Gladiatorenfestival in Tongeren

Het Gallo-Romeins museum en de stad Tongeren organiseren in het weekend van 12-13 maart een groots “Gladiatoren Festival”. Het centrum van Tongeren wordt ingenomen door een leger van 250 gladiatoren, legionairs, verhalenvertellers, muzikanten, acteurs, Romeinse handelaars en ambachtslieden. Gedeputeerde van Toerisme en Cultuur Igor Philtjens: “Het wordt één groot feest, voor de toerist en de cultuurliefhebber, voor volwassenen en kinderen. Iedereen kan hier komen genieten van het resultaat van een sterke internationale samenwerking.

Het programma is alvast veelbelovend: spectaculaire gladiatorenshows met helse gevechten, afgewisseld met spannende heldenverhalen, opzwepende muziek, gladiatoren op paarden, leuke workshops voor kinderen, straattheater, een grote Romeinse markt, demonstraties van ambachten en heerlijke proeverijen.

Het festival komt er n.a.v. de succesvolle tentoonstelling ‘Gladiatoren – Helden van het Colosseum’ die momenteel loopt in het GRM tot en met 3 april.

De activiteiten van het gladiatorenfestival vinden plaats in het stadscentrum op zaterdag 12 en zondag 13 maart, telkens van 10.00 tot 18.00 uur.  De animatie tijdens het weekend is gratis.

Voor meer informatie kunt U terecht op de site: http://www.hands.be/gladiatoren/

Tentoonstellingsreview: Rome. De droom van keizer Constantijn. Kunstschatten uit de Eeuwige Stad.

Rome. De droom van keizer Constantijn. Kunstschatten uit de Eeuwige Stad. – Nieuwe Kerk, Amsterdam, 3 oktober tot 7 februari.

Door: Patricia Kret.

‘Zeldzame kunstschatten uit onder andere de Vaticaanse Musea komen in het najaar van 2015 vanuit Rome naar De Nieuwe Kerk Amsterdam voor de tentoonstelling Rome. De droom van keizer Constantijn. Kunstschatten uit de Eeuwige Stad.’

Nieuwe Kerk, Amsterdam

De Nieuwe Kerk in Amsterdam heeft zich eraan gewaagd een tentoonstelling over Constantijn de Grote te maken. Een persoon waar in de geschiedschrijving van de laatste jaren veel discussie over is. Was deze keizer nu wel of niet Christelijk? Zette hij een traditie van de pagane (niet-christelijke) Romeinse keizers voort of zorgde hij als eerste Christelijke keizer voor vernieuwing? De Nieuwe Kerk is een samenwerking aangegaan met de professoren dr. Eric Moormann en dr. Sible de Blaauw, twee belangrijke auteurs over Constantijn, en heeft belangrijke bruiklenen tot haar beschikking gekregen. Onder andere uit de Musei Vaticani, Museo Nazionale Romano en Musei Capitolini. Dit schepte hoge verwachtingen en met enige voorkennis ben ik dan ook naar de tentoonstelling geweest.

Foto Janiek Dam, Nieuwe Kerk, Amsterdam (2)
Bij binnenkomst. Foto, Janiek Dam.

Nog voor je de deur van de Nieuwe Kerk door bent sta je al oog in oog met het kolossale hoofd van Constantijn. Door de glazen deuren en de houten triomfboog heb je een mooie doorkijk op de reproductie van het beeld. Zodra je de deur door bent, wordt duidelijk dat de tentoonstelling een ‘beleving’ zal zijn. De tentoonstelling is opgezet als een reis door Rome. De plattegrond van de tentoonstelling die je krijgt, is tegelijkertijd ook een plattegrond van Rome. Je begint op het ‘Piazza del Colosseo’, bij de boog van Constantijn en kan vervolgens vier zalen door. Iedere zaal heeft een eigen ‘stadsgids’, met uitzondering van de vierde zaal die er twee heeft. Aan de hand van een podcatcher, een audiotour, neemt de stadsgids je mee op reis door de zaal en door Rome. Iedere zaal heeft een eigen kleur en eigen symbolen, passend bij het onderwerp van de zaal. Ik zal de zalen niet tot in detail bespreken, de tentoonstelling is het zeker waard om zelf te gaan kijken!

De stadsgidsen en plattegrond van Rome met topstukken die in de Nieuwe Kerk staan.
De stadsgidsen en plattegrond van Rome met topstukken die in de Nieuwe Kerk staan.

