Bult” is ontstaan omdat men in de jaren ’60 een vreemd heuveltje in het polderlandschap ontdekte. Uitgebreid onderzoek leverde resultaat op. De eerste bouw op De Bult was een inheemse boerderij die gebouwd werd in 25 na Chr. van 9,5 bij 5 meter. Relatief snel werd dit gebouw vervangen door een iets bredere en vooral veel langere boerderij, zodat de oppervlakte van 44 naar 80 vierkante meter ging. Bouwfase 5 was een complete vernieuwing: de oude boerderij werd afgebroken en vervangen door een rechthoekige Gallo-Romeinse villaboerderij met stenen fundering. De rest was grotendeels van hout, behalve de siergevel in Romeinse stijl en een latere stenen aanbouw aan de andere kant. De omringende landerijen besloegen 13 ha! In de derde eeuw is de villa verlaten. Een replica is nu het Archeologiehuis Zuid-Holland, in Alphen a/d Rijn.
Bezienswaardigheden: markeringen van de verschillende bouwfases van De Bult aan het Cananefatenpad

©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY-SA 3.0
©Rijksmuseum van Oudheden; CC BY-SA 3.0

7. Mijlpalen van Rijswijk
Ook in Rijswijk werden twee mijlpalen aan de weg langs het kanaal van Corbulo gevonden. De eerste werd ontdekt in 1963 en is op grond van het opschrift gedateerd op 250, de tijd dat Decius Trajanus voor korte tijd het Romeinse rijk regeerde. De tweede werd in 2005 gevonden. Alleen 70 cm van het bovenste gedeelte waren bewaard gebleven. De paal moet ergens tussen 211 en 217 geplaatst zijn en draagt de naam van de toenmalige keizer, die wij kennen als Caracalla.

©Carole Raddato; CC BY-SA 3.0
©Carole Raddato; CC BY-SA 3.0

8. Forum Hadriani (Voorburg)
Locatie: Park Arentsburgh, Voorburg
Alternatieve namen: Municipium Aelium Cananefatum (officiële naam midden 2e eeuw-3e eeuw)
Wanneer de hoofdstad van de Cananefaten precies is ontstaan is niet bekend. Een Romeins bestuurscentrum voor hun leefgebied moet er al vroeg geweest zijn, maar de stad zelf was er misschien pas na de Bataafse opstand. Hoe de stad toen heette is niet bekend. De naam Forum Hadriani betekent “markt van Hadrianus”, wat heeft geleid tot de conclusie dat Hadrianus de stad bij zijn bezoek aan Germania Inferior in 121 marktrechten gaf, al is de kans groot dat de stad dat recht allang had. Het was in de 2e eeuw wel vaker gebruikelijk dat steden zich met de naam van een keizer gingen tooien. De gevonden mijlpalen langs het Kanaal van Corbulo vermelden de letters MAC, wat waarschijnlijk de latere officiële naam van de stad is, waarbij de naam weer verwijst naar Aelius Hadrianus. De stad was met pakweg 1000 inwoners vrij klein, maar naar plaatselijke maatstaven was het een grote stad, compleet met een haven, badhuis en allerlei ambachtslieden. De Crisis van de Derde Eeuw deed de handelsstad uiteindelijk de das om. Rond 275 werd Romeins Voorburg verlaten en verviel. De weg raakte overwoekerd en het in onbruik geraakte kanaal verzandde.
Bezienswaardigheden: Informatieborden in Park Arentsburgh, standbeeld Corbulo aan de Koningin Julianalaan

0629. Kanaal van Corbulo in Leidschendam
Locatie: o.a. Romeinsepad en Pliniushof, Leidschendam
Ook in Leidschendam zijn meerdere waarnemingen van het Kanaal van Corbulo gedaan. Hier lag de zandgrond van een strandwal in het westen en meer vochtige veengrond in het oosten. Nieuwbouw in de omgeving toont vaak vanzelf weer nieuwe vondsten aan.
Bezienswaardigheden: gereconstrueerd kanaal met brug op Romeinsepad; schepen met Corbulo, Romeinen en inheemsen op Watermolensingel.

Leiden Matilo 410. Castellum Matilo
Locatie: Besjeslaan, Leiden
Tenslotte bereikte het Kanaal van Corbulo de Rijn bij castellum Matilo, in het oosten van Leiden. Hier moet in de Romeinse tijd een flinke vicus naast verrezen zijn. In Archeologisch Park Matilo vind je niet alleen informatie over het fort en de omwonenden, maar ook over het kanaal van Corbulo, compleet met een boot en stijgers erbij.
Bezienswaardigheden: Archeologisch Park Matilo

056A. Museum Swaensteyn
Locatie: Herenstraat 101, Voorburg
Museum Swaensteyn is het kunst- en cultuurmuseum van gemeente Leidschendam-Voorburg. Daar vlakbij, aan de Vliet, zijn veel Romeinse vondsten gedaan, mede omdat de Vliet bijna parallel loopt met het tracé van het Kanaal van Corbulo. In de permanente tentoonstelling worden vondsten van Forum Hadriani en omgeving gepresenteerd.
Speciaal in de Romeinenweek: Speurtocht “terug naar de Romeinen” (28-29 april en 2-6 mei, 13:00-17:00); Romeinenworkshop (29 april, 14:00-15:30)

De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 5: Maastricht-Nijmegen en Nijmegen-Rijngrens

Reisgids Maas WestNadat we in het vorige hoofdstuk in het zuiden van Limburg geëindigd zijn, gaan we nu weer noordwaarts. We trekken vanuit Maastricht, ditmaal langs de linkeroever van de Maas, waarna we bij Cuijk oversteken en naar Nijmegen reizen, om uiteindelijk weer bij de Rijn te eindigen.

Maastricht-Cuijk

©Kleon33; CC BY-SA 4.0
©Kleon33; CC BY-SA 4.0

1. Traiectum ad Mosam (Maastricht)
 Locatie: Binnenstad Maastricht, ten zuiden van de Servaasbrug
– Alternatieve namen: Pons ad Mosam (waarschijnlijk na de bouw van een brug); Mosae Traiectum (middeleeuwse bronnen)
Romeins Maastricht had het economische voordeel dat het aan een kruising van meerdere wegen lag. Niet alleen lag het aan de oever van de Maas, vanwaar vrachtschepen af en aan voeren, maar ook lag het aan de Via Belgica, een heel belangrijke handelsweg die Keulen verbond met Tongeren en uiteindelijk met de havenstad Boulogne. Alsof dat nog niet genoeg was liep er vanuit Maastricht ook een weg naar Aken en eentje langs de Maas naar het noorden. Toen Nijmegen in de loop van de tweede en derde eeuw economisch begon te verzwakken, werd Maastricht één van de rijkste plaatsen in Romeins Nederland.
– Speciaal in de Romeinenweek: Citygame “Het geheim van Julius Caesar”(elke dag); Ommetje binnenstad Maastricht (29 april, 14:00-16:30)

De kruik uit Feresne. ©Hans Erren; CC BY-SA 3.0
De kruik van Ferenius. ©Hans Erren; CC BY-SA 3.0

2. Feresne (Dilsen?)
Locatie: onzeker, misschien Dilsen “de Kommel”
Feresne staat op de Peutinger kaart vermeld tussen Tongeren en Catualium. De exacte locatie ervan is echter nog lang niet duidelijk. Een andere aanwijzing voor het bestaan van de plaats is een potscherf uit Heerlen, met de naam Lucius Ferenius erop. De vondst van een vicus in het Belgische Dilsen doet vermoeden dat Feresne hier gelegen kan hebben. Het betrof een straatdorp, met huizen aan weerszijden van een Romeinse weg. Toch is Dilsen niet per se de enige kandidaat, zeker niet nadat in het nabijgelegen Mulheim sporen van een tempel ontdekt werden.

3. Catualium (Heel?)
– Locatie: mogelijk rondom de Stefanuskerk van Heel
Ook Catualium staat op de Peutinger kaart. Heel is de kandidaat omdat er sporen van een vicus gevonden zijn rondom de Stefanuskerk, zoals op de Panheelderweg. De locatie ligt bij een kronkelig deel van de Maas. Juist daarom is het niet ondenkbaar dat er bij Catualium ook een castellum kan zijn gebouwd, al dan niet in de Laat-Romeinse tijd. Gevonden is het echter nog niet. Het ligt bovendien niet ver van Roermond, ten oosten waarvan Mederiacum gelegen zou kunnen hebben.