Stadsgisten, Nieuwe Kerk, Amsterdam

Om de tentoonstelling te betreden loop je onder de triomfboog van Constantijn door: Net als de Romeinen destijds, maakt de tentoonstellingsbezoeker zijn eigen entree onder deze boog, het hart van het vroeg-vierde-eeuwse Rome in.’ Aldus de tentoonstelling zelf. Er wordt een context geschetst waarin het christendom van Constantijn ontstond aan de hand van een aantal -belangrijke- objecten. Dit wordt deels gedaan door zowel een context van het dagelijks leven als van het religieuze leven te geven. Zo is er een beroemd laat-Romeins mozaïek te zien uit het Palazzo Massimo waarop de paardenrennen in het Circus Maximus te zien zijn. Ook zijn er verschillende religieuze objecten en grafinscripties te zien van mensen die al een sterke neiging hadden om slechts één godheid te vereren, of één godheid als de aller belangrijkste te zien. (De genius van de keizer moet natuurlijk wel vereerd worden.) Zo wordt er aandacht besteed aan de Mithras- en Sol Invictus-cultus, maar ook aan het in Rome aanwezige jodendom en christendom. Met een reconstructie van het hoofd van Constantijn wordt deze keizer vervolgens neergezet als de man die mede mogelijk maakte dat Rome: ‘in de vierde eeuw transformeerde van multireligieuze keizerlijke hoofdstad vol tempels met kolossale keizerbeelden tot pauselijk centrum gedomineerd door kerken met kruisen.’

Overzicht van de eerste zaal, Janiek Dam
Overzicht van de eerste zaal, Janiek Dam

In de volgende zalen komen de christelijke kunst van voor Constantijn aan bod (de vondsten in Romeinse catacomben), de droom en het leven van Constantijn, de verandering van Rome tijdens en na Constantijn en de echo van de vroeg-christelijke kunst in de Middeleeuwen en Renaissance. In de zaal over de vroeg-christelijke catacomben is onder andere de Sarcofaag van Sabinus te zien. De verschillende verhalen die zijn afgebeeld worden door de stadsgids Antoine Bodar (priester en kunsthistoricus) verteld en verduidelijkt. Er wordt in de hele zaal aandacht besteed aan het feit dat de vormentaal van de vroeg-christelijke kunst is overgenomen van de Romeinse kunst. Wel hadden ze wat mij betreft nog wat aandacht kunnen besteden aan enkele interessante maar onbekende feiten. Bijvoorbeeld  dat Jezus in de vroeg-christelijke kunst vaak is afgebeeld met toverstaf.

Expositie Rome in de Nieuwe Kerk
Expositie Rome in de Nieuwe Kerk

In de laatste zaal wordt ten eerste aandacht besteed aan het christelijk Rome uit de tijd van Constantijn. En vervolgens aan de echo van de kunst van het vroege christendom in de Middeleeuwen en Renaissance. Eric Moormann besteed aandacht aan de groei van het christendom in Rome en Nelleke van der Krogt aan de echo van het vroege christendom. Dit gaat samen in een zaal die in een linker- en rechterhelft is ingedeeld. Dit zorgt voor enige verwarring. Nelleke van der Krogt bespreekt een lange periode waarin er veel keuze is uit topstukken om te laten zien, er is gekozen voor een aantal schilderijen.

De hand van Constantijn. Foto: Evert Elzinga
De hand van Constantijn. Foto: Evert Elzinga

De tentoonstelling wordt mooi afgesloten door de hand van Constantijn. Deze staat er letterlijk, het is een hand van een van de kolossale beelden van Constantijn (er zijn twee rechterhanden gevonden). Deze hand staat symbool voor de hand die Constantijn in de geschiedenis heeft gehad. Wat deze tentoonstelling goed laat zien is dat Constantijn een figuur was waaromheen de geschiedenis grote veranderingen maakte. Dit was een ontwikkeling die voor Constantijn al aan de gang was, maar die sneller veranderde met het keizerschap van Constantijn. Er wordt een beeld geschetst van het Rome voor Constantijn en na Constantijn aan de hand van topstukken uit belangrijke musea. Er is geen grote hoeveelheid aan objecten te zien, maar de stukken zijn van grote waarde en worden door de stadsgidsen uitgebreid behandeld en verduidelijkt. Het is een tentoonstelling die (dankzij de samenwerking met twee belangrijke professoren op het gebied van Constantijn) actueel is op het gebied van onderzoek naar Constantijn en daarbij heel toegankelijk en duidelijk voor degene die zonder enige voorkennis naar de tentoonstelling gaan. Aan veel details is gedacht waardoor de tentoonstelling een ‘beleving’ is. De stadsgidsen leidden je op een fijne, duidelijke manier rond door de tentoonstelling en door een veranderend Rome.