4. Tempel Roermond
Locatie: onzeker
In 1960 werden er brokken zuil en een votiefsteen opgevist uit de Maas. De steen was gewijd aan de godin Rura. Samen met de andere brokstukken duidt dit dus op de aanwezigheid van een tempel, die blijkbaar door de Maas overstroomd is. Rura was waarschijnlijk een riviergodin, namelijk die van de Ruhr. De steen is in het Historiehuis van Roermond te bekijken.

© Toem Doesborg; CC BY-SA 3.0
© Toem Doesborg; CC BY-SA 3.0

5. Blariacum (Blerick?)
Locatie: vermoedelijk de Garnizoenweg in Venlo-Blerick
Blerick, het stadsdeel van Venlo ten westen van de Maas, zou het op de Peutinger kaart vermelde Blariacum geweest kunnen zijn, dat op de kaart tussen Catualium en Ceuclum vermeld wordt. Een reden waarom dit vaak wordt aangenomen is de sterke gelijkenis tussen beide namen, al mag je daar natuurlijk niet volledig op vertrouwen. De suggestie dat er een brug over de Maas liep bij Blerick is niet bewezen. Er zou dan waarschijnlijk ook een castellum moeten liggen, maar ook dat is niet gevonden. Wel lag er ter hoogte van de Garnizoenweg een Romeinse weg die haaks op de Maas stond, hetgeen een oversteekpunt impliceert. Ook is er een groot gebouw gevonden dat een herberg zou kunnen zijn. Dan zou Blariacum in plaats van een castellum misschien een statio zijn geweest.
Bezienswaardigheden: markering Romeinse weg tegenover de Venrayseweg

©Rijksdienst voor cultureel erfgoed; CC BY-SA 3.0
©Rijksdienst voor cultureel erfgoed; CC BY-SA 3.0

6. Statio van Lottum
Locatie: onzeker
Tussen Blariacum en Ceuclum wordt op de Peutinger kaart geen plaats meer genoemd, al laat deze kaart wel vaker namen en routes weg. Ongeveer 10 kilometer ten noorden van Venlo ligt bijvoorbeeld Lottum (voor zover bekend géén Romeinse naam!) waar sporen zijn gevonden die duiden op een statio, een militair wegstation. Twee altaarstenen met namen van soldaten erop doen dit vermoeden. Een gevonden bouwwerk zou de statio kunnen zijn, maar misschien ook niet: wellicht is dit de tempel waar de soldaten hun votiefstenen lieten plaatsen. Van de andere kant lag er dicht in de buurt al een inheems heiligdom. Lottum zou bovendien een geschikte oversteekplaats kunnen zijn voor wie vanuit Xanten sneller naar Maastricht wilde, dus wie weet…

pijler7. Ceuclum (Cuijk)
Locatie: Maasboulevard en Waalstraat, Cuijk
Zoals eerder besproken was Cuijk ook een religieuze plaats en een knooppunt voor handelaren. De Maas stroomt er langs, terwijl reizigers over land er konden oversteken. Bijvoorbeeld om naar Nijmegen of Xanten te gaan vanuit het zuiden. De afstand tussen Ceuclum en Catualium is vrij groot, dus is het niet onmogelijk dat er nog andere stationes tussen lagen die op de Peutinger kaart en in het Itinerarium Antonini vergeten zijn.
– Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse dag Cuijk (elke dag); Via Valentinana (elke dag)

©Fred Hage; CC BY-SA 3.0
©Fred Hage; CC BY-SA 3.0

8. Wachttoren Heumensoord
– Locatie: Heumensoord, Malden
Bij Heumensoord werd vanaf de derde eeuw een wachttoren of wachtpost opgericht om de route tussen Cuijk en Nijmegen beter te bewaken. Dat was nodig omdat Germania Inferior vanaf die eeuw beduidend onveiliger was geworden door Frankische invallen en een verzwakt grensleger. De toren was ongeveer 8 meter hoog en waarschijnlijk van hout. In de vierde eeuw werd hij in brand gestoken waarna men een iets kleinere nieuwe post bouwde. Het terrein van de toren is nu met gaas afgedekt om het te beschermen.
Bezienswaardigheden: zichtbaar gemaakte grachten van de wachttoren

Nijmegen Valkhof9. Romeins Nijmegen
– Locatie: Valkhof (oude stad, Laat-Romeins fort); Hunnerberg (castra en amfitheater); Kopse Hof (castellum Kops Plateau); Nijmegen-West (Noviomagus)
Alternatieve namen: Batavodurum (stad Valkhof); Oppidum Batavorum (stad Valkhof); Castra Herculis (mogelijke naam castra Hunnerberg of Laat-Romeins castellum Valkhof); Ulpia Noviomagus Batavorum (stad Nijmegen-West)
Romeins Nijmegen is een complexe locatie, die we echter al in hoofdstuk 2 behandeld hebben. De weg vanuit Cuijk (en eigenlijk ook uit Maastricht) eindigde hier, waarschijnlijk bij het Valkhof, waar oorspronkelijk het Bataafse bestuurscentrum door de Romeinen ingericht was. Van daaruit kon je oost- of westwaarts. In het oosten lag het militaire zwaartepunt. Na enkele tijdelijke kampen zat hier lange tijd een ruiterfort op het Kops Plateau. In de Opstand der Bataven (69-70 na Chr.) sneuvelden de stad en het fort, waarna op de Hunnerberg een castra voor Legio X Gemina werd opgericht. Een nieuwe stad verrees in het westen. De Nijmeegse economie floreerde de rest van de eeuw, maar kreeg een gevoelige klap toen rond 103 het legioen vertrok. Rond 180 werd de castra voorgoed ontruimd. Een eeuw later liep de verpauperde stad leeg toen de Crisis van de Derde Eeuw de handel de nek omdraaide. In de vierde eeuw concentreerde de boel zich weer op het Valkhof, waar een kleine handelsstad aan de Waaloever verrees en een nieuw castellum werd gebouwd op de heuvel.
– Speciaal in de Romeinenweek: “Nacht van de Romeinen” in Museum het Valkhof (28 april, 19:30-2:00); Layar-wandeling “Oudste stad van Nederland” (hele week); GPS Romeinen tocht (elke dag behalve 30 april en 1 mei; 11:00-17:00); “Romeinenwerkplaats” in Museum het Valkhof (29 april, 1-6 mei, 11:00-17:00)

Nijmegen Gelderse Vallei10. Brug over de Waal
Locatie: mogelijk ter hoogte van de Snelbinder, Nijmegen
Dat de Romeinen bij Nijmegen een brug over de Waal maakten ligt vast, al is het niet zeker of de gevonden brug ook echt de Romeinse is of toch een middeleeuwse. De Waal was niet onbelangrijk voor de Romeinen, maar de Rijn zelf had meer de voorkeur. Door een dam bij de aftakking van de Waal, bij Tolkamer, te maken werd de Rijn dieper en dus beter te bevaren (en minder makkelijk over te steken). Deze dam sneuvelde in het jaar 70 toen de rebellen van de Bataafse opstand zich achter de Waal terugtrokken. Ook de brug bij Nijmegen moest het ontgelden, maar gezien de belangrijke positie ervan is deze vast en zeker weer opgebouwd na de opstand. Of dat ook met de dam gebeurde is nog maar de vraag.

21111. Tempels en vicus van Elst
Locatie: Grote Kerk, Elst
Mogelijke naam: Helisthe
Al in de IJzertijd lag er waarschijnlijk een heiligdom bij Elst, maar dit zal niet meer dan een open plaats zijn geweest. In de eerste helft van de 1e eeuw zal hier voor het eerst een Gallo-Romeinse tempel, een mengeling van Romeinse en inheemse invloeden, zijn verrezen. De eerste tempel was vrij sober om te zien: niet meer dan een rechthoekig gebouw met een trapeziumvormig dak. In de tweede eeuw werd op dezelfde plek echter een nieuwe tempel neergezet. Deze had veel meer allure en was opvallend genoeg wel 17 meter hoog. In stijl van Gallo-Romeinse tempels werd de nieuwe tempel volledig door een porticus of zuilengalerij omgeven, met het terrein daaronder iets verheven boven de grond. Ook lag er om de tempel een ommuurd terrein. Hoewel we niet weten voor welke godheid te tempel was, doen de grootte en gevonden offers vermoeden dat het een belangrijke was. Hercules Magusanus, een mengeling van de Romeinse Hercules en de Bataafse oppergod, is geopperd. De tempel moet zo aantrekkelijk zijn geweest voor handeltjes dat er vanzelf een vicus omheen verrees, misschien wel met badhuis!
Bezienswaardigheden: Zichtbare fundering rondom en onder de Grote Kerk
Speciaal in de Romeinenweek: Rondleiding Tempel | Kerk Museum Elst (weekenden, 14:30)

De tempel van Elst-Westeraam, met bijbehorende waterput.
De tempel van Elst-Westeraam, met bijbehorende waterput.

12. Tempel van Elst-Westeraam
Locatie: Noorderlicht, Elst
Ondanks de grote belangrijke tempel onder de Grote Kerk, was Elst nog een tempel rijk in het oosten. Deze was een stuk kleiner en net als de grote tempel rond het jaar 100 gebouwd. Wel heeft ook hier vermoedelijk eerder een heiligdom gestaan, waarschijnlijk in de vorm van een houten gebouw. Ook het terrein van deze tempel was ommuurd, maar dan waarschijnlijk met hout en greppels. Naast de tempel lag een waterput. Rond het jaar 200 begon de tempel waarschijnlijk in verval te raken.

216 -Driel13. Castellum Driel
Locatie: zeer onzeker
De vondst van een weggedeelte ten zuiden van Driel maakt duidelijk dat er waarschijnlijk vanuit Elst direct een weg naar de Rijn liep. Driel is, zoals besproken in hoofdstuk 1, de kandidaat voor een castellum, maar het bestaan ervan is erg onzeker. Als het om een kruispunt ging schept dit echter wel interessante mogelijkheden.

 

De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 4: Xanten-Aken en de Via Belgica

Het vorige hoofdstuk van onze Romeinse Reisgids is geëindigd in het noorden van Limburg. Van hieruit zullen we onze route vervolgen. De twee wegen die we vandaag behandelen lopen beide door Limburg. De eerste is een weg tussen Colonia Ulpia Traiana, oftewel Xanten, en Aqua Granni, oftewel Aken. Deze weg loopt voor een groot deel door Nederlands Limburg, langs de oostzijde van de Maas. De tweede weg is de Via Belgica, die ook door Zuid-Limburg loopt.

Xanten – Aken

reisgids Maas oostXanten of Colonia Ulpia Traiana, de hoofdstad van de Cugerni, is één van de paar steden in Germania Inferior die zich mogen beroepen op de status van colonia, een daadwerkelijke Romeinse stad. De stad sloot aan op de Limesweg, maar had ook een zuidelijke route richting de Maas, zodat reizigers in die richting niet hoefden om te reizen.

De herberg van Xanten. ©René Voorburg: CC BY-SA 3.0
De herberg van Xanten. ©René Voorburg: CC BY-SA 3.0

1. Colonia Ulpia Traiana (Xanten)
Locatie: Archeologisch Park Xanten
Alternatieve namen: Cibernodurum, Castra Vetera (nabijgelegen legioenskamp); Tricensimae (Laat-Romeinse vestingstad)
Bewoners: Legio XVIII en/of Legio XVII (vóór de Varusslag); Legio V Alaudae en Legio XXI Rapax (na de Varusslag); Legio XV Primigenia (43-70 na Chr., ter vervanging van XXI Rapax); Legio XXII Primigenia (70 na Chr.-begin 2e eeuw); Legio VI Victrix (begin 2e eeuw); Legio XXX Ulpia Victrix (ca. 275 na Chr.)
Xanten was bij het begin van de Romeinse tijd de plaats waar de Romeinen een legioenskamp bouwden genaamd Castra Vetera, dat groot genoeg was voor twee legioenen. Ook werd hier de het bestuurscentrum ingericht voor de plaatselijke bevolking, de Cugerni. De stad heette aanvankelijk dan ook Cibernodurum. Bij de Bataafse opstand werd Vetera, dat door Romeinse burgeroorlog zwaar onderbezet was, meerdere keren belegerd om uiteindelijk roemloos ten onder te gaan. Na de opstand werd er een nieuw legioensfort gebouwd. De stad bleef intussen groeien en werd een echte Romeinse colonia, met een naam die naar keizer Trajanus verwees. De welvaart kreeg ernstige klappen in de woelige derde eeuw: de meeste Trajanensen verlieten de stad, maar het fort bleef in gebruik. Begin 4e eeuw werd de orde hersteld: de stad werd herbouwd tot een stevige vesting, die in crisistijd als burcht gebruikt kon worden. In de 5e eeuw werd het nieuwe fort opgegeven en verlaten. Op de plek van Traiana staat nu een archeologisch park.
Bezienswaardigheden: Park Xanten, Römermuseum, Amfitheater Castra Vetera

2. Mediolanum (Geldern-Pont?)
Locatie: Vermoedelijk de Bundesstraße in Pont
Mediolanum wordt in het Itinerarium Antonini genoemd als plaats tussen Sablones en Colonia Ulpia Traiana. De vondst van een nederzetting en een grafveld bij Pont, in Geldern, doen vermoeden dat de plaats hier gelegen zou kunnen hebben. Een fort is er niet opgedoken, maar het is natuurlijk mogelijk dat Mediolanum, dat zijn naam overigens deelt met het Romeinse Milaan, een statio oftewel militair wegstation geweest kan zijn. De naam Pont wordt door sommigen gezien als een verbastering van pons, een brug.

Foto van de opgraving van de kelder in de Hakkesplaats. ©Tom Doesborg: CC BY-SA 3.0
Foto van de opgraving van de kelder in de Hakkesplaats. ©Tom Doesborg: CC BY-SA 3.0

3. Sablones (Venlo?)
Locatie: Mogelijk in Venlo aan de oostoever van de Maas of in Kaldenkirchen.
Het is niet met zekerheid te zeggen waar Sablones, de volgende plaats uit het Itinerarium Antonini, lag. Venlo is echter een populaire kandidaat, mede vanwege de vondsten die hier gedaan zijn. Wellicht was het punt een belangrijke oversteekplaats omdat Blariacum aan de overkant van de Maas lag. Er zijn resten gevonden van Romeinse kelders, werkplaatsen en aardewerk. Zekerheid dat Venlo Sablones was is er daarmee echter nog lang niet.
Bezienswaardigheden: Limburgs Museum
Speciaal in de Romeinenweek: Van neanderthaler tot stedeling (elke dag, 11:00-17:00)

4. Tegula
Locatie: misschien bij Tegelen
Veel concreet bewijs voor een Romeinse nederzetting in Tegelen is er niet, maar het vermoeden is aanwezig. De plaats ligt echter vrij dicht bij de mogelijke locaties van Venlo, dus zou het geen erg logische zet zijn om er vlakbij nog een wegstation te bouwen.

©Romaine; CC0 1.0
©Romaine; CC0 1.0

5. Romeinse weg Swalmen
Locatie: ten zuiden van de Bosstraat, langs Boukoul
Bij Swalmen is een deel van de weg Xanten-Aken daadwerkelijk nog te volgen. Op de plekken waar de weg met moderne bospaden kruist is de Romeinse weg goed te zien omdat de grond ervoor opgehoogd en met grind bedekt werd. Tot aan Boukoul is de weg daadwerkelijk juist, ten zuiden daarvan is het wat speculatiever.

6. Mederiacum (Melick?)
Locatie: onbekend
Ten zuiden van Sablones zou volgens het Itinerarium Antonini een plaats moeten liggen die Mederiacum heet. Een hoop fraaie vondsten in Melick hebben ertoe geleid dat dit dorp als locatie van Mederiacum wordt geopperd, al is het nog lang niet zeker. Sommige sporen in de omgeving duiden namelijk op een villacomplex of zelfs een nederzetting.