Meer lezen over Constantijn? Een interessant boek waar ook E. Moormann en S. de Blaauw aan hebben bijgedragen is: O. Hekster en C. Jansen (ed.), Constantijn de Grote, traditie en verandering (Nijmegen 2012).

Alle afbeeldingen en citaten komen van de website van de Nieuwe Kerk, met uitzondering van de afbeelding van de Sarcofaag van Sabinus. Bron staat in de afbeelding. Voor de afbeeldingen van de Nieuwe Kerk: <http://www.nieuwekerk.nl/nl/#/nl/pers/rome/beeldmateriaal.htm?m=99> [29-11-15]

Versierde Ruiterhelm uit Bodegraven

rmo_helm_bodegravenIn 1937 is er vlakbij het 17e eeuwse fort Wierickerschans (Bodegraven) bij een zandwinning een rijkelijk versierde Romeinse helm gevonden. De helm, gemaakt van verzilverd en verguld brons, is al snel benoemd tot een ruiterhelm, mogelijkerwijs gebruikt voor parades en optochten.

De helm volgt een traditioneel Romeins voorbeeld met een ronde kap. Anders dan de populaire (Gallische) infanteriehelmen heeft dit exemplaar een lage en forse nekbeschermer, voorzien van een handgreep. Aan de voorzijde is de helm voorzien van een grote driehoekige stootrand, bedoeld om slagen tegen te houden. De wangkleppen zijn helaas niet gevonden, en aan de bovenzijde zit een gat waar de pluimboshouder gezeten zal hebben. De helm is rijkelijk versierd met gesoldeerde en geparelde banden. Stippellijnen en puntversieringen vormen verschillende ornamenten, bladmotieven, zeedieren en mensen.

De helm is te dateren tot de laat 2e- vroeg 3e eeuw n.C. en bevat een uit twee delen bestaande inscriptie:

QV(intus) SALNIVS T(urma) IONI POPNIS TI CASSIS IVSTI

Dit wordt geïnterpreteerd als de twee achtereenvolgende eigenaren van de helm. Allereerst betreft het een Quintus Salonius, die mogelijkerwijs tot de Turma (ruiterafdeling) van Ionus behoort. Vervolgens beschrijft ene Popnus hoe hij de rechtmatige eigenaar van de helm is.

Rijk versierde helm uit Bodegraven
Rijk versierde helm uit Bodegraven

De lage nekplaat en grote stootrand van de helm hebben geleid tot de classificatie als ruiterhelm. Dit type helmen, de “Niederbieber” helmen, beschermt speciaal tegen aanvallen van andere ruiters. Ruiterhelmen waren vaak voorzien van compleet gesloten wangkleppen, een lage helmkom en grotere nekbeschermers. Ook hadden deze helmen dikwijls een kruisband over de bovenkant, ter fortificatie van het geheel.

Traditioneel wordt er een tweedeling in de Romeinse cavaleristenhelmen gemaakt, gebaseerd op de decoraties. In eerste instantie was deze geënt op een verschil tussen hulptroepen (auxiliari) en Romeinse burgers, waarbij de minder versierde helmen voor de hulptroepen waren, maar deze theorie is ondertussen verworpen. Dit omdat de meeste cavalerie afkomstig was uit de ‘upper class’ van de hulptroepen. Een nieuw model maakt een onderscheid tussen enerzijds helmen voor parades en anderzijds helmen voor gebruik tijdens gevechten.

Tot de paradehelmen behoren de rijkelijk versierde helmen, waar vaak een gezichtsmasker bij werd gedragen (zoals onze eigen ‘Gordon’, gevonden in Matilo). Dit masker zat dan met scharnieren vast in de helm. Er is nog veel discussie over het gebruik van de gezichtsmaskers. Er zijn antieke bronnen die omschrijven dat de maskers tijdens parades gedragen werden en veel archeologen beargumenteren dat dergelijk masker zeer onpraktisch zou zijn in een gevecht. Er zijn echter ook bronnen die beweren dat de maskers ook tijdens het gevecht gedragen werden. Ook de complexe manoeuvres van een parade vergen goed zicht en coördinatie. Daarbij moeten we ook niet het effect van glimmende de-humaniserende maskers tijdens een veldslag. Enerzijds als intimiderende factor tegenover de vijanden, anderzijds als effect op het moreel van de medesoldaten.

Paradehelm uit Ribchester
Paradehelm uit Ribchester

De helm uit Bodegraven volgt redelijk het type Niederbieber (welke dus in eerste instantie niet als paradehelmen worden erkend). De ‘paradehelmen’ volgen meestal eerder een Attische vorm en missen de lage nekbeschermer. Ook zijn er geen sporen van een gezichtsmasker gevonden. Aan de andere kant mist onze helm de praktische kruisbanden aan de bovenkant, en is de versiering relatief erg rijkelijk uitgevoerd.