7. Teudurum (Tüddern?)
Locatie: onduidelijk
Alternatieve namen: Theudurum, Teuderion (vermelding door Ptolemaeus van Alexandrië)
Teudurum wordt ook vermeld in het Itinerarium Antonini aan de Romeinse weg tussen Xanten en Aken. De locatie ervan is nog niet duidelijk. Het Duitse Tüddern, maast Sittard, wordt vaak genoemd, en is qua naam wel een opvallende match. Waarschijnlijk ging het om een nederzetting met een statio.

Zo zou het thermencomplex van Coriovallum eruit gezien kunnen hebben. Het witte koepeltje bevatte de sauna.
Zo zou het thermencomplex van Coriovallum eruit gezien kunnen hebben. Het witte koepeltje bevatte de sauna.

8. Coriovallum (Heerlen)
Locatie: Coriovallumstraat, Heerlen
Bewoners: misschien Legio V
Coriovallum is vooral beroemd om het voor Nederland opvallend grote thermencomplex dat in 1940 ontdekt werd. Het is de enige Romeinse ruïne die daadwerkelijk te bekijken is in Nederland. De plaatsnaam komt zowel voor in het Itinerarium Antonini als op de Peutinger kaart. De naam zou kunnen duiden op een versterkte hof (“Cortovallum”) of op een dal met huidenhandel of leerlooiers (corium en vallis). De plaats zou gesticht kunnen zijn toen Legio V er een tijdelijk kamp oprichtte. Hoewel Coriovallum geen officiële colonia was, moet het een bloeiende handelsnederzetting zijn geweest door te liggen aan een kruispunt. Een recente visie is dat Coriovallum zelfs niet zoveel kleiner dan Romeins Keulen zou zijn geweest! De plaats telde meer dan 40 pottenbakkersovens, en meerdere stadsvilla’s.  In de vierde eeuw werd er blijkbaar een militaire post in de stad gebouwd.
Bezienswaardigheden: Thermenmuseum
Speciaal in de Romeinenweek: Het Badhuis ontwaakt! (elke dag m.u.v. 30 april, 12:00-17:00); Romeinse Badhuisdag (29 april, 12:00-17:00)

©Rijksmuseum van Oudheden: CC BY-SA 3.0
©Rijksmuseum van Oudheden: CC BY-SA 3.0

9. Sarcofaag van Simpelveld
Locatie: Stampstraat
De beroemde Sarcofaag van Simpelveld staat vandaag de dag in het Rijksmuseum van Oudheden. De sarcofaag was niet zozeer een doodskist, maar een kist waarin de as van een overledene werd bewaard. De kist werd in 1930 ontdekt samen met twee anderen, maar was als enige niet geplunderd. De kist bevatte aardewerk, sieraden, een spiegel en glazen flesjes. Verder is op de binnenkant in reliëf het huis van de overledenen afgebeeld. De dode was waarschijnlijk een vroeg overleden dame. 7 jaar later vond men in de Remigiusstraat, 150 meter verderop, een villa. De dame van Simpelveld zou hier gewoond kunnen hebben.
Speciaal in de Romeinenweek: Gidstocht door de Romeinse vallei (28-29 april en 2, 4 en 6 mei, 12:00); Ezeltocht door de Romeinse vallei (30 april en 1, 3 en 5 mei, 12:00); Via Belgica Experience Tour (30 april 10:00-15:30); Ommetje Romeinse vallei (6 mei 14:00-16:30)

10. Aquae Granni (Aken)
Aken kende ook al een nederzetting in de Romeinse tijd. De naam verwijst naar Grannus, de Keltische god van de genezing. De reden dat de stad zo heette was dat er zwavelrijke waterbronnen in de omgeving zaten, wat een geneeskrachtige werking had. Dit water werd met een aquaduct aangevoerd. Behalve rijke badhuizen kende Aquae Granni ook een herberg en een tempel. In de Laat-Romeinse tijd werd hier ook een stenen fort in opvallend ronde vorm aan toegevoegd.

A. Roerstreekmuseum
Locatie: Kerkplein 10, Sint-Odiliënberg
Het Roerstreekmuseum bevat meerdere Romeinse vondsten uit de streek, zoals een Jupitersteen uit Melick en vondsten uit een Romeins crematiegraf in Linne.

Via Belgica en de weg Aken-Maastricht, in Zuid-Limburg

reisgids Via BelgicaDe Via Belgica was een zeer belangrijke Romeinse weg die Colonia Claudia Ara Agrippinensium, oftewel Keulen, verbond met Gesoriacum, Boulogne-sur-Mer. Als hoofdstad van Germania Inferior was Keulen niet alleen bestuurlijk maar ook economisch erg belangrijk, waarbij vergeleken de steden in Romeins Nederland maar kleine plaatsjes waren. Over de Via Belgica was het mogelijk om naar de Gallische kust te reizen, zodat de weg ook voor de Romeinse handel extreem belangrijk was. De Via Belgica loopt hierbij ook door Zuid-Limburg, waar het in de Romeinse tijd wemelde van de villa’s. Een welvarende streek dus. De Via Belgica kruiste er met enkele wegen uit het noorden. Tussen Aken en Maastricht liep echter ook een directe weg. De Via Belgica is ook online te verkennen op viabelgica.nl en op viabelgicadigitalis.nl

rimburg1. Vicus van Rimburg
Locatie: grens Nederland-Duitsland bij Rimburg
Rimburg bevatte in de Romeinse tijd al een straatdorp aan de Via Belgica. De langwerpige huizen keken met hun smalle voorkant uit op de weg. Het was een economisch aantrekkelijke plek omdat er een brug over de Worm lag. Aan de Duitse kant van de Worm lagen pottenbakkerijen en aan de Nederlandse kant lagen smederijen. Ook andere ambten als een beenwerker, timmerman en leerlooier moeten aanwezig zijn geweest. Een bronzen diploma duidt op aanwezigheid van een soldaat uit Hongarije. De brug werd pas na 250 gebouwd, in de woelige Crisis van de Derde Eeuw. Begin 4e eeuw kreeg hij een grote opknapbeurt.

2. Coriovallum (Heerlen)
Zie boven.

Voerendaal3. Villa Voerendaal-Ten Hove
Locatie: Steinweg
De villa van Voerendaal-Ten Hove kan rustig als een landgoed omschreven worden. Naast het hoofdgebouw en een lange zuilengalerij bevatte het complex meerdere bijgebouwen die als schuren en werkplaatsen konden dienen. Groesbeek-Plasmolen mag dan de grootste villa genoemd worden, maar villa Ten Hove heeft het grootste complex. Oorspronkelijk was het niet meer dan een vakwerkboerderij, waar rond 50 na Chr. een stenen gebouw op geplaatst werd. In de tweede eeuw kreeg het huis een hoop bijgebouwen, een graanschuur en een grote zuilengalerij: blijkbaar boerden de eigenaren dus goed in de loop der jaren. Toen het Romeinse rijk in de derde eeuw onrustiger en labieler werd, nam de landbouw op de villa een beetje af: er was gewoon minder om te verkopen. Zoals meer villa’s werd Ten Hove wat versterkt tegen eventuele plunderaars en rovers, in dit geval door een stenen toren toe te voegen. Na de Romeinse tijd bleef de hoeve in gebruik, om pas na acht eeuwen bewoning in verval te raken!
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse Kunradersteen ontdekken (5 mei, 14:00-16:00)

walem4. Wachttoren Walem-Goudsberg
Locatie: Goudsberg
In 1916 werden er sporen van een stenen wachttoren ontdekt van 8,8 bij 12,2 meter, omgeven door een 90 centimeter dikke muur. Hij zal oorspronkelijk van hout zijn geweest om later door een stenen variant vervangen te zijn, zoals ook bij veel forten aan de Rijn het geval was. In het geval van de Via Belgica is dergelijke bewaking met forten en wachtposten des te belangrijker na de Crisis van de Derde Eeuw, waarin de weg zelfs een tijdje de officieuze noordgrens van het rijk was toen de forten aan de Rijn zo goed als leeg stonden. De Romeinen konden zich dus niet veroorloven dat deze belangrijke weg gevaar zou lopen. Vanuit het Geuldal was de toren moeilijk te bereiken voor eventuele aanvallers. De andere kant werd beveiligd met een stevige wal en greppel.
Speciaal in de Romeinenweek: Bezoek de Romeinse hortus van Villa de Proosdij (in de weekenden, 11:00-18:00); Ommetje Goudsberg (5 mei, 14:00-16:30)

5. Villa Meerssen-Onderste Herkenberg
Locatie: Herkenberg
Er zijn drie villa’s ontdekt in het Geuldal bij Meerssen, maar die van de Herkenberg is één van de grootste uit heel Romeins Nederland en werd ontdekt in 1865. Hij was wel 8 ha groot bevatte een kelder en badgebouw. In de omgeving bevonden zich nog meerdere bijgebouwen en wat kalksteenmijnen. Het badgedeelte bevatte geen vloerverwarming, maar wel mozaïeken, schilderingen en reliëfs als versiering. Niet ver ervandaan lag waarschijnlijk een volledig badhuis. De twee andere villa’s lagen niet zo ver weg, aan de Putsteeg en het Proosdijpark. De landerijen van de villa’s – want Romeinse villa’s waren bijna altijd luxe boerderijen – zullen dus niet zo groot zijn geweest. Villa Herkenberg bevatte ook een skelet: misschien een slachtoffer van een vijandige overval rond 176?
Speciaal in de Romeinenweek: Ommetje Meerssen (1 mei, 14:00-16:30)

De Jupitertempel onder Hotel Derlon. ©René Voorburg: CC BY-SA 3.0
De Jupitertempel onder Hotel Derlon. ©René Voorburg: CC BY-SA 3.0

6. Traiectum ad Mosam (Maastricht)
Locatie: Binnenstad Maastricht, ten zuiden van de Servaasbrug
Alternatieve namen: Pons ad Mosam (waarschijnlijk na de bouw van een brug); Mosae Traiectum (middeleeuwse bronnen)
De exacte Romeinse naam voor Maastricht is niet geheel duidelijk, maar gelegen bij een oversteekpunt over de Maas moet de plaats al snel van groot belang zijn geweest. Doordat er meerdere wegen bij elkaar komen (namelijk de Via Belgica, de weg vanuit Cuijk en de weg vanuit Aken) was Maastricht dus knooppunt voor allerlei kooplui en andere reizigers. Van oorsprong was het oversteekpunt een doorwaadbare plaats, een voorde, maar al in de eerste eeuw moet er een brug gebouwd zijn. Een belangrijke tempel met Jupiterzuil stond op de plek waar nu Hotel Derlon en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek staan. Het badhuis lag ten noorden daarvan. Vanwege het economisch en strategisch belang zal er ook wel een statio, een militaire post, geweest zijn. In de Crisis van de Derde Eeuw viel Maastricht ten prooi aan Frankische plunderaars. Om Maastricht beter te beschermen werd de brug in 333 in steen herbouwd en op de plek van de tempel en het badhuis werd een stenen fort gebouwd. Het fort had een opvallend langwerpige vorm en was lichtjes gekromd, wat in het stratenpatroon van het Stokstraatkwartier nog een beetje te zien is. Aan de overkant van de Maas werd een tweede fort gebouwd om de brug zo veilig mogelijk te houden. De castella en de brug overleefden een paar Frankische opstanden in de 4e eeuw. Servatius van Tongeren bouwde op de plek van de oude tempel uiteindelijk de eerste kapel van Maastricht. Fort en brug bleven nog tot ver in de middeleeuwen in gebruik.
Bezienswaardigheden: Tempelresten in de kelder van Hotel Derlon; peiler met leeuw ter hoogte van de Romeinse brug
– Speciaal in de Romeinenweek: Citygame “Het geheim van Julius Caesar”(elke dag); Ommetje binnenstad Maastricht (29 april, 14:00-16:30)

10405242_10153809536222911_313042256083666525_n7. Atuatuca Tungrorum (Tongeren)
Locatie: centrum Tongeren
Alternatieve namen: Atuatuca (mogelijk); Municipium Tungrorum (2e eeuw)
De naam Atuatuca zou “burcht” betekenen, maar lijkt te verwijzen naar de Atuatuci, een stam waar Julius Caesar het in de Gallische Oorlog mee aan de stok kreeg. Caesar noemt de naam Atuatuca echter als hoofdstad van de Eburonen, die hij ook uitschakelde na de opstand van Ambiorix. Of deze plaats of plaatsen werkelijk bij Tongeren lagen is niet zeker. Wel werd hier enkele decennia later het bestuurscentrum van de Tungri, die tegen die tijd Belgisch Limburg en omstreken domineerden, hier ingericht, zodat hier net als bij Batavodurum een eigen stad ontstond. Atuatuca leed hevig onder de Bataafse opstand, toen de inwoners zich niet bij de rebellen aansloten en deze in reactie de stad verwoestten. Na de opstand herstelde Atuatuca. De stad kreeg stevige stenen muren en bevatte een tempel met Jupiterzuil en een badhuis. Atuatuca overleefde de Crisis van de Derde Eeuw maar kreeg nadien wel dikkere muren met torens en werd een garnizoensstad, van waaruit ruitereenheden de troepen aan de Rijn te hulp konden snellen. In de vierde eeuw onderhandelde onderkeizer Julianus er met de Franken en stichtte Servatius de eerste kerk van Tongeren.
Bezienswaardigheden: Standbeeld Ambiorix op de Grote Markt; Gallo-Romeins Museum; restant stadsmuur aan de Cesarlaan; site tempelcomplex aan de Keversstraat

©René Voorburg: CC BY-SA 3.0
©René Voorburg: CC BY-SA 3.0

8. Oude Akerweg
Locatie: Heerstraat, gemeente Valkenburg
Het tracé van de Romeinse weg tussen Maastricht en Aken werd in de middeleeuwen nog gebruikt. Benamingen hiervoor zijn de Oude Akerweg of Oude Heerweg. Waarschijnlijk liep de Romeinse weg gelijk met straten die nu zo heten. De naam van het dorp Heerstraat geeft ook te denken.

9. Villa en tempel Gulpen
Locatie: Landsraderweg
Op het terrein van de Landsraderweg zijn resten van een villa-complex ontdekt. Er vlakbij zijn graven ontdekt in 1922, wat leidde tot verder onderzoek. De gevonden gebouwresten zouden een tempel kunnen zijn, al is dit niet hard gemaakt.

De catacomben van Valkenburg.
De catacomben van Valkenburg.

A. Museum Romeinse Katakomben
Locatie: Plenkerstraat 55, Valkenburg aan de Geul
In Museum Romeinse Katakomben is een uiterst zorgvuldige replica van de catacomben in Rome te bezichtigen. Deze catacomben dienden als begraafplaatsen voor de eerste christenen, maar soms ook voor Romeinse en Joodse overledenen. In de 4e eeuw werden ze uitvoerig beschilderd en versierd. In 1910 werden de in een mergelgrot nagebootste catacomben geopend voor het publiek.
Speciaal in de Romeinenweek: Paradisum in Museum Romeinse Katakomben (28-19 april en 2-6 mei, 15:00-16:00); Capella Greca in restauratie (idem dito); “Reflections” (idem dito)

De Romeinse Reisgids – hoofdstuk 2: langs de Waal tot aan de Maasmonding

Reisgids Waal oostDe Waal is al in de Romeinse tijd een erg belangrijke rivier. Zo belangrijk zelfs dat de Romeinen hem een beetje minder belangrijk maakten: Drusus liet in 12 v. Chr. een dam aanleggen zodat er minder water in de Waal kwam en de Rijn dus beter te begaan zou zijn voor zijn schepen (en moeilijker over te steken door tegenstanders). Als zijrivier van de Rijn stroomt de Waal vanaf Carvium, waar we de vorige keer eindigden, naar het westen van Nederland. Er is minder duidelijk over de Romeinse plaatsen aan de Waal dan die aan de Rijn, maar er blijft een hoop interessants over. Ten noorden van de Waal ligt de Betuwe, het Insula Batavorum of Bataveneiland.