De tweedeling tussen ruiterhelmen die gebruikt worden tijdens een gevecht of tijdens een parade is dus vrij arbitrair, en de helm uit Bodegraven biedt al weer een tussenvariant. Momenteel valt dus ook niet te zeggen of de helm daadwerkelijk gebruikt is in de strijd, of meer een prestige object was. Wellicht dat onderzoek naar gebruikssporen nieuwe zaken aan het licht kan stellen!

De helm is te bewonderen in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Een artistieke kopie van het origineel is in het centrum van Bodegraven te bewonderen!

Vervloekingen in Bodegraven

In 2000 is er door een amateurarcheoloog een bijzondere vondst gedaan in het tegenwoordige Bodegraven, namelijk een Romeins vervloekingstablet. In de noordwestelijke hoek van het veronderstelde Romeinse legerkamp kwam een opgerold loden plaatje naar boven. De vinder heeft vervolgens het plaatje zelf uitgerold. Het bleek te gaan om een 2mm dik, rechthoekig plaatje lood van ongeveer 17 bij 6,5-7,5cm, met driehoekige uitsteeksels aan de korte zijden. Op het plaatje was vluchtig tekst ingekrast, welke in eerste instantie onleesbaar leek. Restaurator H.J.H Meijers van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek heeft de plaat vervolgens schoongemaakt en geconserveerd.

De plaat met de mysterieuze tekst, verdeeld in drie kolommen, is vervolgens naar wijlen professor Haalebos (van de Radboud Universiteit Nijmegen) gegaan om te onderzoeken. Een dag voor zijn onverwachte overlijden, op 5 maart 2001, ontcijferde professor Haalebos de tekst. Hij herkende het woord ‘AVERN’, welke hij in verband bracht met een meer bij Cumae, ‘Avernus Lagus’, gelegen in het Italiaanse Campanië. Voor de Romeinen was dit een toegang naar de duistere onderwereld.

Dit woord, samen met het gebruik van lood en de opgerolde context van het plaatje, tonen aan dat we te maken hebben met een vervloekingsplaat. Hoewel dit soort platen vaker voorkomen in het Romeinse Rijk, was dit de eerste ontdekking in Nederland. Een vervloekingstablet, ofwel een tabula defixionum (of een devotionum of exsecratio), bevatte dikwijls verwensingen, bezweringen of toverteksten, welke bedoeld waren om iemand te laten treffen door bovennatuurlijke krachten. Soms waren de tabletten echter bedoeld om doden te helpen in het hiernamaals. Het tablet (meestal van lood) werd doorgaans beschreven en vervolgens opgerold, zodat slechts de goden deze nog konden lezen. Het opgerolde tablet kon men vervolgens ergens vastspijkeren of verbergen.

Voorbeeld van een opgerold vervloekingstablet.
Voorbeeld van een opgerold vervloekingstablet.

De plaat uit Bodegraven bevat de namen van 21 soldaten, verdeeld met 8 of 9 namen per kolom. Het is niet duidelijk of de vervloeking is opgesteld door een soldaat (wat kan wijzen op interne spanningen), of door een burger. Hoewel de inscriptie ons op dit gebied niet veel wijzer maakt, vertellen de namen ons wel meer over de herkomst of etnische oorsprong van de mannen. Sommige namen komen vaker voor in bepaalde Provincies dan in anderen.

Vermoedelijk zat in Bodegraven tussen 70 en 100 n.C. een Spaans garnizoen gelegerd, het cohors II Asturum uit Hispania Citerior Tarraconensis. De namen van de vervloekte soldaten wijzen echter op een minder eenvormige samenstelling. De soldaten kwamen uit diverse regio’s, waaronder Hispania, het Donaugebied en het Mediterrane gebied. Slechts vijf namen wijzen op een Spaanse oorsprong, waardoor het er op lijkt dat de Spaanse afdeling alleen in naam nog Spaans was.

De soldatennamen, welke afgeleid zijn van Latijnse woorden, duiden dikwijls op karaktereigenschappen, hobbies of geven op een andere wijze inzicht in het leven van de persoon. De Bodegraafse plaat bevat namen als:

  • Ingenuus (vrijgeboren)
  • Placidus (bedaard)
  • Pricus (ouderwets)
  • Lupus (wolf)
  • Pastor (herder)

Er zijn drie regels van het tablet nog niet vertaald.