1051. Castellum Carvium (Tolkamer)
Locatie: Bijlandse Waard
Carvium was niet alleen een castellum aan de Rijn maar lag bovendien ook bij de dam van Drusus. Dat de dam hier lag blijkt uit een grafsteen uit de omgeving. Deze noemt als plaats van begrafenis namelijk ‘Carvium ad Molem‘: Carvium bij de dam. De dam was waarschijnlijk aangelegd door Drusus met als doel minder water te doen afvloeien naar de Waal zodat de Rijn beter bevaarbaar was voor de vloot. De dam werd in de Bataafse opstand vernield zodat de rebellen zich veiliger konden terugtrekken achter de Waal. Of hij daarna herbouwd werd is niet bekend.

© Rijksmuseum van Oudheden, Leiden; CC BY-SA 3.0
© Rijksmuseum van Oudheden, Leiden; CC BY-SA 3.0

2. Altaarsteen Rufia Materna
Locatie: Millingen aan de Rijn
Bij Millingen, waar de Waal zich van de Rijn afsplitst, is in de 19e eeuw een altaarsteen ontdekt die in de Antonius van Paduakerk zat ingemetseld. Of de steen uit de buurt komt is onbekend. De steen bevat een Latijnse tekst van ene Mucronia Marcia, die de steen opdraagt aan “godin vrouwe Rufia Materna”. Rufia zou Mucronia’s dochter zijn aan wie Mucronia een offer wijdde, onder meer met de parentalia, het Romeinse feest van de overledenen. Het klinkt alsof Rufia een priesteres was die jong is overleden en daarna met een inheemse godin vereenzelvigd werd.

Berg en Dal steenoven3. Pottenbakkerij Berg en Dal
Locatie: Holdeurn, Berg en Dal
Bij Berg en Dal stond een pottenbakkerij die later bovendien ook bakstenen en dakpannen ging produceren en van groot belang was voor het legioen in Nijmegen. Na het jaar 150 was de pottenbakkerij van Berg en Dal de centrale dakpanproducent van het hele Neder-Germaanse leger, terwijl het aardewerk naar de tweede plaats ging. Leem werd ter plekke in de omgeving afgegraven. Ten noorden van de vijf ovale ovens lag de droogschuur.

© René Voorburg - CC BY-SA 3.0
© René Voorburg – CC BY-SA 3.0

4. Aquaduct Groesbeek-Nijmegen
Locatie: Van Groesbeek via Beek en Heilig Landstichting naar Nijmegen
Aquaducten zijn in Romeins Nederland erg zeldzaam omdat er veel drinkbaar water in de bodem zat en de grond op veel plaatsen natuurlijk ook veel te vlak was om een aquaduct aan te kunnen leggen. Bij Nijmegen liggen echter grote stuwwallen. De bodem was er blijkbaar te taai of te droog om genoeg water voor het legioen te winnen, dus werd er een 5 kilometer lang aquaduct aangelegd vanuit verschillende waterbonnen op de stuwwal bij Groesbeek. Een stenen aquaduct was vooralsnog niet nodig, zodat het water vooral door gegraven geulen stroomde, met behulp van dammen die de hoogteverschillen hielpen overbruggen en een kunstmatig meer bij de Watermeerdijk.
Bezienswaardigheden: greppel in Mariënbosch
Speciaal in de Romeinenweek: Wandeling langs het Romeinse Waterleiding tracé (29 april, 3 en 5 mei, 13:00)

Het zogenaamde Huis van Drusus was verdeeld in twee vleugels, met een grote binnenplaats ertussen.
Het zogenaamde Huis van Drusus was verdeeld in twee vleugels, met een grote binnenplaats ertussen.

5. Castellum Kops Plateau
Locatie: Kopse hof, Nijmegen-Oost
Bewoners: o.a. Ala I Batavorum (16-69 na Chr.)
Het castellum op het Kops Plateau werd waarschijnlijk rond 12 v. Chr. gebouwd toen Drusus in opdracht van zijn stiefvader keizer Augustus veldtochten in Germania begon. De officierswoning van het kamp is zo opvallend groot dat sommigen vermoeden dat Drusus er zelf een tijdje woonde. Ondanks de grote woning was het fort zelf relatief klein, zodat sommige gebouwen zoals de stallen erbuiten gebouwd moesten worden. Misschien zat hier al vroeg de Ala Batavorum, de Bataafse elite-cavalerie, gelegerd. Na de Slag bij het Teutoburgerwoud werd het opnieuw als commandocentrum gebruikt. Nadat de veldtochten in Germania waren beëindigd bleef het Kops Plateau de thuisbasis van de Ala Batavorum en een belangrijk strategisch punt. Tijdens de Opstand der Bataven liep de Ala Batavorum echter over en na de opstand werd het fort niet opnieuw in gebruik genomen.
Bezienswaardigheden: Kopse Hof

Maquette van castra en omgeving in Museum het Valkhof
Maquette van castra en omgeving in Museum het Valkhof

6. Castra Hunnerberg
Locatie: Hunnerberg, Nijmegen-Oost
Mogelijke naam: Castra Herculis (discutabel)
Bewoners: Legio I Germanica e.a. (19 v. Chr.-12 v. Chr.); Legio II Adiutrix (70 na Chr.); Legio X Gemina (71-105 na Chr.); Vexillatio Brittannica (105-120); detachement van Legio XXX Ulpia Victrix (120-175)
Het eerste kamp op de Hunnerberg, een stevige stuwwal die uitkijkt over de Waal, werd al in 19 v. Chr. gebouwd door Drusus of Marcus Vipsianus Agrippa. Dit kamp was groot genoeg voor 15000 soldaten, wat ongewoon groot is! Dit was echter maar een tijdelijk troependepot en werd na een paar jaar weer ontruimd. Waarschijnlijk was het tussen 12 en 17 na Chr. weer een paar jaar in gebruik om daarna lange tijd leeg te staan. Na de Opstand der Bataven werd er een kleinere maar meer permanente vesting gebouwd, waarin een legioen gehuisvest werd. Dit werd de bloeitijd van de omgeving: rondom de castra ontstond een grote handelsnederzetting met onder andere een markthal, een herberg en zelfs een amfitheater, het enige bekende in Nederland. Toen het legioen rond 105 werd overgeplaatst kreeg de lokale economie een gevoelige klap: voortaan bezette een veel kleinere ploeg soldaten het fort. Rond het jaar 175 werd de castra voorgoed ontruimd. Het is de enige plaats in Nederland waar zo’n lange tijd echte legionairs gezeten hebben.
Bezienswaardigheden: tijdpad over de Hunnerberg; markering oostpoort Ubbergseveldweg; markering Romeinse markthal; marktzuil Eikstraat; markering fundamenten amfitheater Rembrandtstraat; standbeeld keizer Trajanus op het Trajanusplein
Speciaal in de Romeinenweek: Romeinse Bierveldtocht Oersoep (29 april, 09:30-17:00)

Nijmegen Valkhof7. Oppidum Batavorum
Locatie: Valkhof, Nijmegen
Alternatieve namen: Batavodurum; Noviomagus (Laat-Romeins); Castra Herculis (mogelijke naam Laat-Romeinse versterking)
Bewoners: Bataafs-Romeinse burgers; Frankische hulptroepen (4e eeuw)
Wanneer op het Valkhof een nederzetting ontstond is niet duidelijk, maar dit kan al vroeg na de Bataafse verhuizing naar het rivierengebied gebeurd zijn. Toen de Romeinen hier het administratieve centrum van de Bataafse gemeenschap inrichtten, groeide de plaats vanzelf uit tot een Gallo-Romeinse stad. De twee namen klinken dan ook Keltisch: Batavodurum betekent “Batavenmarkt” en Oppidum Batavorum “Burcht der Bataven”. Het Romeinse aanzien van de stad is vooral te wijten aan de grote hoeveelheid Bataven met Romeins staatsburgerschap die er gingen wonen, vaak als veteranen uit de hulptroepen. Winkelbazen kwamen als vliegen op die stroop af en vestigden zich er ook, tot de Batavenburg een stuk of duizend inwoners telde. Op het einde van de Opstand der Bataven ging het mis: de terugtrekkende Bataven gaven hun stad aan de vlammen prijs toen zij hem ontruimden. Na de opstand werd de stad niet herbouwd: alleen een kleine handelsnederzetting, beneden aan de Waalkade bleef in gebruik. In de vierde eeuw kreeg dit nederzettinkje muren, maar qua grootte viel het in het niet bij de oude stad. In diezelfde eeuw werd er ook een castellum op het Valkhof gebouwd. Enkele tientallen jaren later bouwden de Franken een nederzetting ten zuiden van het fort. Toen de Romeinse keizer geen macht over ons land meer had hielden de Franken het fort zelf in gebruik.
Bezienswaardigheden: Museum het Valkhof; Romeins bouwmateriaal in de resten van de palts van het Valkhof; hypocaustum aan de Waalkade
Speciaal in de Romeinenweek: “Nacht van de Romeinen” in Museum het Valkhof (28 april, 19:30-2:00); Layar-wandeling “Oudste stad van Nederland” (hele week); GPS Romeinen tocht (elke dag behalve 30 april en 1 mei; 11:00-17:00); “Romeinenwerkplaats” in Museum het Valkhof (29 april, 1-6 mei, 11:00-17:00)

1988. Ulpia Noviomagus
Locatie: Nijmegen-West
Alternatieve namen: Noviomagus, Ulpia Noviomagus Batavorum (voluit)
Bewoners: Bataafs-Romeinse burgers
Na de Opstand der Bataven verrees er een paar kilometer stroomafwaarts een nieuwe stad, die als nieuwe hoofdstad van de Bataafse gemeenschap diende en Noviomagus, “nieuwe markt”, genoemd werd. Begin 2e eeuw werd hier de naam van keizer Marcus Ulpius Traianus aan toegevoegd als eerbetoon. Noviomagus bevatte onder andere een badhuis en twee tempels voor de goden Fortuna en Mercurius. Hoewel Noviomagus vergeleken met provincie-hoofdsteden als Keulen (en zeker een stad als Rome) maar klein was, was het lange tijd de grootste stad van Romeins Nederland. Midden 2e eeuw begon de economie te echter stagneren toen er steeds minder soldaten op de Hunnerberg woonden die als afnemers dienden. Toch kreeg de stad muren en een greppel rond 170 en overleefde een heftige brand van 10 jaar later. De crisis van de Derde Eeuw richtte echter veel schade aan bij de Romeinse economie, zodat de stad rond 275 grotendeels verlaten werd. De naam Noviomagus werd in de 4e eeuw vooral voor het stadje bij het Valkhof gebruikt.
Bezienswaardigheden: markeringen villa’s en tempels op en rondom het Maasplein

9. Ad Duodecim (Wamel?)
Locatie: zeer onzeker
Ad Duodecim staat op de Peutinger kaart als een plaats tussen Noviomagus en Grinnes. Aangezien er verder geen sporen of omschrijvingen van zijn teruggevonden is het niet bekend waar de plaats lag en wat de aard ervan was, al vermoeden we dat het gaat om een statio, een militair wegstation. Vanwege de afstanden op de kaart is er tegenwoordig een vermoeden dat het zou kunnen gaan om Wamel, dat op ongeveer de juiste afstanden ligt aan de Waal (hoewel die rivier ook niet op de kaart staat). In de omgeving van Wamel is in elk geval een hoop gevonden, zoals bij Tiel, waar een hoop inheemse nederzettingen lagen en ook godenbeeldjes gevonden zijn.

© René Voorburg; CC BY-SA 3.0
© René Voorburg; CC BY-SA 3.0

10. Grinnes (Rossum?)
Alternatieve naam: Grinnibus (Peutinger kaart)
Locatie: zeer onzeker
Ook Grinnes of Grinnibus staat op de Peutinger kaart vermeld, wat doet vermoeden dat het ook hier om een militair wegstation ging. Waar deze statio gelegen kan hebben is opnieuw niet bekend, maar Rossum in Noord-Brabant is de populairste kandidaat. De plaats ligt aan de Waal, maar de Maas stroomt er vlakbij, zodat het hier sowieso om een strategisch punt gaat. Grinnes was één van de plaatsen waar de Romeinse generaal Cerialis in 70 na Chr. een kamp liet opslaan toen hij de rebellen van de Opstand der Bataven terugdrong. Om dit te doorbreken vielen de rebellen een paar kampen tegelijk aan, waaronder Grinnes. Cerialis ging er zelf heen met een ploeg cavalerie en won de slag, waarna hij een castellum zou hebben laten bouwen. Als dat zo is, is het in alle eeuwen daarna waarschijnlijk weggespoeld en verloren gegaan.

Als in de buurt van Grinnes begint de Waal te verstrengelen met andere rivieren. Lek en Maas zijn niet ver weg en zijriviertjes springen over en weer. Uiteindelijk belanden al deze rivieren in de Maasmonding, die in de Romeinse tijd een flinke baai moet zijn geweest. Van daaruit gaan we morgen de Maas op.

A. Museumpark Orientalis Heilig Land Stichting
Locatie: Profetenlaan, Heilig Landstichting
Opgericht in 1911 als Heilig Landstichting (zoals het nabijgelegen dorp nu nog heet), is dit park een aantal keer van naam veranderd zodat het ook bekend staat als Bijbels Openluchtmuseum en Museumpark Orientalis. Het geeft de geschiedenis weer van het Midden-Oosten als bakermat van de drie Abrahamitische religies. Aangezien de Romeinse overheersing van het gebied een grote rol speelt in zowel de geschiedenis van het jodendom als het ontstaan van het christendom, bevat het museumpark ook een Romeinse straat. Deze straat bevat onder andere een school en een kerkje, maar ook een Romeins mithraeum, een tempel gewijd aan de mysterie-cultus van de god Mithras. Ook erg indrukwekkend is het gebouw dat het paleis van Pontius Pilatus voorstelt.
Speciaal in de Romeinenweek: Als Romein op ontdekkingstocht door het oude Midden-Oosten (elke dag m.u.v. 30 april en 1 mei, 11:00-17:00)

B. Flipje en Streekmuseum Tiel
Locatie: Plein 48, Tiel
Het Flipje- en Streekmuseum Tiel is misschien wel het culturele centrum van de Betuwe, zoals het Tiel het centrum van de industrie daar is. Op de archeologische afdeling vinden we vondsten van de prehistorie tot lang na de Romeinse tijd, maar de Romeinen en Bataven ontbreken uiteraard ook niet. Het museum bevat onder andere tentoonstelling van de opgraving in Tiel-Medel, waar een Romeins-inheemse nederzetting gelegen moet hebben.
Speciaal in de Romeinenweek: Tentoonstelling “Wonen op een schat”(1 t/m 4 mei, 13:30-17:00; weekenden 13:30-16:30)

Romeinen en mobiliteit: het wegennet

wegHa, die barbaren! Na een vermoeiend jaar als soldaat heb ik met volle teugen genoten van de “winterstop” om het maar zo te noemen, maar het bloed kruipt natuurlijk waar het niet gaan kan. Vulpes pilum mutat, non mores, zoals wij Romeinen zeggen. Intussen is mij ter ore gekomen dat de Romeinenweek, die dit jaar van 28 april tot 6 mei gehouden zal worden, in het teken staat van mobiliteit. Dat komt goed uit, want als rondreizende Romein ben ik natuurlijk één en al mobiliteit. En waar zou ik dan zijn zonder dat Romeinse wegennet?

Op dit portret loop ik over een fraaie geplaveide weg. Maar de kans op zo'n weg is in dit land erg klein!
Op dit portret loop ik over een fraaie geplaveide weg. Maar de kans op zo’n weg is in dit land erg klein!

Al voor de Romeinen hier kwamen waren er vast en zeker al wegen, maar de meeste hiervan zullen gewoon paadjes zijn geweest die ontstaan waren door veel gebruik. De meest bewust aangelegde wegen uit de prehistorie dienden vooral om moerassige gebieden (waar het op de veengrond in het westen van het land van wemelde) te kunnen doorkruisen, vaak met boomstammen. Ook voor de Romeinen was dit nodig, maar de Romeinen legden ook veel wegen aan, gewoon om ervoor te zorgen dat de meest begaanbare routes altijd bruikbaar waren. Dat was sowieso nodig voor het leger, natuurlijk. Maar ook handelaren en andere reizigers maakten er dankbaar gebruik van.

De belangrijkste Romeinse wegen in Nederland. Er waren er vast nog veel meer, maar de meeste waren waarschijnlijk paadjes.
De belangrijkste Romeinse wegen in Nederland. Er waren er vast nog veel meer, maar de meeste waren waarschijnlijk paadjes.

Romeinse wegen zagen er niet allemaal hetzelfde uit. Hoe de Romeinen de weg aanlegden kon liggen aan hoe belangrijk de weg was, op wat voor bodem de weg moest komen en welke materialen ze beschikbaar hadden. Zo’n betegelde weg waar iedereen aan denkt zal in jullie uithoekje van het rijk bijna nooit zijn voorgekomen. Eigenlijk waren die ontzettend zeldzaam! Sommige wegen waren niet meer dan zandpaadjes, andere waren stevig gefundeerd met grind, keien, aarde, houten balken of wat dan ook. In dit land, waar de grond meestal uit zand, klei of veen bestaat, werden de meeste wegen met grind verhard. Schelpenpaden kwamen ook voor, bij de kust. Sommige hadden blijkbaar zelfs een soort stoep of vluchtstrook, wat je kon zien omdat er naast de weg greppels liepen.

Een Romeinse weg zal niet van beton en asfalt zijn geweest. Toch geeft dit stuk nagemaakte Limesweg bij Valkenburg de doorsnee van een beschoeide agger goed weer.
Een Romeinse weg zal niet van beton en asfalt zijn geweest. Toch geeft dit stuk nagemaakte Limesweg bij Valkenburg de doorsnee van een beschoeide agger goed weer.

Een simpele grindbaan met twee greppeltjes ernaast kon dus genoeg zijn. Soms was er een stevigere weg nodig en werd er een agger aangelegd, een aardebaan. Vaak was die weg dan uit plaggen van aarde opgeworpen met wat grind eroverheen. Deze weg lag vaak duidelijk wat hoger dan de grond eromheen. Hoe drassiger de omgeving werd, hoe hoger en steviger de weg moest zijn om niet onder te lopen of uit elkaar te vallen. Soms werd zo’n agger dus ook beschoeid: er werden ter versteviging houten palen in geslagen, als een soort hekwerk. De aarde daarbinnen werd dan mooi afgedekt met grind, terwijl er aan de buitenkant een soort hellingen werden opgeworpen zodat de beschoeiing goed ingestopt zat. Mocht het zo zijn dat de weg grond bijna onbegaanbaar was, dan was het nodig om bij wijze van weg echt een soort brug of stijger aan te leggen. Bij de veldtocht in het Woud van Baduhenna (misschien in Noord-Holland) moesten de Romeinen ter plekke zulke moerasbruggen aanleggen om überhaupt door het drassige woud vooruit te komen. Als de weg een rivier over ging, was er natuurlijk ook een brug nodig, maar dat was dan wel hele andere koek.

Een gereconstrueerd stukje Limesweg, dwars door Vleuten-De Meern. Kaarsrecht!
Een gereconstrueerd stukje Limesweg, dwars door Vleuten-De Meern. Kaarsrecht!

De beroemdste Romeinse weg in Nederland was natuurlijk de zogenaamde Limesweg, die min of meer langs de zuidoever van de Rijn liep en van fort naar fort ging, vaak zelfs dwars door de forten heen. Daar kwamen natuurlijk een hoop zijweggetjes uit, want vaak genoeg moest je afslaan. De laatste tientallen jaren is er steeds meer bekend geworden over deze weg, ook omdat er in de veengrond zoveel bewaard is gebleven. Er is dus best een goed beeld van waar de weg lag. De Limesweg was in Romeinse stijl vrij recht aangelegd tussen de verschillende punten die hij verbond, zodat het dus niet alleen snel was omdat het begaanbaar was maar ook omdat er stukken afgesneden werden. Zo liep er tussen de forten Fectio (Vechten) en Hoge Woerd (Vleuten-De Meern) een directe weg, zodat iemand op doorreis geen uitgebreide omweg hoefde te maken via Traiectum (Utrecht) dat een stuk noordelijker lag door een grote flauwe bocht die de Rijn daar maakte. Ook de wachttorens, die bij bochten in de rivier gebouwd werden, lagen niet per se vlakbij de weg.

De Romeinse weg aan de Maas, nagemaakt bij Boxtel. Maar of hij ook zulke tegels had...?
De Romeinse weg aan de Maas, nagemaakt bij Boxtel. Maar of hij ook zulke tegels had…?

De Limesweg mag dan de bekendste Romeinse weg van Nederland zijn, maar was zeker niet de oudste. Marcus Agrippa, die tussen 20 en 18 v. Chr. gouverneur van heel Gallië was (wat volgens de Romeinen tot aan de Rijn kwam), liet al een weg tussen Keulen en Boulogne aanleggen, de beroemde Via Belgica, die dus ook door Nederland liep. Vanuit Keulen liep de weg westwaarts. Waarschijnlijk kruist hij jullie 21e-eeuwse grens bij Rimburg en gaat zo via Coriovallum (Heerlen) en Traiectum ad Mosam (Maastricht) naar Tongeren. In allebei die tussenstops kon je ook nog afslaan op andere wegen. Vanuit Maastricht liep nog een weg richting oost, die uitkwam in Aquae Granni (Aken). Vanuit die plaats kon je noordwaarts reizen naar Heerlen en zo verder gaan op een weg die ten oosten van de Maas liep, tot je uiteindelijk uitkwam bij Xanten. Vanuit Maastricht liep een weg ten westen van de Maas naar Ceuclum (Cuijk), waar je over kon steken om naar Noviomagus (Nijmegen) te reizen.

De mijlpalen van Wateringse Veld stonden langs de Romeinse weg tussen Matilo en Helinium. Alleen niet tegelijkertijd.
De mijlpalen van Wateringse Veld stonden langs de Romeinse weg tussen Matilo en Helinium. Alleen niet tegelijkertijd.

Belangrijke stad als Noviomagus was, lag hier ook een kruispunt van wegen. Oostwaarts liep een weg naar het fort Carvium (Herwen), het punt waar de Waal zich van de Rijn afsplitste, zodat je een reis over de Limesweg naar Xanten aanzienlijk kon verkorten. Wie vanuit Noviomagus noordwaarts ging bereikte via Elst ook de Limesweg. Ook kon je vanuit Noviomagus de Waal naar het westen volgen, waarschijnlijk helemaal tot aan de monding ervan, het Helinium (Naaldwijk). Waar die weg precies liep is helaas onbekend. In Zuid-Holland liep uiteraard ook een weg langs het Kanaal van Corbulo, van Matilo (Leiden) naar Helinium, zodat je de daartussen gelegen stad Forum Hadriani (Voorburg) bereiken kon. Er zijn meerdere mijlpalen gevonden die dat laten zien, net als bij de wegen in Limburg. En dan zijn er nog tal van vermoede wegen, zoals eentje langs de kust en weet ik waar allemaal nog meer.

Paul van der Heijden red.), Romeinse wegen in Nederland, verscheen in 2016 bij uitgeverij Matrijs. Een aanrader!
Paul van der Heijden (red.), Romeinse wegen in Nederland, verscheen in 2016 bij uitgeverij Matrijs. Een aanrader!

Zonder de wegen zou het Romeinse leger en alle handel in het rijk natuurlijk helemaal nergens zijn. En ook deze soldaat was lang niet zo ver gekomen zonder de Romeinse wegen. Als je meer wil weten over Romeinse wegen, kan ik je nog het boek Romeinse wegen in Nederland aanraden. Benieuwd waar de wegen mij over een paar maanden weer heen zullen leiden. Want hoewel er meerdere naar Rome leiden, weet ik zeker dat ze dat niet allemaal doen. Ik wens jullie in elk geval een mobiel jaar!

L. Octavius Barbatus

twitter.com/OctaviusRomein